761785
2
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/103
Next page
VERTALING VAN DE ORIGINELE GEBRUIKSHANDLEIDING
BELANGRIJK
VOOR GEBRUIK ZORGVULDIG LEZEN
BEWAREN ALS NASLAGWERK
Pedelecs
Futuro 10 FA 20" 252Wh 10G S
20-Y-0001
MY20H6-6 • 1.0 • 26. augustus 2019
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 2
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
1 Over deze gebruikshandleiding 5
1.1 Fabrikant 5
1.2 Typenummer en model 5
1.3 Gebruikshandleiding identificeren 5
1.4 Wetgeving, normen en richtlijnen 5
1.5 Wijzigingen voorbehouden 6
1.6 Taal 6
1.7 Voor uw veiligheid 6
1.7.1 Instructie, opleiding en klantenservice 6
1.7.2 Essentiële veiligheidsaanwijzingen 6
1.7.3 Waarschuwingen 6
1.7.4 Veiligheidsmarkeringen 6
1.8 Ter informatie 7
1.8.1 Instructies 7
1.8.2 Taalconventies 7
1.8.3 Informatie op de typeplaat 7
1.9 Typeplaat 8
2 Veiligheid 9
2.1 Algemene waarschuwingen 9
2.2 Giftige stoffen 10
2.3 Eisen aan de berijder 11
2.4 Bescherming van kwetsbare groepen 11
2.5 Privacyverklaring 11
2.6 Persoonlijke beschermingsmiddelen 11
2.7 Veiligheidsmarkeringen en
veiligheidsaanwijzingen 11
2.8 Noodgevallen 12
2.8.1 Gedrag in noodgevallen 12
2.8.2 Eerstehulpmaatregelen 12
2.8.3 Brand bestrijden 12
2.8.4 Vrijkomende vloeistoffen 13
2.8.4.1 Remvloeistof 13
2.8.4.2 Smeermiddelen en olie uit de vork 13
2.8.4.3 Smeermiddelen en olie uit de
achterbouwdemper 13
3Overzicht 14
3.1 Beschrijving 15
3.1.1 Wiel en vering 15
3.1.1.1 Ventiel 15
3.1.2 Vering 15
3.1.2.1 Opbouw voorvork met stalen veer 16
3.1.2.2 Opbouw voorvork met luchtvering 16
3.1.2.3 Opbouw achterbouwdemper FOX 17
3.1.2.4 Opbouw achterbouwdemper Suntour 17
3.1.3 Remsysteem 17
3.1.3.1 Velgrem 17
3.1.3.2 Schijfrem 18
3.1.3.3 Terugtraprem 18
3.1.3.4 ABS 19
3.1.4 Elektrisch aandrijfsysteem 20
3.1.5 Aandrijfeenheid 20
3.1.6 Accu 21
3.1.7 Bediening 21
3.2 Oplader 22
3.3 Bedoeld gebruik 23
3.4 Niet-bedoeld gebruik 24
3.5 Technische gegevens 25
3.5.1 Pedelec 25
3.5.2 Emissies 26
3.5.3 Aanhaalmoment 26
3.6 Omgevingseisen 27
3.7 Beschrijving van besturing en
weergaven 29
3.7.1 Stuur 29
3.7.2 Accu 29
3.7.3 Displayweergaven bediening 29
3.7.4 Bediening 29
3.7.4.1 Weergavebalk 29
3.7.4.2 Ondersteuningsniveau 30
4 Transport en opslag 31
4.1 Fysieke transporteigenschappen 31
4.1.1 Afmetingen bij transport 31
4.1.2 Transportgewicht 31
4.1.3 Voorziene handgrepen/hijspunten 31
4.2 Transport 31
4.2.1 Accu vervoeren 32
4.2.2 Accu verzenden 32
4.2.3 Transportbeveiliging rem gebruiken 32
4.3 Opslag 32
4.3.1 Onderbreking van het gebruik 33
4.3.1.1 Onderbreking van het gebruik
voorbereiden 33
4.3.1.2 Onderbreking van het gebruik uitvoeren 33
5 Montage 34
5.1 Vereist gereedschap 34
5.2 Uitpakken 34
5.2.1 Levering 34
5.3 In gebruik nemen 35
5.3.1 Accu controleren 35
5.3.2 Wiel monteren in Suntour-vork 36
5.3.2.1 Wiel met schroefas (15 mm) monteren 36
5.3.2.2 Wiel met schroefas (20 mm) monteren 36
5.3.2.3 Wiel met opsteekas monteren 37
5.3.3 Wiel met snelspanner monteren 38
5.3.4 Wiel monteren in FOX-vork 39
5.3.4.1 Wiel met snelspanner (15 mm) 39
5.3.4.2 FOX-snelspanner afstellen 40
5.3.4.3 Wiel met Kabolt-assen monteren 40
5.3.4.4 Voorbouw en stuur controleren 40
5.3.5 Verkoop van de pedelec 41
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 3
Inhoudsopgave
6Gebruik 42
6.1 Gevaren en risico's 42
6.1.1 Tips voor een groter bereik 43
6.1.2 Persoonlijke beschermingsmiddelen 43
6.2 Storingsmeldingen 44
6.3 Voor het eerste gebruik 45
6.3.1 Zadel afstellen 45
6.3.1.1 Zadelhoek afstellen 45
6.3.2 Zithoogte bepalen 45
6.3.2.1 Zithoogte met snelspanner afstellen 45
6.3.2.2 In hoogte verstelbare zadelpen 46
6.3.2.3 Zitpositie afstellen 46
6.3.3 Stuur afstellen 47
6.3.3.1 Voorbouw afstellen 47
6.3.3.2 Stuurhoogte afstellen 47
6.3.3.3 Stuur opzij draaien 48
6.3.3.4 Spankracht snelspanners controleren 48
6.3.3.5 Spankracht snelspanners afstellen 48
6.3.4 Remhendel afstellen 48
6.3.4.1 Drukpunt Magura remhendel afstellen 48
6.3.4.2 Grijpafstand afstellen 49
6.3.4.3 Grijpafstand Magura remhendel
afstellen 49
6.3.5 Vering van de Suntour-vork afstellen 50
6.3.5.1 Negatieve veerweg afstellen 50
6.3.5.2 Negatieve veerweg van een voorvork
met luchtvering afstellen 50
6.3.5.3 Negatieve veerweg van een voorvork
met stalen veer afstellen 51
6.3.5.4 Trekdemper afstellen 52
6.3.6 Vering van de FOX-vork afstellen 52
6.3.6.1 Negatieve veerweg afstellen 53
6.3.6.2 Trekdemper afstellen 54
6.3.7 Achterbouwdemper Suntour afstellen 54
6.3.7.1 Negatieve veerweg afstellen 54
6.3.7.2 Trekdemper afstellen 55
6.3.7.3 Drukdemper afstellen 55
6.3.8 Achterbouwdemper FOX afstellen 55
6.3.8.1 Negatieve veerweg afstellen 55
6.3.8.2 Trekdemper afstellen 56
6.3.9 Remvoeringen inrijden 56
6.4 Accessoires 57
6.4.1 Kinderzitje 57
6.4.2 Fietsaanhanger 58
6.4.3 Bagagedrager 58
6.5 Voor het rijden 59
6.6 Checklist voor het rijden 59
6.7 Zijstandaard gebruiken 60
6.7.1 Zijstandaard omhoog klappen 60
6.7.1.1 Pedelec parkeren 60
6.8 Bagagedrager gebruiken 60
6.9 Oplader 61
6.9.1 Oplader aansluiten 62
6.10 Accu 62
6.10.1 Accu laden 63
6.10.1.1 Accu opladen in de aandrijfeenheid 64
6.10.1.2 Accu opladen op de pedelec 65
6.10.2 Accu in de aandrijfeenheid aanbrengen 65
6.10.3 Accu uit de aandrijfeenheid verwijderen 66
6.11 aandrijfeenheid 66
6.11.1 Aandrijfeenheid op de pedelec
aanbrengen 66
6.11.2 Aandrijfeenheid verwijderen van de
pedelec 66
6.12 Elektrisch aandrijfsysteem 68
6.12.1 Elektrisch aandrijfsysteem inschakelen 68
6.12.2 Aandrijfsysteem uitschakelen 68
6.12.3 Ruststand van het aandrijfsysteem 68
6.13 Bediening 69
6.13.1 Duwondersteuning gebruiken 69
6.13.2 Ondersteuningsniveau selecteren 69
6.14 Rem 70
6.14.1 Remhendel gebruiken 71
6.14.2 Terugtraprem gebruiken 72
6.15 Vering en demping 72
6.15.1 Drukdemper van de FOX-vork
afstellen 72
6.15.2 Drukdemper van de FOX-demper
afstellen 72
6.15.3 Drukdemper van de Suntour-vork
afstellen 73
6.16 Versnelling 73
6.16.1 Versnellingen selecteren 73
6.16.2 Versnellingsnaaf gebruiken 74
7 Reinigen en onderhouden 75
7.1 Reiniging elke keer na het rijden 75
7.1.1 Verende voorvork reinigen 75
7.1.2 Achterbouwdemper reinigen 75
7.1.3 Pedalen reinigen 75
7.2 Grondige reiniging 76
7.2.1 Frame reinigen 76
7.2.2 Voorbouw reinigen 76
7.2.3 Achterbouwdemper reinigen 76
7.2.4 Wiel reinigen 76
7.2.5 Aandrijfelementen reinigen 76
7.2.6 Ketting reinigen 77
7.2.7 Accu reinigen 77
7.2.8 Display reinigen 77
7.2.9 Aandrijfeenheid reinigen 77
7.2.10 Rem reinigen 78
7.3 Onderhoud 78
7.3.1 Onderhoud aan het frame 78
7.3.2 Onderhoud aan de voorbouw 78
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 4
Inhoudsopgave
7.3.3 Onderhoud aan de vork 78
7.3.4 Onderhoud aan de aandrijfelementen 79
7.3.5 Onderhoud aan de pedalen 79
7.3.6 Onderhoud aan de ketting 79
7.3.7 Onderhoud aan de aandrijfelementen 79
7.4 Onderhouden 79
7.4.1 Wiel 79
7.4.2 Banden controleren 79
7.4.3 Velgen controleren 80
7.4.4 Vuldruk controleren en corrigeren 80
7.4.4.1 Blitzventiel 80
7.4.4.2 Frans ventiel 80
7.4.4.3 Autoventiel 80
7.4.5 Remsysteem 81
7.4.6 Remvoeringen op slijtage controleren 81
7.4.7 Drukpunt controleren 81
7.4.8 Remschijven op slijtage controleren 81
7.4.9 Elektrische bekabeling en remkabels 81
7.4.10 Versnelling 81
7.4.11 Voorbouw 81
7.4.12 USB-aansluiting 81
7.4.13 Riem- en kettingspanning controleren 82
8 Onderhoud 83
8.1 As met snelspanner 84
8.1.1 Snelspanner controleren 84
8.2 Versnelling instellen 85
8.2.1 Versnelling met
bowdenkabelbediening, enkel 85
8.2.2 Versnelling met
bowdenkabelbediening, dubbel 85
8.2.3 Draaibare handvatschakelaar met
bowdenkabelbediening, dubbel 85
9 Storingen zoeken, storingen
verhelpen en reparatie 86
9.1 Storingen zoeken en storingen
verhelpen 86
9.1.1 Aandrijfsysteem of display start
niet op 86
9.1.2 Storingsmeldingen 86
9.2 Ondersteuningsfunctie. 87
9.3 Accu 88
9.4 Verlichting 89
9.5 Display 90
9.6 Overige 90
9.7 Reparatie 91
9.7.1 Gebruik uitsluitend originele
onderdelen en smeermiddelen 91
9.7.2 Verlichting vervangen 91
9.7.3 Koplamp afstellen 91
10 Recycling en afvoer 92
11 Documenten 93
11.1 Onderdelenlijst 93
11.2 Montageprotocol 94
11.3 Onderhoudsprotocol 96
12 Lijst met trefwoorden 99
13 Terminologie 100
I. EG-conformiteitsverklaring 103
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 5
Over deze gebruikshandleiding
1 Over deze gebruikshandleiding
Hartelijk dank voor uw vertrouwen!
Pedelecs van HERCULES zijn sportuitrusting van
de allerhoogste kwaliteit - u hebt een goede keus
gemaakt. Uw dealer heeft u van advies gediend
en heeft de eindmontage uitgevoerd. Of het nu
gaat om onderhoud, inspectie, ombouw of
reparatie - uw dealer zal ook in de toekomst voor
u klaar staan.
Bij uw nieuwe pedelec ontvangt u deze
gebruikshandleiding. Neemt u alstublieft de tijd
om uw nieuwe pedelec te leren kennen en houdt
u zich aan de tips en suggesties in de
gebruikshandleiding. Zo zult u lang plezier
hebben van uw HERCULES pedelec. Wij wensen
u veel plezier en altijd een goede en behouden
vaart!
Deze gebruikshandleiding is geschreven voor de
berijder en de eigenaar van de pedelec, zodat ook
technische leken de pedelec veilig kunnen
gebruiken.
Om de gebruikshandleiding ook tijdens het rijden
altijd bij de hand te hebben, kunt u deze via het
volgende adres op uw mobiele telefoon
downloaden:
https://www.hercules-
bikes.de/de/de/index/
downloads.html
1.1 Fabrikant
De fabrikant van de pedelec is:
HERCULES GMBH
Longericher Straße 2
50739 Köln, Germany
Tel.: +49 4471 18735 0
Fax: +49 4471 18735 29
E-mail: info@hercules-bikes.de
Internet: www.hercules-bikes.de
1.2 Typenummer en model
De gebruikshandleiding is onderdeel van
pedelecs met de volgende typenummers:
1.3 Gebruikshandleiding
identificeren
U vindt op elke pagina linksonder het
identificatienummer van de gebruikshandleiding.
Het identificatienummer bestaat uit het
documentnummer, de publicatieversie en de
verschijningsdatum.
1.4 Wetgeving, normen en richtlijnen
Deze gebruikshandleiding voldoet aan de
essentiële eisen van:
de Machinerichtlijn 2006/42/EG,
de EMC-richtlijn 2014/30/EU,
ISO/DIS 20607:2018, Safety of machinery –
Instruction handbook – General drafting
principles
EN 15194:2017, Fietsen – Elektrisch
ondersteunende fietsen – EPAC fietsen,
EN 11243:2016, Fietsen – Bagagedragers voor
fietsen – Eisen en beproevingsmethoden,
EN-ISO 17100:2015/A1:2017, Vertaaldiensten –
Eisen aan vertaaldiensten.
Aanwijzing
De gebruikshandleiding vervangt niet de
persoonlijke instructie door de uitleverende
dealer.
Deze gebruikshandleiding is onderdeel van de
pedelec. Wanneer deze te zijner tijd wordt
doorverkocht, moet de gebruikshandleiding aan
de nieuwe eigenaar worden overhandigd.
Aanwijzingen voor de dealer hebben een grijze achtergrond en
zijn gemarkeerd met een pictogram. Dealers zijn op grond van
hun relevante vakopleiding in staat de gevaren te herkennen en
de risico's te vermijden, die optreden bij onderhoud aan en
reparatie van de pedelec. Informatie gericht tot deze
vakmensen mag door technische leken niet worden opgevat als
vrijbrief om de betreffende handelingen uit te voeren.
Type-
nummer Model Type pedelec
20-Y-0001 Futuro 10 FA 20" 252Wh
10G S Stads- en toerfiets
Tabel 1: Typenummer, model en type pedelec
Identificatienummer MY20H6-6_1.0_26.08.2019
Tabel 2: Identificatienummer
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 6
Over deze gebruikshandleiding
1.5 Wijzigingen voorbehouden
De informatie in deze gebruikshandleiding komt
overeen met de vrijgegeven technische
specificaties op het moment van druk. Relevante
wijzigingen zullen worden verwerkt in een nieuwe
uitgave van de gebruikshandleiding.
Alle wijzigingen op deze gebruikshandleiding
vindt u onder:
https://www.hercules-bikes.de.
1.6 Taal
De originele gebruikshandleiding is opgesteld in
de Duitse taal. Een vertaling daarvan is zonder de
originele gebruikshandleiding niet geldig.
1.7 Voor uw veiligheid
Het veiligheidsconcept van de pedelec bestaat uit
vier elementen:
de instructie van de berijder resp. de eigenaar en
het onderhoud en de reparatie van de pedelec
door de dealer,
het hoofdstuk Algemene veiligheid,
de waarschuwingen in deze
gebruikshandleiding, en
de veiligheidsmarkeringen op de typeplaat en de
pedelec.
1.7.1 Instructie, opleiding en
klantenservice
De klantenservice wordt uitgevoerd door de
uitleverende dealer. Zijn contactgegevens staan
op de achterzijde en op het datablad in deze
gebruikshandleiding. Wanneer deze niet bereikt
kan worden, vindt u op de internetpagina
www.hercules-bikes.de andere dealers.
De berijder of eigenaar van de pedelec krijgt
uiterlijk bij de overdracht van de pedelec
persoonlijk uitleg van de uitleverende dealer over
de functies van de pedelec, in het bijzonder de
elektrische functies en het juiste gebruik van de
oplader.
Elke berijder aan wie deze pedelec ter
beschikking wordt gesteld, moet instructie krijgen
over de functies van pedelec. Deze
gebruikshandleiding moet aan elke berijder in
gedrukte vorm worden overhandigd ter
kennisneming en inachtneming.
1.7.2 Essentiële veiligheidsaanwijzingen
Deze gebruikshandleiding bevat in hoofdstuk 2
Veiligheid een toelichting op alle algemene
veiligheidsaanwijzingen.
1.7.3 Waarschuwingen
Gevaarlijke situaties en handelingen zijn
gemarkeerd met waarschuwingen. In deze
gebruikshandleiding worden waarschuwingen als
volgt weergegeven:
1.7.4 Veiligheidsmarkeringen
Op de typeplaten van de pedelec worden
onderstaande veiligheidsmarkeringen gebruikt:
Niet in acht nemen leidt tot ernstig letsel of de
dood. Hoog risico.
Kan bij niet in acht nemen leiden tot ernstig letsel
of de dood. Gemiddeld risico.
Kan leiden tot gering letsel of letsel. Laag risico.
Aanwijzing
Kan bij niet in acht nemen leiden tot materiële
schade.
Algemene waarschuwing
Neem de gebruikshandleiding in acht
Tabel 3: Betekenis veiligheidsmarkeringen
GEVAAR
!
