662766
91
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/96
Next page
Netwerkcamera
Gebruikershandleiding
V4.0.3
Hikvision Digital Technology Co., Ltd.
http://www.hikvision.com
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
1
Deze handleiding is van toepassing voor de volgende cameramodellen:
Type
Model
Box
camera III
DS-2CD883F-E(W), DS-2CD855F-E, DS-2CD854F(WD)-E(W),
DS-2CD853F-E(W), DS-2CD864F(WD)-E(W), DS-2CD863PF(NF)-E(W),
DS-2CD893PFWD(NFWD)-E(W), DS-2CD833F-E(W),
DS-2CD893PF(NF)-E(W)
Dome
camera III
DS-2CD733F-E(I)(Z), DS-2CD793PF(NF)-E(I)(Z),
DS-2CD793PFWD(NFWD)-E(I)(Z), DS-2CD763PF(NF)-E(I)(Z),
DS-2CD764FWD-E(I)(Z), DS-2CD764F-E(I)(Z), DS-2CD753F-E(I)(Z),
DS-2CD754F-E(I)(Z), DS-2CD754FWD-E(I)(Z)(B),
DS-2CD783F-E(I)(Z), DS-2CD755F-E(I)(Z)
Dome
camera IV
DS-2CD7233F-E(I)Z(H)(S), DS-2CD7253F-E(I)Z(H)(S),
DS-CD7254F-E(I)Z(H)(S), DS-CD7254FWD- E(I)Z(H)(S),
DS-2CD7255F- E(I)Z(H)(S), DS-2CD7283F-E(I)Z(H)(S),
DS-2CD7293PFWD(NFWD)- E(I)Z(H)(S),
DS-2CD7263NF(PF)- E(I)Z(H)(S), DS-2CD 7264FWD- E(I)Z(H)(S),
DS-2CD7293PF(NF)- E(I)Z(H)(S)
Bullet
Camera I
DS-2CD8253F- E(I)(Z)(S), DS-2CD8233F-E(I)(Z)(S),
DS-2CD8264FWD-E(I)(Z)(S), DS-2CD8264F-E(I)(Z)(S),
DS-2CD8254F- E(I)(Z)(S), DS-2CD8254FWD- E(I)(Z)(S),
DS-2CD8283F- E(I)(Z)(S), DS-2CD8255F- E(I)(Z)(S)
Bullet
Camera II
DS-2CD833-EI3, DS-2CD864-EI3, DS-2CD855-EI3
Cube
Camera I
DS-2CD8133F-E(I)(W), DS-2CD8153F-E(I)(W)
Cube
Camera II
DS-2CD8464F-E(I)(W), DS-2CD8433F-E(I)(W)
Mini
Dome
Camera
DS-2CD7164-E, DS-2CD7153-E, DS-2CD7133-E
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
2
Bedankt voor de aankoop van ons product. Neem voor vragen of verzoeken contact
op met de dealer.
Deze handleiding is van toepassing op de netwerkcamera.
Deze handleiding bevat mogelijk technisch onjuiste locaties of drukfouten, en de
inhoud van de handleiding kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De updates
worden toegevoegd aan de nieuwe versie van deze handleiding. Wij werken er hard
aan om de producten en procedures die in deze handleiding worden beschreven,
voortdurend te verbeteren en bij te werken.
VRIJWARINGSVERKLARING
Underwriters Laboratories Inc. (UL) heeft de prestaties en betrouwbaarheid van de
beveiligings- en signaleringsaspecten van dit product niet getest. UL heeft alleen
tests uitgevoerd op gevaarlijke situaties die kunnen ontstaan door brand, elektrische
schokken en ongelukken, zoals wordt beschreven in de veiligheidsstandaarden van
UL (UL60950-1). De UL-certificering biedt geen dekking voor de prestaties en
betrouwbaarheid van de beveiligings- en signaleringsaspecten van dit product. UL
LEVERT GEEN VERKLARINGEN, GARANTIES OF CERTIFICERINGEN BETREFFENDE DE
PRESTATIES EN BETROUWBAARHEID VAN AAN BEVEILIGING EN SIGNALERING
GERELATEERDE FUNCTIES VAN DIT PRODUCT.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
3
Regelgevingsinformatie
FCC-informatie
FCC-naleving: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de grenswaarden voor een
digitaal apparaat, conform deel 15 van de FCC-regelgeving. Deze grenswaarden zijn
ontworpen om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie
wanneer de apparatuur in een commerciële omgeving wordt gebruikt. Deze
apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie, en kan deze uitstralen. Als
de apparatuur niet wordt gnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de
instructiehandleiding, kan de apparatuur schadelijke interferentie veroorzaken aan
radiocommunicatie. Het gebruik van deze apparatuur in een woonwijk kan
schadelijke interferentie veroorzaken. In dat geval moet de gebruiker de interferentie
op eigen kosten verhelpen.
FCC-voorschriften
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regelgeving. Het gebruik is
onderworpen aan de volgende twee voorschriften:
1. Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken.
2. Dit apparaat moet ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die
kan leiden tot ongewenste werking.
EU-conformiteitsverklaring
Dit product en (indien van toepassing) de meegeleverde accessoires zijn
gemarkeerd met CE. Dit houdt in dat ze voldoen aan de toepasselijke
algemene Europese standaarden onder laagspanningsrichtlijn
2006/95/EC en EMC-richtlijn 2004/108/EC.
2002/96/EC (WEEE-richtlijn): Producten die met dit symbool zijn
gemarkeerd, mogen in de Europese Unie niet worden weggegooid als
ongesorteerd restafval. Retourneer dit product naar uw lokale
leverancier wanneer u vergelijkbare nieuwe apparatuur aanschaft of
breng het naar een van de speciale inzamelingspunten om het op de juiste manier te
laten recyclen. Raadpleeg de volgende site voor meer informatie:
www.recyclethis.info.
2006/66/EC (batterijrichtlijn): Dit product bevat een batterij die in de
Europese Unie niet mag worden weggegooid als ongesorteerd
restafval. Raadpleeg de productdocumentatie voor specifieke
batterij-informatie. De batterij is gemarkeerd met het volgende
symbool. Het symbool kan afkortingen bevatten waarmee cadmium (Cd), lood (Pb)
en kwik (Hg) worden aangeduid. Retourneer de batterij naar uw leverancier of een
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
4
van de speciale inzamelingspunten om het op de juiste manier te laten recyclen.
Raadpleeg de volgende site voor meer informatie: www.recyclethis.info.
Veiligheidswaarschuwingen
Houd rekening met de volgende waarschuwingen:
Mogelijk gevaarlijke spanning: Er moeten speciale
voorzorgsmaatregelen worden genomen wanneer dit apparaat
wordt gebruikt. Bepaalde potentialen (spanningen) op het apparaat
kunnen een gevaar vormen voor de gebruiker. Het apparaat moet
alleen worden gebruikt door werknemers van ons bedrijf die de
kennis en training hebben om te werken met deze typen apparaten, die circuits
onder spanning bevatten.
Gevaarlijke spanning van voeding: Het voedingsgedeelte staat onder
wisselstroomspanning. Het apparaat moet worden aangesloten op een door UL
goedgekeurde, volledig afgesloten voeding met de juiste spanning en de juiste
stroomsterkte. Er bevinden zich geen onderdelen in de voeding waarop gebruikers
onderhoud kunnen uitvoeren.
Aarding van het systeem: Zorg ervoor dat alle wisselstroombedrading is afgeschermd
en het systeem is geaard. Controleer of alle apparatuur waarop dit apparaat wordt
aangesloten, ook correct is geaard en of het goedgekeurde medische apparaten
betreft.
Voeding aansluiten en verwijderen:Het netsnoer voor de
wisselstroomvoeding is de hoofdverbinding met het elektriciteitsnet
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
5
(wisselstroom). De uitgang waarop het snoer wordt aangesloten, moet dicht bij de
apparatuur worden geplaatst en eenvoudig toegankelijk zijn.
Installatie en onderhoud:De kabels moeten tijdens onweer niet worden
aangesloten/verwijderd om installatie/onderhoud uit te voeren.
Vereisten voor het netsnoer: De connector die wordt aangesloten op het
stopcontact, moet een mannelijke stekker met aarding zijn die bedoeld is voor
gebruik in uw regio. De stekker moet certificeringsmarkeringen bevatten van een
instantie uit uw regio. De connector die wordt aangesloten op de
wisselstroomontvanger van de voeding, moet een vrouwelijke connector van het
type IEC-320-C13 zijn. Raadpleeg de volgende website voor meer informatie
http://kropla.com/electric2.htm.
Lithiumbatterij: Dit apparaat bevat een lithiumbatterij. Er bestaat
een explosierisico wanneer de batterij wordt vervangen door een
onjuist type. Gooi gebruikte batterijen weg in overeenstemming
met de instructies van de leverancier en lokale milieuwetgeving.
Perchloraatmateriaal: Er zijn mogelijk speciale
verwerkingsinstructies van toepassing. Raadpleeg
www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate. Deze kennisgeving is vereist volgens
de California Code of Regulations, Title 22, Division 4.5, Chapter 33: Best
Management Practices for Perchlorate Materials. Dit apparaat bevat een batterij die
perchloraatmateriaal bevat.
Recycling van batterijen in Taiwan:
Recycle batterijen.
Thermaal en mechanisch letsel:Bepaalde onderdelen, zoals
koelvinnen, spanningsregelaars en processors kunnen heet zijn.
Voorkom contact met deze onderdelen.
Elektromagnetische interferentie:Deze apparatuur is niet getest
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
6
op naleving van de emissielimieten van de FCC-regelgeving en vergelijkbare
internationale regelgevingen. Dit apparaat is niet bedoeld voor verkoop- of
leasedoeleinden, en mag alleen worden verkocht en geleased wanneer is vastgesteld
dat het apparaat voldoet aan de FCC-regelgeving in de Verenigde Staten, of
vergelijkbare regelgeving in andere landen. Het gebruik van deze apparatuur in een
woonwijk is niet toegestaan. Deze apparatuur genereert en gebruikt
radiofrequentie-energie, en kan deze uitstralen. Dit kan leiden tot schadelijke
interferentie aan radiocommunicatie. Als deze apparatuur schadelijke interferentie
veroorzaakt voor radio- of televisieontvangst, wat kan worden gecontroleerd door de
apparatuur in en uit te schakelen, moet de gebruiker voorzorgsmaatregelen nemen
om de interferentie te voorkomen, of moet het gebruik van deze apparatuur worden
gestaakt.
Apparaat bevat lood:
Recycle dit apparaat op verantwoordelijke wijze. Raadpleeg
de lokale milieuregelgeving om het apparaat op de juiste
manier te recyclen. Gooi dit apparaat niet weg bij het
ongesorteerde restafval.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
7
Veiligheidsinstructies
Deze instructies zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat de gebruiker het product op de
juiste wijze kan gebruiken, en om gevaar en verlies van eigendommen te voorkomen.
De voorzorgsmaatregelen zijn gemarkeerd als Waarschuwing of Let op:
Waarschuwing: Als deze waarschuwingen worden genegeerd, kan dit leiden tot
ernstig letsel of overlijden.
Let op: Als deze meldingen worden genegeerd, kan dit leiden tot letsel of
beschadigde apparatuur.
Let op Volg deze voorzorgsmaatregelen
op om mogelijk letsel of
materiaalbeschadiging te
voorkomen.
Waarschuwing:
Gebruik een voedingsadapter die voldoet aan de SELV-standaard
(veiligheidsstandaard voor extra lage spanning). Gebruik verder een
voedingsbron met 12V gelijkstroom of 24V wisselstroom (afhankelijk van het
model), in overeenstemming met de standaard IEC60950-1 en de standaard voor
beperkte voedingsbronnen.
Als het product niet naar behoren werkt, neemt u contact op met uw dealer of
het dichtstbijzijnde servicecentrum. Probeer nooit zelf de camera uit elkaar te
halen. (Wij nemen geen verantwoordelijkheid voor problemen die zijn
veroorzaakt door ongeautoriseerde reparaties of onderhoudswerkzaamheden.)
Stel het product niet bloot aan regen of vocht om het risico op brand en
elektrische schokken te voorkomen.
De installatie moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde
servicemedewerker en de installatie moet voldoen aan alle lokale regelgeving.
Installeer apparatuur voor stroomstoringen in het voedingscircuit om problemen
bij stroomonderbrekingen te voorkomen.
Als u de camera aan een plafond bevestigt, moet u controleren of het een
neerwaartse kracht van 50 N (Newton) kan verdragen.
Als het product niet naar behoren werkt, neemt u contact op met uw dealer of
het dichtstbijzijnde servicecentrum. Probeer nooit zelf de camera uit elkaar te
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
8
halen. (Wij nemen geen verantwoordelijkheid voor problemen die zijn
veroorzaakt door ongeautoriseerde reparaties of onderhoudswerkzaamheden.)
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
9
Let op:
Zorg dat de voedingsspanning correct is voordat u de camera in gebruik neemt.
Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan elektrische schokken.
Raak de sensormodules niet aan met uw vingers. Als de sensor moet worden
gereinigd, gebruikt u een schone doek met een klein beetje spiritus en veegt u
de module voorzichtig schoon. Als de camera gedurende langere tijd niet wordt
gebruikt, plaatst u de lenskap om de sensor tegen stof te beschermen.
Richt de cameralens niet op een sterke lichtbron, zoals de zon of een gloeilamp.
Het sterke licht kan leiden tot onherstelbare schade aan de camera.
De sensor kan worden uitgebrand met een laserstraal. Als er laserapparatuur
wordt gebruikt, moet het oppervlak van de sensor niet worden blootgesteld aan
de laserstraal.
Plaats de camera niet in omgevingen met extreem hoge of lage temperaturen
(de bedrijfstemperatuur moet tussen -10 °C en 60 °C liggen) of in stoffige of
vochtige omgevingen. Stel de camera ook niet bloot aan elektromagnetische
straling.
Goede ventilatie is vereist om hitte weg te voeren en een correcte
werkomgeving te garanderen.
Breng de camera niet in contact met water en andere vloeistoffen.
De camera moet tijdens verzending in de originele verpakking worden ingepakt.
