2. (Optioneel) Schakel het selectievakje in om Stream Adaption in te schakelen. Als de functie is
ingeschakeld, krijgt het live beeld het gladmaken van het beeld prioriteit. De camera past video ge-
relateerde parameters automatisch aan en de vooraf ingestelde video gerelateerde configuratie is on-
geldig.
Opmerkingen:
● Een herstart is vereist om de functie van kracht te laten worden.
● De functie is alleen beschikbaar voor bepaalde modellen.
3. Selecteer het Stream Type van de camera op Main Stream (Normal), Substream
of Third Stream. De hoofdstream is meestal voor opnemen en live bekijken met een
goede bandbreedte, en de substream kan worden gebruikt voor live-weergave wanneer
de bandbreedte beperkt is.
Raadpleeg de sectie 4.2 Lokale parameters configureren voor het wisselen van de
hoofdstream en substream voor live bekijken.
4. U kunt de volgende parameters aanpassen voor de geselecteerde stream.
Notitie:
De parameters variëren afhankelijk van verschillende cameramodellen.
● Video Type :
Selecteer het streamtype voor videostream of samengestelde video- en audiostream.
Het audiosignaal zal worden opgenomen wanneer de Video Type is Video & Audio .
● Resolution:
Selecteer de resolutie van de video-uitgang.
● Bitrate Type:
Selecteer het bitratetype constant of variabel.
● Video Quality:
Als het bitratetype is geselecteerd als Variabel , kunnen 6 niveaus van videokwaliteit worden gese-
lecteerd.
126