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 7
Over deze gebruikshandleiding
1.8 Ter informatie
1.8.1 Instructies
Instructies zijn als volgt opgebouwd:
Voorwaarden (optioneel)
Instructiestap
Resultaat van de stap (optioneel)
1.8.2 Taalconventies
De in deze gebruikshandleiding beschreven
pedelec kan zijn voorzien van alternatieve
componenten. De uitrusting van de pedelec wordt
bepaald door het betreffende typenummer. Waar
van toepassing, wordt op alternatief toegepaste
componenten gewezen door middel van de
aanwijzing alternatief onder het opschrift. Voor een
betere leesbaarheid worden onderstaande
begrippen gebruikt:
In deze gebruikshandleiding worden
onderstaande schrijfwijzen gebruikt:
1.8.3 Informatie op de typeplaat
Op de typeplaten van de producten staat, naast
de waarschuwingen, andere belangrijke
informatie over de pedelec:
Begrip Betekenis
Gebruikshandleiding Originele
gebruikshandleiding resp.
vertaling van de originele
gebruikshandleiding
Pedelec Elektrisch aangedreven
fiets
Motor Aandrijfmotor
Schrijfwijze Gebruik
cursief Terminologiebegrippen
GEBLOKKEERD Weergaven op het display
[Voorbeeld,
paginanummering]
Kruisverwijzingen
Opsommingen
Gebruiksaanwijzing lezen
Gescheiden inzameling van
oude elektrische en
elektronische apparaten
Gescheiden inzameling van
batterijen
Niet in het vuur werpen
(verbranden verboden)
Accu openen verboden
Apparaat van
beschermingsklasse II
Uitsluitend geschikt voor
gebruik binnenshuis
Zekering (apparaatzekering)
EU-conformiteit
Recyclebaar materiaal
Beschermen tegen
temperaturen boven 50 °C
en invallend zonlicht
Tabel 4: Betekenis veiligheidsaanwijzingen
max. 50°C
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 8
Over deze gebruikshandleiding
1.9 Typeplaat
De typeplaat bevindt zich op het frame. Zie voor de
exacte positie van de typeplaat afbeelding 2. Op de
typeplaat vindt u dertien gegevens.
Afbeelding 1: Voorbeeld typeplaat
Nr. Aanduiding Beschrijving
1 CE-markering Met de CE-markering verklaart de fabrikant, dat de pedelec voldoet aan de geldende
eisen.
2 Contactgegevens fabrikant Via dit adres kunt u de fabrikant bereiken. Meer informatie vindt u in hoofdstuk 1.1.
3 Typenummer Aan elke pedelec is een achtcijferig typenummer toegekend, dat het modeljaar, het type
pedelec en de betreffende variant beschrijft. Meer informatie vindt u in hoofdstuk 1.9.1.
4 Nominaal continuvermogen Het nominaal continuvermogen is het maximale vermogen gedurende 30 minuten op de
uitgaande as van de elektromotor.
5 Hoogste toegestane totaalgewicht Het hoogste toegestane totaalgewicht is het gewicht van de volledig samengebouwde
pedelec plus berijder plus bagage.
6Bouwjaar Het bouwjaar is het jaar waarin de pedelec is gemaakt. De productieperiode loopt van
augustus 2019 tot en met juli 2020.
7 Type pedelec Meer informatie vindt u in hoofdstuk 1.9.3.
8 Veiligheidsmarkeringen Meer informatie vindt u in hoofdstuk 2.6.
9 Aanwijzing voor afvoer Meer informatie vindt u in hoofdstuk 9.
10 Toepassingsgebied Meer informatie vindt u in hoofdstuk 1.9.4.
11 Modeljaar Het modeljaar is bij de in serie geproduceerde pedelecs het eerste productiejaar van de
versie en is niet altijd identiek aan het bouwjaar. Het bouwjaar kan soms ook voor het
modeljaar liggen. Wanneer geen technische wijzigingen zijn uitgevoerd aan een serie,
kunnen pedelecs van een voorgaand modeljaar ook later zijn gemaakt.
12 Gewicht van de rijklare pedelec Het vermelde gewicht van de rijklare pedelec betreft het gewicht van de pedelec op het
moment van verkoop. Alle aanvullende accessoires moeten bij dit gewicht worden
opgeteld.
13 Uitschakelsnelheid Snelheid van de pedelec op het moment dat de stroom naar nul of naar de vrijloopwaarde
is geschakeld.
HERCULES GmbH
Longericher Str. 2
50739 Köln, Germany
Typ:
20-16-0001
EN 15194
0,25 kW / 25 km/h
zGG 180 kg
EPAC 25 kg
BJ 2019 / MJ 2020
nach
EPAC
2
3
1
4
5
6
7
89
12
13
10
11
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 9
Veiligheid
2 Veiligheid
2.1 Algemene waarschuwingen
Brand- en explosiegevaar door een defecte
accu
Bij een beschadigde of defecte accu kan de
beveiligingselektronica uitvallen. De
restspanning kan kortsluiting veroorzaken. De
accu kan ontvlammen en exploderen.
Neem een accu, die uitwendige schade
vertoont, onmiddellijk buiten bedrijf en laad
deze nooit op.
Gebruik de accu en accessoires uitsluitend in
correcte toestand.
Gebruik uitsluitend accu's, die voor uw
pedelec zijn toegelaten.
Gebruik de accu niet met defecte
aansluitkabels of defecte contacten.
Gebruik de accu uitsluitend in combinatie met
pedelecs met BOSCH-systemen. Alleen zo
wordt de accu beschermd tegen gevaarlijke
overbelasting.
Houd afstand wanneer een accu vervormt of
begint te roken, onderbreek de voeding van de
contactdoos en neem onmiddellijk contact op
met de brandweer.
Blus een beschadigde accu niet met water en
laat deze nooit met water in contact komen.
Neem na een val of botsing zonder uitwendige
schade aan de behuizing, de accu gedurende
ten minste 24 uur buiten bedrijf en observeer
deze.
Een defecte accu is gevaarlijk afval. Voer een
defecte accu zo snel mogelijk op de juiste
wijze af.
Sla deze tot het afvoeren droog op. Sla nooit
brandbare stoffen op in de omgeving.
Probeer nooit de accu te openen of te
repareren.
Laad de accu voor gebruik op. Gebruik
uitsluitend de meegeleverde oplader.
WAARSCHUWING
!
Elektrische schok bij beschadiging
Een beschadigde oplader, kabel of stekker
verhoogt het risico op een elektrische schok.
Controleer voor elk gebruik de oplader, kabels
en stekkers. Gebruik nooit een beschadigde
oplader.
Brand- en explosiegevaar door kortsluiting
Kleine metalen voorwerpen kunnen de
elektrische aansluitingen van de accu
overbruggen. De accu kan ontvlammen en
exploderen.
Houd paperclips, schroeven, muntstukken,
sleutels en andere kleine voorwerpen op
afstand en steek deze niet in de accu.
Brand- en explosiegevaar door verkeerde
oplader
Een accu, die wordt opgeladen met een
ongeschikte oplader, kan inwendige schade
oplopen. Dit kan leiden tot brand of een explosie.
Gebruik voor de accu uitsluitend de
meegeleverde oplader.
Voorzie, om verwisseling te voorkomen, de
meegeleverde oplader van een eenduidige
markering, bijvoorbeeld het framenummer of
het typenummer van de pedelec.
Brand- en explosiegevaar door binnendringen
van water
De accu is slechts beschermd tegen opspattend
water. Binnendringend water kan kortsluiting
veroorzaken. De accu kan ontvlammen en
exploderen.
Dompel de accu nooit onder in water.
Wanneer er reden is om aan te nemen dat er
water in de accu kan zijn binnengedrongen,
moet deze buiten bedrijf worden genomen.
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 10
Veiligheid
2.2 Giftige stoffen
Brand- en explosiegevaar door hoge
temperaturen
Te hoge temperaturen leiden tot schade aan de
accu. De accu kan ontvlammen en exploderen.
Bescherm de accu tegen hoge temperaturen
Stel de accu niet langdurig bloot aan invallend
zonlicht.
Brand door oververhitte oplader
De oplader wordt tijdens het laden van de accu
warm. Bij onvoldoende koeling kan dit leiden tot
brand of brandwonden aan de handen.
Gebruik de oplader nooit op een licht
ontvlambare ondergrond (bv. papier, tapijt,
enz.).
Dek de oplader tijdens het laden nooit af.
Laad de accu nooit zonder toezicht op.
Elektrische schok door binnendringen van
water
Bij het binnendringen van water in een oplader
bestaat het risico op een elektrische schok.
Laad de accu nooit buitenshuis op.
Aanwijzing
Bij transport van de pedelec en tijdens het rijden
kan een achtergebleven sleutel afbreken of kan
de vergrendeling onbedoeld open gaan.
Verwijder de sleutel van het accuslot
onmiddellijk na gebruik.
Het wordt aanbevolen de sleutel te voorzien
van een sleutelhanger.
VOORZICHTIG
!
Vergiftiging door veringolie
De veringolie in de achterbouwdemper irriteert de
luchtwegen, leidt tot mutaties in kiemcellen en tot
steriliteit, veroorzaakt kanker en is toxisch bij
huidcontact.
Probeer nooit de achterbouwdemper uit elkaar
te halen.
Laat nooit veringolie met de huid in contact
komen.
Letsel aan huid en ogen door een defecte accu
Uit een beschadigde of defecte accu kunnen
vloeistoffen en dampen vrijkomen. Deze kunnen
leiden tot irritatie van de luchtwegen en tot
brandwonden.
Vermijd elk contact met vrijkomende
vloeistoffen.
Zorg voor ventilatie en neem bij klachten
contact op met een arts.
Neem bij oogcontact of klachten onmiddellijk
contact op met een arts.
Spoel bij huidcontact de huid onmiddellijk af
met water.
Ventileer de ruimte goed.
Milieuschade door vrijkomende remvloeistof
In het remsysteem bevindt zich een giftige en
milieugevaarlijke remvloeistof. Wanneer deze in het
riool of het grondwater terechtkomen raken deze
vergiftigd.
Wanneer remvloeistof vrijkomt, moet het
remsysteem onmiddellijk worden gerepareerd.
Neem hiervoor contact op met een dealer.
Voer vrijkomende remvloeistof veilig voor het
milieu en conform de wettelijke voorschriften
af. Neem hiervoor contact op met een dealer.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 11
Veiligheid
2.3 Eisen aan de berijder
Wanneer geen wettelijke eisen zijn gesteld aan
berijders van elektrisch ondersteunende fietsen,
wordt een minimale leeftijd van 15 jaar
aanbevolen en ervaring in de omgang met
normale fietsen.
De lichamelijke en geestelijke vermogens van de
berijder dienen voldoende te zijn voor het gebruik
van een normale fiets.
2.4 Bescherming van kwetsbare
groepen
Accu's en oplader moeten verwijderd worden
gehouden van kinderen en personen met
verminderde fysieke, organoleptische of mentale
vaardigheden of met onvoldoende kennis en
ervaring.
Wanneer de pedelec door minderjarigen wordt
gebruikt, moet, naast een grondige instructie door
de opvoeder, uit worden gegaan van gebruik
onder toezicht, tot is vastgesteld dat de pedelec
conform deze gebruikshandleiding wordt gebruikt.
2.5 Privacyverklaring
Tijdens het onderhoud worden bij het aansluiten
van de pedelec op de diagnosetool gegevens over
het gebruik van de componenten van de
elektrische aandrijving doorgestuurd naar Bosch
Pedelec Systems (Robert Bosch GmbH) met het
oog op productverbetering. Nadere informatie
vindt u op de Bosch pedelec-website www.bosch-
pedelec.com.
2.6 Persoonlijke
beschermingsmiddelen
Het dragen van een geschikte fietshelm wordt
aanbevolen. Daarnaast wordt aanbevolen
speciale, nauwsluitende fietskleding en stevige
schoenen te dragen.
2.7 Veiligheidsmarkeringen en
veiligheidsaanwijzingen
Op de typeplaat bevinden zich de volgende
veiligheidsmarkeringen en
veiligheidsaanwijzingen:
Milieuschade door smeermiddelen en olie uit
de vork
In de vork bevinden zich giftige en milieugevaarlijke
smeermiddelen en olie. Wanneer deze in het riool
of het grondwater terechtkomen raken deze
vergiftigd.
Wanneer smeermiddelen of olie vrijkomen,
moet de vork onmiddellijk worden
gerepareerd. Neem hiervoor contact op met
een dealer.
Voer vrijkomende smeermiddelen en olie veilig
voor het milieu en conform de wettelijke
voorschriften af. Neem hiervoor contact op
met een dealer.
Milieuschade door smeermiddelen en olie uit
de achterbouwdemper
In de achterbouwdemper bevinden zich giftige en
milieugevaarlijke smeermiddelen en oliën. Wanneer
deze in het riool of het grondwater terechtkomen,
raken deze vergiftigd.
Voer vrijkomende smeermiddelen en olie uit
de achterbouwdemper veilig voor het milieu en
conform de wettelijke voorschriften af. Neem
hiervoor contact op met een dealer.
VOORZICHTIG
!
Pictogram Toelichting
Algemene waarschuwing
Neem de gebruikshandleiding in
acht
Tabel 5: Betekenis veiligheidsmarkeringen
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 12
Veiligheid
2.8 Noodgevallen
2.8.1 Gedrag in noodgevallen
Rem bij alle gevaren in het wegverkeerde de
pedelec met de rem af tot stilstand. De rem
dient daarbij als noodstop.
2.8.2 Eerstehulpmaatregelen
Neem bij symptomen, veroorzaakt door
verbrandingsgassen of vrijkomende vloeistoffen
contact op met een arts.
Na inademen
Bij beschadiging of onjuist gebruik van de accu
kunnen dampen vrijkomen. Zorg voor frisse lucht
en neem bij klachten contact op met een arts. De
dampen kunnen leiden tot irritatie van de
luchtwegen.
Na huidcontact
Verwijder vaste delen onmiddellijk. Spoel het
betroffen gebied met veel water (ten minste
15 minuten). Dep daarna de betroffen huid
voorzichtig af. Niet droogwrijven. Trek
verontreinigde kledingonmiddellijk uit. Neem bij
roodheid of andere verschijnselen onmiddellijk
contact op met een arts.
Na oogcontact
Spoel het oog voorzichtig met veel water (ten
minste 15 minuten). Bescherm het andere oog.
Neem onmiddellijk contact op met een arts.
Na inslikken
Drink veel melk of water en wek braken op. Neem
onmiddellijk contact op met een arts.
2.8.3 Brand bestrijden
Bij een beschadigde of defecte accu kan de
beveiligingselektronica uitvallen. De restspanning
kan kortsluiting veroorzaken. De accu kan
ontvlammen en exploderen.
Houd afstand wanneer een accu vervormt of
begint te roken!
Evacueer alle personen uit de onmiddellijke
nabijheid van de brand.
Neem onmiddellijk contact op met de
brandweer!
Gebruik voor de brandbestrijding een
brandblusser van brandklasse D.
Blus een beschadigde accu niet met water en
laat deze nooit met water in contact komen.
Pictogram Toelichting
Gebruiksaanwijzing lezen
Gescheiden inzameling van
oude elektrische en
elektronische apparaten
Gescheiden inzameling van
batterijen en accu's
Niet in het vuur werpen
(verbranden verboden)
Openen van batterijen en accu's
verboden
Apparaat van
beschermingsklasse II
Uitsluitend geschikt voor gebruik
binnenshuis
Zekering (apparaatzekering)
EU-conformiteit
Recyclebaar materiaal
Beschermen tegen
temperaturen boven 50 °C en
invallend zonlicht
Tabel 6: Betekenis veiligheidsaanwijzingen
max. 50°C
Vergiftiging
Door inademing van dampen kan
vergiftiging optreden.
Ga aan die kant van het vuur
staan waar de wind vandaan
komt.
Gebruik zo mogelijk
adembescherming.
WAARSCHUWING
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 13
Veiligheid
2.8.4 Vrijkomende vloeistoffen
2.8.4.1 Remvloeistof
Wanneer remvloeistof vrijkomt, moet het
remsysteem onmiddellijk worden gerepareerd.
Neem hiervoor contact op met een dealer.
Voer vrijkomende remvloeistof veilig voor het
milieu en conform de wettelijke voorschriften
af. Neem hiervoor contact op met een dealer.
2.8.4.2 Smeermiddelen en olie uit de vork
Wanneer remvloeistof vrijkomt, moet het
remsysteem onmiddellijk worden gerepareerd.
Neem hiervoor contact op met een dealer.
Voer vrijkomende remvloeistof veilig voor het
milieu en conform de wettelijke voorschriften
af. Neem hiervoor contact op met een dealer.
2.8.4.3 Smeermiddelen en olie uit de achter-
bouwdemper
Voer vrijkomende smeermiddelen en olie uit de
achterbouwdemper veilig voor het milieu en
conform de wettelijke voorschriften af. Neem
hiervoor contact op met een dealer.
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 14
Overzicht
3Overzicht
Afbeelding 2: Pedelec van rechts gezien, voorbeeld
1Voorwiel
2Vork
3 Spatbord voor
4 Koplamp
5Stuur
6Voorbouw
7Frame
8 Zadelpen
9 Zadel
10 Bagagedrager
11 Bagagedrageraccu
12 Achterlicht en reflector
13 Spatbord achter
14 Zijstandaard
15 Achterwiel
16 Kettingkast
17 Framenummer en typeplaat
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
13
15 16
17
14
12
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 15
Overzicht
3.1 Beschrijving
3.1.1 Wiel en vering
Afbeelding 3: Componenten van het wiel, voorbeeld voorwiel
1 Band
2Velg
3 Kop van de verende voorvork met afstelwiel
4 Vorkpoot
5 Spaak
6 Snelspanner
7 Naaf
8Ventiel
9 Uitvaleinde van de vorkpoot
3.1.1.1 Ventiel
Elk wiel heeft een ventiel. Het dient om de band te
vullen met lucht. Elk ventiel is voorzien van een
ventieldop. De aangebrachte ventieldop houdt het
ventiel vrij van stof en vuil.
De pedelec is voorzien van een klassiek
Blitzventiel, een Frans ventiel. of een autoventiel
3.1.2 Vering
Deze modelserie maakt gebruik van zowel starre als
verende voorvorken. Een verende voorvork veert
door middel van een stalen veer of een luchtveer.
Een verende voorvork verbetert het contact met de
ondergrond en het comfort door middel van twee
functies: de vering en de demping.
Afbeelding 4: Pedelec zonder vering (1) en met vering (2) bij
het rijden over een hindernis
De vering zorgt ervoor dat een schok, bv. door
een op de weg liggende steen, niet via de vork
rechtstreeks naar het lichaam van de berijder
wordt geleid, maar door het veersysteem wordt
opgevangen. De verende voorvork wordt daarbij
samengedrukt. Het samendrukken kan worden
geblokkeerd, zodat een verende voorvork
hetzelfde reageert als een starre vork. De
schakelaar waarmee de vork kan worden
geblokkeerd wordt remote lockout genoemd.
Na het samendrukken keert de verende voorvork
terug naar de oorspronkelijke stand. Wanneer een
demper aanwezig is, remt deze de beweging af en
voorkomt zo, dat het veersysteem
ongecontroleerd terugveert en de vork op en neer
blijft schommelen. Dempers, die
samendrukbewegingen dempen, dus een
belasting op druk, worden drukdempers of
compressiedempers genoemd.
Dempers, die uittrekbewegingen dempen, dus
een belasting op trek, worden trekdempers of
rebounddempers genoemd.
1
2
4
5
8
7
3
9
6
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 16
Overzicht
3.1.2.1 Opbouw voorvork met stalen veer
Afbeelding 5: Voorbeeld vork Suntour
de voorbouw en het stuur zijn bevestigd op de
vorkschacht (1). Het wiel is bevestigd op de
opsteekas (6). Overige onderdelen: compressie-
instelling (2), kroon (3), Q-loc (5),
vuilafstrijker (6), uitvaleinde voor de
snelspanner (7), standbuis (8) en veer (9)
3.1.2.2 Opbouw voorvork met luchtvering
De vork van de pedelec is voorzien van zowel een
luchtveer als een drukdemper en voor een deel ook
van een trekdemper.