Onjuist gebruik en onjuiste vervanging van de batterij kunnen leiden tot
explosiegevaar. Gebruik het door de fabrikant aanbevolen batterijtype.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
10
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1 SYSTEEMVEREISTEN ............................................................................................. 12
HOOFDSTUK 2 NETWERKVERBINDING ......................................................................................... 13
2.1 DE NETWERKCAMERA INSTELLEN VIA EEN LAN.................................................................................. 13
2.1.1 Kabelverbinding via een LAN ......................................................................................... 13
2.1.2 Het IP-adres vaststellen en wijzigen .............................................................................. 14
2.2 DE NETWERKCAMERA INSTELLEN VIA EEN WAN ................................................................................ 15
2.2.1 Verbinding metstatisch IP-adres .................................................................................... 15
2.2.2 Verbinding metdynamisch IP-adres ............................................................................... 16
HOOFDSTUK 3 TOEGANG TOT DE NETWERKCAMERA .................................................................. 19
3.1 TOEGANG VIA WEBBROWSERS ....................................................................................................... 19
3.2 TOEGANG VIA CLIENTSOFTWARE ..................................................................................................... 21
3.2.1 De iVMS-4200-software installeren ............................................................................... 21
3.2.2 De iVMS-4500-software installeren ............................................................................... 22
HOOFDSTUK 4 WIFI-INSTELLINGEN .............................................................................................. 23
4.1.1 WiFi-verbinding instellen in de modi Manage en Ad-hoc .............................................. 23
4.2 EENVOUDIG WIFI-VERBINDING MAKEN MET DE WPS-FUNCTIE ............................................................ 27
4.3 IP-INSTELLINGEN VOOR DRAADLOZE NETWERKVERBINDING .................................................................. 29
HOOFDSTUK 5 LIVEWEERGAVE .................................................................................................... 30
5.1 LIVEWEERGAVEPAGINA ................................................................................................................. 30
5.2 LIVEWEERGAVE STARTEN............................................................................................................... 31
5.3 BEELDEN HANDMATIG OPNEMEN EN VASTLEGGEN ............................................................................. 32
5.4 PTZ-BEDIENING .......................................................................................................................... 32
5.4.1 PTZ-bedieningspaneel .................................................................................................... 33
5.4.2 Een preset instellen/aanroepen ..................................................................................... 34
5.5 LIVEWEERGAVEPARAMETERS CONFIGUREREN .................................................................................... 35
HOOFDSTUK 6 NETWERKCAMERACONFIGURATIE ........................................................................ 35
6.1 LOKALE PARAMETERS CONFIGUREREN .............................................................................................. 35
6.2 TIJDSINSTELLINGEN CONFIGUREREN ................................................................................................ 37
6.3 NETWERKINSTELLINGEN CONFIGUREREN .......................................................................................... 39
6.3.1 TCP/IP-instellingen configureren .................................................................................... 39
6.3.2 Poortinstellingen configureren ...................................................................................... 40
6.3.3 PPPoE-instellingen configureren .................................................................................... 41
6.3.4 DDNS-instellingen configureren ..................................................................................... 41
6.3.5 SNMP-instellingen configureren .................................................................................... 43
6.3.6 802.1X-instellingen configureren ................................................................................... 45
6.3.7 QoS-instellingen configureren ....................................................................................... 45
6.3.8 FTP-instellingen configureren ........................................................................................ 46
6.3.9 UPnP-instellingen configureren ..................................................................................... 47
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
11
6.4 VIDEO- EN AUDIO-INSTELLINGEN CONFIGUREREN............................................................................... 48
6.4.1 Video-instellingen configureren..................................................................................... 48
6.4.2 Audio-instellingen configureren ..................................................................................... 49
6.5 BEELDPARAMETERS CONFIGUREREN ................................................................................................ 49
6.5.3 Beeldinstellingen configureren ...................................................................................... 49
6.5.4 OSD-instellingen configureren ....................................................................................... 51
6.5.5 Tekstoverlayinstellingen configureren ........................................................................... 52
6.5.6 Privacymasker configureren .......................................................................................... 53
6.6 ALARMEN CONFIGUREREN EN BEHEREN ........................................................................................... 54
6.6.7 Bewegingsdetectie configureren ................................................................................... 54
6.6.8 Alarm voor manipulatiecontrole configureren .............................................................. 58
6.6.9 Alarm voor videosignaalverlies configureren ................................................................ 59
6.6.10 Externe alarminput configureren ................................................................................... 60
6.6.11 Alarmoutput configureren ............................................................................................. 61
6.6.12 Uitzonderingen verwerken ............................................................................................ 62
6.6.13 E-mailinstellingen configureren ..................................................................................... 63
6.6.14 Instellingen voor snapshots configureren ...................................................................... 65
6.6.15 Overige alarmen configureren ....................................................................................... 66
6.6.16 De camera activeren of deactiveren .............................................................................. 71
HOOFDSTUK 7 OPSLAGINSTELLINGEN ......................................................................................... 73
7.1 NAS-INSTELLINGEN CONFIGUREREN ............................................................................................... 73
7.2 OPNAMESCHEMA CONFIGUREREN .................................................................................................. 74
HOOFDSTUK 8 WEERGAVE ........................................................................................................... 79
HOOFDSTUK 9 ZOEKEN IN LOGS................................................................................................... 82
HOOFDSTUK 10 OVERIG ............................................................................................................ 84
10.1 GEBRUIKERSACCOUNTS BEHEREN ................................................................................................... 84
10.2 RTSP-VERIFICATIE CONFIGUREREN ................................................................................................. 86
10.3 APPARAATINFORMATIE WEERGEVEN ................................................................................................ 87
10.4 ONDERHOUD ............................................................................................................................. 87
10.4.1 De camera opnieuw starten ........................................................................................... 87
10.4.2 Standaardinstellingen herstellen ................................................................................... 88
10.4.3 Configuratiebestand importeren/exporteren ................................................................ 88
10.4.4 Het systeem upgraden ................................................................................................... 89
10.5 RS-232-INSTELLINGEN ................................................................................................................ 89
10.6 RS-485-INSTELLINGEN ................................................................................................................ 90
APPENDIX ........................................................................................................................................ 90
APPENDIX 1 - INLEIDING TOT SADP-SOFTWARE ............................................................................................. 90
APPENDIX 2 POORTTOEWIJZING ................................................................................................................. 93
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
12
Hoofdstuk 1 Systeemvereisten
Besturingssysteem: Microsoft Windows XP SP1 en hoger/Windows Vista/Windows
7/Windows Server 2003/Windows Server 2008 (32-bits versie)
CPU: Intel Pentium IV 3,0 GHz-processor of hoger
RAM: 1 GB of meer
Scherm: Resolutie van 1024×768 of hoger
Webbrowser: Internet Explorer 6.0 en hoger, Apple Safari 5.02 en hoger, Mozilla
Firefox 3.5 en hoger, en Google Chrome 8 en hoger.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
13
Hoofdstuk 2 Netwerkverbinding
Voordat u begint:
Als u de netwerkcamera wilt instellen via een LAN (Local Area Network),
raadpleegt u sectie 2.1 De netwerkcamera instellen via een LAN.
Als u de netwerkcamera wilt instellen via een WAN (Wide Area Network),
raadpleegt u sectie 2.2 De netwerkcamera instellen via een WAN.
2.1 De netwerkcamera instellen via een LAN
Doel:
Als u de camera wilt weergeven en configureren via een LAN, moet u in hetzelfde
subnet via uw computer verbinding maken met de netwerkcamera. Vervolgens moet
u de SADP- of iVMS-4200-software installeren om het IP-adres van de netwerkcamera
te zoeken en te wijzigen.
Opmerking: Raadpleeg Appendix 1 voor een gedetailleerde inleiding voor SADP.
2.1.1 Kabelverbinding via een LAN
In de volgende afbeelding worden de twee methoden weergegeven waarmee een
netwerkcamera en een computer via een kabel kunnen worden verbonden:
Doel:
Als u de netwerkcamera wilt testen, kunt u deze rechtstreeks op de computer
aansluiten met een netwerkkabel, zoals weergegeven in Afbeelding 2-1.
Raadpleeg Afbeelding 2-2 om de netwerkcamera in te stellen via een LAN met
een switch of router.
Afb. 2-1 Rechtstreeks verbinding maken
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
14
Afb. 2-2 Verbinding maken via een switch of router
2.1.2 Het IP-adres vaststellen en wijzigen
U hebt het IP-adres nodig om toegang te krijgen tot de netwerkcamera.
Stappen:
1. Gebruik een van de volgende methoden om het IP-adres op te halen:
Gebruik SADP, een softwareprogramma waarmee de online
netwerkcamera's op het LAN automatisch kunnen worden herkend en
waarmee apparaatinformatie kan worden weergegeven, zoals het IP-adres,
subnetmasker, poortnummer, apparaatserienummer, de apparaatversie,
enzovoort. Dit wordt weergegeven in Afbeelding 2-3.
Gebruik de clientsoftware om de online apparaten weer te geven. Raadpleeg
de gebruikershandleiding van de clientsoftware voor gedetailleerde
informatie.
2. Wijzig het IP-adres en subnetmasker naar hetzelfde subnet als dat van uw
computer.
3. Voer het IP-adres van de netwerkcamera in het adresveld van de webbrowser in
om de livevideo weer te geven.
Opmerkingen:
Het standaard-IP-adres is 192.0.0.64 en het poortnummer is 8000. De
standaardgebruikersnaam is admin en het wachtwoord is 12345.
Als u toegang wilt krijgen tot de netwerkcamera vanaf een ander subnet, moet u
de gateway voor de netwerkcamera instellen nadat u bent aangemeld.
Raadpleeg voor gedetailleerde informatie sectie 5.3.1 TCP/IP-instellingen
configureren.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
15
Afb. 2-3 SADP-interface
2.2 De netwerkcamera instellen via een WAN
Doel:
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de netwerkcamera kunt aansluiten op een WAN
met een statisch of dynamisch IP-adres.
2.2.1 Verbinding metstatisch IP-adres
Voordat u begint:
Pas een statisch IP-adres van een ISP (Internet Service Provider) toe. Met het
statische IP-adres kunt u via een router verbinding maken met de netwerkcamera, of
u kunt de camera rechtstreeks met het WAN verbinden.
De netwerkcamera via een router aansluiten
Stappen:
1. Verbind de netwerkcamera met de router.
2. Wijs een LAN-IP-adres, subnetmasker en gateway toe. Raadpleeg sectie 2.1.2 Het
IP-adres vaststellen en wijzigen voor gedetailleerde IP-adresconfiguratie voor de
camera.
3. Sla het statische IP-adres op in de router.
4. Stel poorttoewijzing in, bijvoorbeeld voor de poorten 80, 8000, 8200 en 554. De
stappen voor poorttoewijzing verschillen, afhankelijk van het type router. Neem
contact op met de routerfabrikant voor ondersteuning bij de poorttoewijzing.
Opmerking: Raadpleeg Appendix 2 voor gedetailleerde informatie over
poorttoewijzing.
5. Bezoek de netwerkcamera via internet met een webbrowser of de clientsoftware.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
16
Afb. 2-4 Via de router toegang krijgen tot de camera met een statisch IP-adres
Rechtstreeks verbinding maken met de netwerkcamera met een statisch
IP-adres
U kunt het statische IP-adres ook opslaan in de camera en zonder router rechtstreeks
verbinding maken met internet. Raadpleeg sectie 2.1.2 Het IP-adres vaststellen en
wijzigen voor gedetailleerde IP-adresconfiguratie voor de camera.
Afb. 2-5 Rechtstreeks toegang krijgen tot de camera met een statisch IP-adres
2.2.2 Verbinding metdynamisch IP-adres
Voordat u begint:
Pas een dynamisch IP-adres van een ISP toe. Met het dynamische IP-adres kunt u de
netwerkcamera verbinden met een modem of router.
De netwerkcamera via een router aansluiten
Stappen:
1. Verbind de netwerkcamera met de router.
2. Wijs in de camera een LAN-IP-adres, subnetmasker en gateway toe. Raadpleeg
sectie 2.1.2 Het IP-adres vaststellen en wijzigen voor gedetailleerde
LAN-configuratie.
3. Stel in de router de gebruikersnaam en het wachtwoord voor PPPoE in en
bevestig het wachtwoord.
4. Stel poorttoewijzing in, bijvoorbeeld voor de poorten 80, 8000, 8200 en 554. De
stappen voor poorttoewijzing verschillen, afhankelijk van het type router. Neem
contact op met de routerfabrikant voor ondersteuning bij de poorttoewijzing.
Opmerking: Raadpleeg Appendix 2 voor gedetailleerde informatie over
poorttoewijzing.
5. Pas een domeinnaam van een domeinnaamprovider toe.
6. Configureer de DDNS-instellingen in de instellingeninterface van de router.
7. Bezoek de camera via de toegepaste domeinnaam.
De netwerkcamera via een modem aansluiten
Doel:
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
17
Deze camera biedt ondersteuning voor de PPPoE-functie voor automatisch inbellen.
De camera krijgt een openbaar IP-adres via de ADSL-inbelfunctie nadat de camera is
verbonden met een modem. U moet de PPPoE-parameters van de netwerkcamera
configureren. Raadpleeg sectie 5.3.3 PPPoE-instellingen configureren voor
gedetailleerde configuratieopties.
Afb. 2-6 Toegang krijgen tot de camera met een dynamisch IP-adres
Opmerking: Het verkregen IP-adres wordt dynamisch toegewezen via PPPoE, dus het
IP-adres wordt altijd gewijzigd wanneer de camera opnieuw wordt gestart. Als u dit
nadeel van een dynamisch IP-adres wilt verhelpen, moet u een domeinnaam ophalen
bij een DDNS-provider (zoals DynDns.com). Volg de onderstaande stappen voor
omzetting van normale domeinnamen en privédomeinnamen op om het probleem te
verhelpen.
Omzetting van normale domeinnamen
Afb. 2-7 Omzetting van normale domeinnamen
Stappen:
1. Pas een domeinnaam van een domeinnaamprovider toe.
2. Configureer de DDNS-instellingen in de DDNS-instellingen-interface van de
netwerkcamera. Raadpleeg sectie 5.3.4 DDNS-instellingen configureren voor
gedetailleerde configuratieopties.
3. Bezoek de camera via de toegepaste domeinnaam.
Omzetting van privédomeinnamen
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
18
Afb. 2-8 Omzetting van privédomeinnamen
Stappen:
1. Installeer de IPServer-software en voer deze uit op een computer met een
statisch IP-adres.
2. Bezoek de netwerkcamera via het LAN met een webbrowser of de clientsoftware.
3. Schakel DDNS in en selecteer IPServer als het protocoltype. Raadpleeg sectie
5.3.4 DDNS-instellingen configureren voor gedetailleerde configuratieopties.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
19
Hoofdstuk 3 Toegang tot de
netwerkcamera
3.1 Toegang via webbrowsers
Voordat u begint:
Controleer het beveiligingsniveau van de webbrowser en stel het in op Laag. Ga in de
menubalk van de IE-browser naar Extra > Internetopties > Beveiliging > Aangepast
niveau om het niveau in te stellen op Laag.
Afb. 3-1 Het beveiligingsniveau aanpassen
Stappen:
1. Open de webbrowser.
2. Voer in het adresveld het IP-adres in van de netwerkcamera (bijvoorbeeld
192.0.0.64) en druk op de Enter-toets om de aanmeldingsinterface te openen.
3. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in en klik op
.
Opmerking: De standaardgebruikersnaam is admin en het wachtwoord is 12345.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
20
Afb. 3-2 Aanmeldingsinterface
4. Installeer de invoegtoepassing voordat u de livevideo bekijkt en de camera
bedient. Volg de installatiemeldingen op om de invoegtoepassing te installeren.
Afb. 3-3 Invoegtoepassing downloaden en installeren
Afb. 3-4 Invoegtoepassing installeren (1)
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
21
Afb. 3-5 Invoegtoepassing installeren (2)
Afb. 3-6 Invoegtoepassing installeren (3)
Opmerking: U moet de webbrowser mogelijk sluiten om de invoegtoepassing te
installeren. Open de webbrowser opnieuw en meld u opnieuw aan nadat u de
invoegtoepassing hebt gnstalleerd.
3.2 Toegang via clientsoftware
3.2.1 De iVMS-4200-software installeren
De product-cd bevat de iVMS-4200-clientsoftware. Met de clientsoftware kunt u de
livevideo bekijken en de camera beheren. U kunt de software ook downloaden van
onze website www.hikvision.com.
Volg de installatiemeldingen op om de clientsoftware en WinPcap te installeren. Het
bedieningspaneel en de liveweergave-interface van iVMS-4200 worden zoals
hieronder weergegeven.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
22
Afb. 3-7 iVMS-4200-bedieningspaneel
Afb. 3-8 iVMS-4200-liveweergave-interface
Opmerking: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de iVMS-4200-clientsoftware
voor gedetailleerde informatie over deze software.
3.2.2 De iVMS-4500-software installeren
Als u de camera met een mobiele telefoon wilt bekijken, installeert u de
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
23
iVMS-4500-clientsoftware op uw mobiele telefoon. U vindt de software op de cd in
het pakket en kunt deze ook downloaden van onze website www.hikvision.com.
Opmerking: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de iVMS-4500-clientsoftware
voor gedetailleerde informatie over deze software.
Hoofdstuk 4 WiFi-instellingen
Doel:
Bij verbinding met een draadloos netwerk hebt u geen enkele netwerkkabel nodig,
wat erg handig is voor de daadwerkelijke surveillancetoepassing.
Opmerking:
Dit hoofdstuk is alleen van toepassing op camera's met een ingebouwde
WiFi-module.
4.1.1 WiFi-verbinding instellen in de modi Manage en Ad-hoc
Voordat u begint:
U moet een draadloos netwerk configureren.
Draadloze verbinding in Manage-modus
Stappen:
1. Open de interface voor WiFi-configuratie.
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Netwerk > Wi-Fi
Afb. 4-1 Overzicht met draadloze netwerken
2. Klik op de knop om draadloze netwerken te detecteren.
3. Klik op een van de draadloze netwerken in het overzicht.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
24
Afb. 4-2 WiFi-instelling - Manage-modus
4. Schakel bij Network mode het selectievakje in bij Manage. Na het kiezen van
een draadloos netwerk verschijnen automatisch Security mode en Encryption
Type van het gekozen netwerk. Verander die instellingen niet.
Opmerking: Deze parameters zijn exact gelijk aan die van de router.
5. Geef de code op voor verbinding met het draadloze netwerk. Die code moet
horen bij het draadloze netwerk dat u op de router instelt.
Draadloze verbinding in Ad-hoc-modus
Bij de modus Ad-hoc heeft u voor de verbinding met de draadloze camera geen
router nodig. Het scenario is hetzelfde als bij directe aansluiting met een
netwerkkabel van de camera naar de computer.
Stappen:
1. Kies de Ad-hoc-modus.
Afb. 4-3 WiFi-instelling - Ad-hoc
2. Maak een SSID voor de camera.
3. Kies de beveiligingsmodus van de draadloze verbinding.
Afb. 4-4
Afb. 4-5 Security-modus - Ad-hoc-modus
4. Zet in uw pc de optie voor draadloze verbindingen aan.
5. Zoek op uw pc het netwerk. Dan ziet u de SSID van de camera.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
25
Afb. 4-6 Ad-hoc verbindingspunt
6. Kies de SSID en maak
verbinding.
Beschrijving beveiligingsmodus:
Bij de beveiliging kunt u kiezen uit not-encrypted, WEP, WPA-personal,
WPA-enterprise, WPA2-personal, WPA2-enterprise.
WEP-modus:
Authentication - Selecteer Open of Shared als Key System Authentication,
passend bij de methode die uw toegangspunt gebruikt. Niet alle toegangspunten
hebben deze optie en hanteren in dat geval waarschijnlijk Open System, dat soms
ook SSID Authentication wordt genoemd.
Key length - Deze instelling bepaalt de lengte van de coderingssleutel bij
draadloze dataverbindingen, 64 of 128 bits. Soms wordt deze sleutellengte
getoond als 40/64 en 104/128.
Key type - Het gebruikte toegangspunt bepaalt welke sleuteltypen beschikbaar
zijn. U kunt kiezen uit de volgende opties:
HEX - U kunt zelf een hex-code opgeven.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
26
ASCII - Bij deze optie moet de string exact 5 tekens hebben voor 64-bit WEP en
13 tekens voor 128-bit WEP.
De modi WPA-personal en WPA2-personal:
Geef de vereiste Pre-shared Key voor het toegangspunt op. dat kan een
hexadecimaal getal of een wachtwoordzin zijn.
De modi WPA-enterprise en WPA2-enterprise:
Kies het type client/server-authenticatie die bij het toegangspunt hoort: EAP-TLS of
EAP-PEAP
EAP-TLS
Identity - Geef de user-ID op voor toegang tot het netwerk.
Private key password Geef het wachtwoord op dat bij uw user ID hoort.
EAPOL version - Kies de versie (1 of 2) die uw toegangspunt gebruikt.
CA Certificates - Upload een CA-certificaat dat het toegangspunt nodig heeft voor
authenticatie.
EAP-PEAP:
User Name - Geef de gebruikersnaam op voor toegang tot het netwerk.
Password - Geef het wachtwoord van het netwerk op.
PEAP Version - Selecteer de PEAP-versie die het toegangspunt gebruikt.
Label - Selecteer het label dat het toegangspunt gebruikt.
EAPOL version - Kies de versie (1 of 2) die uw toegangspunt gebruikt.
CA Certificates - Upload een CA-certificaat dat het toegangspunt nodig heeft voor
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
27
authenticatie.
4.2 Eenvoudig WiFi-verbinding maken met de
WPS-functie
Doel:
Het opzetten van een draadloze netwerkverbinding is nooit simpel. Het gebruik
van de WPS-functie maakt het complexe instellen van die verbinding overbodig.
WPS (Wi-Fi Protected Setup) zorgt voor het simpel configureren van gecodeerd
datatransport tussen het apparaat en de draadloze router. Met WPS kunt u
eenvoudig nieuwe apparaten aan een bestaand netwerk toevoegen zonder lange
wachtwoorden. Er zijn twee soorten WPS-verbindingen, PBC en PIN.
Opmerking: Na het aanzetten van de WPS-functie is het configureren van parameters,
zoals het coderingstype, overbodig en hoeft u ook de coderingssleutel voor de
draadloze verbinding niet te weten.
Stappen:
Afb. 4-7 WiFi-instellingen - WPS
PBC-modus:
PBC verwijst naar Push-Button-Configuration, waarbij de gebruiker gewoon een
knop kan indrukken. Dat kan een echte knop of een virtuele knop zijn (zoals de
knop in het configuratiescherm van de IE-browser), op zowel het
toegangspunt (en netwerkregistratie) als het nieuwe draadloze clientapparaat.
1. Schakel het selectievakje bij in om WPS aan te zetten.
2. Kies PBC als verbindingsmodus.
Opmerking: Zowel de toegangspunten als de apparaten moeten deze modus
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
28
ondersteunen.
3. Controleer of de WiFi-router een WPS-knop heeft. Is die knop
beschikbaar, druk er dan op. Het lampje bij die knop moet gaan knipperen.
Dat betekent dat de WPS-functie actief is. Kijk in de handleiding van de router
voor meer bijzonderheden.
4. Druk op de WPS-knop om die functie op de camera aan te zetten.
Heeft de camera geen WPS-knop, dan kunt u ook de virtuele knop op de
web-interface indrukken om de PBC-functie aan te zetten.
Klik op .
Als de PBC-modus zowel in de router als op de camera is aangezet, wordt de camera
automatisch verbonden met het draadloze netwerk.
PIN-modus:
De PIN-modus vereist een Personal Identification Number (PIN), op een sticker of het
display van het nieuwe draadloze apparaat. De PIN moet worden ingevoerd om een
netwerkverbinding te kunnen maken, meestal met het toegangspunt van het
netwerk.
Stappen:
1. Kies een draadloos netwerk uit de lijst. Zie de bijbehorende SSID.
Afb. 4-8 WiFi-instellingen - WPS PIN-modus
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
29
2. Kies de optie .
Als de PIN-code afkomstig is van de router, moet u die PIN invoeren in het veld
.
3. Klik op .
Of
U kunt de PIN-code op de camera genereren. De tijd voor de PIN-code is 120
seconden.
1. Klik op
2. Voer de code voor de router in. In dit voorbeeld voert u voor de router
48167581 in.
4.3 IP-instellingen voor draadloze netwerkverbinding
Het standaard IP-adres van de controller voor het draadloze netwerk is 192.168.1.64.
Als u verbinding met het draadloze netwerk makt, kunt u dit IP-adres aanpassen.
Stappen:
1. Open de interface voor TCP/IP-configuratie.
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Netwerk > TCP/IP
Of
Configuratie > Basis configuratie > Netwerk > TCP/IP
Afb. 4-9 TCP/IP-instellingen
2. Kies bij NIC de optie wlan.
3. Geef de juiste waarden op bij IPv4 address, IPv4 Subnet Mask en Default
Gateway.
De instellingsprocedure is hetzelfde als bij een LAN.
Wilt u een IP-adres laten toewijzen, schakel dan het selectievakje in om DHCP aan te
zetten.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
30
Hoofdstuk 5 Liveweergave
5.1 Liveweergavepagina
Doel:
Op de livevideopagina kunt u livevideo bekijken, beelden vastleggen, de PTZ
bedienen, presets instellen/aanroepen en videoparameters configureren.
Meld u aan bij de netwerkcamera om de liveweergavepagina te openen. U kunt ook
op op de menubalk van de hoofdpagina klikken om de
liveweergavepagina te openen.
Beschrijvingen voor de liveweergavepagina:
Afb. 5-1 Liveweergavepagina
Menubalk:
Klik op de verschillende tabbladen om de pagina's Liveweergave, Weergave, Log en
Configuratie te openen.
Liveweergavevenster:
Menubalk
Liveweergavevenst
er
Werkbalk
PTZ-bediening
Presets
instellen/aanroepen
Liveweergaveparame
ters
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
31
Livevideo weergeven.
Werkbalk:
Acties voor de liveweergavepagina, zoals liveweergave, vastleggen, opnemen, audio
aan/uit, audio in twee richtingen, enzovoort.
PTZ-bediening:
De camera pannen, kantelen en zoomen en de verlichting en wisser bedienen (indien
de PTZ-functie wordt ondersteund of er een externe pan- en kanteleenheid is
geïnstalleerd).
Presets instellen/aanroepen:
Presets voor de camera instellen en aanroepen (indien de PTZ-functie wordt
ondersteund of er een externe pan- en kanteleenheid is geïnstalleerd).
Liveweergaveparameters:
De beeldgrootte en het streamtype voor de livevideo configureren.
5.2 Liveweergave starten
Klik in het liveweergavevenster zoals weergegeven in Afbeelding 5-2 op op de
werkbalk om de liveweergave van de camera te starten.
Afb. 5-2 Liveweergave starten
Tabel 5-1 Beschrijvingen voor de werkbalk
Pictogram
Beschrijving
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
32
/
Liveweergave starten/stoppen
De beelden die in de liveweergave worden weergegeven,
handmatig vastleggen en opslaan als JPEG-bestand.
/
Opname handmatig starten/stoppen.
/
Audio aan en volume aanpassen/dempen
/
Microfoon in- en uitschakelen
Opmerking: Voordat u de functie voor audio in twee richtingen en opnamen met
audio gebruikt, moet u Streamtype instellen op Video en audio. Raadpleeg hiervoor
sectie 5.4.
Modus Volledig scherm
Dubbelklik op de livevideo om de huidige liveweergave te schakelen naar volledig
scherm of om terug te keren naar de normale modus vanuit de modus Volledig
scherm.
Raadpleeg de volgende secties voor meer informatie:
Opname op afstand configureren in sectie 6.2 Opnameschema configureren.
De beeldkwaliteit van de livevideo instellen in sectie 5.1 Lokale parameters
configureren en sectie 5.4.1 Video-instellingen configureren.
De OSD-tekst voor livevideo instellen in sectie 5.5.2 OSD-instellingen
configureren.
5.3 Beelden handmatig opnemen en vastleggen
Klik in de liveweergave-interface op op de werkbalk om livebeelden vast te
leggen of klik op om livevideo op te nemen. De lokale paden voor het opslaan
van de vastgelegde beelden en clips kunnen worden ingesteld op de pagina
Configuratie > Lokale Configuratie. Als u geplande opname op afstand wilt
configureren, raadpleegt u sectie 6.2.
Opmerking: Het vastgelegde beeld wordt op uw computer opgeslagen als
JPEG-bestand.