Afbeelding 6: Voorbeeld vork Yari
De tekening toont de volgende onderdelen:
luchtventiel (1), ventieldop (2) vorkblokkering (3),
snelspanner (4) en afsteller van de
trekdemper (5), en de samenstellen:
Luchtveersamenstel (A),
drukdempersamenstel (B) en
trekdempersamenstel (C)
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 17
Overzicht
3.1.2.3 Opbouw achterbouwdemper FOX
De achterbouwdemper van de pedelec is voorzien
van zowel een luchtveer als een drukdemper en een
trekdemper.
Afbeelding 7: Voorbeeld achterbouwdemper FOX
1 Oog geleidestang
2 Luchtventiel
3 Afstelwiel
4 Hendel
5 Luchtkamer
6O-ring
3.1.2.4 Opbouw achterbouwdemper Suntour
De achterbouwdemper van de pedelec is voorzien
van zowel een luchtveer als een drukdemper en een
trekdemper.
Afbeelding 8: Voorbeeld achterbouwdemper Suntour
1 Bovenste oog
2.1 Totale lengte van de demper
2.2 SAG
3 Onderste oog
4O-ring
5Mof
6 Dempereenheid
7 IFP (internal floating piston)
8 Luchtventiel
9 Luchtkamer
10 Lockout hendel
11 Rebound hendel
3.1.3 Remsysteem
Het remsysteem van de pedelec bestaat uit ofwel
een hydraulische:
velgrem op het voor- en achterwiel,
schijfrem op het voor- en achterwiel, of
een velgrem op het voor- en achterwiel en
aanvullend een terugtraprem.
De mechanische remmen dienen als
noodstopvoorziening en leiden tot een snelle en
veilige stop in noodgevallen.
3.1.3.1 Velgrem
Afbeelding 9: Componenten van de velgrem met detail,
voorbeeld Magura HS22
1 Velgrem achterwiel
Brake-booster
3 Remblok
4Stuur met remhendel
5 Velgrem voorwiel
De velgrem stopt de beweging van het wiel
doordat, wanneer de berijder in de remhendel
knijpt, twee tegenover elkaar gelegen remblokken
tegen de velg worden gedrukt.
De hydraulische velgrem is voorzien van een
vergrendelingshendel.
Afbeelding 10: Vergrendelingshendel van de velgrem,
gesloten (1) en geopend (2)
78
De vergrendelingshendel van de velgrem heeft geen opschrift.
De vergrendelingshendel van de velgrem mag uitsluitend door
een dealer worden afgesteld.
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 18
Overzicht
3.1.3.2 Schijfrem
Afbeelding 11: Remsysteem van een pedelec met schijfrem,
voorbeeld
1 Remschijf
2 Remzadel met remvoeringen
3Stuur met remhendel
4 Remschijf voorwiel
5 Remschijf achterwiel
Bij een pedelec met schijfrem is de remschijf vast
verbonden met de naaf van het wiel.
Door te trekken aan de remhendel wordt de
remdruk opgebouwd. Door middel van de
remvloeistof wordt de druk via de remleidingen
naar de cilinders op het remzadel geleid. De
remkracht wordt door middel van een
overbrenging versterkt en op de remvoeringen
overgebracht. Deze remmen de remschijf
mechanisch af. Wanneer de remhendel wordt
ingeknepen, worden de remvoeringen tegen de
remschijf gedrukt en wordt de beweging van het
wiel afgeremd tot stilstand.
3.1.3.3 Terugtraprem
Afbeelding 12: Remsysteem van een pedelec met
terugtraprem, voorbeeld
1 Velgrem achterwiel
2Stuur met remhendel
3 Velgrem voorwiel
4Pedaal
5 Terugtraprem
De terugtraprem stopt de beweging van het
achterwiel wanneer de berijder tegen de
rijbeweging in op de pedalen trapt.
2
5
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 19
Overzicht
3.1.3.4 ABS
Afbeelding 13: BOSCH ABS
1 ABS-besturing met behuizing
2 Display
3 ABS-controlelampje
4 Bediening
5 Remhendel voorwiel
6 Remzadel
7 Wieltoerentalsensor
8 Sensorschijf
Sommige pedelecs zijn aanvullend voorzien van
ABS.
De functionaliteit van de achterwielrem is niet
afhankelijk van de werking van het
antiblokkeersysteem.
Bij bediening van de remmen detecteert de ABS-
functie door middel van de wieltoerentalsensoren
op het voor- en achterwiel kritische slip en
begrenst deze op het voorwiel door daar de
remdruk te verminderen en zo het wiel te
stabiliseren. Nadat het wiel is gestabiliseerd,
wordt door middel van gerichte drukopbouw het
wiel weer tot aan de blokkeergrens gebracht.
De hendel beweegt daardoor bij elke remimpuls
een stukje in de richting van het stuur. Wanneer
het wiel weer blokkeert, wordt opnieuw de
remdruk verminderd. Dit herhaalt zich om het wiel
continu op de hechtgrens te houden en zo de
wrijving tussen banden en ondergrond optimaal te
benutten.
De ABS-functie wordt beëindigd zodra één van de
volgende gebeurtenissen optreedt:
De buffer in de ABS-besturing is volledig gevuld.
De pedelec is tot stilstand gekomen.
De berijder laat de rem los.
Naast de ABS-functie is tevens een detectie
geïntegreerd voor het loskomen van het
achterwiel bij voluit remmen. Daarmee kan,
binnen bepaalde grenzen, over de kop slaan bij
zeer heftige remmanoeuvres worden
tegengewerkt.
Wanneer de lading van de accu onder een
gedefinieerd drempel komt, deactiveert het
systeem in eerste instantie de
motorondersteuning. Het systeem zelf blijft echter
actief, inclusief display, verlichting en ABS, tot
ook de reservelading van de accu is verbruikt. Pas
wanneer de accu bijna volledig is ontladen,
schakelt het elektrische aandrijfsysteem en
daarmee ook de ABS uit.
Voorafgaand aan het definitief uitschakelen
brandt het controlelampje nog één keer
gedurende ca. 5 seconden. Vanaf dat moment is
het ABS-controlelampje uit, ondanks dat de ABS-
regeling niet beschikbaar is. Wanneer er geen of
een lege accu op de pedelec is gemonteerd, is de
ABS niet actief.
De reminstallatie zelf blijft werken, alleen is de
antiblokkeersysteemregeling niet beschikbaar.
1
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 20
Overzicht
3.1.4 Elektrisch aandrijfsysteem
De pedelec kan met spierkracht worden
aangedreven door middel van de
kettingaandrijving. De kracht, die door het trappen
op de pedalen in de rijrichting wordt uitgeoefend,
drijft het voorste kettingwiel aan. Via de ketting
wordt de kracht overgedragen op het achterste
kettingwiel en vervolgens op het achterwiel.
Afbeelding 14: Schema mechanisch aandrijfsysteem
1 Rijrichting
2Ketting
3 Achterste kettingwiel
4 Voorste kettingwiel
5 Pedaal
Daarnaast beschikt de pedelec over een
geïntegreerd elektrisch aandrijfsysteem. Tot het
elektrische aandrijfsysteem behoren 5
componenten:
Afbeelding 15: Schema elektrisch aandrijfsysteem
1 Bediening
2 Trapasversnelling
3Aandrijfeenheid
4Accu
5 een oplader, op accu afgestemd.
3.1.5 Aandrijfeenheid
Afbeelding 16: aandrijfeenheid
Zodra de benodigde spierkracht van de berijder
tijdens het trappen een bepaald niveau overstijgt,
schakelt de motor licht bij en ondersteunt deze de
trapbeweging van de berijder. De motorkracht is
afgestemd op het ingestelde
ondersteuningsniveau. Het door het systeem
geleverde vermogen wordt bepaald door de
instellingen voor de trapondersteuning op de
bediening.
De pedelec beschikt niet over een aparte
noodstop- of nood-uit-knop. De motor schakelt
automatisch uit zodra de berijder niet meer op de
pedalen trapt, de temperatuur buiten het
toegestane bereik ligt, er sprake is van
overbelasting of de uitschakelsnelheid van
25 km/h wordt bereikt.
Wanneer u weer op de pedalen trapt en de
snelheid minder bedraagt dan 25 km/h, schakelt
het systeem weer in.
Er kan een duwondersteuning worden
geactiveerd. De snelheid is daarbij afhankelijk van
de ingeschakelde versnelling. De berijder remt de
pedelec af naar zijn eigen snelheid door de
pedelec tegen te houden.
5
1
234
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 21
Overzicht
3.1.6 Accu
Afbeelding 17: Accu, aanzicht zijde laadaansluiting
1 Laadaansluiting
2 Aan/uit-toets
3 Laadtoestandweergave (accu)
De lithium-ion-accu is voorzien van een
ingebouwde beschermingsregeling. Deze is
afgestemd op de oplader en de motor van de
pedelec. De temperatuur van de accu wordt
continu bewaakt. De accu is beveiligd tegen
diepontlading, overbelading, oververhitting en
kortsluiting. Zo nodig schakelt de accu
automatisch uit door middel van een
beveiligingsschakeling. Wanneer de pedelec
gedurende 10 uur niet meer is bewogen en er ook
niet op toetsen op de bediening is gedrukt of de
laadtoestand van de accu minder bedraagt dan
30 %, de pedelec 3 uur niet meer is bewogen en
er ook niet op toetsen op de bediening is gedrukt
schakelen het elektrische aandrijfsysteem en de
accu automatisch uit om energie te besparen.
De levensduur van de accu kan worden verlengd
door een goede omgang, met name door deze bij
de juiste temperatuur op te slaan. Ook bij een
goede omgang neemt de laadcapaciteit van de
accu echter na verloop van tijd af. Een
aanmerkelijk kortere gebruiksduur na het opladen
is een teken dat de accu het einde van zijn
levensduur nadert.
Bij het inschakelen van de accu toont de
laadtoestandweergave de startanimatie. Daarna
geven de LED's kort de laadtoestand van de accu
aan.
Bij het inschakelen van de accu kan de
laadtoestand met een korte druk op de aan/uit-
toets worden opgevraagd.
3.1.7 Bediening
Afbeelding 18: Overzicht opbouw en bedieningselementen
Transporttemperatuur C - 2C
Optimale transporttemperatuur 10 °C - 15 °C
Opslagtemperatuur C - 2C
Optimale opslagtemperatuur 10 °C - 15 °C
Omgevingstemperatuur laden 10 °C - 30 °C
Tabel 16: Technische gegevens accu
Naam
1 Weergavebalk
2 Bovenste toets
3 Middelste toets
4 Onderste toets
5 Uitbreidingsaansluiting
6 Weergave laadtoestand resp. trapondersteuning
7 Statusscherm
Tabel 17: Overzicht bedieningselement
1
2
3
4
5
7
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 22
Overzicht
3.2 Oplader
De lithium-ion-accu is voorzien van een
ingebouwde beschermingsregeling. Deze is
afgestemd op de oplader. Om die reden mag de
pedelec uitsluitend worden opgeladen met de
meegeleverde oplader.
Afbeelding 19: Detail oplader
1 Netstekker
2 LED-weergave oplader
3 Netadapterconnector
4 Aansluitkabel
5 Stroomaansluiting
Nominale ingangsspanning 100 ... 240 V AC
Frequentie 50 ... 60 Hz
Uitgangsspanning 42 V DC
Laadstroom 2 A
Bedrijfstemperatuur -20 ... +60 °C
Opslagtemperatuur -20 ... +60 °C
Beschermingsgraad IP 54
Gewicht, ca. 0,6 kg
Tabel 18: Technische gegevens oplader
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 23
Overzicht
3.3 Bedoeld gebruik
De pedelec mag uitsluitend in correcte functionele
toestand worden gebruikt. Per land kunnen van de
standaarduitvoering afwijkende eisen aan de
pedelec worden gesteld. Voor deelname aan het
verkeer gelden deels bijzondere voorschriften met
betrekking tot de rijverlichting, de reflectoren en
andere onderdelen.
De algemene wetgeving en voorschriften ter
voorkoming van ongevallen en ter bescherming
van het milieu van het betreffende gebruiksland
moeten in acht worden genomen. Alle instructies
en checklists in deze gebruikshandleiding moeten
worden aangehouden. Montage van
goedgekeurde accessoires door een vakman is
toegestaan.
Aan elke pedelec is een bepaald type pedelec
toegekend waaruit het bedoelde gebruik en het
toepassingsgebied volgt.
Stads- en toerfiets Kinderfiets/
jeugdfiets Mountainbikes Racefiets Transportfiets Vouwfiets
Stads- en toerfietsen
zijn bedoeld voor
dagelijks, comfortabel
gebruik. Ze zijn
geschikt voor deel-
name aan het open-
bare verkeer.
Deze gebruikshand-
leiding moet voor
ingebruikname door
de opvoeder van de
minderjarige berijder
worden gelezen en
begrepen.
De inhoud van deze
gebruikshandleiding
moet, op een bij de
leeftijd passende
wijze, aan de berijder
worden overgedra-
gen.
Kinder- en jeugdfiet-
sen zijn geschikt voor
deelname aan het
verkeer. Om orthope-
dische redenen moet
de grootte van de
pedelec regelmatig
worden gecontro-
leerd.
Ten minste elke drie
maanden moet wor-
den gecontroleerd of
nog aan het toege-
stane totaalgewicht is
voldaan.
Mountainbikes zijn
bedoeld voor sportief
gebruik. Construc-
tieve kenmerken zijn
een korte wielbasis,
een naar voren ver-
schoven zitpositie en
remmen met geringe
bedienkracht.
De mountainbike is
sportuitrusting, die
naast lichamelijke fit-
heid een gewen-
ningsfase vereist. Het
gebruik moet getraind
worden; in het bijzon-
der moet worden
geoefend in het
maken van bochten
en het remmen.
De belasting op de
berijder, in het bijzon-
der op handen en pol-
sen, armen,
schouders, nek en
rug is aanmerkelijk
groter. Een ongeoe-
fende berijder neigt
gemakkelijk tot te
hard remmen, wat
leidt tot verlies van
controle.
De racefiets is
bedoeld voor snel rij-
den op wegen met
een goed, onbescha-
digd wegoppervlak.
De racefiets is spor-
tuitrusting en geen
verkeersmiddel. De
racefiets onder-
scheidt zich door zijn
lichte uitvoering en
door minder voor het
fietsen benodigde
onderdelen.
De framegeometrie
en de positie van de
bedieningselemen-
ten zijn bedoeld om
met hoge snelheden
te kunnen rijden.
Door de framecon-
structie is oefening
vereist voor het veilig
op- en afstappen, het
langzaam rijden en
het remmen.
De zitpositie is spor-
tief. De belasting op
de berijder, in het bij-
zonder op handen en
polsen, armen,
schouders, nek en
rug is aanmerkelijk
groter. Deze zitpositie
vereist lichamelijke
fitheid.
De transportfiets is
geschikt voor het
dagelijks transporte-
ren van lasten in het
openbare wegver-
keer.
Het transporteren van
lasten vereist handig-
heid en lichamelijke
fitheid om het extra
gewicht in balans te
houden. De wisse-
lende beladingstoe-
standen en
gewichtsverdelingen
vereisen oefening en
handigheid bij het
remmen en het rijden
door bochten.
De lengte en breedte
en de draaicirkel ver-
eisen een relatief
lange gewennings-
fase. Met de trans-
portfiets moet
anticiperend worden
gereden. Dat geldt
voor het wegverkeer
en voor de toestand
van de weg.
De vouwfiets is
geschikt voor deel-
name aan het open-
bare verkeer.
De vouwfiets kan
worden samengevou-
wen en daarmee
geschikt voor ruimte-
besparend transport,
bijvoorbeeld in het
openbaar vervoer of
een personenauto.
De vouwbaarheid van
de vouwfiets vereist
het gebruik van kleine
wielen en lange rem-
leidingen en bowden-
kabels. Onder
verhoogde belasting
moet daarom reke-
ning worden gehou-
den met een
verminderde rijstabili-
teit en remwerking,
verminderd comfort
en verminderde han-
teerbaarheid.
Tabel 19: Bedoeld gebruik
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 24
Overzicht
3.4 Niet-bedoeld gebruik
Niet in acht nemen van het bedoelde gebruik leidt
tot gevaar voor persoonlijk letsel en materiële
schade. Voor onderstaand gebruik is de pedelec
niet geschikt:
manipulaties aan de elektrische aandrijving,
rijden met een beschadigde of incomplete
pedelec,
rijden op trappen,
rijden door diep water,
verhuren van de pedelec aan niet-geïnstrueerde
berijders,
meenemen van andere personen,
rijden met overmatige bagage,
rijden met losse handen,
rijden op ijs en sneeuw,
ondeskundig onderhoud,
ondeskundige reparatie,
zware gebruiksomstandigheden zoals
beroepsmatig gebruik, en
stunts en sprongen.
Stads- en toerfiets Kinderfiets/
jeugdfiets Mountainbikes Racefiets Transportfiets Vouwfiets
Stads- en toerfietsen
zijn geen sportfiet-
sen. Bij sportief
gebruik moet reke-
ning worden gehou-
den met verminderde
rijstabiliteit en vermin-
derd comfort.
Kinder- en jeugdfiet-
sen zijn geen speel-
goed.
Mountainbikes moe-
ten voor deelname
aan het verkeer
overeenkomstig de
nationale wet- en
regelgeving alsnog
worden voorzien
van verlichting, een
spatbord, enz.
Racefietsen moeten
voor deelname aan
het verkeer overeen-
komstig de nationale
wet- en regelgeving
alsnog worden voor-
zien van verlichting,
een spatbord, enz.
De transportfiets is
geen toer- of sport-
fiets.
De vouwfiets is geen
sportfiets.
Tabel 20: Aanwijzingen met betrekking tot niet-bedoeld gebruik
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 25
Overzicht
3.5 Technische gegevens
3.5.1 Pedelec
aandrijfeenheid
Trapasversnelling
Accu
Bediening
Oplader
Transporttemperatuur -15 ... +60 °C
Opslagtemperatuur -15 ... +60 °C
Ontlaadtemperatuur -15 ... +60 °C
Bedrijfstemperatuur -0 ... +45 °C
Ontlaadtemperatuur -15 ... +60 °C
Laadtemperatuur 0 ... +45 °C
Temperatuur werkplek 15 °C - 25 °C
Afgegeven vermogen/systeem 250 W (0,25 kW)
Uitschakelsnelheid 25 km/h
Gewicht van de rijklare pedelec zie typeplaat
Tabel 21: Technische gegevens pedelec
Nominaal duurvermogen 250 W
Max. vermogen 400 W
Koppel op de ketting, max. 60 Nm
Nominale spanning 36 V
Bedrijfstemperatuur -20 ... +60 °C
Opslagtemperatuur -20 ... +60 °C
Beschermingsgraad IP 54
Gewicht, ca. 2kg
Tabel 22: Technische gegevens aandrijfeenheid
Ondersteuningsmoment, max. 60 Nm
Q-factor, min. 135 (zonder crankarm)
Bedrijfstemperatuur -20 ... +60 °C
Opslagtemperatuur -20 ... +60 °C
Beschermingsgraad IP 54
Kettinglijn 49, 52 mm
Gewicht, ca. 1,3 kg
Tabel 23: Technische gegevens trapasversnelling
Type Lithium-ion-accu
Nominale spanning 36 V
Nominale capaciteit 7Ah
Vermogen 252 Wh
Bedrijfstemperatuur -20 ... +60 °C
Opslagtemperatuur -20 ... +60 °C
Ontlaadtemperatuur -20 ... +60 °C
Laadtemperatuur 0 ... +45 °C
Beschermingsgraad IP 54
Gewicht, ca. 1,4 kg
Tabel 24: Technische gegevens accu
Bedrijfstemperatuur -20 ... +60 °C
Opslagtemperatuur -20 ... +60 °C
Beschermingsgraad
(bij gesloten USB-klepje)
IP 54
Gewicht, ca. 0,075 kg
Tabel 25: Technische gegevens bediening
Nominale ingangsspanning 100 ... 240 V AC
Frequentie 50 ... 60 Hz
Uitgangsspanning 42 V DC
Laadstroom 2 A
Bedrijfstemperatuur -20 ... +60 °C
Opslagtemperatuur -20 ... +60 °C
Beschermingsgraad IP 54
Gewicht, ca. 0,6 kg
Tabel 26: Technische gegevens oplader
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 26
Overzicht
3.5.2 Emissies
*Aan de beschermingseisen conform de EMC-richtlijn
2014/30/EU is voldaan. De pedelec en de oplader kunnen
zonder beperkingen in een woonomgeving worden gebruikt.