5.4 PTZ-bediening
Doel:
In de liveweergave-interface kunt u de PTZ-bedieningsknoppen gebruiken om de pan-,
kantel- en zoomfuncties van de camera te bedienen.
Voordat u begint:
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
33
Als u PTZ-bediening wilt gebruiken, moet de camera die is aangesloten op het
netwerk, ondersteuning bieden voor de PTZ-functie, of moet er een
pan-/kanteleenheid aan de camera zijn bevestigd. Stel de PTZ-parameters correct in
op de pagina RS-485-instellingen. Raadpleeg hierbij sectie 10.6 RS-485-instellingen.
5.4.1 PTZ-bedieningspaneel
Klik op de liveweergavepagina op om het PTZ-bedieningspaneel weer te
geven of klik op om het te verbergen.
Klik op de richtingsknoppen om de pan- en kantelbewegingen te bedienen.
Afb. 5-3 PTZ-bedieningspaneel
Klik op de knoppen voor zoom/iris/focus om de lens te bedienen.
Opmerkingen:
Er zijn 8 richtingspijlen ( , , , , , , , ) in het
liveweergavevenster beschikbaar wanneer u op de muis klikt en deze in naar de
relatieve posities sleept.
De richtingsknoppen zijn niet beschikbaar voor camera's die alleen
ondersteuning bieden voor lensbewegingen.
Tabel 5-2 Beschrijvingen voor PTZ-bedieningspaneel
Knop
Beschrijving
In- en uitzoomen
Veraf/dichtbij scherpstellen
Iris open/dicht
Verlichting aan/uit
Wisser aan/uit
Focus met één aanraking
Lens initialiseren
Snelheid van pan- en kantelbewegingen
aanpassen
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
34
5.4.2 Een preset instellen/aanroepen
Een preset instellen:
1. Selecteer in het PTZ-bedieningspaneel een vooraf ingesteld nummer in de lijst
met presets.
Afb. 5-4 Een preset instellen
2. Gebruik de PTZ-bedieningsknoppen om de lens naar de gewenste positie te
verplaatsen.
• De camera naar links of rechts pannen.
• De camera omhoog of omlaag kantelen.
• In- of uitzoomen.
• De lens opnieuw scherpstellen.
3. Klik op om het instellen van de huidige preset te voltooien.
4. Klik op om de preset te verwijderen.
Opmerking: U kunt maximaal 128 presets configureren.
Een preset aanroepen:
Met deze functie kan de camera handmatig of wanneer een gebeurtenis plaatsvindt
op een opgegeven presetscène worden gericht.
U kunt gedefinieerde presets altijd aanroepen om de gewenste presetscène weer te
geven.
Selecteer in het PTZ-bedieningspaneel een vooraf gedefinieerde preset in de lijst en
klik op om de preset aan te roepen.
Afb. 5-5 Een preset aanroepen
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
35
5.5 Liveweergaveparameters configureren
Doel:
Op de liveweergavepagina kunt het streamtype selecteren en de beeldgrootte
aanpassen.
Klik op het tabblad of onder de menubalk van de
liveweergave-interface om het streamtype voor liveweergave in te stellen op de
hoofdstream of de substream.
Klik op de verschillende tabbladen om de beeldgrootte in
te stellen op 4:3, 16:9, origineel of automatisch.
Opmerking: Raadpleeg sectie 5.4.1 Video-instellingen configureren voor meer
gedetailleerde instellingen voor videoparameters.
Hoofdstuk 6 Netwerkcameraconfigur
atie
6.1 Lokale parameters configureren
Opmerking: De lokale configuratie heeft betrekking op de parameters van de
liveweergave en andere bewerkingen die u kunt uitvoeren met de webbrowser.
Stappen:
1. Open de interface voor lokale configuratie:
Configuratie > Lokale configuratie
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
36
Figure 6-1 Interface voor lokale configuratie
2. Configureer de volgende instellingen:
Liveweergaveparameters: Het protocoltype, het streamtype, de beeldgrootte en
de liveweergaveprestaties instellen.
Protocoltype: U kunt TCP, UDP, MULTICAST en HTTP selecteren.
TCP: Volledige levering van streaminggegevens en betere videokwaliteit. Dit
is wel van invloed op de real-time transmissie.
UDP: Real-time audio- en videostreams.
HTTP: Dezelfde kwaliteit als TCP, zonder dat specifieke poorten hoeven te
worden ingesteld voor streaming in bepaalde netwerkomgevingen.
MULTICAST: Het wordt aanbevolen het type in te stellen op MCAST wanneer
u de multicast-functie gebruikt. Voor gedetailleerde informatie over multicast
raadpleegt u sectie 6.3.1 TCP/IP-instellingen configureren.
Liveweergaveprestaties: De liveweergaveprestaties instellen op Minste
vertraging, Gebalanceerd of Meest vloeiend.
Instellingen voor opnamebestanden: De opslaglocatie instellen voor de
opgenomen videobestanden.
Grootte van opnamebestanden: De ingepakte grootte van handmatig
opgenomen en gedownloade videobestanden instellen: 256 MB, 512 MB of 1
GB.
Opnamebestanden opslaan in: De opslaglocatie instellen voor de handmatig
opgenomen videobestanden.
Gedownloade bestanden opslaan in: De opslaglocatie instellen voor de
videobestanden die zijn gedownload in de weergavemodus.
Instellingen voor beelden en clips: De opslaglocaties instellen voor vastgelegde
beelden en videoclips.
Snapshots uit de liveweergave opslaan in: De opslaglocatie instellen voor de
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
37
beelden die handmatig zijn vastgelegd in de liveweergavemodus.
Snapshots van weergave opslaan in: De opslaglocatie instellen voor de
beelden die zijn vastgelegd in de weergavemodus.
Clips opslaan in: De opslaglocatie instellen voor de videoclips die zijn
gemaakt in de weergavemodus.
Opmerking: Klik op om de map te wijzigen waarin clips en beelden
worden opgeslagen.
3. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.2 Tijdsinstellingen configureren
Doel:
Volg de instructies in deze sectie op om de instellingen voor tijdsynchronisatie en
zomertijd te configureren.
Stappen:
1. Open de interface voor tijdsinstellingen:
Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Tijdsinstellingen
Of Configuratie > Geavanceerde configuratie > Systeem > Tijdsinstellingen
Er zijn drie methoden om de tijdsinstellingen te configureren.
Figure 6-2 Tijdsinstellingen
Selecteer de tijdzone.
Selecteer in het vervolgkeuzemenu de tijdzone die zich het dichtst bij de
cameralocatie bevindt.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
38
Figure 6-3 Tijdzone-instellingen
Configureer de tijdsynchronisatie: via de NTP-server of handmatig.
Configureer tijdsynchronisatie via de NTP-server.
(1) Schakel het selectievakje voor de NTP-functie in.
(2) Configureer de volgende instellingen:
Serveradres: Het IP-adres van de NTP-server.
NTP-poort: De poort van de NTP-server.
Interval: Het tijdsinterval tussen twee synchronisatieacties van de NTP-server.
Figure 6-4 Tijdsynchronisatie via NTP-server
Opmerking: Als de camera is verbonden met een openbaar netwerk, moet u een
NTP-server met een functie voor tijdsynchronisatie gebruiken, zoals de server van het
National Time Center (IP-adres: 210.72.145.44). Als de camera is ingesteld in een
aangepast netwerk, kan NTP-software worden gebruikt om verbinding te maken met
een NTP-server voor tijdsynchronisatie.
Tijdsynchronisatie handmatig configureren
Schakel de functie Handmatige tijdsynchronisatie in en klik op om de
systeemtijd in te stellen vanuit de pop-upkalender.
Opmerking: U kunt ook het selectievakje Synchroniseren met lokale tijd inschakelen
om de tijd van de camera te synchroniseren met de tijd van uw computer.
Figure 6-5 Handmatige tijdsynchronisatie
Schakel in om de zomertijdfunctie in te schakelen en stel de
datums voor de zomertijdperiode in.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
39
Figure 6-6 Zomertijdinstellingen
2. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.3 Netwerkinstellingen configureren
6.3.1 TCP/IP-instellingen configureren
Doel:
De TCP/IP-instellingen moeten correct worden geconfigureerd voordat u de camera
via het netwerk kunt bedienen.
Stappen:
1. Open de interface voor TCP/IP-instellingen:
Configuratie > Basisconfiguratie > Netwerk > TCP/IP
Of Configuratie > Geavanceerde configuratie > Netwerk > TCP/IP
Figure 6-7 TCP/IP-instellingen
2. Configureer de volgende NIC-instellingen: NIC-type, IPv4-adres,
IPv4-subnetmasker, IPv4-standaardgateway, MTU-instellingen en Multicast-adres.
Opmerkingen:
Het bereik voor geldige MTU-waarden is 500-1500.
Met multicast wordt een stream verzonden naar het multicast-groepsadres.
Meerdere clients kunnen de stream tegelijk aanroepen door een kopie van het
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
40
multicast-groepsadres aan te vragen. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de
multicast-functie van uw router inschakelen.
3. Als de DHCP-server beschikbaar is, kunt u inschakelen om automatisch
een IP-adres en andere netwerkinstellingen te verkrijgen vanaf deze server.
4. Als de DNS-serverinstellingen vereist zijn voor bepaalde toepassingen
(bijvoorbeeld het verzenden van e-mail), moet u de voorkeurs-DNS-server correct
configureren.
Figure 6-8 DNS-serverinstellingen
5. Klik op om de bovenstaande instellingen op te slaan.
Opmerking: Het apparaat moet opnieuw worden gestart om de instellingen door te
voeren.
6.3.2 Poortinstellingen configureren
Doel:
U kunt het poortnummer van de camera configureren, bijvoorbeeld de HTTP-poort,
RTSP-poort en HTTPS-poort.
Stappen:
1. Open de interface voor poortinstellingen:
Configuratie > Basisconfiguratie > Netwerk > Poort
Of Configuratie > Geavanceerde configuratie > Netwerk > Poort
Figure 6-9 Poortinstellingen
2. Stel de HTTP-poort, RTSP-poort en HTTPS-poort van de camera in.
HTTP-poort: Het standaardpoortnummer is 80.
RTSP-poort: Het standaardpoortnummer is 554.
HTTPS-poort: Het standaardpoortnummer is 443.
3. Klik op om de instellingen op te slaan.
Opmerking: Het apparaat moet opnieuw worden gestart om de instellingen door te
voeren.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
41
6.3.3 PPPoE-instellingen configureren
Stappen:
1. Open de interface voor PPPoE-instellingen:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Netwerk > PPPoE
Figure 6-10 PPPoE-instellingen
2. Schakel het selectievakje PPPoE inschakelen in om deze functie in te schakelen.
3. Voer uw gebruikersnaam, wachtwoord en bevestigingswachtoord in voor
PPPoE-toegang.
Opmerking: De gebruikersnaam en het wachtwoord moeten door uw ISP worden
toegewezen.
4. Klik op om de wijzigingen in de interface op te slaan en de interface
af te sluiten.
Opmerking: Het apparaat moet opnieuw worden gestart om de instellingen door te
voeren.
6.3.4 DDNS-instellingen configureren
Doel:
Als uw camera is ingesteld om PPPoE als standaardnetwerkverbinding te gebruiken,
kunt u DDNS (Dynamic DNS) gebruiken voor netwerktoegang.
Voordat u begint:
Registratie bij de DDNS-server is vereist voordat u de DDNS-instellingen van de
camera kunt configureren.
Stappen:
1. Open de interface voor DDNS-instellingen:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Netwerk > DDNS
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
42
Figure 6-11 DDNS-instellingen
2. Schakel het selectievakje DDNS inschakelen in om deze functie in te schakelen.
3. Selecteer DDNS-type. U kunt kiezen uit drie DDNS-typen: HiDDNS, IPServer en
DynDNS.
DynDNS:
Stappen:
(1) Voer het serveradres van DynDNS in (bijvoorbeeld members.dyndns.org).
(2) Voer in het tekstveld Domein de domeinnaam in die u hebt verkregen op de
DynDNS-website.
(3) Voer de poort van de DynDNS-server in.
(4) Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die zijn geregistreerd op de
DynDNS-website.
(5) Klik op om de instellingen op te slaan.
Figure 6-12 DynDNS-instellingen
IPServer:
Stappen:
(1) Voer het serveradres voor IPServer in.
(2) Klik op om de instellingen op te slaan.
Opmerking: Voor IPServer moet u een statisch IP-adres, subnetmasker, gateway
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
43
en voorkeurs-DNS van de ISP invoeren. Voor het serveradres moet het statische
IP-adres worden ingevuld van de computer waarop de IPServer-software wordt
uitgevoerd.
Figure 6-13 IPServer-instellingen
HiDDNS
Stappen:
(1) Kies het DDNS-type HiDDNS.
(2) Voer het serveradres www.hik-online.com in.
(3) Voer de domeinnaam van de camera in. Het domein is hetzelfde als de
apparaatalias in de HiDDNS-server.
(4) Klik op om de nieuwe instellingen op te slaan.
Opmerking: Het apparaat moet opnieuw worden gestart om de instellingen door te
voeren.
6.3.5 SNMP-instellingen configureren
Doel:
U kunt SNMP gebruiken om de camerastatus en aan parameters en alarmen
gerelateerde informatie op te halen.
Voordat u begint:
Voordat u SNMP instelt, moet u de SNMP-software downloaden en instellen om de
camera-informatie te ontvangen via de SNMP-poort. Door het trap-adres in te stellen,
kunnen vanuit de camera alarmgebeurtenissen en uitzonderingsberichten naar het
surveillancecentrum worden verzonden.
Opmerking: De SNMP-versie die u selecteert, moet overeenkomen met de versie van
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
44
de SNMP-software.
Stappen:
1. Open de interface voor SNMP-instellingen:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Netwerk > SNMP
Figure 6-14 SNMP-instellingen
2. Schakel het toepasselijke selectievakje ( , ,
) in om de functie in te schakelen.
3. Configureer de SNMP-instellingen.
Opmerking: De instellingen van de SNMP-software moeten overeenkomen met
de instellingen die u hier configureert.
4. Klik op om de instellingen op te slaan en de instelprocedure te
voltooien.
Opmerking: Het apparaat moet opnieuw worden gestart om de instellingen door te
voeren.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
45
6.3.6 802.1X-instellingen configureren
Doel:
De IEEE 802.1X-standaard wordt ondersteund door de netwerkcamera's. Als deze
functie is ingeschakeld, worden de cameragegevens beveiligd en is
gebruikersverificatie nodig om de camera te verbinden met het netwerk.
Voordat u begint:
De switch of router waarop de camera is aangesloten, moet ook ondersteuning
bieden voor de IEEE 802.1X-standaard. Verder moet er een server worden
geconfigureerd. U moet een gebruikersnaam en wachtwoord voor 802.1X toepassen
en registeren op de server.
Stappen:
1. Open de interface voor 802.1X-instellingen:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Netwerk > 802.1X
Figure 6-15 802.1X-instellingen
2. Schakel het selectievakje IEEE 802.1X inschakelen in om deze functie in te
schakelen.
3. Configureer de 802.1X-instellingen, waaronder de EAPOL-versie, de
gebruikersnaam en het wachtwoord.
Opmerking: De EAPOL-versie moet hetzelfde zijn als die van de router of switch.
4. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord om toegang te krijgen tot de server.
5. Klik op om de instelprocedure te voltooien.
Opmerking: Het apparaat moet opnieuw worden gestart om de instellingen door te
voeren.
6.3.7 QoS-instellingen configureren
Doel:
QoS (Quality of Service) kan netwerkvertragingen en -overbelasting voorkomen door
de prioriteit van verzonden gegevens te configureren.
Stappen:
1. Open de interface voor QoS-instellingen:
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
46
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Netwerk > QoS
Figure 6-16 QoS-instellingen
2. Configureer de QoS-instellingen, waaronder het DSCP voor video/audio, het
DSCP voor gebeurtenissen/alarmen en het DSCP voor beheer.
Het bereik voor geldige DSCP-waarden is 0-63. Hoe hoger de DSCP-waarde, hoe
hoger de prioriteit.
3. Klik op om de instellingen op te slaan.
Opmerking: Het apparaat moet opnieuw worden gestart om de instellingen door te
voeren.
6.3.8 FTP-instellingen configureren
Doel:
De vastgelegde beelden van de camera kunnen worden geüpload naar een
FTP-server.
Stappen:
1. Open de interface voor FTP-instellingen:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Netwerk > FTP
Figure 6-17 FTP-instellingen
2. Configureer de FTP-instellingen, inclusief serveradres, poort, gebruikersnaam,
wachtwoord, map en uploadtype.
Map: In het veld voor de mappenstructuur kunt u de hoofdmap, bovenliggende
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
47
map en onderliggende map selecteren. Wanneer de bovenliggende map is
geselecteerd, kunt u de apparaatnaam, het apparaatnummer of het IP-adres van
het apparaat als mapnaam gebruiken. Wanneer de onderliggende map is
geselecteerd, kunt u de cameranaam of het cameranummer als mapnaam
gebruiken.
Uploadtype: Hiermee kunt u het uploaden van de vastgelegde beelden op de
FTP-server inschakelen.
3. Klik op om de instellingen op te slaan.
Opmerkingen: Als u de vastgelegde beelden wilt uploaden naar een FTP-server,
moet u de functie voor continusnapshots of door gebeurtenissen getriggerde
snapshots inschakelen op de pagina Snapshot. Raadpleeg sectie 6.6.8 voor
gedetailleerde informatie.
Het apparaat moet opnieuw worden gestart om de instellingen door te voeren.
6.3.9 UPnP-instellingen configureren
UPnP (Universal Plug and Play) is een netwerkarchitectuur die zorgt voor onderlinge
compatibiliteit van netwerkapparatuur, software en andere hardwareapparaten. Het
UPnP-protocol maakt het mogelijk apparaten naadloos aan te sluiten en de
implementatie van netwerken in thuis- en bedrijfsomgevingen te vereenvoudigen.
Wanneer de functie is ingeschakeld, hoeft u de poorttoewijzing voor de verschillende
poorten niet te configureren en wordt de camera via de router met het WAN (Wide
Area Network) verbonden.
Stappen:
1. Open de interface voor UPnP-instellingen:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Netwerk > UPnP
2. Klik op de pijlknop en schakel de UPnP-functie in of uit.
Figure 6-18 UPnP-instellingen configureren
3. Klik op om de instellingen op te slaan.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
48
6.4 Video- en audio-instellingen configureren
6.4.1 Video-instellingen configureren
Stappen:
1. Open de interface voor video-instellingen:
Configuratie > Basisconfiguratie > Video/audio > Video
Of Configuratie > Geavanceerde configuratie > Video/audio > Video
Figure 6-19 Video-instellingen configureren
2. Selecteer het streamtype van de camera. U kunt kiezen uit hoofdstream
(standaard) of substream.
De hoofdstream wordt meestal gebruikt voor opnamen en liveweergave en biedt
een goede bandbreedte. De substream kan worden gebruikt voor liveweergave
wanneer de bandbreedte beperkt is. Raadpleeg sectie 6.1 Lokale parameters
configureren voor informatie over het schakelen tussen de hoofdstream en
substream voor liveweergave.
3. U kunt de volgende parameters voor de geselecteerde hoofdstream of substream
aanpassen:
Videotype:
Selecteer het streamtype voor de videostream of samengestelde stream met
video en audio. Het audiosignaal wordt alleen opgenomen wanneer het
videotype is ingesteld op Video en audio.
Resolutie:
Selecteer de resolutie van de video-output.
Bitratetype:
Selecteer het bitratetype: constant of variabel.
Videokwaliteit:
Wanneer het bitratetype is ingesteld op Variabel, kunt u 6 niveaus selecteren
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
49
voor de videokwaliteit.
Framerate:
Stel de framerate in op een waarde van 1/16-25 fps. De framerate is de frequentie
waarmee de videostream wordt bijgewerkt, en wordt gemeten in frames per
seconde (fps). Een hogere framerate biedt voordelen bij veel bewegingen in de
videostream omdat de beeldkwaliteit van hoog niveau blijft.
Max. bitrate:
Stel de maximale bitrate in op 32-16.384 Kbps. Een hogere waarde levert hogere
videokwaliteit op maar vereist meer bandbreedte.
Videocodering:
Wanneer het streamtype van de camera is ingesteld op de hoofdstream, kan de
standaard voor Videocodering worden ingesteld op H.264.
Wanneer het streamtype van de camera is ingesteld op de substream, kan de
standaard voor Videocodering worden ingesteld op H.264 en MJPEG.
I-frame-interval:
Stel het i-frame-interval in op een waarde van 1-400.
4. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.4.2 Audio-instellingen configureren
Stappen:
1. Open de interface voor audio-instellingen:
Configuratie > Basisconfiguratie > Video/audio > Audio
Of Configuratie > Geavanceerde configuratie > Video/audio > Audio
Figure 6-20 Audio-instellingen
2. Configureer de volgende instellingen.
Audiocodering: U kunt G.711 ulaw, G.711alaw en G.726 selecteren.
3. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.5 Beeldparameters configureren
6.5.3 Beeldinstellingen configureren
Doel:
U kunt de beeldkwaliteit voor de camera instellen, inclusief helderheid, contrast,
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
50
verzadiging, tint, scherpte, enzovoort.
Opmerking: De beeldparameters verschillen, afhankelijk van het cameramodel.
Stappen:
1. Open de interface voor beeldinstellingen:
Configuratie > Basisconfiguratie > Beeld > Beeldinstellingen
Of Configuratie > Geavanceerde configuratie > Beeld > Beeldinstellingen
2. Stel de beeldparameters voor de camera in.
Figure 6-21 Beeldinstellingen
Beschrijvingen voor de parameterconfiguraties:
Belichtingstijd:
U kunt een snelheid van 1/25 tot en met 1/100.000 selecteren.
Irismodus:
U kunt Automatisch en Handmatig selecteren.
Videostandaard:
U kunt 50 Hz en 60 Hz selecteren.
Schakelen tussen dag- en nachtmodus:
U kunt Dag, Nacht en Automatisch selecteren.
Gevoeligheid:
U kunt de gevoeligheid voor het schakelen tussen dag- en nachtmodus instellen op
Laag, Normaal en Hoog.
Schakeltijd:
U kunt tijd aanpassen waarop tussen dag- en nachtmodus wordt geschakeld.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
51
BLC-gebied:
Het BLC-gebied is het gebied waarin de lichtintensiteit wordt gemeten. U kunt
kiezen voor Sluiten, Boven, Beneden, Links, Rechts en Midden.
Witbalans:
U kunt AWB1 (automatische witbalans 1), AWB2 (automatische witbalans 2) en
Automatisch selecteren.
Digitale ruisonderdrukking:
U kunt kiezen uit Sluiten, Normale modus en Uitgebreide modus.
6.5.4 OSD-instellingen configureren
Doel:
U kunt de cameranaam en de tijd op het scherm aanpassen.
Stappen:
1. Open de interface voor OSD-instellingen:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Beeld > OSD-instellingen
Figure 6-22 OSD-instellingen
2. Schakel het toepasselijke selectievakje in om de cameranaam, de datum of de
week te laten weergeven.
3. Bewerk de cameranaam in het tekstveld Cameranaam.
4. Selecteer opties in de vervolgkeuzelijst om de tijdnotatie, datumnotatie en
weergavemodus in te stellen.
5. U kunt met de muis het tekstkader in het liveweergavevenster
aanklikken en verslepen om de OSD-positie te wijzigen.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
52
Figure 6-23 OSD-locatie aanpassen
6. Klik op om de bovenstaande instellingen te activeren.
6.5.5 Tekstoverlayinstellingen configureren
Doel:
U kunt de tekstoverlay aanpassen.
Stappen:
1. Open de interface voor tekstoverlayinstellingen:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Beeld > Tekstoverlay
2. Schakel het selectievakje vóór het tekstvak in om het OSD in te schakelen.
3. Voer de tekens in het tekstvak in.
4. Gebruik de muis om het rode tekstkader in het liveweergavevenster aan te
klikken en te verslepen om de tekstoverlaypositie te wijzigen.
5. Klik op .
Opmerking: U kunt maximaal 4 tekstoverlays configureren.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
53
Figure 6-24 Tekstoverlayinstellingen
6.5.6 Privacymasker configureren
Doel:
Met het privacymasker kunt u bepaalde gebieden van de livevideo verbergen om te
voorkomen dat bepaalde gedeelten van het surveillancegebied kunnen worden
bekeken en opgenomen in de liveweergave.
Stappen:
1. Open de interface voor privacymaskerinstellingen:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Beeld > Privacymasker
2. Schakel het selectievakje Privacymasker inschakelen in om deze functie in te
schakelen.
3. Klik op .
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
54
Figure 6-25 Privacymaskerinstellingen
4. Klik en sleep met de muis in het livevideovenster om het maskergebied te
tekenen.
Opmerking: U kunt maximaal 4 gebieden op hetzelfde beeld tekenen.
5. Klik op om het tekenen te voltooien of klik op om
alle ingestelde gebieden te wissen zonder deze op te slaan.
6. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.6 Alarmen configureren en beheren
Doel:
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de netwerkcamera kunt configureren om te
reageren op alarmgebeurtenissen, waaronder gedetecteerde beweging, externe
alarminput, videosignaalverlies, manipulatie en uitzonderingen. Deze gebeurtenissen
kunnen de alarmacties triggeren, zoals Surveillancecentrum informeren, E-mail
verzenden, Alarmoutput triggeren, enzovoort.
Wanneer een extern alarm wordt getriggerd, verzendt de netwerkcamera
bijvoorbeeld een melding naar een e-mailadres.
6.6.7 Bewegingsdetectie configureren
Doel:
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
55
Bewegingsdetectie is een functie waarmee alarmreacties en video-opnamen kunnen
worden getriggerd wanneer er beweging plaatsvindt in de surveillancescène.
Taken:
1. Het gebied voor bewegingsdetectie instellen
Stappen:
(1) Open de interface voor bewegingsdetectie-instellingen:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Gebeurtenissen > Bewegingsdetectie
(2) Schakel het selectievakje Bewegingsdetectie inschakelen in.
Figure 6-26 Bewegingsdetectie inschakelen
(3) Klik op . Klik en sleep met de muis in het livevideobeeld om een
gebied voor bewegingsdetectie te tekenen.
Opmerking: U kunt maximaal 8 gebieden voor bewegingsdetectie voor
hetzelfde gebied tekenen.
(4) Klik op om het tekenen te voltooien.
Opmerking: U kunt op klikken om alle gebieden te wissen.
(5) Verplaats de schuifregelaar om de
gevoeligheid van de detectie in te stellen.
2. Het activeringsschema voor bewegingsdetectie instellen
Stappen:
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
56
Figure 6-27 Activeringstijd
(1) Klik op om het activeringsschema te bewerken. In Afbeelding 5-28
wordt de bewerkingsinterface van het activeringsschema weergegeven.
(2) Kies de dag waarop u het activeringsschema wilt instellen.
(3) Klik op om de tijdsperiode voor het activeringsschema in te stellen.
(4) Nadat u het activeringsschema hebt ingesteld, kunt u het schema kopiëren
naar andere dagen (optioneel).
(5) Klik op om de instellingen op te slaan.
Opmerking: Er mag geen overlap bestaan tussen de tijden van de verschillende
perioden. Er kunnen maximaal 4 perioden worden geconfigureerd voor de
verschillende dagen.
Figure 6-28 Activeringstijdschema
3. De alarmacties voor bewegingsdetectie instellen.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
57
Doel:
U kunt de koppelingsmethode opgeven die wordt gebruikt wanneer
gebeurtenissen optreden. In de inhoud hieronder wordt uitgelegd hoe u de
verschillende koppelingsmethoden kunt configureren.
Figure 6-29 Koppelingsmethode
Stappen:
(1) Schakel een selectievakje in om een koppelingsmethode te selecteren. U
kunt de volgende methoden selecteren: audiowaarschuwing, het
surveillancecentrum informeren, een e-mail verzenden, uploaden naar FTP,
kanaal triggeren en alarmoutput triggeren (optioneel).
Audiowaarschuwing
Een lokale audiowaarschuwing triggeren.
Surveillancecentrum informeren
Een uitzondering of alarmsignaal naar externe beheersoftware verzenden
wanneer een gebeurtenis optreedt.
E-mail verzenden
Een e-mail met alarminformatie naar een of meer gebruikers verzenden
wanneer een gebeurtenis optreedt.
Opmerking: Als u de e-mail wilt verzenden wanneer een gebeurtenis
optreedt, raadpleegt u sectie 6.6.7 om de toepasselijke parameters in te
stellen.