3.5.3 Aanhaalmoment
*voor zover op het onderdeel geen andere gegevens staan
vermeld
A-gewogen geluidsemissiedruk < 70 dB(A)
Totale waarde van de trillingen waaraan
het hand-armstelsel wordt blootgesteld
<2,5m/s²
Maximale kwadratische gemiddelde
waarde van de frequentiegewogen
versnelling waaraan het gehele lichaam
wordt blootgesteld
<0,5m/s²
Tabel 27: Emissies door de pedelec*
Aanhaalmoment asmoer 35 Nm - 40 Nm
Maximaal aanhaalmoment
klemschroeven stuur*
5Nm - 7Nm
Tabel 28: Aanhaalmomenten
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 27
Overzicht
3.6 Omgevingseisen
De pedelec mag worden gebruikt binnen een
temperatuurbereik van 5 °C - 35 °C. Buiten dit
temperatuurbereik is de capaciteit van het
aandrijfsysteem beperkt.
Bij wintergebruik (in het bijzonder onder 0 °C)
adviseren wij de bij kamertemperatuur opgeladen
en opgeslagen accu pas kort voor vertrek op de
pedelec aan te brengen. Bij lange ritten in de kou
is het aan te bevelen een thermische bescherming
te gebruiken.
Temperaturen onder -10 °C en boven +60 °C
moeten worden vermeden.
Daarnaast moeten de volgende temperaturen
worden aangehouden.
Op de typeplaat bevinden zich pictogrammen voor het toepassingsgebied van de pedelec. Controleer voor
het eerste gebruik op welke wegen u mag rijden.
Optimale temperatuur gebruik C - 3C
Transporttemperatuur -10 °C - 50 °C
Opslagtemperatuur -10 °C - 50 °C
Temperatuur werkplek 15 °C - 25 °C
Temperatuur laden 0 °C - 40 °C
Tabel 29: Technische gegevens pedelec
Toepassings
gebied Stads- en toerfiets Kinderfiets/
jeugdfiets Mountainbikes Racefiets Transportfiets Vouwfiets
Geschikt voor geas-
falteerde en ver-
harde wegen.
Geschikt voor geas-
falteerde en ver-
harde wegen.
Geschikt voor geas-
falteerde en ver-
harde wegen.
Geschikt voor geas-
falteerde en ver-
harde wegen.
Geschikt voor geas-
falteerde en ver-
harde wegen.
Geschikt voor geas-
falteerde wegen,
fietspaden en goed
verharde steenslag-
wegen, voor wat lan-
gere routes met een
matige stijging en
voor sprongen tot
15 cm.
Geschikt voor geas-
falteerde wegen,
fietspaden en goed
verharde steenslag-
wegen, voor wat lan-
gere routes met een
matige stijging en
voor sprongen tot
15 cm.
Geschikt voor
geasfalteerde
wegen, fietspaden
en lichte tot veelei-
sende terreinrou-
tes, voor routes
met een matige stij-
ging en voor spron-
gen tot 61 cm.
Geschikt voor geas-
falteerde wegen,
fietspaden en goed
verharde steenslag-
wegen, voor wat lan-
gere routes met een
matige stijging en
voor sprongen tot
15 cm.
Geschikt voor
geasfalteerde
wegen, fietspaden
en lichte tot veelei-
sende terreinrou-
tes, voor beperkt
downhill-gebruik en
voor sprongen tot
122 cm.
Geschikt voor
geasfalteerde
wegen, fietspaden
en lichte tot zeer
zware terreinrou-
tes, voor onbe-
perkt downhill-
gebruik en voor
sprongen tot wille-
keurige hoogte.
Tabel 30: Toepassingsgebied
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 28
Overzicht
De pedelec is niet geschikt voor de volgende toepassingsgebieden:
Toepassings
gebied Stads- en toerfiets Kinderfiets/
jeugdfiets Mountainbikes Racefiets Transportfiets Vouwfiets
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit van meer dan
15 cm.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit van meer dan
15 cm.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit
sprongen uit van
meer dan 15 cm.
Rijd nooit buiten
verharde wegen en
voer nooit sprongen
uit van meer dan
15 cm.
Rijd nooit downhill
en voer nooit
sprongen uit van
meer dan 61 cm.
Rijd nooit over zeer
zware terreinroutes
en voer nooit
sprongen uit van
meer dan 122 cm.
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 29
Overzicht
3.7 Beschrijving van besturing en
weergaven
3.7.1 Stuur
Afbeelding 20: Detailaanzicht pedelec vanuit berijderpositie
gezien, voorbeeld
1 Remhendel achter
2 Remhendel voor
3 Bediening
4 Vorkblokkering op de verende voorvork
5 Schakelhendel
3.7.2 Accu
Afbeelding 21: Accu, aanzicht zijde laadaansluiting
1 Laadaansluiting
2 Aan/uit-toets
3 Laadtoestandweergave (accu)
Bij het inschakelen van de accu toont de
laadtoestandweergave de startanimatie. Daarna
geven de LED's kort de laadtoestand van de accu
aan. De vijf groene LED's van de
laadtoestandweergave geven bij ingeschakelde
accu de laadtoestand van de accu aan. Daarbij
komt elke LED ongeveer overeen met 20 % van
de laadcapaciteit. Wanneer de accu is ontladen,
licht de laatste LED periodiek op.
De laadtoestand van de accu wordt tevens
weergegeven op de bediening.
3.7.3 Displayweergaven bediening
3.7.4 Bediening
Afbeelding 22: Overzicht opbouw en bedieningselementen
De bediening stuurt door middel van drie toetsen
het aandrijfsysteem aan en toont ofwel de
laadtoestand van de accu of de geselecteerde
trapondersteuning.
De accu van de pedelec voedt de bediening
wanneer er een voldoende opgeladen accu op de
pedelec is gemonteerd en het aandrijfsysteem is
ingeschakeld.
3.7.4.1 Weergavebalk
De weergavebalk van de bediening bestaat uit
11 LED's. De bovenste LED dient als
statusweergave, die u informeert over de status
van uw pedelec. De resterende 10 LED's dienen
als weergave voor de laadtoestand en de
trapondersteuning.
1
2
34
5
Naam
1 Weergavebalk
2 Bovenste toets
3 Middelste toets
4 Onderste toets
5 Uitbreidingsaansluiting
6 Weergave laadtoestand resp. trapondersteuning
7 Statusscherm
Tabel 31: Overzicht bedieningselement
Bedrijfstemperatuur -20 ... +60 °C
Opslagtemperatuur -20 ... +60 °C
Beschermingsgraad
(bij gesloten USB-klepje)
IP 54
Gewicht, ca. 0,075 kg
Tabel 32: Technische gegevens display
1
2
3
4
5
7
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 30
Overzicht
Statusscherm
De statusweergave toont een statusverandering
of een actieve storing. De statusweergave brandt
niet als er geen storing wordt gedetecteerd.
De verschillende kleuren van de statusweergave
hebben de volgende betekenis:
3.7.4.2 Ondersteuningsniveau
Met de bediening kunt u het gewenste
ondersteuningsniveau instellen. De
trapondersteuning kan op elk moment worden
gewijzigd.
Hoe hoger het niveau van de trapondersteuning
wordt geselecteerd, hoe meer het aandrijfsysteem
de berijder ondersteunt bij het trappen. De
volgende ondersteuningsniveaus zijn
beschikbaar.
De volgende ondersteuningsniveaus zijn
mogelijk:
Resterend bereik
Zowel voorafgaand aan als tijdens een rit kan
geen nauwkeurige voorspelling worden gedaan
over het resterende bereik van uw systeem.
Meerdere factoren kunnen het bereik van uw
pedelec beïnvloeden, zoals bv.
ondersteuningsniveau, snelheid, schakelgedrag,
type banden en bandenspanning, route- en
weersomstandigheden, gewicht van berijder en
pedelec en de toestand resp. de leeftijd van de
accu.
Kleur Betekenis
groen
De statusweergave licht na correcte montage van
de aandrijfeenheid op de pedelec kort groen op. Zo
krijgt u een visueel signaal dat het systeem kan
worden ingeschakeld.
geel
De statusweergave brandt bij het optreden van een
"soft fault" kort geel op. Dat betekent, dat er sprake
is van een tijdelijke of niet-kritische storing, die in
de meeste gevallen leidt tot vermogensverlies. Bij
een "soft fault" kunt u met de pedelec blijven rijden.
Dat wordt echter niet aanbevolen.
rood
De statusweergave licht bij het optreden van een
"hard fault" rood op. Bij het optreden van een "hard
fault" kan de pedelec niet meer worden bediend en
moet deze onderhoud ondergaan.
Tabel 33: Betekenis kleuren statusweergave
Ondersteunings-
niveau Gebruik
GEEN
De ondersteuning door de motor is
gedeactiveerd. De pedelec kan
worden gebruikt als een gewone fiets.
BREEZE
Geringe, maar effectieve
ondersteuning voor een maximaal
bereik.
RIVER Betrouwbare ondersteuning voor de
meeste situaties.
ROCKET Maximale ondersteuning voor
veeleisende ritten.
Tabel 34: Overzicht ondersteuningsniveaus
Ondersteunings-
niveau
Kleur
Max. onder-
steunings-
factor
Max. vermo-
gen
GEEN WIT 0 % 0 W
BREEZE GROEN 75 % 125 W
RIVER BLAUW 150 % 250 W
ROCKET ROZE 240 % 400 W
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 31
Transport en opslag
4 Transport en opslag
4.2 Transport
Neem bij transport het gewicht van de rijklare
pedelec in acht.
Verwijder voor transport van de pedelec het
display en de accu.
Bescherm de elektrische componenten en
aansluitingen van de pedelec met passende
hoezen tegen weersinvloeden.
Verwijder voor transport van de pedelec
accessoires als bidons.
Gebruik bij transport met een personenauto
een passende fietsdrager.
4.1 Fysieke
transporteigenschappen
4.1.1 Afmetingen bij transport
Informatie over de afmetingen van de doos was
bij het opstellen van de gebruikshandleiding nog
niet bekend. Zie voor deze informatie de
nieuwste gebruikshandleiding op het
dealerportaal.
4.1.2 Transportgewicht
Informatie over de afmetingen van de doos was
bij het opstellen van de gebruikshandleiding nog
niet bekend. Zie voor deze informatie de
nieuwste gebruikshandleiding op het
dealerportaal.
4.1.3 Voorziene handgrepen/hijspunten
Informatie over de afmetingen van de doos was
bij het opstellen van de gebruikshandleiding nog
niet bekend. Zie voor deze informatie de
nieuwste gebruikshandleiding op het
dealerportaal.
Vallen bij onbedoelde activering
Bij onbedoelde activering van het
aandrijfsysteem bestaat gevaar voor letsel.
Verwijder de accu voordat de pedelec wordt
getransporteerd.
Brand- en explosiegevaar door hoge
temperaturen
Te hoge temperaturen leiden tot schade aan de
accu. De accu kan ontvlammen en exploderen.
Stel de accu niet langdurig bloot aan invallend
zonlicht.
VOORZICHTIG
!
Olieverlies bij ontbrekende transportbeveiliging
De transportbeveiliging van de rem voorkomt dat
de rem tijdens het transport onbedoeld wordt
bediend. Hierdoor kan onherstelbare schade aan
het remsysteem optreden of olieverlies, wat tot
milieuschade kan leiden.
Trek nooit aan de remhendel wanneer het wiel
is gedemonteerd.
Gebruik bij transport met gedemonteerde
wielen altijd de transportbeveiliging.
Aanwijzing
Wanneer de pedelec op zijn kant ligt, kunnen olie
en vet uit de pedelec vrijkomen.
Wanneer de transportdoos met de pedelec erin
op zijn kant ligt of op de kopse kant staat, biedt
deze onvoldoende bescherming tegen
beschadiging van het frame en de wielen.
Transporteer de pedelec uitsluitend staand.
Fietsdragersystemen waarbij de pedelec
ondersteboven op het stuur of frame wordt
vastgezet, oefenen tijdens het transport
ontoelaatbare krachten uit op de onderdelen.
Hierdoor kan een breuk optreden in dragende
delen.
Gebruik nooit fietsdragersystemen waarbij de
pedelec ondersteboven op het stuur of het
frame wordt vastgezet.
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 32
Transport en opslag
Transporteer de pedelec op een droge, schone
en tegen invallend zonlicht beschermde plek.
4.2.1 Accu vervoeren
Accu's vallen onder de voorschriften voor
gevaarlijke stoffen. Particulieren mogen
onbeschadigde accu's over de weg vervoeren.
Bij beroepstransport moeten de voorschriften
worden aangehouden voor verpakking,
etikettering en vervoer van gevaarlijke stoffen.
Open contacten moeten zijn afgedekt en de accu
moet goed zijn verpakt.
4.2.2 Accu verzenden
De accu valt onder de gevaarlijke stoffen en mag
uitsluitend door opgeleid personeel worden
verpakt en verzonden. Neem hiervoor contact op
met uw dealer.
4.2.3 Transportbeveiliging rem gebruiken
Steek de transportbeveiligingen tussen de
remvoeringen.
De transportbeveiliging klemt tussen de beide
remvoeringen.
Afbeelding 23: Transportbeveiliging bevestigen
4.3 Opslag
Zet bij een pedelec met hydraulische zadelpen
uitsluitend de onderste zadelpen of het frame
vast in een montagestandaard, om schade aan
de zadelpen of de hendel van de zadelpen te
voorkomen.
Zet een pedelec met hydraulische zadelpen nooit
ondersteboven op de grond, om schade aan de
hendel van de zadelpen te voorkomen.
Sla pedelec, accu en oplader op in een droge en
schone omgeving.
Temperaturen onder -10 °C en boven +60 °C
moeten worden vermeden. Opslag bij een
temperatuur van ca. 20 °C is gunstig voor een
lange levensduur.
Aanwijzing
De dealer dient u graag van advies bij een juiste
keuze en een veilig gebruik van een passend
dragersysteem.
Voor verzending van de pedelec wordt
aanbevolen de dealer opdracht te geven de
pedelec op de juiste manier gedeeltelijk te
demonteren en te verpakken.
Brand- en explosiegevaar door hoge
temperaturen
Temperaturen boven 60 °C kunnen ertoe leiden
dat vloeistof uit de accu vrijkomt en de behuizing
wordt beschadigd. De accu kan ontvlammen en
exploderen.
Bescherm de accu tegen hoge temperaturen.
Sla de accu nooit op in de nabijheid van hete
of brandbare voorwerpen.
Stel de accu niet langdurig bloot aan invallend
zonlicht en sla deze niet op in de nabijheid van
verwarmingstoestellen.
Aanwijzing
Wanneer de pedelec op zijn kant ligt, kunnen olie
en vet uit de pedelec vrijkomen.
Wanneer de transportdoos met de pedelec erin
op zijn kant ligt of op de kopse kant staat, biedt
deze onvoldoende bescherming tegen
beschadiging van het frame en de wielen.
Sla de pedelec uitsluitend staand op.
Optimale opslagtemperatuur pedelec 20 °C
Optimale opslagtemperatuur accu 22 °C - 26 °C
Tabel 35: Opslagtemperatuur voor de accu, de pedelec en de
oplader
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 33
Transport en opslag
4.3.1 Onderbreking van het gebruik
Wanneer de pedelec, bv. in de winter, langer dan
vier weken buiten gebruik wordt gesteld, moet het
op de onderbreking van het gebruik worden
voorbereid.
4.3.1.1 Onderbreking van het gebruik
voorbereiden
Verwijder de accu van de pedelec.
Laad de accu ca. 30 % – 60 % op.
Maak de pedelec schoon met een vochtige doek
en conserveer deze met wasspray. Spuit nooit
was op de remvlakken van de rem.
Voor langere stilstandperioden is het aan te
bevelen een inspectie, grondige reiniging en
conservering te laten uitvoeren door de dealer.
4.3.1.2 Onderbreking van het gebruik uitvoeren
Sla pedelec, accu en oplader op in een droge
en schone omgeving. Wij adviseren opslag in
een onbewoonde ruimte voorzien van een
rookmelder. Geschikt zijn droge ruimten met
een omgevingstemperatuur van ca. 20 °C.
Laad de displayaccu elke 3 maanden
gedurende ten minste 1 uur op.
Controleer na 6 maanden de laadtoestand van
de accu. Laad de accu weer ca. 30 % – 60 %
op wanneer nog slechts één LED van de
laadtoestandweergave brandt.
Aanwijzing
Wanneer de accu een periode niet wordt gebruikt
treedt ontlading op. Hierdoor kan de accu schade
oplopen.
Laad de accu elke 6 maanden op.
Wanneer de accu continu op de oplader wordt
aangesloten, kan de accu schade oplopen.
Sluit de accu niet continu aan op de oplader.
Wanneer de displayaccu een periode niet wordt
gebruikt treedt ontlading op. Hierdoor kan de
accu onherstelbare schade oplopen.
Laad de displayaccu elke 3 maanden
gedurende ten minste 1 uur op.
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 34
Montage
5 Montage
Voer montagewerkzaamheden aan de pedelec
uit in een schone en droge omgeving.
De temperatuur op de werkplek moet 15 °C -
25 °C bedragen.
Wanneer een montagestandaard wordt gebruikt,
moet deze zijn goedgekeurd voor een gewicht
van 30 kg.
Om het gewicht te verminderen, is het aan te
bevelen de accu altijd gedurende het gebruik van
de montagestandaard van de pedelec te
verwijderen.
5.1 Vereist gereedschap
Om de pedelec op te bouwen is onderstaand
gereedschap vereist:
5.2 Uitpakken
Het verpakkingsmateriaal bestaat hoofdzakelijk
uit karton en kunststof folie.
Voer de verpakking af conform de lokale
voorschriften.
5.2.1 Levering
De pedelec is voor testdoeleinden in de fabriek
eerst volledig gemonteerd en vervolgens voor het
transport weer gedeeltelijk gedemonteerd.
De pedelec is voor 95 - 98 % voorgemonteerd.
Tot de levering behoort:
de voorgemonteerde pedelec,
het voorwiel,
de pedalen,
de snelspanners (optioneel),
de oplader,
•de gebruikshandleiding.
De accu wordt apart van de pedelec geleverd.
Oogletsel
Wanneer afstellingen van onderdelen niet correct
worden uitgevoerd, kunnen er problemen
optreden die onder bepaalde omstandigheden tot
ernstig letsel kunnen leiden.