Uploaden naar FTP
Het beeld vastleggen wanneer een alarm wordt getriggerd en het beeld
uploaden naar een FTP-server.
Opmerking: Stel eerst het FTP-adres en de externe FTP-server in.
Raadpleeg sectie 6.3.8 voor gedetailleerde informatie.
Kanaal triggeren
De video wordt opgenomen wanneer beweging wordt gedetecteerd. U moet
het opnameschema instellen om deze functie te kunnen gebruiken.
Raadpleeg sectie 7.2 voor gedetailleerde informatie.
Alarmoutput triggeren
Een of meer externe alarmoutputs triggeren wanneer een gebeurtenis
optreedt.
Opmerking: Als u een alarmoutput wilt triggeren wanneer een gebeurtenis
optreedt, raadpleegt u sectie 6.6.5 om de toepasselijke parameters in te
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
58
stellen.
6.6.8 Alarm voor manipulatiecontrole configureren
Doel:
U kunt de camera zo configureren dat het alarm wordt getriggerd en er een
alarmreactie wordt uitgevoerd wanneer de lens wordt bedekt.
Stappen:
1. Open de interface voor instellingen voor manipulatiecontrole:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Gebeurtenissen > Manipulatiecontrole
Figure 6-30 Alarm voor manipulatiecontrole
2. Schakel het selectievakje Manipulatiecontrole inschakelen om de
manipulatiecontrole in te schakelen.
3. Raadpleeg stap 1 Het gebied voor bewegingsdetectie instellen in sectie 6.6.1
voor informatie over het instellen van het gebied voor manipulatiecontrole.
4. Klik op om het activeringsschema voor manipulatiecontrole te
bewerken. De configuratie van het activeringsschema verloopt hetzelfde als het
instellen van het activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 Het
activeringsschema voor bewegingsdetectie instellen in sectie 6.6.1.
5. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode voor manipulatiecontrole
te selecteren. U kunt de volgende methoden selecteren: audiowaarschuwing, het
surveillancecentrum informeren, een e-mail verzenden en alarmoutput triggeren.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
59
Raadpleeg stap 3 De alarmacties voor bewegingsdetectie instellen in sectie 6.6.1.
6. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.6.9 Alarm voor videosignaalverlies configureren
Stappen:
1. Open de interface voor instellingen voor videosignaalverlies:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Gebeurtenissen > Videosignaalverlies
Figure 6-31 Videosignaalverlies
2. Schakel het selectievakje Detectie van videosignaalverlies inschakelen in om
deze functie in te schakelen.
3. Klik op om het activeringsschema voor detectie van
videosignaalverlies te bewerken. De configuratie van het activeringsschema verloopt
hetzelfde als het instellen van het activeringsschema voor bewegingsdetectie.
Raadpleeg stap 2 Het activeringsschema voor bewegingsdetectie instellen in sectie
6.6.1.
4. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode voor het alarm voor
videosignaalverlies te selecteren. U kunt de volgende methoden selecteren:
audiowaarschuwing, het surveillancecentrum informeren, een e-mail verzenden en
alarmoutput triggeren. Raadpleeg stap 3 De alarmacties voor bewegingsdetectie
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
60
instellen in sectie 6.6.1.
5. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.6.10 Externe alarminput configureren
Stappen:
1. Open de interface voor alarminputinstellingen:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Gebeurtenissen > Alarminput:
2. Kies het alarminputnummer en het alarmtype. Het alarmtype kan NO (normaal
open) of NC (normaal gesloten) zijn. Bewerk de naam om een naam in te stellen
voor de alarminput (optioneel).
Figure 6-32 Alarminputinstellingen
3. Klik op om het activeringsschema voor de alarminput in te stellen.
Raadpleeg stap 2 Het activeringsschema voor bewegingsdetectie instellen in
sectie 6.6.1.
4. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode voor de alarminput te
selecteren. Raadpleeg stap 3 De alarmacties voor bewegingsdetectie instellen
in sectie 6.6.1.
5. U kunt ook kiezen voor PTZ-koppeling voor de alarminput wanneer er een pan-
en kanteleenheid is geïnstalleerd voor uw camera. Schakel het toepasselijke
selectievakje in en selecteer het nummer om het aanroepen van presets,
patrouilles of patronen in te schakelen.
6. U kunt uw instellingen kopiëren naar andere alarminputs.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
61
7. Klik op om de instellingen op te slaan.
Figure 6-33 Koppelingsmethode
6.6.11 Alarmoutput configureren
Stappen:
1. Open de interface voor alarmoutputinstellingen:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Gebeurtenissen > Alarmoutput
2. Selecteer één alarmoutputkanaal in de vervolgkeuzelijst Alarmoutput. U kunt
ook een naam instellen voor de alarmoutput (optioneel).
3. De vertragingstijd kan worden ingesteld op 5 sec, 10 sec, 30 sec, 1 min, 2 min, 5
min, 10 min of Handmatig. De vertragingstijd is de tijdsduur dat de alarmoutput
actief blijft nadat het alarm is opgetreden.
4. Klik op om de interface Schematijd bewerken te openen. De
configuratie van het tijdschema verloopt hetzelfde als het instellen van het
activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 Het activeringsschema
voor bewegingsdetectie instellen in sectie 6.6.1.
5. U kunt de instellingen kopiëren naar andere alarmoutputs.
6. Klik op om de instellingen op te slaan.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
62
Figure 6-34 Alarmoutputinstellingen
6.6.12 Uitzonderingen verwerken
De volgende typen uitzonderingen kunnen optreden: HDD vol, HDD-fout,
netwerkverbinding verbroken, IP-adresconflict en ongeldige aanmelding bij de
camera's.
Stappen:
1. Open de interface voor uitzonderingsinstellingen:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Gebeurtenissen > Uitzondering
2. Schakel het selectievakje in om de acties in te stellen die worden ondernomen
voor het uitzonderingsalarm. Raadpleeg stap 3 De alarmacties voor
bewegingsdetectie instellen in sectie 6.6.1.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
63
Figure 6-35 Uitzonderingsinstellingen
3. Klik op om de instellingen op te slaan.
6.6.13 E-mailinstellingen configureren
Doel:
Het systeem kan zo worden geconfigureerd dat er een e-mailmelding wordt
verzonden naar alle toegewezen ontvangers wanneer een alarmgebeurtenis wordt
gedetecteerd, zoals gedetecteerde beweging, videosignaalverlies, manipulatie,
enzovoort.
Voordat u begint:
Configureer de DNS-serverinstellingen in Basisconfiguratie > Netwerk > TCP/IP of
Geavanceerde configuratie > Netwerk > TCP/IP voordat u de e-mailfunctie gebruikt.
Stappen:
1. Open de TCP/IP-instellingen (Configuratie > Basisconfiguratie > Netwerk > TCP/IP of
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Netwerk > TCP/IP) om het
IPv4-adres, het IPv4-subnetmasker, de IPv4-standaardgateway en de
voorkeurs-DNS-server in te stellen.
Opmerking: Raadpleeg sectie 6.3.1 TCP/IP-instellingen configureren voor
gedetailleerde informatie.
2. Open de interface voor e-mailinstellingen:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Gebeurtenissen > E-mail
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
64
Figure 6-36 E-mailinstellingen
3. Configureer de volgende instellingen:
Afzender: De naam van de afzender van de e-mail.
Adres afzender: Het e-mailadres van de afzender.
SMTP-server: Het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-server (bijvoorbeeld
smtp.263xmail.com).
SMTP-poort: De SMTP-poort. De standaard-TCP/IP-poort voor SMTP is 25
(onbeveiligd). De SMTP-poort voor SSL is 465.
SSL inschakelen: Schakel het selectievakje in om SSL in te schakelen, indien dit
vereist is voor de SMTP-server.
Bijgevoegd beeld: Schakel het selectievakje in voor Bijgevoegd beeld als u
e-mails wilt verzenden met een bijgevoegde alarmafbeelding.
Interval: Het interval heeft betrekking op de tijd tussen twee acties waarbij
bijgevoegde beelden worden verzonden.
Verificatie (optioneel): Als verificatie vereist is voor uw e-mailserver, schakelt u
dit selectievakje in om verificatie te gebruiken bij aanmelding bij de server. Voer
de gebruikersnaam en het wachtwoord in.
Ontvanger kiezen: Selecteer de ontvanger waarheen de e-mail wordt verzonden.
U kunt maximaal 2 ontvangers configureren.
Ontvanger: De naam van de gebruiker die een melding moet ontvangen.
Adres ontvanger: Het e-mailadres van de gebruiker die een melding moet
ontvangen.
4. Klik op om de instellingen op te slaan.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
65
6.6.14 Instellingen voor snapshots configureren
Doel:
U kunt geplande snapshots en door gebeurtenissen getriggerde snapshots
configureren. Het vastgelegde beeld kan worden opgeslagen op de SD-kaart (indien
ondersteund) of op de netwerk-HDD (voor gedetailleerde informatie over
netwerk-HDD's raadpleegt u sectie 7.1 NAS-instellingen configureren). U kunt de
vastgelegde beelden ook uploaden naar een FTP-server.
Basisinstellingen
Stappen:
1. Open de interface voor instellingen voor snapshots:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Gebeurtenissen > Snapshot
2. Schakel het selectievakje Periodieke snapshots inschakelen in om
continusnapshots in te schakelen. Schakel het selectievakje Door gebeurtenissen
getriggerde snapshots inschakelen in om door gebeurtenissen getriggerde
snapshots in te schakelen.
3. Selecteer de kwaliteit van de snapshot.
4. Stel het tijdsinterval tussen twee snapshots in.
5. Klik op om de instellingen op te slaan.
Uploaden naar FTP
Volg de onderstaande configuratie-instructies op om de snapshots te uploaden naar
een FTP-server.
Continusnapshots uploaden naar FTP
Stappen:
1) Configureer de FTP-instellingen en schakel het selectievakje
in de interface voor FTP-instellingen in. Raadpleeg sectie 6.3.8 FTP-instellingen
configureren voor meer details over de configuratie van FTP-parameters.
2) Schakel het selectievakje Periodieke snapshots inschakelen in.
Door gebeurtenissen getriggerde snapshots uploaden naar FTP
Stappen:
1) Configureer de FTP-instellingen en schakel het selectievakje
in de interface voor FTP-instellingen in. Raadpleeg sectie 6.3.8 FTP-instellingen
configureren voor meer details over de configuratie van FTP-parameters.
2) Schakel het selectievakje in de instellingen voor
bewegingsdetectie of alarminputs in. Raadpleeg stap 3 De alarmacties voor
bewegingsdetectie instellen in sectie 6.6.1 of stap 4 Externe alarminput
configureren in sectie 6.6.4.
3) Schakel het selectievakje Door gebeurtenissen getriggerde snapshots
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
66
inschakelen in.
Figure 6-37 Instellingen voor snapshots
6.6.15 Overige alarmen configureren
Doel:
Deze sectie is bedoeld voor camera's met ondersteuning voor externe draadloze
alarmen (zoals toegangscontrolealarmen), ingesloten PIR-alarmen (passieve
infraroodsensoren) en handmatige, op afstand bediende alarmen.
Het draadloze alarm en de afstandsbediening bestuderen
Doel:
Het draadloze alarm is een functie waarmee de camera kan communiceren met
apparaten voor draadloze alarmen, bijvoorbeeld bij toegangscontrole. De
afstandsbediening en overige externe alarmapparaten moeten compatibel zijn en
elkaars afstandsbedieningssignalen herkennen om te kunnen communiceren.
Voordat het draadloze alarm wordt geconfigureerd, moet de code van het apparaat
voor draadloze alarmen worden bestudeerd met de camera.
Stappen:
1. Open de interface voor afstandsbediening:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Systeem > Afstandsbediening
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
67
Figure 6-38 Instellingen voor afstandsbediening
2. Bestudeer de code van de afstandsbediening of het draadloze alarm.
Als u een afstandsbediening wilt bestuderen, selecteert u Afstandsbediening in de
vervolgkeuzelijst Bestuderen en klikt u op . Houd de afstandsbediening
vervolgens bij de camera en druk op een van de knoppen op de afstandsbediening
om het signaal te verzenden.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
68
Afstandsbediening:
Afb. 6-39 Afstandsbediening
Beschrijving van afstandsbediening:
Statusindicator
Hiermee wordt de status van de
afstandsbediening aangeduid. Wanneer u
op een knop op de afstandsbediening
drukt, knippert de indicator rood.
Activeren
Druk op deze knop om de camera te
activeren. In de geactiveerde status zijn
alarmfuncties zoals het draadloze alarm
en het PIR-alarm ingeschakeld.
Deactiveren
Druk op deze knop om de camera te
deactiveren. In de gedeactiveerde status
is de alarmkoppeling uitgeschakeld.
Noodknop
Druk op deze knop om het noodalarm te
triggeren. Het noodalarm heeft de
hoogste prioriteit.
Schakelaar voor streamverzending
Schakelaar voor verzending van de
videostream. Druk op de knop om het
verzenden van de videostream te
stoppen of te starten. Wanneer de
videostream is gestopt, is de
liveweergave niet beschikbaar en kunt u
de opnamestream niet ophalen op een
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
69
externe client of in de browser.
Als u de draadloze alarmen wilt bestuderen, zoals het apparaat voor
toegangscontrole, selecteert u Draadloos alarm in de vervolgkeuzelijst
Bestuderen, selecteert u het apparaatserienummer (1-8) in de vervolgkeuzelijst
en klikt u op . Verzend vervolgens het signaal van het draadloze alarm
naar de camera.
Figure 6-40 Het draadloze alarm bestuderen
Opmerkingen:
Als u een apparaat voor toegangscontrole wilt bestuderen, kunt u de klep
openen/het apparaat verwijderen om het signaal te verzenden.
Het draadloze alarm en PIR-alarm configureren
Het draadloze alarm configureren
Stappen:
(1) Open de interface voor instellingen voor draadloze alarmen:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Gebeurtenissen > Overige alarmen
(2) Selecteer het nummer van het draadloze alarm. De camera biedt ondersteuning
voor maximaal 8 inputs voor externe draadloze alarmen.
Figure 6-41 Instellingen voor draadloze alarmen
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
70
(3) Schakel het selectievakje Draadloos alarm inschakelen in om het alarm te
activeren en de alarmnaam te definiëren in het veld Alarmnaam.