Draag altijd een veiligheidsbril ter
bescherming van uw ogen bij de montage.
Beknelling bij onbedoelde activering
Bij onbedoelde activering van het
aandrijfsysteem bestaat gevaar voor letsel.
Verwijder de accu wanneer deze voor de
montagewerkzaamheden niet absoluut
noodzakelijk is.
Temperatuur werkplek 15 °C - 25 °C
Tabel 36: Temperatuur werkplek
•mes,
inbussleutels (2,5 mm, 3 mm, 4 mm, 5 mm,
6 mm en 8 mm),
momentsleutel met een werkbereik van 5 tot
40 Nm,
Torx-sleutel T25,
ringsleutels (8 mm, 9 mm, 10 mm) 13 mm,
14 mm en 15 mm), en
kruiskop- en sleufschroevendraaiers.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
Letsel aan handen door verpakking
De transportdoos is gesloten met metalen
krammen. Bij het uitpakken en verscheuren van
de verpakking bestaat gevaar voor steek- en
snijwonden.
Draag geschikte handschoenen.
Verwijder metalen krammen met een tang
voordat de transportdoos wordt geopend.
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 35
Montage
5.3 In gebruik nemen
Omdat de eerste ingebruikname van de pedelec
speciaal gereedschap en bijzondere vakkennis
vereist, mag dit uitsluitend worden uitgevoerd
door opgeleid personeel.
In de praktijk wordt een onverkochte pedelec vaak
spontaan voor een proefrit aan eindgebruikers
meegegeven zodra deze er rijklaar uitziet.
Daarom is het zinvol elke pedelec na opbouw
direct in de volledig gebruiksklare toestand te
brengen.
Om de pedelec rijklaar te maken, moeten alle
in het montageprotocol (zie bijlage)
beschreven montagewerkzaamheden worden
uitgevoerd. Daarin staan alle voor de veiligheid
relevante inspecties, testen en
onderhoudswerkzaamheden voor de pedelec
beschreven in een aparte lijst.
Vul ter kwaliteitsborging een montageprotocol
in.
5.3.1 Accu controleren
De accu moet worden gecontroleerd voordat deze
de eerste keer wordt opgeladen.
Druk op de aan/uit-toets (accu).
Wanneer geen enkele LED van de
laadtoestandweergave gaat branden, is de
accu mogelijk beschadigd.
Wanneer ten minste één, maar niet alle LED's
van de laadtoestandweergave gaan branden,
kan de accu volledig worden opgeladen.
Breng, wanneer de accu is opgeladen, deze
aan op de pedelec.
Brand- en explosiegevaar door verkeerde
oplader
Een accu, die wordt opgeladen met een
ongeschikte oplader, kan inwendige schade
oplopen. Dit kan leiden tot brand of een explosie.
Gebruik voor de accu uitsluitend de
meegeleverde oplader.
Voorzie, om verwisseling te voorkomen, de
meegeleverde oplader van een eenduidige
markering, bijvoorbeeld het framenummer of
het typenummer van de pedelec.
Verbranding door een hete aandrijving
Tijdens het gebruik kan de koeler van de
aandrijving zeer heet worden. Bij contact kan
verbranding optreden.
Laat voorafgaand aan de reiniging de
aandrijfeenheid afkoelen.
VOORZICHTIG
!
Brand- en explosiegevaar door een defecte
accu
Bij een beschadigde of defecte accu kan de
beveiligingselektronica uitvallen. De
restspanning kan kortsluiting veroorzaken. De
accu kan ontvlammen en exploderen.
Laad nooit een defecte accu op.
WAARSCHUWING
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 36
Montage
5.3.2 Wiel monteren in Suntour-vork
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
5.3.2.1 Wiel met schroefas (15 mm) monteren
Steek de as vanaf de aandrijfzijde volledig in
de naaf.
Afbeelding 24: As volledig insteken
Zet de as vast met 8-10 Nm met een 5 mm
inbussleutel.
Afbeelding 25: As vastzetten
Breng de vergrendelschroef aan aan de
tegenoverliggende zijde.
Afbeelding 26: Snelspanhendel in as schuiven
Zet de vergrendelschroef vast met 5-6 Nm met
een 5 mm inbussleutel.
De hendel is gemonteerd.
Afbeelding 27: Vergrendelschroef vastdraaien
5.3.2.2 Wiel met schroefas (20 mm) monteren
Steek de as vanaf de aandrijfzijde volledig in
de naaf.
Afbeelding 28: Aangebrachte as vastdraaien
Zet de vergrendelklem vast met 7 Nm met een
4 mm inbussleutel.
Afbeelding 29: As vastzetten
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 37
Montage
5.3.2.3 Wiel met opsteekas monteren
Schuif de opsteekas vanaf de aandrijfzijde in
de naaf. Uitvoering II spannen
Afbeelding 30: As in de naaf schuiven
Zet de as vast met de rode hendel.
Afbeelding 31: As vastzetten
Schuif de snelspanhendel in de as.
Afbeelding 32: Snelspanhendel in as schuiven
Haal de snelspanhendel om.
De hendel is geborgd.
Afbeelding 33: Hendel borgen
Vallen door losgeraakte opsteekas
Een defecte of onjuist gemonteerde opsteekas
kan gegrepen worden door de remschijf en het
wiel blokkeren. Een val is het gevolg.
Monteer nooit een defecte opsteekas.
Vallen door defecte of verkeerd gemonteerde
opsteekas
De remschijf kan tijdens gebruik zeer heet
worden. Onderdelen van de opsteekas kunnen
hierdoor schade oplopen. De opsteekas kan
losraken. Een val met letsel is het gevolg.
De opsteekas en de remschijf moeten aan
tegenover elkaar liggende zijden zitten.
Vallen door verkeerde afstelling van de
opsteekas
Onvoldoende spankracht leidt tot een ongunstige
krachtoverdracht. De verende voorvork of de
opsteekas kunnen breken. Een val met letsel is
het gevolg.
Bevestig een opsteekas nooit met
gereedschap (bv. een hamer of tang).
VOORZICHTIG
!
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 38
Montage
Controleer de stand en spankracht van de
snelspanhendel. De snelspanhendel moet vlak
tegen de onderste behuizing aanliggen. Bij het
omhalen van de snelspanhendel moet een
lichte afdruk op de handpalm te zien zijn.
Afbeelding 34: Perfecte stand van de spanhendel
Stel zo nodig de spankracht van de
spanhendel af met een 4 mm inbussleutel.
Controleer daarna opnieuw de stand en
spankracht van de snelspanhendel.
Afbeelding 35: Spankracht van de snelspanner afstellen
5.3.3 Wiel met snelspanner monteren
Controleer voor montage dat de flens van de
snelspanner is uitgeschoven. Open de hendel
volledig.
Afbeelding 36: Gesloten en geopende flens
Vallen door losgeraakte snelspanner
Een defecte of onjuist gemonteerde snelspanner
kan gegrepen worden door de remschijf en het
wiel blokkeren. Een val is het gevolg.
Monteer nooit een defecte snelspanner.
Vallen door defecte of verkeerd gemonteerde
snelspanner
De remschijf kan tijdens gebruik zeer heet
worden. Onderdelen van de snelspanner kunnen
hierdoor schade oplopen. De snelspanner kan
losraken. Een val met letsel is het gevolg.
De snelspanhendel van het voorwiel en de
remschijf moeten aan tegenover elkaar
liggende zijden zitten.
Vallen door verkeerde afstelling van de
spankracht
Een te hoge spankracht beschadigt de
snelspanner zodat deze zijn werking verliest.
Onvoldoende spankracht leidt tot een ongunstige
krachtoverdracht. De verende voorvork of de
snelspanner kunnen breken. Een val met letsel is
het gevolg.
Bevestig een snelspanner nooit met
gereedschap (bv. een hamer of tang).
Gebruik uitsluitend spanhendels met correct
afgestelde spankracht.
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 39
Montage
Schuif de schuif naar binnen tot u een klik
hoort. Controleer dat de flens is uitgeschoven.
Afbeelding 37: Snelspanner inschuiven
Stel de spanning af met halfgeopende
spanhendel tot de flens aan het uitvaleinde
aanligt.
Afbeelding 38: Spanning afstellen
Sluit de snelspanner volledig. Controleer dat
de snelspanner goed vast zit en stel deze zo
nodig op de flens beter af.
De hendel is geborgd.
Afbeelding 39: Snelspanner sluiten
5.3.4 Wiel monteren in FOX-vork
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
5.3.4.1 Wiel met snelspanner (15 mm)
De montageprocedure is hetzelfde voor de
15 x 100 mm als voor de 15 x 110 mm
snelspanner.
Breng het voorwiel aan in de uitvaleinden van
de vork. Schuif de as door het uitvaleinde en
de naaf vanaf de niet-aandrijfzijde.
Afbeelding 40: Snelspanner inschuiven
Open de ashendel.
Draai de as 5 tot 6 volle slagen rechtsom in de
asmoer.
Sluit de snelspanhendel. De hendel moet
voldoende spanning hebben, om een afdruk op
uw hand achter te laten.
De hendel moet zich in gesloten stand
1 tot 20 mm voor de vorkpoot bevinden.
Afbeelding 41: Afstand hendel tot vorkpoot
Wanneer de hendel niet genoeg of juist teveel
spanning heeft, als hij in de aanbevolen stand
is gesloten (1 tot 20 mm voor de vork), moet de
snelspanner worden afgesteld.
1-20 mm
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 40
Montage
5.3.4.2 FOX-snelspanner afstellen
Afbeelding 42: Opbouw snelspanner van achteren met (1)
asmoerborging, (2) asmoer-vergrendelschroef, (3)
aanwijspijl, (4) as-afstelwaarde en (5) asmoer
Noteer de as-afstelwaarde (4), die door de
aanwijspijl (3) wordt aangegeven.
Draai met een 2,5 mm inbussleutel de asmoer-
vergrendelschroef (2) ca. 4 slagen los, zonder
de schroef volledig te verwijderen.
Draai de snelspanhendel in de open stand en
draai de as ca. 4 slagen los.
Druk de as vanaf de zijde van de open hendel
naar binnen. Daardoor wordt de asmoer-
vergrendelschroef eruit geschoven zodat u
deze opzij kunt draaien.
Schuif de as verder door en draai de asmoer
rechtsom om de hendelspanning te verhogen,
of draai de as linksom om de hendelspanning
te verlagen.
Breng de asmoerborging weer aan en draai de
schroef met 0,9 Nm vast.
Herhaal de stappen voor montage van de as
om de juiste montage en correcte afstelling te
controleren.
5.3.4.3 Wiel met Kabolt-assen monteren
De montageprocedure is hetzelfde voor de
15 x 100 mm als voor de 15 x 110 mm Kabolt-
assen.
Breng het voorwiel aan in de uitvaleinden van
de vork. Schuif de Kabolt-as door het
uitvaleinde en de naaf vanaf de niet-
aandrijfzijde.
Afbeelding 43: Kabolt-as inschuiven
Draai de schroef van de Kabolt-as vast met
een 6 mm inbussleutel met 17 Nm.
5.3.4.4 Voorbouw en stuur controleren
Verbindingen controleren
Ga voor de pedelec staan om te controleren of
stuur, voorbouw en vorkschacht stevig met
elkaar zijn verbonden. Klem het voorwiel
tussen uw benen. Pak de handvatten van het
stuur vast. Probeer het stuur ten opzichte van
het voorwiel te verdraaien.
De voorbouw mag niet verschuiven of
verdraaien.
1
2
3
45
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 41
Montage
Goede bevestiging
Steun, met gesloten snelspanhendel, met uw
volledige lichaamsgewicht op het stuur om te
controleren of de voorbouw goed vast zit.
De stuurschacht mag niet omlaag schuiven in
de vorkschacht.
Wanneer de stuurschacht ten opzichte van de
vorkschacht kan bewegen, moet de
hendelspanning van de snelspanner worden
verhoogd. Draai daarvoor de kartelmoer met
geopende snelspanhendel iets rechtsom.
Sluit de hendel en controleer opnieuw de
bevestiging van de voorbouw.
Lagerspeling controleren
Sluit de snelspanhendel van de voorbouw om
de lagerspeling van het stuurlager te
controleren. Leg de vingers van één hand om
de bovenste stuurlagerschaal. Knijp met de
andere hand de voorwielrem in en probeer de
pedelec naar voren en achteren te duwen.
De beide schaalhelften van het lager mogen
hierbij niet ten opzichte van elkaar
verschuiven. Houd er hierbij rekening mee, dat
bij een verende voorvork met schijfrem een
eventueel merkbare speling ook kan komen
door uitgesleten lagerbussen of speling in de
remvoering.
Wanneer sprake is van speling in het
stuurlager, moet dit zo snel mogelijk worden
afgesteld omdat anders het lager schade kan
oplopen. Deze afstelling moet worden
uitgevoerd conform het handboek van de
voorbouw.
5.3.5 Verkoop van de pedelec
Vul het datablad in op de omslag van de
gebruikshandleiding.
Noteer merk en nummer van de sleutel.
Pas de pedelec aan aan de berijder.
Stel de standaard en de schakelhendel af om de
koper de afstelling te tonen.
Instrueer de eigenaar of berijder in alle functies
van de pedelec.
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 42
Gebruik
6Gebruik
6.1 Gevaren en risico's
Letsel of de dood door andere weggebruikers
Andere weggebruikers, zoals bussen,
vrachtwagens, personenauto's en voetgangers
onderschatten vaak de snelheid van pedelecs. Ook
worden pedelecrijders in het wegverkeer vaak over
het hoofd gezien. Een ongeval met ernstig resp.
dodelijk letsel kan het gevolg zijn.
Draag een fietshelm en opvallende,
reflecterende kleding.
Rijd altijd defensief.
Let op de dode hoek van afslaande voertuigen
en minder uit voorzorg snelheid bij
rechtsafslaand verkeer.
Letsel of de dood door fouten tijdens het
rijden
Een pedelec is geen fiets. Fouten tijdens het rijden
en onderschatting van de eigen snelheid leiden snel
tot gevaarlijke situaties. Een val met ernstig resp.
dodelijk letsel kan het gevolg zijn.
Wen eerst aan de snelheid, zeker wanneer u
langere tijd niet op een pedelec hebt gereden,
voordat u met snelheden boven 12 km/h gaat
rijden. Verhoog stapsgewijs het
ondersteuningsniveau van uw pedelec.
Oefen regelmatig om voluit te remmen.
Volg een rijvaardigheidstraining.
Vallen door loszittende kleding
De spaken van de wielen en de kettingaandrijving
kunnen schoenveters, sjaals en andere
loszittende kleding intrekken. Een val met letsel
kan het gevolg zijn.
Draag stevige schoenen en nauwsluitende
kleding.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
Verbranding en brand door hete motor
Tijdens het rijden wordt de motorbehuizing heet.
Bij contact kan verbranding van de huid optreden
of kunnen ander voorwerpen ontbranden.
Raak de motorbehuizing nooit direct na het
rijden aan.
Zet de pedelec direct na het rijden niet op een
ontvlambare ondergrond (gras, hout, enz.).
Vallen door vuil
Sterke vervuiling kan de werking van de pedelec
verstoren, bijvoorbeeld van de remmen. Een val
met letsel kan het gevolg zijn.
Verwijder voor het rijden sterke vervuiling.
Vallen door een slechte toestand van de weg
Losse voorwerpen, bijvoorbeeld takken, kunnen
verstrikt raken in de wielen en een val met letsel
veroorzaken.
Neem de toestand van de weg in acht.
Rijd langzaam en rem tijdig.
Aanwijzing
Door hitte of invallend zonlicht kan de
bandenspanning toenemen tot boven de
toegestane maximale druk. Hierdoor kan de band
falen.
Parkeer de pedelec nooit in de zon.
Controleer op warme dagen regelmatig de
bandenspanning en corrigeer deze zo nodig.
Bij afdalingen kunnen hoge snelheden worden
bereikt.
De pedelec is niet bedoeld om langdurig harder te
rijden dan 25 km/h. Bij een voortdurend hogere
belasting kunnen in het bijzonder de banden
falen.
Rem de pedelec af wanneer snelheden boven
25 km/h worden bereikt.
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 43
Gebruik
6.1.1 Tips voor een groter bereik
Hoe ver kan de pedelec eigenlijk rijden? Er is
geen eenvoudig antwoord op deze vraag omdat
het bereik afhankelijk is van vele factoren. Een
bereik van minder dan 20 kilometer op één
acculading is net zo goed mogelijk als meer dan
100 kilometer. In het algemeen gelden er echter
enkele tips, waarmee het bereik kan worden
gemaximaliseerd.
Trapfrequentie
Bij trapfrequenties boven 50 omwentelingen per
minuut wordt een optimale efficiency van de
aandrijfeenheid bereikt. Zeer langzaam trappen
kost juist veel energie.
Gewicht
De massa moet worden geminimaliseerd, het
totaalgewicht van pedelec en bagage moet niet
onnodig hoog zijn.
Optrekken en remmen
Frequent optrekken en remmen is, net als bij een
auto, minder zuinig dan lange stukken met een zo
gelijkmatig mogelijke snelheid.
Versnelling
De juiste versnelling maakt ook het rijden
efficiënter: bij optrekken en hellingen bij voorkeur
een lage versnelling, opschakelen al naar gelang
terrein en snelheid. De boordcomputer geeft
hiervoor schakeltips.
Bandenspanning
De rolweerstand kan door een correcte
bandenspanning worden geminimaliseerd. Tip:
rijd voor een zo groot mogelijk bereik met de
maximaal toegestane bandenspanning.
Weergave motorvermogen
Neem de weergave van het motorvermogen op
het display in acht en pas uw rijstijl daarop aan.
Een lange balk betekent een hoog
stroomverbruik.
Accu en temperatuur
Met afnemende temperatuur neemt de capaciteit
van de accu af, omdat de elektrische weerstand
toeneemt. In de winter moet daarom rekening
worden gehouden met een vermindering van het
gangbare bereik.
6.1.2 Persoonlijke
beschermingsmiddelen
Het dragen van een geschikte fietshelm wordt
aanbevolen. Daarnaast wordt aanbevolen lange,
nauwsluitende en reflecterende fietskleding en
stevige schoenen te dragen.
Aanwijzing
Door de open uitvoering kan binnendringend
vocht bij lage temperaturen bepaalde functies
van de pedelec verstoren.
Houd de pedelec altijd droog en vorstvrij.
Wanneer de pedelec wordt gebruikt bij
temperaturen onder 3 °C, moet de dealer
vooraf een inspectie uitvoeren en de pedelec
voorbereiden voor gebruik in de winter.
Bij transport van de pedelec en tijdens het rijden
kan een achtergebleven sleutel afbreken of kan
de vergrendeling onbedoeld open gaan.
Verwijder de sleutel van het accuslot
onmiddellijk na gebruik.
Het wordt aanbevolen de sleutel te voorzien
van een sleutelhanger.
Terreinrijden belast de armgewrichten.
Neem afhankelijk van de toestand van de weg
elke 30 tot 90 minuten pauze.
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 44
Gebruik
6.2 Storingsmeldingen
De statusweergave toont een statusverandering
of een actieve storing. De statusweergave brandt
niet als er geen storing wordt gedetecteerd.
De verschillende kleuren van de statusweergave
hebben de volgende betekenis:
Neem bij een aanhoudende "soft fault" of bij
een "hard fault" onmiddellijk contact op met uw
dealer.
Kleur Betekenis
groen
De statusweergave licht na correcte montage van
de aandrijfeenheid op de pedelec kort groen op. Zo
krijgt u een visueel signaal dat het systeem kan
worden ingeschakeld.
geel
De statusweergave brandt bij het optreden van een
"soft fault" kort geel op. Dat betekent, dat er sprake
is van een tijdelijke of niet-kritische storing, die in
de meeste gevallen leidt tot vermogensverlies. Bij
een "soft fault" kunt u met de pedelec blijven rijden.
Dat wordt echter niet aanbevolen.
rood
De statusweergave licht bij het optreden van een
"hard fault" rood op. Bij het optreden van een "hard
fault" kan de pedelec niet meer worden bediend en
moet deze onderhoud ondergaan.
Tabel 37: Betekenis kleuren statusweergave
"Soft faults" van de pedelec zijn meestal terug te
voeren op ontbrekende gegevens van de
speedsensor.
Bij een aanhoudende "soft fault" kunt u proberen
de magneet van de speedsensor opnieuw te
monteren. Blijft het probleem bestaan, neem dan
contact op met uw FAZUA servicepartner of
bezoek het FAZUA serviceplatform
(www.fazua.com/service).
Neem bij een "hard fault" contact op met uw
FAZUA servicepartner of bezoek het FAZUA
serviceplatform (www .fazua.com/service)
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 45
Gebruik
6.3 Voor het eerste gebruik
Uitsluitend een correct aangepaste pedelec biedt
u het gewenste rijcomfort en garandeert een
gezondheidsbevorderende activiteit. Stem
daarom voor het eerste gebruik het zadel, het
stuur en de vering af op uw lichaam en de door u
gewenste rijstijl.
6.3.1 Zadel afstellen
6.3.1.1 Zadelhoek afstellen
Voor een optimale zit moet de zadelhoek worden
aangepast aan de zithoogte en moeten de zadel-
en stuurstand worden aangepast aan de
zadelvorm. Hiermee kan zo nodig de zitpositie
worden geoptimaliseerd. Stel het zadel pas bij
nadat u de voor u geschikte stuurstand hebt
gevonden.
Voordat u de pedelec aan uw behoeften gaat
aanpassen, zet u het zadel horizontaal.
Afbeelding 44: Horizontale zadelhoek
6.3.2 Zithoogte bepalen
Om veilig de juiste zithoogte te bepalen, zet u de
pedelec bij een muur, zodat u zich kunt
afsteunen, of vraagt u een tweede persoon om de
pedelec vast te houden.
Ga op het voertuig zitten.
Plaats uw hiel op het pedaal en strek uw been
volledig door zodat het pedaal op het laagste
punt staat van de omwenteling.
Bij de optimale zithoogte zit de berijder recht
op het zadel. Stel de lengte van de zadelpen af
op de juiste hoogte wanneer dat niet het geval
is.
Afbeelding 45: Optimale zadelhoogte
6.3.2.1 Zithoogte met snelspanner afstellen
Open de snelspanner van de zadelpen om de
zithoogte te wijzigen. Trek hiervoor de
spanhendel weg van de zadelpen.
Afbeelding 46: Snelspanner van de zadelpen (3)
De snelspanner van de zadelpen met
spanhendel (5) en afstelschroef (4) in geopende
stand (1) en de richting van de gesloten stand (2)
Vallen door verkeerd afgestelde
aanhaalmomenten
Wanneer een schroef te strak wordt
vastgedraaid, kan deze breken. Wanneer een
schroef te los wordt vastgedraaid, kan deze
losraken. Een val met letsel is het gevolg.
Neem altijd de op de schroef resp. in de
gebruikshandleiding vermelde
aanhaalmomenten in acht.
VOORZICHTIG
!
3
4
5
1
2
3
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 46
Gebruik
Stel de zadelpen af op de gewenste hoogte.
.
Afbeelding 47: Detailaanzicht zadelpen, voorbeelden van de
markering van de minimale insteekdiepte
Sluit de spanhendel van de zadelpen door deze
helemaal tegen de zadelpen aan te drukken.
Controleer de spankracht van de snelspanner.
6.3.2.2 In hoogte verstelbare zadelpen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Bij het eerste gebruik van de zadelpen moet u
deze een stevige "klap" omlaag geven om deze in
beweging te krijgen. Dat komt door de natuurlijke
neiging van de afdichting om olie weg te drukken
van het afdichtvlak. Dit hoeft uitsluitend te worden
gedaan voor het eerste gebruik resp. wanneer de
pedelec lange tijd niet is gebruikt. Zodra u de
zadelpen eenmaal over de veerweg hebt
bewogen, verdeelt de olie zich over de afdichting
en functioneert de zadelpen normaal.
Afbeelding 48: De bedieningshendel van de zadelpen kan
links (1) of rechts (2) op het stuur zijn gemonteerd
Zadel lager zetten
Om het zadel lager te zetten, belast u het zadel
met de hand of gaat u op het zadel zitten. Druk de
bedieningshendel van de zadelpen in en houdt
deze ingedrukt.
Laat de hendel los wanneer de gewenste
hoogte is bereikt.
Zadel hoger zetten
Trek aan de bedieningshendel van de
zadelpen.
Ontlast het zadel en laat de hendel los
wanneer de gewenste hoogte is bereikt.
6.3.2.3 Zitpositie afstellen
Het zadel kan op het zadelonderstel worden
verschoven. De juiste horizontale positie zorgt
voor een optimale hefboomstand van de benen.
Dat voorkomt knieklachten en een pijnlijke
bekkenscheefstand. Wanneer u het zadel meer
dan 10 mm verschuift, moet u vervolgens de
zadelhoogte nogmaals afstellen omdat beide
afstellingen elkaar beïnvloeden.
Om veilig de juiste zitpositie af te stellen, zet u de
pedelec bij een muur, zodat u zich kunt
afsteunen, of vraagt u een tweede persoon om de
pedelec vast te houden.
Ga op het voertuig zitten.
Zet de pedalen met de voet in de horizontale
stand (3-uur-stand).
Vallen door een te hoog afgestelde zadelpen
Een te hoog afgestelde zadelpen leidt tot breuk
van de zadelpen of het frame. Een val met letsel is
het gevolg.
Trek de zadelpen slechts tot de markering van
de minimale insteekdiepte uit het frame.
VOORZICHTIG
!
e
tiert w
se Position zur Be
aber in einem spätere
ochmals montieren.
Sie den mitgelieferten Winkel mit de
orrichtung und stecken Sie die Hülle in die
nvorrichtung.
der
Remotehebel
5
Oder
28
12
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 47
Gebruik
De berijder zit in de optimale zitpositie,
wanneer de loodlijn vanaf de knieschijf exact
door de pedaalas loopt. Wanneer de loodlijn
achter het pedaal valt, moet u het zadel verder
naar voren afstellen. Wanneer de loodlijn voor
het pedaal valt, moet u het zadel verder naar
achteren afstellen. Verstel het zadel uitsluitend
binnen het toegestane verstelbereik van het
zadel (markering op de staande achtervork).
Afbeelding 49: Loodlijn vanaf de knieschijf
6.3.3 Stuur afstellen
6.3.3.1 Voorbouw afstellen
6.3.3.2 Stuurhoogte afstellen
Open de spanhendel van de voorbouw.
Trek de vergrendelhendel op de voorbouw
omhoog en zwenk tegelijkertijd het stuur in de
gewenste stand.
De vergrendelhendel klikt voelbaar vast.
Trek het stuur uit naar de gewenste hoogte.
Vergrendel de snelspanner.
Afbeelding 50: Gesloten (1) en geopende (2) spanhendel op
de voorbouw, voorbeeld by.schulz speedlifter
Het afstelling van het stuur mag uitsluitend in
stilstand worden uitgevoerd.
Maak de voorziene schroefverbindingen los,
stel het stuur af en zet de klemschroeven van
het stuur weer met het maximale
aanhaalmoment vast.
Vallen door losgeraakte voorbouw
Onder belasting kunnen onjuist vastgedraaide
schroeven losraken. Hierdoor kan de voorbouw
los komen te zitten. Een val met letsel is het
gevolg.
Controleer na de eerste twee uren rijden dat
het stuur en het snelspansysteem goed vast
zitten.
VOORZICHTIG
!
Vallen door verkeerde afstelling van de
spankracht
Een te hoge spankracht beschadigt de
snelspanner zodat deze zijn werking verliest.
Onvoldoende spankracht leidt tot een ongunstige
krachtoverdracht. Hierdoor kunnen onderdelen
breken. Een val met letsel is het gevolg.
Bevestig een snelspanner nooit met
gereedschap (bv. een hamer of tang).
Gebruik uitsluitend spanhendels met correct
afgestelde spankracht.
VOORZICHTIG
!
1
2
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 48
Gebruik
6.3.3.3 Stuur opzij draaien
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Open de spanhendel van de voorbouw.
Trek de vergrendelhendel op de voorbouw
omhoog en zwenk tegelijkertijd het stuur in de
gewenste stand.
De vergrendelhendel klikt voelbaar vast.
Trek het stuur uit naar de gewenste hoogte.
Vergrendel de snelspanner.
Afbeelding 51: Vergrendelhendel omhoog trekken, voorbeeld
by.schulz speedlifter
6.3.3.4 Spankracht snelspanners controleren
Open en sluit de snelspanners van de
voorbouw en de zadelpen.
De spankracht is voldoende, wanneer de
spanhendel vanuit de geopende eindstand tot
halverwege makkelijk kan worden gedraaid en
vanaf halverwege met de vingers of de muis
van de hand moet worden aangedrukt.
6.3.3.5 Spankracht snelspanners afstellen
Draai, als de spanhendel van het stuur niet in de
juiste eindstand kan worden gedraaid, de
kartelmoer uit.
Draai, als de spankracht van de spanhendel
van de zadelpen onvoldoende is, de kartelmoer
in.
Wanneer de spankracht niet kan worden
afgesteld, moet de dealer de snelspanner
controleren.
6.3.4 Remhendel afstellen
6.3.4.1 Drukpunt Magura remhendel afstellen
Het drukpunt wordt afgesteld met de draaiknop.
Draai de draaiknop in de plus-richting (+).
De remhendel gaat dichter naar het handvat
van het stuur toe. Stel zo nodig de grijpafstand
opnieuw af.
De hendel bereikt sneller het drukpunt.
Vallen door verkeerde afstelling van de
spankracht
Een te hoge spankracht beschadigt de
snelspanner zodat deze zijn werking verliest.
Onvoldoende spankracht leidt tot een ongunstige
krachtoverdracht. Een val met letsel is het gevolg.
Bevestig een snelspanner nooit met
gereedschap (bv. een hamer of tang).
Gebruik uitsluitend spanhendels met correct
afgestelde spankracht.
VOORZICHTIG
!
Falen van de remmen bij verkeerde afstelling
Wanneer het drukpunt wordt afgesteld met
remmen waarvan de remvoeringen en remschijf
hun slijtagegrens hebben bereikt, kan dat leiden
tot falen van de remmen en een ongeval met
letsel.
Controleer voor het afstellen van het drukpunt,
dat de slijtagegrens van de remvoeringen en
remschijf niet is bereikt.
WAARSCHUWING
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 49
Gebruik
Afbeelding 52: Gebruik van de draaiknop (1) voor afstelling
van het drukpunt
6.3.4.2 Grijpafstand afstellen
Afbeelding 53: Grijpafstand van de remhendel
6.3.4.3 Grijpafstand Magura remhendel
afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
De grijpafstand wordt afgesteld met de stelschroef
met een T25 TORX®-sleutel.
Draai de stelschroef in de min-richting (–).
De remhendel gaat dichter naar het handvat
toe.
Draai de stelschroef in de plus-richting (+).
De remhendel gaat verder van het handvat af.
Afbeelding 54: Gebruik van de stelschroef (2) om de afstand
van de remhendel tot het handvat (1) af te stellen
Vallen door verkeerde afstelling van de
grijpafstand
Bij verkeerd afgestelde of verkeerd gemonteerde
remcilinders kan de remwerking op elk moment
volledig verloren gaan. Een val met letsel kan het
gevolg zijn.
Controleer, nadat de grijpafstand is afgesteld,
de stand van de remcilinder en corrigeer deze
zo nodig.
Voer het corrigeren van de stand van de
remcilinder nooit uit zonder speciaal
gereedschap. Laat het corrigeren uitvoeren door
een dealer.
De grijpafstand van de remhendel kan worden
aangepast zodat deze beter bereikbaar is.
Neem contact op met uw dealer wanneer de
remhendel te ver van het stuur af staat of zich
te moeilijk laat bedienen.
WAARSCHUWING
!
1
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 50
Gebruik
6.3.5 Vering van de Suntour-vork afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
In deze modelserie kunnen de volgende Suntour-
vorken zijn gemonteerd:
De hier getoonde aanpassing betreft een
basisafstelling. De berijder kan, afhankelijk van
ondergrond en persoonlijke voorkeuren, de
basisafstelling wijzigen.
Het is aan te bevelen de waarden van de
basisafstelling schriftelijk vast te leggen. Dat
kan behulpzaam zijn als uitgangspunt voor
latere, geoptimaliseerde afstellingen en bij
onbedoelde wijzigingen.
6.3.5.1 Negatieve veerweg afstellen
De negatieve veerweg (sag) is de compressie van
de vork die optreedt door het gewicht van de
berijder met uitrusting (bv. een rugzak), de
zitpositie en de framegeometrie. De "sag" treedt
niet op door het rijden.
Elke berijder heeft een ander gewicht en een
andere zitpositie. De "sag" hangt af van de positie
en het gewicht van de berijder en moet,
afhankelijk van het gebruik van de pedelec en de
persoonlijke voorkeuren, liggen tussen 15 % en
30 % van de maximale veerweg van de vork.
6.3.5.2 Negatieve veerweg van een voorvork
met luchtvering afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Het luchtventiel bevindt zich onder een
afdekking op de kop van de linker vorkpoot.
Verwijder de afdekking.
Afbeelding 56: Schroefafdekkingen in verschillende
uitvoeringen
Breng een hogedrukpomp aan op het ventiel.
Pomp de verende voorvork op naar de
gewenste druk. Overschrijd nooit de
aanbevolen maximale luchtdruk. Houd u aan
de vuldruktabel.
Verwijder de hogedrukpomp.
Aion-35 Boost Voorvork met luchtvering
NCX Voorvork met luchtvering
NEX Voorvork met stalen veer
XCM-ATB Voorvork met stalen veer
XCM Voorvork met stalen veer
XCR32 Voorvork met luchtvering
XCR34 Voorvork met luchtvering
Afbeelding 55: Overzicht Suntour vorken
Vallen door verkeerde afstelling van de vering
Een verkeerde afstelling van de vering kan de
vork beschadigen waardoor problemen kunnen
optreden bij het sturen. Een val met letsel is het
gevolg.
Rijd nooit met een voorvork met luchtvering
zonder lucht.
Gebruik de pedelec nooit zonder de verende
voorvork op het gewicht van de berijder af te
stellen.
Aanwijzing
Veranderingen aan de afstelling van de vering
zijn van grote invloed op het rijgedrag van de
pedelec. Om een val te voorkomen is gewenning
en inrijden vereist
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 51
Gebruik
.
Meet de afstand tussen de kroon en de
vuilafstrijker van de vork. Deze afstand is de
totale veerweg van de vork.
Schuif een tijdelijk aangebrachte kabelbinder
aan de onderzijde tegen de vuilafstrijker van
de vork.
Trek uw normale fietskleding aan inclusief
bagage.
Ga in uw normale rijstand op de pedelec zitten
en steun u af (bv. tegen de muur of een boom).
Stap van de pedelec af zonder deze te laten
inveren.
Meet de afstand tussen de vuilafstrijker en de
kabelbinder. Deze maat is de "sag". De "sag"-
waarde moet 15 % (hard) tot 30 % (zacht) van
de totale veerweg van de vork bedragen.
Verhoog of verminder de luchtdruk tot u de
gewenste "sag" hebt bereikt.
Wanneer de "sag" correct is, draait u de
blauwe luchtafdekkap weer rechtsom vast.
Wanneer u de gewenste "sag" niet kunt bereiken,
moet er mogelijk een interne afstelling worden
aangepast. Neem hiervoor contact op met uw
dealer.
6.3.5.3 Negatieve veerweg van een voorvork
met stalen veer afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
De vork kan door middel van de voorspanning van
de veer op het gewicht van de berijder en de
voorkeursrijstijl worden afgesteld. Hierbij wordt
dus niet de hardheid van de spiraalveer afgesteld,
maar de voorspanning. Deze vermindert de
negatieve veerweg van de vork wanneer de
berijder op de pedelec gaat zitten.
Afbeelding 57: Afstelwiel voor de negatieve veerweg op de
kroon van de verende voorvork
Het afstelwiel kan zich onder een kunststof
afdekking op de kroon van de verende
voorvork bevinden. Verwijder de kunststof
afdekking naar boven toe.
Draai het afstelwiel voor de negatieve veerweg
rechtsom om de voorspanning van de
voorspanning te verhogen. Draai het afstelwiel
voor de negatieve veerweg linksom om deze te
verlagen.
De optimale afstelling op het gewicht van de
berijder is bereikt, wanneer de vorkpoot onder
de rustbelasting van de berijder 3 mm inveert.
Breng na het afstellen de afdekking weer aan.
Gewicht van de
berijder AION, NEX XCR 32, XCR 34
< 55 kg 35 - 50 psi 40 - 55 psi
55 - 65 kg 50 - 60 psi 55 - 65 psi
65 - 75 g 60 - 70 psi 65 - 75 psi
75 - 85 kg 70 - 85 psi 75 - 85 psi
85 - 95 kg 85 - 100 psi 85 - 95 psi
> 100 kg + 105 psi + 100 psi
max. druk 150 psi 180 psi
Tabel 38: Vuldruktabel voor Suntour-luchtvorken
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 52
Gebruik
6.3.5.4 Trekdemper afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
De trekdemper bepaalt de snelheid waarmee de
vork na de belasting uitveert. De
trekdemperafstelling is afhankelijk van de
luchtdrukafstelling. Een hogere "sag"-afstelling
vereist een lagere trekdemperafstelling.
Draai de trekdemperafsteller helemaal
rechtsom naar de gesloten stand.
Afbeelding 58: Suntour-trekdemperafsteller (1) op de vork (1)
Draai de trekdemperafsteller linksom.
Stel de trekdemper zo af, dat de vork bij het
testen snel uitveert, maar zonder naar boven
door te slaan. Bij doorslaan veert de vork te
snel uit en komt deze abrupt tot stilstand
wanneer deze de volledige uitveerweg heeft
bereikt. U hoort en voelt daarbij een lichte tik.
6.3.6 Vering van de FOX-vork afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
De hier getoonde aanpassing betreft een
basisafstelling. De berijder kan, afhankelijk van
ondergrond en persoonlijke voorkeuren, de
basisafstelling wijzigen.
Het is aan te bevelen de waarden van de
basisafstelling schriftelijk vast te leggen. Dat
kan behulpzaam zijn als uitgangspunt voor
latere, geoptimaliseerde afstellingen en bij
onbedoelde wijzigingen.
Vallen door verkeerde afstelling van de vering
Een verkeerde afstelling van de vering kan de
vork beschadigen waardoor problemen kunnen
optreden bij het sturen. Een val met letsel is het
gevolg.