(4) Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode voor het draadloze alarm
te selecteren. U kunt de volgende methoden selecteren: audiowaarschuwing, het
surveillancecentrum informeren, een e-mail verzenden, uploaden naar FTP,
kanaal triggeren, alarmoutput triggeren en draadloos alarm triggeren. Raadpleeg
stap 3 De alarmacties voor bewegingsdetectie instellen in sectie 6.6.1.
Opmerking: De DS-2CD8464F-EI(Z)(W)-camera biedt ondersteuning voor een
draadloos audiovisueel alarm als output voor draadloze alarmen. Schakel het
selectievakje Draadloos audiovisueel alarm in om de alarmoutput te activeren.
Figure 6-42 Output voor draadloze alarmen
(5) Klik op om de instellingen op te slaan.
Het PIR-alarm configureren
Stappen:
(1) Schakel in de configuratie-interface Overige alarmen het selectievakje PIR-alarm
inschakelen in om het PIR-alarm te activeren en de alarmnaam te definiëren in
het veld Alarmnaam.
Figure 6-43 Instellingen voor PIR-alarmen
(2) Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode voor het PIR-alarm te
selecteren. U kunt de volgende methoden selecteren: audiowaarschuwing, het
surveillancecentrum informeren, een e-mail verzenden, uploaden naar FTP,
kanaal triggeren, alarmoutput triggeren en draadloos alarm triggeren. Raadpleeg
stap 3 De alarmacties voor bewegingsdetectie instellen in sectie 6.6.1.
Opmerking: De DS-2CD8464F-EI(Z)(W)-camera biedt ondersteuning voor een
draadloos audiovisueel alarm als output voor PIR-alarmen. Schakel het selectievakje
Draadloos audiovisueel alarm in om de alarmoutput te activeren.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
71
Figure 6-44 Output voor draadloze alarmen
(3) Klik op om de instellingen op te slaan.
Opmerking: De getriggerde opname voor het draadloze of PIR-alarm wordt gestart
wanneer het draadloze of PIR-alarm wordt getriggerd tijdens het gedefinieerde
opnameschema, of het draadloze of PIR-alarm nu is ingeschakeld of niet. Raadpleeg
sectie 7.2 voor meer informatie over de configuratie van het opnameschema.
Handmatig alarm/noodalarm
Bepaalde cameraseries bieden ondersteuning voor handmatige alarmen via de
afstandsbediening. Deze alarmen kunnen handmatig worden getriggerd en aan de
audiowaarschuwing worden gekoppeld wanneer er zich een noodsituatie voordoet.
Houd de knop voor handmatige alarmen op de afstandsbediening gedurende 2
seconden ingedrukt om de audiowaarschuwing handmatig te triggeren.
Opmerkingen:
Het handmatige alarm is standaard geactiveerd en ingeschakeld. Het kan niet
door de gebruiker worden geconfigureerd.
De getriggerde opname voor het handmatige alarm wordt gestart als het
handmatige alarm wordt getriggerd tijdens het gedefinieerde opnameschema,
en wordt afgebroken nadat het handmatige alarm 10 seconden is gestopt.
Raadpleeg sectie 7.2 voor meer informatie over de configuratie van het
opnameschema.
6.6.16 De camera activeren of deactiveren
Doel:
Deze sectie is alleen bedoeld voor camera's die ondersteuning bieden voor de functie.
Volg de onderstaande stappen op om de camera de gehele dag geactiveerd te
houden met draadloos alarm, PIR-alarm, bewegingsdetectie, manipulatiecontrole,
enzovoort.
Opmerkingen:
Het noodalarm is standaard ingeschakeld en geactiveerd en niet opgenomen in deze
sectie.
U kunt de activerings- en deactiveringsfunctie ook bedienen met de
afstandsbediening.
De camera activeren
Stappen:
1. Open de interface voor afstandsbediening:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Systeem > Afstandsbediening
2. Selecteer Activeren in de vervolgkeuzelijst Activeren/deactiveren.
3. Stel de activeringsvertraging in.
Opmerking: De activeringsvertraging verwijst naar een tijdsvertraging voor activering
van de camera nadat u de activeringsstatus hebt ingesteld op deze pagina. U kunt de
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
72
vertraging instellen op 10 seconden, 30 seconden, 1 minuut, 3 minuten of 5 minuten.
U kunt ook de vertragingstijd aanpassen.
Figure 6-45 De camera activeren
4. Klik op om de camera te activeren.
De camera deactiveren
Selecteer in de interface Afstandsbediening de optie Deactiveren in de
vervolgkeuzelijst Activeren/deactiveren en klik op om de camera te
deactiveren.
Opmerkingen:
U kunt ook op de knop Activeren/deactiveren op de afstandsbediening drukken
om de camera te activeren/deactiveren. De afstandsbediening moet dan wel zijn
bestudeerd met de camera.
De activeringsindicator brandt rood wanneer de camera is geactiveerd. De
indicator brandt blauw wanneer de camera is gedeactiveerd.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
73
Hoofdstuk 7 Opslaginstellingen
Voordat u begint:
Als u de opname-instellingen wilt configureren, moet u ervoor zorgen dat er een
netwerkopslagapparaat is aangesloten op het netwerk, of dat er een SD-kaart in de
camera is geplaatst.
7.1 NAS-instellingen configureren
Voordat u begint:
De netwerkschijf moet beschikbaar zijn in het netwerk en deze moet correct zijn
geconfigureerd voor opslag van opgenomen bestanden, logbestanden, enzovoort.
Stappen:
1. De netwerkschijf toevoegen
(1) Open de interface voor NAS-instellingen (Network-Attached Storage):
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Opslag > NAS
Afb. 7-1 Netwerkschijf toevoegen
(2) Voer het IP-adres van de netwerkschijf in. Het standaardbestandspad is
/dvr/share.
Opmerking: De bestandspadnaam voor de netwerkschijf share wordt door de
gebruiker gedefinieerd tijdens het maken van de DVR-netwerkopslag. Raadpleeg
de gebruikershandleiding van de NAS om het bestandspad te maken.
(3) Klik op om de netwerkschijf toe te voegen.
Opmerking: Nadat u de instellingen hebt opgeslagen, moet u de camera opnieuw
starten om de instellingen te activeren.
2. Initialiseer de toegevoegde netwerkschijf.
(1) Open de interface voor HDD-instellingen (Geavanceerde configuratie >
Opslag > Opslagbeheer). Hier kunt u de capaciteit, de vrije ruimte, de status,
het type en de eigenschappen van de schijf bekijken.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
74
Afb. 7-2 Schijf initialiseren
(2) Als de status van de schijf Niet geïnitialiseerd is, schakelt u het toepasselijke
selectievakje in om de schijf te selecteren en klikt u op om de
initialisatie van de schijf te starten.
Afb. 7-3 Initialiseren
Wanneer de initialisatie is voltooid, wordt de status van de schijf ingesteld op
Normaal.
Afb. 7-4 Schijfstatus weergeven
Opmerkingen:
U kunt maximaal 8 NAS-schijven verbinden met de camera.
Als u de SD-kaart wilt initialiseren en gebruiken nadat deze in de camera is
geplaatst, raadpleegt u de stappen voor NAS-schijfinitialisatie.
7.2 Opnameschema configureren
Doel:
Er bestaan twee opnamemethoden voor de camera's: handmatige opnamen en
geplande opnamen. Voor handmatige opnamen raadpleegt u sectie 4.3 Beelden
handmatig opnemen en vastleggen. Volg de instructies in deze sectie op om
geplande opname te configureren. De opnamebestanden van geplande opnamen
worden standaard opgeslagen op de SD-kaart (indien ondersteund) of op de
netwerkschijf.
Stappen:
1. Open de interface voor het opnameschema:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Opslag > Opnameschema
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
75
Afb. 7-5 Interface voor opnameschema
2. Schakel het selectievakje Opnameschema inschakelen in om deze geplande
opnamen in te schakelen.
3. Stel de opnameparameters voor de camera in.
Afb. 7-6 Opnameparameters
Vooropname: De tijd vóór de geplande tijd of gebeurtenis die u wilt opnemen.
Als opname om 10:00 wordt getriggerd door een alarm en de tijd voor
Vooropname is ingesteld op 5 seconden, begint de opname op de camera
bijvoorbeeld om 9:59:55.
De tijd voor Vooropname kan worden geconfigureerd met de volgende
instellingen: geen vooropname, 5 s, 10 s, 15 s, 20 s, 25 s, 30 s of onbeperkt.
Naopname: De tijd na de geplande tijd of gebeurtenis die u wilt opnemen.
Als opname voor een alarm wordt beëindigd om 11:00 en de tijd voor
Naopname is ingesteld op 5 seconden, wordt de opname op de camera
voortgezet tot 11:00:05.
De tijd voor Naopname kan worden geconfigureerd met de volgende
instellingen: 5 s, 10 s, 30 s, 1 min, 2 min, 5 min of 10 min.
Opmerking: De configuraties voor opnameparameters verschillen, afhankelijk van
het cameramodel.
4. Klik op om het opnameschema te bewerken.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
76
Afb. 7-7 Opnameschema
5. Kies de dag waarvoor het opnameschema moet worden ingesteld.
(1) Opname gedurende de hele dag of segmentopname instellen:
Als u opname gedurende de hele dag wilt configureren, schakelt u het
selectievakje Hele dag in.
Als u wilt opnemen in verschillende tijdsegmenten, schakelt u het
selectievakje Aanpassen in. Stel de starttijd en eindtijd in.
Opmerking: Er mag geen overlap bestaan tussen de tijden van de
verschillende segmenten. U kunt maximaal 4 segmenten configureren.
(2) Selecteer een opnametype. De volgende opnametypen zijn beschikbaar:
Normaal, Bewegingsdetectie, Alarm, Beweging of alarm, Beweging en alarm,
PIR-alarm, Draadloos alarm, Handmatig alarm, en 'PIR of draadloos of
handmatig'.
Normaal
Als u Normaal selecteert, wordt de video automatisch opgenomen op basis
van de tijden van het schema.
Opname getriggerd door bewegingsdetectie
Als u Bewegingsdetectie selecteert, wordt er video opgenomen wanneer
er beweging wordt gedetecteerd.
Naast de configuratie van het opnameschema moet u het gebied voor
bewegingsdetectie instellen en het selectievakje Kanaal triggeren
inschakelen voor de optie Koppelingsmethode in de interface voor
bewegingsdetectie-instellingen. Raadpleeg voor gedetailleerde informatie
stap 1 Het gebied voor bewegingsdetectie instellen in sectie 5.6.1.
Opname getriggerd door alarm
Als u Alarm selecteert, wordt er video opgenomen wanneer het alarm
wordt getriggerd via de externe alarminputkanalen.
Naast de configuratie van het opnameschema moet u het alarmtype
instellen en het selectievakje Kanaal triggeren inschakelen voor de optie
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
77
Koppelingsmethode in de interface voor alarminputinstellingen.
Raadpleeg sectie 5.6.4 voor gedetailleerde informatie.
Opname getriggerd door beweging en alarm
Als u Beweging en alarm selecteert, wordt er video opgenomen wanneer
er tegelijkertijd beweging wordt gedetecteerd en een alarm wordt
getriggerd.
Naast de configuratie van het opnameschema moet u de instellingen in de
interfaces voor bewegingsdetectie en alarminputinstellingen configureren.
Raadpleeg sectie 5.6.1 en sectie 5.6.4 voor gedetailleerde informatie.
Opname getriggerd door beweging of alarm
Als u Beweging of alarm selecteert, wordt er video opgenomen wanneer
het externe alarm wordt getriggerd of er beweging wordt gedetecteerd.
Naast de configuratie van het opnameschema moet u de instellingen in de
interfaces voor bewegingsdetectie en alarminputinstellingen configureren.
Raadpleeg sectie 5.6.1 en sectie 5.6.4 voor gedetailleerde informatie.
Opname getriggerd door PIR-alarm
Als u PIR-alarm selecteert, wordt er video opgenomen wanneer het
PIR-alarm wordt gedetecteerd.
Naast de configuratie van het opnameschema moet u het PIR-alarm
instellen en het selectievakje Kanaal triggeren inschakelen in Normale
koppeling voor PIR-alarmen in de instellingeninterface Overige alarmen.
Raadpleeg voor gedetailleerde informatie stap 2 Het PIR-alarm
configureren in sectie 5.6.9.
Opname getriggerd door draadloos alarm
Als u Draadloos alarm selecteert, wordt er video opgenomen wanneer het
draadloze alarm wordt gedetecteerd.
Naast de configuratie van het opnameschema moet u het draadloze alarm
instellen en het selectievakje Kanaal triggeren inschakelen in Normale
koppeling voor draadloze alarmen in de instellingeninterface Overige
alarmen. Raadpleeg voor gedetailleerde informatie stap 1 Het draadloze
alarm configureren in sectie 5.6.9.
Opname getriggerd door handmatig alarm
Als u Handmatig alarm selecteert, wordt er video opgenomen wanneer het
handmatige alarm wordt getriggerd.
Opname getriggerd door PIR-alarm, draadloos alarm of handmatig alarm
Als u PIR of draadloos of handmatig selecteert, wordt er video opgenomen
wanneer het PIR-alarm, het draadloze alarm of het handmatige alarm
wordt gedetecteerd.
Naast de configuratie van het opnameschema moet u de instellingen voor
het draadloze alarm en het PIR-alarm configureren in de
instellingeninterface Overige alarmen. Raadpleeg sectie 5.6.9 voor
gedetailleerde informatie.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
78
Afb. 7-8 Opnameschema bewerken
(3) Schakel het selectievakje in en klik op om instellingen
van deze dag te kopiëren naar de hele week. U kunt ook selectievakjes vóór
datums inschakelen en op klikken.
(4) Klik op om de instellingen op te slaan en de interface
Opnameschema bewerken af te sluiten.
6. Klik op om de instellingen op te slaan.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
79
Hoofdstuk 8 Weergave
Doel:
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u op afstand opgenomen videobestanden kunt
weergeven die zijn opgeslagen op netwerkschijven of SD-kaarten.
Stappen:
1. Klik op op de menubalk om de weergave-interface te openen.
Afb. 8-1 Weergave-interface
2. Selecteer de datum en klik op
Afb. 8-2 Video's zoeken
3. Klik op om de videobestanden af te spelen die voor deze datum zijn
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
80
gevonden.
De werkbalk onder aan de Weergave-interface kan worden gebruikt om het
weergaveproces te beheren.