Rijd nooit met een voorvork met luchtvering
zonder lucht.
Gebruik de pedelec nooit zonder de verende
voorvork op het gewicht van de berijder af te
stellen.
Aanwijzing
Veranderingen aan de afstelling van de vering
zijn van grote invloed op het rijgedrag van de
pedelec. Om een val te voorkomen is gewenning
en inrijden vereist
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 53
Gebruik
6.3.6.1 Negatieve veerweg afstellen
De negatieve veerweg (sag) is de compressie van
de vork die optreedt door het gewicht van de
berijder met uitrusting (bv. een rugzak), de
zitpositie en de framegeometrie. De "sag" treedt
niet op door het rijden. Elke berijder heeft een
ander gewicht en een andere zitpositie. De "sag"
hangt af van de positie en het gewicht van de
berijder en moet, afhankelijk van het gebruik van
de pedelec en de persoonlijke voorkeuren, liggen
tussen 15 % en 20 % van de maximale veerweg
van de vork.
Controleer dat bij het afstellen van de "sag" elke
drukdemperafsteller zich in de geopende stand
bevindt, d.w.z. helemaal linksom is gedraaid.
De druk moet worden gemeten bij een
omgevingstemperatuur van 21 tot 24 °C.
Het luchtventiel bevindt zich onder een blauwe
afdekking op de kop van de linker vorkpoot.
Verwijder de afdekking linksom.
Breng een hogedrukpomp aan op het ventiel.
Pomp de verende voorvork op naar de
gewenste druk. Overschrijd nooit de
aanbevolen maximale luchtdruk. Houd u aan
de vuldruktabel.
Verwijder de hogedrukpomp.
Meet de afstand tussen de kroon en de
vuilafstrijker van de vork. Deze afstand is de
totale veerweg van de vork.
Schuif de O-ring aan de onderzijde tegen de
vuilafstrijker van de vork. Ontbreekt de O-ring,
breng dan tijdelijk een kabelbinder aan op de
standbuis.
Trek uw normale fietskleding aan inclusief
bagage.
Ga in uw normale rijstand op de pedelec zitten
en steun u af (bv. tegen de muur of een boom).
Stap van de pedelec af zonder deze te laten
inveren.
Meet de afstand tussen de vuilafstrijker en de
O-ring resp. de kabelbinder. Deze maat is de
"sag". De aanbevolen "sag"-waarde ligt tussen
15 % (hard) en 20 % (zacht) van de totale
veerweg van de vork.
Verhoog of verminder de luchtdruk tot u de
gewenste "sag" hebt bereikt.
Wanneer de "sag" correct is, draait u de
blauwe luchtafdekkap weer rechtsom vast.
Gewicht van de
berijder Rhythm 34 Rhythm 36
min. luchtdruk 40 psi (2,8 bar) 40 psi (2,8 bar)
54 - 59 kg 58 psi 55 psi
59 - 64 kg 63 psi 59 psi
64 - 68 kg 68 psi 63 psi
68 - 73 kg 72 psi 67 psi
73 - 77 kg 77 psi 72 psi
77 - 82 kg 82 psi 76 psi
82 - 86 kg 86 psi 80 psi
86 - 91 kg 91 psi 85 psi
91 - 95 kg 96 psi 89 psi
95 - 100 kg 100 psi 93 psi
100 - 104 kg 105 psi 97 psi
104 - 109 kg 110 psi 102 psi
109 - 113 kg 114 psi 106 psi
max. druk 120 psi (8,3 bar) 120 psi (8,3 bar)
Tabel 39: Vuldruktabel voor de FOX-luchtvork
Wanneer u de gewenste "sag" niet kunt
bereiken, moet er mogelijk een interne afstelling
worden aangepast. Neem hiervoor contact op
met uw dealer.
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 54
Gebruik
6.3.6.2 Trekdemper afstellen
De trekdemper bepaalt de snelheid waarmee de
vork na de belasting uitveert. De
trekdemperafstelling is afhankelijk van de
luchtdrukafstelling. Een hogere "sag"-afstelling
vereist een lagere trekdemperafstelling.
Draai de trekdemperafsteller helemaal
rechtsom naar de gesloten stand.
Afbeelding 59: FOX-trekdemperafsteller (1) op de vork
Draai de trekdemperafsteller linksom.
Stel de trekdemper zo af, dat de vork bij het
testen snel uitveert, maar zonder naar boven
door te slaan. Bij doorslaan veert de vork te
snel uit en komt deze abrupt tot stilstand
wanneer deze de volledige uitveerweg heeft
bereikt. U hoort en voelt daarbij een lichte tik.
6.3.7 Achterbouwdemper Suntour
afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
6.3.7.1 Negatieve veerweg afstellen
De negatieve veerweg (sag) is de compressie van
de achterbouwdemper die optreedt door het
gewicht van de berijder met uitrusting (bv. een
rugzak), de zitpositie en de framegeometrie. De
"sag" treedt niet op door het rijden. Elke berijder
heeft een ander gewicht en een andere zitpositie.
De "sag" hangt af van de positie en het gewicht
van de berijder en moet, afhankelijk van het
gebruik van de pedelec en de persoonlijke
voorkeuren, liggen tussen 25 % en 30 % van de
maximale veerweg van de achterbouwdemper.
Zet de drukdemperafstellers in de stand
OPEN, zodat de "sag"-afstelling niet wordt
beïnvloed.
Verwijder de dop van het luchtventiel.
Breng een hogedruk-demperpomp aan op het
ventiel.
Stel de luchtdruk van de demper af
overeenkomstig uw gewicht.
Verwijder de hogedrukpomp.
Meet de afstand tussen de rubberen
luchtkamerafdichting en het uiteinde van de
demper. Deze afstand is de totale veerweg van
de demper.
Trek uw normale fietskleding aan inclusief
bagage. Ga in uw normale rijstand op de
pedelec zitten en steun u af, bv. tegen de muur
of een boom.
Schuif de O-ring aan de onderzijde tegen de
rubberen luchtkamerafdichting.
Stap van de pedelec af zonder deze te laten
inveren.
Meet de afstand tussen de rubberen
luchtkamerafdichting en de O-ring. Deze maat
is de "sag". De aanbevolen "sag"-waarde ligt
tussen 15 % (hard) en 25 % (zacht) van de
totale veerweg van de demper.
Verhoog of verminder de luchtdruk tot u de
gewenste "sag" hebt bereikt.
Aanwijzing
Wanneer de luchtdruk in de achterbouwdemper
te hoog of te laag is, kan deze onherstelbare
schade oplopen.
Overschrijd niet de maximale luchtdruk van
300 psi (20 bar).
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 55
Gebruik
6.3.7.2 Trekdemper afstellen
De trekdemper bepaalt de snelheid waarmee de
achterbouwdemper na de belasting uitveert. De
trekdemperafstelling is afhankelijk van de
luchtdrukafstelling. Een hogere "sag"-afstelling
vereist een lagere trekdemperafstelling.
Afbeelding 60: Wiel (1) van de trekdemperafsteller Suntour
op de achterbouwdemper
Draai het wiel van de trekdemperafsteller in de
richting om het uitveren te vergroten.
Draai het wiel van de trekdemperafsteller in de
+ richting om het uitveren te verminderen.
6.3.7.3 Drukdemper afstellen
Met de drukdemperafstelling van de
achterbouwdemper kan deze worden afgesteld op
de aard van de ondergrond. De
drukdemperafstelling bepaalt de snelheid
waarmee de achterbouwdemper na de belasting
inveert.
Afbeelding 61: Drukdemperafsteller Suntour op de
achterbouwdemper
Draai het wiel van de drukdemperafsteller in de
richting om het uitveren te vergroten.
Draai het wiel van de drukdemperafsteller in de
+ richting om het uitveren te verminderen.
6.3.8 Achterbouwdemper FOX afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
6.3.8.1 Negatieve veerweg afstellen
De negatieve veerweg (sag) is de compressie van
de achterbouwdemper die optreedt door het
gewicht van de berijder met uitrusting (bv. een
rugzak), de zitpositie en de framegeometrie. De
"sag" treedt niet op door het rijden. Elke berijder
heeft een ander gewicht en een andere zitpositie.
De "sag" hangt af van de positie en het gewicht
van de berijder en moet, afhankelijk van het
gebruik van de pedelec en de persoonlijke
voorkeuren, liggen tussen 25 % en 30 % van de
maximale veerweg van de achterbouwdemper.
Zet de drukdemperafstellers in de stand
OPEN.
Stel de luchtdruk van de demper af
overeenkomstig uw gewicht.
Breng de hogedrukpomp aan op de demper.
Druk de demper 10 keer langzaam samen over
25% van de veerweg tot u de gewenste druk
hebt bereikt. Daardoor wordt de luchtdruk in de
positieve en de negatieve luchtkamers gelijk
aan elkaar; u ziet de drukweergave op de
pompdrukmeter dienovereenkomstig
veranderen.
Verwijder de hogedrukpomp.
1
Aanwijzing
Wanneer de luchtdruk in de achterbouwdemper
te hoog of te laag is, kan deze onherstelbare
schade oplopen.
Overschrijd niet de maximale luchtdruk van
350 psi (24,1 bar). Ook de minimale luchtdruk van
50 psi (3,4 bar) moet worden aangehouden.
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 56
Gebruik
Afbeelding 62: Achterbouwdemper FOX
De negatieve veerweg (2) is de afstand tussen de
O-ring (4) en de rubberen
luchtkamerafdichting (1). De totale veerweg van
de achterbouwdemper (5) is de afstand tussen
het uiteinde van de achterbouwdemper (3) en de
rubberen luchtkamerafdichting (1)
Meet de afstand tussen de rubberen
luchtkamerafdichting (1) en het uiteinde van de
demper (3). Deze afstand is de totale veerweg
van de demper (5).
Trek uw normale fietskleding aan inclusief
bagage. Ga in uw normale rijstand op de
pedelec zitten en steun u af, bv. tegen de muur
of een boom.
Schuif de O-ring (4) aan de onderzijde tegen
de rubberen luchtkamerafdichting (1).
Stap van de pedelec af zonder deze te laten
inveren.
Meet de afstand tussen de rubberen
luchtkamerafdichting en de O-ring. Deze maat
is de "sag". De aanbevolen "sag"-waarde ligt
tussen 25 % (hard) en 30 % (zacht) van de
totale veerweg van de demper (5).
Verhoog of verminder de luchtdruk tot u de
gewenste "sag" hebt bereikt.
6.3.8.2 Trekdemper afstellen
De trekdemper bepaalt de snelheid waarmee de
achterbouwdemper na de belasting uitveert. De
trekdemperafstelling is afhankelijk van de
luchtdrukafstelling. Een hogere "sag"-afstelling
vereist een lagere trekdemperafstelling.
Afbeelding 63: Trekdemperafsteller FOX (1) op de
achterbouwdemper
Draai de trekdemperafsteller helemaal
rechtsom naar de gesloten stand.
Bepaal de trekdemperafstelling aan de hand
van de luchtdruk. Draai de trekdemperafsteller
met het aantal in onderstaande tabel vermelde
klikken linksom terug:
6.3.9 Remvoeringen inrijden
Voor schijfremmen geldt een inremtijd. De
remkracht neemt toe met het verstrijken van de
inremtijd. Gedurende de inremtijd moet u zich er
daarom van bewust zijn, dat de remkracht kan
toenemen. Hetzelfde verschijnsel treedt op na het
vervangen van de remvoeringen of de remschijf.
Versnel de pedelec naar ca. 25 km/h.
Rem de pedelec af tot stilstand.
Herhaal dit 30 tot 50 keer.
De remvoeringen en remschijven zijn
ingereden en bieden de optimale remwerking.
Luchtdruk (psi) Aanbevolen trekdemperafstelling
< 100 Open (linksom)
100 - 120 11
120 - 140 10
140 - 160 9
160 - 180 8
180 - 200 7
200 - 220 6
220 - 240 5
240 - 260 4
260 - 280 3
280 - 300 2
Tabel 40: Vuldruktabel voor de FOX-luchtvork
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 57
Gebruik
6.4 Accessoires
Voor pedelecs zonder zijstandaard wordt een
fietsstandaard aanbevolen, waar het voor- of het
achterwiel veilig in kan worden geschoven.
Onderstaande accessoires worden aanbevolen:
*Systeemcomponenten zijn afgestemd op de
bagagedrager en zorgen voor voldoende
stabiliteit door hun speciale krachtoverdracht.
**Systeemcomponenten zijn afgestemd op het
aandrijfsysteem.
6.4.1 Kinderzitje
De dealer dient u graag van advies bij het kiezen
van een bij uw kind en bij de pedelec passend
kinderzitsysteem.
Voor behoud van de veiligheid moet de eerste
montage van een kinderzitje door de dealer
worden uitgevoerd.
Bij de montage van een kinderzitje let de dealer
erop, dat het zitje en de bevestiging van het zitje
bij de pedelec passen, dat alle onderdelen worden
gemonteerd en stevig worden bevestigd, dat
schakelkabels, remkabels, hydraulische en
elektrische leidingen zo nodig worden aangepast,
dat de bewegingsvrijheid van de berijder niet
wordt beperkt en dat het toegestane totaalgewicht
van de pedelec niet wordt overschreden.
De dealer geeft instructie over de omgang met de
pedelec en het kinderzitje.
De dealer dient u graag van advies bij het kiezen
van een bij uw kind en bij de pedelec passend
kinderzitsysteem.
Voor behoud van de veiligheid moet de eerste
montage van een kinderzitje door de dealer
worden uitgevoerd.
Beschrijving Artikelnummer
Beschermende hoes voor
elektrische onderdelen 080-41000 ff
Fietstassen,
systeemcomponent* 080-40946
Bagagedragermand,
systeemcomponent* 051-20603
Bagagedragerbox
systeemcomponent* 080-40947
Fietsstandaard,
universele standaard XX-TWO14B
Tabel 41: Accessoires
Vallen door een verkeerd kinderzitje
Zowel de bagagedrager als de framebuis van de
pedelec zijn niet geschikt voor een kinderzitje en
kunnen breken. Dit kan leiden tot een val met
ernstig letsel voor de berijder en het kind.
Bevestig nooit een kinderzitje aan het zadel, het
stuur of de framebuis.
Vallen door onjuist gebruik
Het gebruik van een kinderzitje is van grote
invloed op de rijeigenschappen en de stabiliteit
van de pedelec. Dit kan leiden tot verlies van de
controle en een val met letsel.
Oefen een veilig gebruik met het kinderzitje
voordat de pedelec op de openbare weg wordt
gebruikt.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
Beknellingsgevaar door open veren
Het kind kan met de vingers bekneld raken tussen
de open veren of het open mechanisme van het
zadel resp. de zadelpen.
Monteer nooit een zadel met open veren
wanneer een kinderzitje wordt gebruikt.
Monteer nooit een verende zadelpen met open
mechanisme resp. open veren wanneer een
kinderzitje wordt gebruikt.
Aanwijzing
Neem de wettelijke bepalingen voor het
gebruik van kinderzitjes in acht.
Neem de bedienings- en
veiligheidsaanwijzingen voor het kinderzitje in
acht.
Overschrijd nooit het toegestane totaalgewicht
van de pedelec.
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 58
Gebruik
Bij de montage van een kinderzitje let de dealer
erop, dat het zitje en de bevestiging van het zitje
bij de pedelec passen, dat alle onderdelen worden
gemonteerd en stevig worden bevestigd, dat
schakelkabels, remkabels, hydraulische en
elektrische leidingen zo nodig worden aangepast,
dat de bewegingsvrijheid van de berijder niet
wordt beperkt en dat het toegestane totaalgewicht
van de pedelec niet wordt overschreden.
De dealer geeft instructie over de omgang met de
pedelec en het kinderzitje.
6.4.2 Fietsaanhanger
Een pedelec, die is vrijgegeven voor gebruik van
een aanhanger, is voorzien van een
overeenkomstige waarschuwingssticker. Er
mogen uitsluitend fietsaanhangers worden
gebruikt, waarvan de verticale belasting en totale
massa de toegestane waarden niet overstijgen.
Afbeelding 64: Waarschuwingssticker aanhanger
De dealer dient u graag van advies bij het kiezen
van een bij de pedelec passend
aanhangersysteem. Voor behoud van de
veiligheid moet daarom de eerste montage van
een aanhanger door de dealer worden uitgevoerd.
6.4.3 Bagagedrager
De dealer dient u graag van advies bij de keuze
van een geschikte bagagedrager.
Voor behoud van de veiligheid moet de eerste
montage van een bagagedrager door de dealer
worden uitgevoerd.
Bij de montage van een bagagedrager let de
dealer erop, dat de bevestiging bij de pedelec
past, dat alle onderdelen worden gemonteerd en
stevig worden bevestigd, dat schakelkabels,
remkabels, hydraulische en elektrische leidingen
zo nodig worden aangepast, dat de
bewegingsvrijheid van de berijder niet wordt
beperkt en dat het toegestane totaalgewicht van
de pedelec niet wordt overschreden.
De dealer geeft instructie over de omgang met de
pedelec en de bagagedrager.
Vallen door falen van de remmen
Bij een hoge aanhangerbelading kan de
remwerking onvoldoende zijn. De lange remweg
kan leiden tot een val of ongeval met letsel.
Overschrijd nooit de vermelde maximale
aanhangerbelading.
Aanwijzing
De bedienings- en veiligheidsaanwijzingen
voor het aanhangersysteem moeten in acht
worden genomen.
De wettelijke bepalingen voor het gebruik van
fietsaanhangers moeten in acht worden
genomen.
Gebruik uitsluitend koppelingssystemen met
typegoedkeuring.
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 59
Gebruik
6.5 Voor het rijden 6.6 Checklist voor het rijden
Controleer de pedelec elke keer voor het
rijden.
Gebruik de pedelec niet wanneer afwijkingen
worden vastgesteld.
Vallen door onopgemerkte schade
Na een val, ongeval of omvallen van de pedelec
kan er sprake zijn van moeilijk herkenbare
schade, bv. aan het remsysteem, de
snelspanners of het frame. Een val met letsel kan
het gevolg zijn.
Neem de pedelec buiten gebruik en laat deze
door een dealer controleren.
Vallen door materiaalmoeheid
Door intensief gebruik kan materiaalmoeheid
optreden. Bij materiaalmoeheid kan een
onderdeel plotseling falen. Een val met letsel kan
het gevolg zijn.
Neem de pedelec onmiddellijk buiten gebruik
bij tekenen van materiaalmoeheid. Laat de
dealer de kwestie controleren.
Laat regelmatig de dealer een inspectie
uitvoeren. Bij deze inspectie onderzoekt de
dealer de pedelec op tekenen van
materiaalmoeheid op het frame, de vork, de
ophanging van de veringelementen (indien
voorzien) en op onderdelen van composieten.
Door warmtestraling (bv. een radiator) in de
directe omgeving kan carbon breekbaar worden.
Falen van het carbon onderdeel en een val met
letsel kan het gevolg zijn.
Stel carbon onderdelen van de pedelec nooit
bloot aan sterke warmtebronnen.
VOORZICHTIG
!
Controleer de pedelec op volledigheid.
Controleer de bevestiging van de accu.
Controleer o.a. verlichting, reflectoren en remmen op
sterke vervuiling.
Controleer spatborden, bagagedrager en
kettingbeschermer op deugdelijke montage.