Afb. 8-3 Weergavewerkbalk
Tabel 8-1 Beschrijvingen van de knoppen
Knop
Functie
Knop
Functie
Afspelen
Beeld vastleggen
Onderbreken
/
Het maken van
videoclipbestanden
starten/stoppen
Stoppen
/
Audio aan en volume
aanpassen/dempen
Vertragen
Videobestanden
downloaden
Versnellen
Vastgelegde beelden
downloaden
Frame voor
frame
weergeven
Opmerking: U kunt in de interface Lokale configuratie lokale bestandspaden kiezen
voor gedownloade videobestanden en beelden voor weergave. Raadpleeg sectie 5.1
voor gedetailleerde informatie.
Versleep de voortgangsbalk met de muis om een specifiek weergavepunt te
selecteren. U kunt ook de tijd invoeren en op klikken om het weergavepunt
te selecteren in het veld Weergavetijd instellen. U kunt ook op klikken om in
of uit te zoomen op de voortgangsbalk.
Afb. 8-4 Weergavetijd instellen
Afb. 8-5 Voortgangsbalk
Met de verschillende kleuren van de video in de voortgangsbalk worden de
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
81
verschillende videotypen aangeduid.
Afb. 8-6 Videotype
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
82
Hoofdstuk 9 Zoeken in logs
Doel:
De werking, alarmen, uitzonderingen en informatie voor de camera kunnen worden
opgeslagen in logbestanden. U kunt de logbestanden naar wens exporteren.
Voordat u begint:
Configureer de netwerkopslag voor de camera of plaats een SD-kaart in de camera.
Stappen:
1. Klik op op de menubalk om de interface voor zoeken in logs te
openen.
Afb. 9-1 Interface voor zoeken in logs
2. Stel de logzoekvoorwaarden in om de zoekopdracht op te geven, inclusief het
hoofdtype, subtype, de starttijd en eindtijd.
3. Klik op om in de logbestanden te zoeken. De overeenkomende
logbestanden worden weergegeven in de Log-interface.
Afb. 9-2 Zoeken in logs
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
83
4. Als u de logbestanden wilt exporteren, klikt u op om de
logbestanden op uw computer op te slaan.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
84
Hoofdstuk 10 Overig
10.1 Gebruikersaccounts beheren
Open de interface voor gebruikersbeheer:
Configuratie > Basisconfiguratie > Beveiliging > Gebruiker
Of Configuratie > Geavanceerde configuratie > Beveiliging > Gebruiker
De admin-gebruiker is gemachtigd om andere accounts te maken, wijzigen of
verwijderen. Er kunnen maximaal 15 gebruikersaccounts worden gemaakt.
Afb. 10-1 Gebruikersinformatie
Een gebruiker toevoegen
Stappen:
1. Klik op om een gebruiker toe te voegen.
2. Voer de nieuwe gebruikersnaam in, selecteer een niveau en voer het
wachtwoord in.
Opmerking: Met het niveau worden de toestemmingen aangegeven die u aan de
gebruiker verleent. U kunt de gebruiker definiëren als Operator of Gebruiker.
3. In de velden Basistoestemmingen en Cameraconfiguratie kunt u toestemmingen
in- en uitschakelen voor de nieuwe gebruiker.
4. Klik op om het toevoegen van gebruikers te voltooien.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
85
Afb. 10-2 Een gebruiker toevoegen
Een gebruiker wijzigen
Stappen:
1. Klik met de linkermuisknop om een gebruiker in de lijst te selecteren en klik op
.
2. Wijzig de gebruikersnaam, het niveau of het wachtwoord.
3. In de velden Basistoestemmingen en Cameraconfiguratie kunt u toestemmingen
in- en uitschakelen.
4. Klik op om het wijzigen van de gebruiker te voltooien.
Afb. 10-3 Een gebruiker wijzigen
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
86
Een gebruiker verwijderen
Stappen:
1. Klik met de linkermuisknop op de gebruiker die u wilt verwijderen en klik op
.
2. Klik op in het pop-updialoogvenster om de gebruiker te verwijderen.
Afb. 10-4 Een gebruiker verwijderen
10.2 RTSP-verificatie configureren
Doel:
U kunt de streamgegevens van de liveweergave specifiek beveiligen.
Stappen:
1. Open de interface voor RTSP-verificatie:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Beveiliging > RTSP-verificatie
Afb. 10-5 RTSP-verificatie
2. Selecteer voor het verificatietype de optie basis of uitschakelen in de
vervolgkeuzelijst om de RTSP-verificatie in of uit te schakelen.
Opmerking: Als u RTSP-verificatie uitschakelt, kan iedereen via het RTSP-protocol of
IP-adres toegang krijgen tot de stream.
3. Klik op om de instellingen op te slaan.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
87
10.3 Apparaatinformatie weergeven
Open de interface voor apparaatinformatie:
Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Apparaatinformatie
Of Configuratie > Geavanceerde configuratie > Systeem > Apparaatinformatie
In de interface Apparaatinformatie kunt u de apparaatnaam bewerken.
De volgende overige informatie over de netwerkcamera wordt weergegeven: model,
serienummer, firmwareversie, coderingsversie, aantal kanalen, aantal HDD's, aantal
alarminputs en aantal alarmoutputs. De informatie in dit menu kan niet worden
gewijzigd. Dit zijn referentiegegevens voor onderhoud of toekomstige wijzigingen.
Afb. 10-6 Apparaatinformatie
10.4 Onderhoud
10.4.1 De camera opnieuw starten
Stappen:
1. Open de interface voor onderhoud:
Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Onderhoud
Of Configuratie > Geavanceerde configuratie > Systeem > Onderhoud
2. Klik op om de netwerkcamera opnieuw te starten.
Afb. 10-7 Het apparaat opnieuw starten
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
88
10.4.2 Standaardinstellingen herstellen
Stappen:
1. Open de interface voor onderhoud:
Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Onderhoud
Of Configuratie > Geavanceerde configuratie > Systeem > Onderhoud
2. Klik op of om de standaardinstellingen te herstellen.
Afb. 10-8 Standaardinstellingen herstellen
Opmerking: Wanneer de standaardinstellingen zijn hersteld, wordt het
IP-adres ook teruggezet op het standaard-IP-adres. Wees dus voorzichtig bij
het uitvoeren van deze actie.
10.4.3 Configuratiebestand importeren/exporteren
Stappen:
Open de interface voor onderhoud:
Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Onderhoud
Of Configuratie > Geavanceerde configuratie > Systeem > Onderhoud
1. Klik op om het lokale configuratiebestand te selecteren en klik op
om het importeren van het configuratiebestand te starten.
Opmerking: U moet de camera opnieuw starten nadat u het configuratiebestand
hebt geïmporteerd.
2. Klik op en stel de opslaglocatie voor het configuratiebestand in de
lokale opslag in.
Afb. 10-9 Configuratiebestand importeren/exporteren
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
89
10.4.4 Het systeem upgraden
Stappen:
1. Open de interface voor onderhoud:
Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Onderhoud
Of Configuratie > Geavanceerde configuratie > Systeem > Onderhoud
2. Klik op om het lokale upgradebestand te selecteren en klik op
om de upgrade op afstand te starten.
Opmerking: Het upgradeproces duurt 1 tot 10 minuten. Verwijder de voeding van de
camera niet tijdens dit proces. De camera wordt automatisch opnieuw gestart na de
upgrade.
Afb. 10-10 Upgrade op afstand
10.5 RS-232-instellingen
Doel:
De RS-232-poort kan op twee manieren worden gebruikt:
Parameterconfiguratie: Een computer met de camera verbinden via de seriële
poort. Apparaatparameters kunnen worden geconfigureerd met software als
HyperTerminal. De parameters voor de seriële poort moeten overeenkomen met
de parameters voor de seriële poort van de camera.
Transparant kanaal: Een serieel apparaat rechtstreeks op de camera aansluiten.
Het seriële apparaat wordt op afstand via het netwerk bediend met een
computer.
Stappen:
1. Open de interface voor RS-232-poortinstellingen:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Systeem > RS232
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
90
Afb. 10-11 RS-232-instellingen
Opmerking: Als u de camera wilt aansluiten via de RS-232-poort, moeten de
RS-232-parameters exact overeenkomen met de parameters die u hier hebt
geconfigureerd.
2. Klik op om de instellingen op te slaan.
10.6 RS-485-instellingen
Doel:
De seriële RS-485-poort wordt gebruikt om de PTZ van de camera te bedienen. De
configuratie van de PTZ-parameters moet worden uitgevoerd voordat u de
PTZ-eenheid gaat bedienen.
Stappen:
1. Open de interface voor RS-485-poortinstellingen:
Configuratie > Geavanceerde configuratie > Systeem > RS485
Afb. 10-12 RS-485-instellingen
2. Stel de RS-485-parameters in en klik op om de instellingen op te
slaan.
De baudrate is standaard ingesteld op 9600 bps, de gegevensbit is 8, de stopbit is
1 en de pariteit en stroomcontrole zijn ingesteld op Geen.
Opmerking: De parameters voor de baudrate, het PTZ-protocol en het PTZ-adres
moeten exact overeenkomen met de PTZ-cameraparameters.
Appendix
Appendix 1 - Inleiding tot SADP-software
Beschrijving van SADP V 2.0
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
91
SADP (Search Active Devices Protocol) is een gebruiksvriendelijk zoekprogramma
voor online apparaten waarvoor geen installatie vereist is. Met dit programma
worden actieve online apparaten binnen uw subnet gezocht, en wordt informatie
weergegeven over deze apparaten. U kunt ook de basisnetwerkinformatie wijzigen
voor de apparaten waarop deze software wordt gebruikt.
Actieve online apparaten zoeken
Automatisch online apparaten zoeken
Nadat u de SADP-software hebt gestart, wordt er elke 15 seconden
automatisch gezocht naar online apparaten in het subnet waarin uw
computer zich bevindt. Het totale aantal gevonden apparaten en informatie
over deze apparaten worden weergegeven in de interface voor online
apparaten. Er wordt apparaatinformatie weergegeven, zoals het
apparaattype, het IP-adres, het poortnummer, de gateway, enzovoort.
Afbeelding A.1.1 Online apparaten zoeken
Opmerking: Apparaten kunnen 15 seconden nadat ze online zijn gegaan, worden
gevonden en weergegeven. De apparaten worden 45 seconden nadat ze offline zijn
gegaan, uit de lijst verwijderd.
Handmatig online apparaten zoeken
U kunt ook op klikken om de lijst met online apparaten handmatig
te vernieuwen. De nieuwe gevonden apparaten worden aan de lijst
toegevoegd.
Opmerking: Klik op of voor de verschillende kolomkoppen om de
informatie te ordenen. Klik op om de apparaattabel uit te breiden en
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
92
het venster met netwerkparameters aan de rechterzijde te verbergen. Klik
op om het venster met netwerkparameters opnieuw weer te geven.
Netwerkparameters wijzigen
Stappen:
1. Selecteer in de apparaatlijst het apparaat dat u wilt wijzigen. De
netwerkparameters van het apparaat worden weergegeven in het venster
Netwerkparameters aan de rechterzijde.
2. Bewerk de netwerkparameters die kunnen worden gewijzigd, zoals het IP-adres
en poortnummer.
3. Voer het wachtwoord van het beheerdersaccount van het apparaat in het
wachtwoordveld in en klik op om de wijzigingen op te slaan.
Afbeelding A.1.2 Netwerkparameters wijzigen
Standaardwachtwoord herstellen
Stappen:
1. Neem contact op met onze technici om de seriecode te ontvangen.
Opmerking: De seriecode is een serie tekens die bestaat uit een combinatie van de
starttijd en het serienummer van het apparaat.
2. Voer de code in het veld voor de seriecode in en klik op om het
standaardwachtwoord te herstellen.
.
Appendix 2 Poorttoewijzing
De volgende instellingen zijn van toepassing voor een TP-LINK-router (TL-R410). De
instellingen verschillen, afhankelijk van het routermodel.
Stappen:
1. Selecteer WAN voor de optie Connection Type (Verbindingstype), zoals hieronder
wordt weergegeven:
Afbeelding A.2.1 Selecteer het verbindingstype WAN
2. Stel de LAN-parameters van de router in zoals in de onderstaande afbeelding
wordt weergegeven, inclusief instellingen voor het IP-adres en subnetmasker.
Afbeelding A.2.2 Stel de LAN-parameters in
3. Stel de poorttoewijzing in voor de virtuele servers voor Forwarding (Doorsturen).
Standaard worden de poortnummers 80, 8000, 554 en 8200 gebruikt voor de
camera. U kunt deze poortwaarden wijzigen via de webbrowser of clientsoftware.
Voorbeeld:
Wanneer de camera's met dezelfde router zijn verbonden, kunt u de
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera
© Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
94
poortwaarden van de ene camera configureren als 80, 8000, 554 en 8200 met het
IP-adres 192.168.1.23, en de poortwaarden van de andere camera als 81, 8001,
555 en 8201 met IP-adres 192.168.1.24. Raadpleeg de onderstaande stappen:
Opmerking: De poortwaarde 8200 voor de poortwaarde 8000 wordt gewijzigd
door een constante waarde van 200 toe te voegen. Als de poortwaarde 8000
wordt ingesteld op 8005, wordt de poortwaarde 8200 bijvoorbeeld gewijzigd in
8205.
Stappen:
1. Zoals hierboven wordt uitgelegd, stuurt u de poortwaarden 80, 8000, 554 en
8200 door voor de netwerkcamera met IP-adres 192.168.1.23.
2. Wijs de poortwaarden 81, 8001, 555 en 8201 toe voor de netwerkcamera met
IP-adres 192.168.1.24.
3. Schakel ALL (ALLE) of TCP-protocollen in.
4. Schakel het selectievakje Enable (Inschakelen) in en klik op .
Afbeelding A.2.3 Poorttoewijzing
Opmerking: De poort van de netwerkcamera mag niet conflicteren met andere
poorten. Als de routerpoort voor een webbeheerpoort 80 is, moet u de camerapoort
wijzigen als deze dezelfde waarde heeft.
De eerste keuze van beveiligingsprofessionals
91


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Hikvision DS-2CD2012 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Hikvision DS-2CD2012 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 3,78 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Hikvision DS-2CD2012

Hikvision DS-2CD2012 User Manual - English - 94 pages

Hikvision DS-2CD2012 User Manual - German - 96 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info