Controleer voor- en achterwiel op een rechte loop. Dat is
met name van belang wanneer de pedelec getransporteerd
is geweest of met een slot vastgezet is geweest.
Controleer de ventielen en de bandenspanning. Corrigeer
deze zo nodig voor het rijden.
Controleer bij een hydraulische velgrem of de
vergrendelingshendels zich volledig gesloten in hun
eindstand bevinden.
Controleer de voor- en achterwielrem op hun goede
werking. Druk daarvoor de remhendels in om te controleren
of deze in de gebruikelijke stand tegendruk geven. De rem
mag geen remvloeistof verliezen.
Controleer de rijverlichting op een goede werking.
Controleer op ongewone geluiden, trillingen, geuren,
verkleuringen, vervormingen, scheuren, groeven,
schuurplekken en slijtage. Dit duidt op materiaalmoeheid.
Controleer het veersysteem op scheuren, deuken, butsen,
aanlopende delen en vrijgekomen olie. Kijk ook naar delen
aan de onderzijde van de pedelec die niet in het zicht
liggen.
Druk het veersysteem samen met uw lichaamsgewicht.
Stel de optimale "sag" in wanneer dit te zacht aanvoelt.
Controleer dat alle snelspanners, voor zover deze gebruikt
worden, zich volledig gesloten in hun eindstand bevinden.
Verzeker u ervan dat alle bevestigingsschroeven van
steekassystemen, voor zover deze worden gebruikt, met
het juiste aanhaalmoment zijn vastgedraaid.
Let op een ongewoon gevoel bij het remmen, trappen of
sturen.
Controleer bij pedelecs met ABS-systeem, dat het ABS-
controlelampje correct brandt.
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 60
Gebruik
6.7 Zijstandaard gebruiken
6.7.1 Zijstandaard omhoog klappen
Klap voor het rijden de zijstandaard met de
voet volledig omhoog.
6.7.1.1 Pedelec parkeren
Klap voor het parkeren de zijstandaard met de
voet volledig omlaag.
Parkeer de pedelec voorzichtig en controleer
dat deze stabiel staat.
6.8 Bagagedrager gebruiken
Verdeel de bagage zo evenredig mogelijk over
de linker- en rechterzijde van de pedelec.
Het gebruik van fietstassen of bagagemanden
wordt aanbevolen.
Vallen door omlaag geklapte zijstandaard
De zijstandaard klapt niet automatisch omhoog.
Bij rijden met omlaag geklapte zijstandaard
bestaat valgevaar.
Klap de zijstandaard voor het rijden volledig
omhoog.
Aanwijzing
Door de hoge massa van de pedelec kan de
zijstandaard op een zachte ondergrond
wegzakken en kan de pedelec kantelen en
omvallen.
Parkeer de pedelec uitsluitend op een vlakke,
stevige ondergrond.
Controleer de stabiliteit in het bijzonder
wanneer de pedelec is voorzien van
accessoires of is beladen met bagage.
Vallen door beladen bagagedrager
Een beladen bagagedrager heeft invloed op het
rijgedrag van de pedelec, in het bijzonder bij het
sturen en remmen. Dat kan leiden tot verlies van
de controle. Een val met letsel kan het gevolg
zijn.
Oefen een veilig gebruik met beladen
bagagedrager voordat de pedelec op de
openbare weg wordt gebruikt.
VOORZICHTIG
!
VOORZICHTIG
!
Vallen door niet vastgezette bagage
Losse of niet vastgezette voorwerpen op de
bagagedrager, bv. riemen, kunnen in het
achterwiel verstrikt raken. Een val met letsel kan
het gevolg zijn.
Op de bagagedrager bevestigde voorwerpen
kunnen de reflectoren of de rijverlichting van de
pedelec afdekken. De pedelec kan daardoor in
het wegverkeer over het hoofd worden gezien.
Een val met letsel kan het gevolg zijn.
Zet op de bagagedrager geplaatste
voorwerpen voldoende vast.
Op de bagagedrager bevestigde voorwerpen
mogen nooit de reflectoren, de koplamp of het
achterlicht afdekken.
Beknelling van de vingers door veerklem
De veerklem van de bagagedrager heeft een hoge
spankracht. De vingers kunnen bekneld raken.
Laat de veerklem nooit ongecontroleerd
dichtklappen.
Let bij het sluiten van de veerklem op de
positie van de vingers.
Aanwijzing
Op de bagagedrager staat het maximale
draagvermogen vermeld.
Overschrijd nooit het toegestane totaalgewicht
bij beladen van de pedelec.
Overschrijd nooit het maximale
draagvermogen van de bagagedrager.
Breng nooit wijzigingen aan aan de
bagagedrager.
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 61
Gebruik
6.9 Oplader
Levensgevaar door uitval van pacemakers
De magneetaansluitingen van de oplader kunnen
de werking van pacemakers nadelig beïnvloeden.
Kom nooit met een pacemaker in de buurt van
de magneetaansluitingen.
Brand of een elektrische schok
Wanneer de voedingsspanning van de oplader
boven het in de technische gegevens
gespecificeerde bereik ligt, kan een elektrische
schok optreden of kan de oplader in brand
vliegen.
Gebruik nooit een te hoge voedingsspanning.
Een defecte oplader of accu kan in brand vliegen.
Laat de accu tijdens het opladen nooit zonder
toezicht.
Voorafgaand aan het opladen moet de accu
worden gecontroleerd op zichtbare
beschadigingen, zoals bv. scheuren of
schroeiplekken.
Alle aansluitingen van de oplader en de accu
moeten schoon zijn.
Beschadigde accu's nooit gebruiken of
opladen!
Brand- en explosiegevaar door verkeerde
oplader
Een accu, die wordt opgeladen met een
ongeschikte oplader, kan inwendige schade
oplopen. Dit kan leiden tot brand of een explosie.
Gebruik voor de accu uitsluitend de
meegeleverde oplader.
GEVAAR
!
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
Elektrische schok door binnendringen van
water
Binnendringend water kan leiden tot een
elektrische schok.
Laat de oplader nooit in contact komen met
water en vocht. Wanneer er reden is om aan te
nemen dat er water in de accu kan zijn
binnengedrongen, moet deze buiten bedrijf
worden genomen.
Gevaar van een elektrische schok
De oplader staat tijdens bedrijf onder spanning.
Door onjuist gebruik kan een elektrische schok
optreden.
Probeer nooit de oplader te openen.
Controleer voorafgaand aan elk gebruik de
oplader, kabels en connectoren. Gebruik deze
niet bij zichtbare beschadigingen.
De oplader moet schoon worden gehouden.
Brand en explosiegevaar door een
oververhitte oplader
Tijdens het opladen wordt de oplader zeer heet.
Er bestaat gevaar voor brand of verbranding
tijdens en het kort na het gebruik.
Houd de oplader tijdens het opladen
verwijderd van brandbare materialen. Gebruik
de oplader uitsluitend op een droge,
brandveilige plaats.
Wees voorzichtig bij het hanteren van de
oplader tijdens en na het opladen. De oplader
kan heet zijn.
Laat de oplader tijdens het opladen nooit
zonder toezicht. Verwijder na het opladen de
stekker uit het stopcontact en laat het
apparaat afkoelen.
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 62
Gebruik
6.9.1 Oplader aansluiten
Sluit de netadapterconnector van de
aansluitkabel aan op de stroomaansluiting van
de oplader. Sluit de (landspecifieke) netstekker
van de aansluitkabel aan op een stopcontact.
Afbeelding 65: Oplader met netstekker (1), LED-weergave
oplader (2), netadapterconnector (3), aansluitkabel (4) en
stroomaansluiting (5)
6.10 Accu
Nominale ingangsspanning 100 ... 240 V AC
Frequentie 50 ... 60 Hz
Levensgevaar door uitval van pacemakers
De magneetaansluitingen van de oplader kunnen
de werking van pacemakers nadelig beïnvloeden.
Kom nooit met een pacemaker in de buurt van
de magneetaansluitingen.
2
3
1
4
5
1
GEVAAR
!
Brand- en explosiegevaar door een defecte
accu
Bij een beschadigde of defecte accu kan de
beveiligingselektronica uitvallen. De
restspanning kan kortsluiting veroorzaken. De
accu kan ontvlammen en exploderen.
Neem een accu, die uitwendige schade
vertoont, onmiddellijk buiten bedrijf en laad
deze nooit op.
Gebruik de accu en accessoires uitsluitend in
correcte toestand.
Gebruik uitsluitend accu's, die voor uw
pedelec zijn toegelaten.
Gebruik de accu niet met defecte
aansluitkabels of defecte contacten.
Gebruik de accu uitsluitend in combinatie met
pedelecs met BOSCH-systemen. Alleen zo
wordt de accu beschermd tegen gevaarlijke
overbelasting.
Houd afstand wanneer een accu vervormt of
begint te roken, onderbreek de voeding van de
contactdoos en neem onmiddellijk contact op
met de brandweer.
Blus een beschadigde accu niet met water en
laat deze nooit met water in contact komen.
Neem na een val of botsing zonder uitwendige
schade aan de behuizing, de accu gedurende
ten minste 24 uur buiten bedrijf en observeer
deze.
Een defecte accu is gevaarlijk afval. Voer een
defecte accu zo snel mogelijk op de juiste
wijze af.
Sla deze tot het afvoeren droog op. Sla nooit
brandbare stoffen op in de omgeving.
Probeer nooit de accu te openen of te
repareren.
Laad de accu voor gebruik op. Gebruik
uitsluitend de meegeleverde oplader.
Vermijd grote temperatuurveranderingen.
WAARSCHUWING
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 63
Gebruik
6.10.1 Accu laden
Letsel aan huid en ogen door een defecte accu
Uit een beschadigde of defecte accu kunnen
vloeistoffen en dampen vrijkomen. Ook te hoge
temperaturen kunnen ertoe leiden dat vloeistof uit
de accu vrijkomt en de behuizing wordt
beschadigd. De vloeistof kan leiden tot irritatie
van de luchtwegen en tot brandwonden.
Vermijd elk contact met vrijkomende
vloeistoffen:
- Neem bij oogcontact of klachten onmiddellijk
contact op met een arts.
- Spoel bij huidcontact de huid onmiddellijk af
met water.
- Ventileer de ruimte goed.
Bescherm de accu tegen temperaturen boven
60 °C, bv. door langdurige blootstelling aan
invallend zonlicht.
Brand- en explosiegevaar door kortsluiting
Kleine metalen voorwerpen kunnen de
elektrische aansluitingen van de accu
overbruggen. De accu kan ontvlammen en
exploderen.
Houd paperclips, schroeven, muntstukken,
sleutels en andere kleine voorwerpen op
afstand en steek deze niet in de accu.
Brand- en explosiegevaar door binnendringen
van water
De accu is slechts beschermd tegen opspattend
water. Binnendringend water kan kortsluiting
veroorzaken. De accu kan ontvlammen en
exploderen.
Dompel de accu nooit onder in water.
Reinig de accu nooit met een
hogedrukreiniger.
Wanneer er reden is om aan te nemen dat er
water in de accu kan zijn binnengedrongen,
moet deze buiten bedrijf worden genomen.
VOORZICHTIG
!
Aanwijzing
Bij transport van de pedelec resp. tijdens het
rijden kan een achtergebleven sleutel afbreken of
kan de vergrendeling onbedoeld open gaan.
Verwijder de sleutel van het accuslot
onmiddellijk na gebruik.
Het wordt aanbevolen de sleutel te voorzien
van een sleutelhanger.
Brand door oververhitte oplader
De oplader wordt tijdens het laden van de accu
warm. Bij onvoldoende koeling kan dit leiden tot
brand of brandwonden aan de handen.
Gebruik de oplader nooit op een licht
ontvlambare ondergrond (bv. papier, tapijt,
enz.).
Dek de oplader tijdens het laden nooit af.
Laad de accu nooit zonder toezicht op.
Elektrische schok door binnendringen van
water
Bij het binnendringen van water in een oplader
bestaat het risico op een elektrische schok.
Laad de accu nooit buitenshuis op.
Elektrische schok bij beschadiging
Een beschadigde oplader, kabel of stekker
verhoogt het risico op een elektrische schok.
Controleer voor elk gebruik de oplader, kabels
en stekkers. Gebruik nooit een beschadigde
oplader.
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 64
Gebruik
De omgevingstemperatuur moet tijdens het laden
tussen 0 °C en +45 °C liggen. Bij een
temperatuur buiten het toegestane
laadtemperatuurbereik kan de accu niet worden
geladen, zelfs niet wanneer deze met de oplader
is verbonden. Pas na het bereiken van de
toegestane laadtemperatuur kan deze weer
worden geladen.
De accu kan bij het laden in de aandrijfeenheid
blijven zitten of worden verwijderd.
Een onderbreking van het laden leidt niet tot
schade aan de accu.
6.10.1.1 Accu opladen in de aandrijfeenheid
Sluit de laadconnector van de oplader aan op
de laadaansluiting van de in de
aandrijfeenheid aangebrachte accu.
Afbeelding 66: Aandrijfeenheid met
laadtoestandweergave (1), laadaansluiting (2),
aandrijfeenheid met accu (3), laadconnector (4) en
aansluitkabel (5)
Het opladen begint zodra de laadconnector
van de oplader wordt verbonden met de
laadaansluiting van de aangesloten accu.
De laadtoestand wordt weergegeven door
middel van de laadtoestandweergave op de
accu. Elke LED komt overeen met 20 % van de
laadcapaciteit. Wanneer alle 5 de LED's
branden, is de accu volledig opgeladen.
Nadat de accu volledig is opgeladen, doven de
LED's van de laadtoestandweergave. U kunt
de laadtoestand dan controleren door kort op
de aan/uit-knop op de accu te drukken.
Ontkoppel na het opladen de oplader van het
lichtnet en de accu van de oplader.
Brand- en explosiegevaar door defecte accu
Bij een beschadigde of defecte accu kan de
beveiligingselektronica uitvallen. De
restspanning kan kortsluiting veroorzaken. De
accu kan ontvlammen en exploderen.
Houd afstand wanneer een accu vervormt of
begint te roken, onderbreek de voeding van de
contactdoos en neem onmiddellijk contact op
met de brandweer.
Blus een beschadigde accu niet met water en
laat deze nooit met water in contact komen.
Aanwijzing
Wanneer tijdens het laden een storing
optreedt, wordt een systeemmelding
weergegeven. Neem onmiddellijk de oplader
en de accu buiten bedrijf en volg de
aanwijzingen.
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 65
Gebruik
6.10.1.2 Accu opladen op de pedelec
De aandrijfeenheid bevindt zich op de pedelec.
Sluit de laadconnector van de oplader aan op
de laadaansluiting van de pedelec.
Afbeelding 67: Aandrijfeenheid (1) met
laadtoestandweergave (2), laadconnector (3) en
aansluitkabel (4)
Het opladen begint zodra de laadconnector
van de oplader wordt verbonden met de
laadaansluiting van de aangesloten accu.
De laadtoestand wordt weergegeven door
middel van de laadtoestandweergave op de
accu. Elke LED komt overeen met 20 % van de
laadcapaciteit. Wanneer alle 5 de LED's
branden, is de accu volledig opgeladen.
Nadat de accu volledig is opgeladen, doven de
LED's van de laadtoestandweergave. U kunt
de laadtoestand dan controleren door kort op
de aan/uit-knop op de accu te drukken.
Ontkoppel na het opladen de oplader van het
lichtnet en de accu van de oplader.
6.10.2 Accu in de aandrijfeenheid
aanbrengen
Afbeelding 68: Accu in de aandrijfeenheid aanbrengen
Om de accu (4) in de aandrijfeenheid (2) aan
te brengen, moet u de aandrijfeenheid (2) in de
ene hand nemen en de accu (4) in de andere.
Controleer dat de ontlaadaansluiting naar de
accu-opname (3) wijst.
Voeg beide delen samen door de accu (4)
voorzichtig in de accu-opname (3) van de
aandrijfeenheid (2) te schuiven.
Wanneer de accu (4) volledig is ingeschoven,
wordt deze automatisch vergrendeld door de
accusluiting (1).
Aanwijzing
Vuil veroorzaakt wrijving bij het inschuiven van de
accu in de aandrijfeenheid en maakt dit
moeilijker.
Maak de accu (1) en de aandrijfeenheid (2)
voor het aanbrengen schoon en houdt deze
schoon.
1
2
3
4
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 66
Gebruik
6.10.3 Accu uit de aandrijfeenheid
verwijderen
Afbeelding 69: Accu uit de aandrijfeenheid verwijderen
Om de accu (1) uit de aandrijfeenheid (3) te
verwijderen, moet u op de accusluiting (2)
drukken en tegelijkertijd de accu (1) uit de
accu-opname trekken.
6.11 aandrijfeenheid
6.11.1 Aandrijfeenheid op de pedelec
aanbrengen
Afbeelding 70: Aandrijfeenheid op de pedelec aanbrengen
De aandrijfeenheid moet zijn voorzien van een
opgeladen accu.
(1) Positioneer de interface voor het traplager
direct onder de framebuis van de pedelec voor
de vrije interface op het traplager.
(2) Zwenk de bovenzijde van de
aandrijfeenheid in de framebuis tot de
vergrendelingshaak vast klikt.
Controleer dat de aandrijfeenheid goed vast
zit.
Sluit de aandrijfeenheid af ter bescherming tegen
diefstal.
Afbeelding 71: Aandrijfeenheid afsluiten
Steek de sleutel (3) in het cilinderslot (4).
Draai de sleutel (3) linksom.
6.11.2 Aandrijfeenheid verwijderen van de
pedelec
Afbeelding 72: Aandrijfeenheid ontsluiten
Steek de sleutel (1) in het cilinderslot (2).
Draai de sleutel (1) rechtsom.
1
2
3
1
2
Aanwijzing
Houd bij het verwijderen de aandrijfeenheid
goed vast omdat deze anders uit het frame kan
vallen.
-90°
4
3
90°
2
1
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 67
Gebruik
De aandrijfeenheid is nu ontsloten.
Afbeelding 73: Aandrijfeenheid van de pedelec verwijderen
Houd de aandrijfeenheid met één hand vast.
Druk de aandrijfeenheid stevig tegen het
frame.
Druk met de andere hand op de drukknop (3).
Zwenk de aandrijfeenheid uit het frame en
verwijder de aandrijfeenheid.
3
4
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 68
Gebruik
6.12 Elektrisch aandrijfsysteem
6.12.1 Elektrisch aandrijfsysteem
inschakelen
Er is een voldoende opgeladen accu op de
pedelec aangebracht.
De accu zit goed vast. De sleutel is verwijderd.
De aandrijfeenheid is op de pedelec
aangebracht.
De speedsensor is correct verbonden met het
traplager en de spaakmagneet staat in de juiste
stand.
Druk op een willekeurige toets van de
bediening.
De bediening toont de startanimatie en is
daarna gereed voor gebruik.
6.12.2 Aandrijfsysteem uitschakelen
Om onbedoeld wegrijden van de pedelec te
voorkomen en de accu te ontzien, moet u de
pedelec na het parkeren altijd uitschakelen. Er
zijn 4 mogelijkheden om het aandrijfsysteem uit te
schakelen:
1 Middelste toets
Houd de middelste toets van de bediening
gedurende 2 seconden ingedrukt.
2 Aandrijfeenheid
Verwijder de aandrijfeenheid van de pedelec.
3 Accu
Schakel de accu uit.
4 Ruststand
Zet de pedelec in de ruststand.
De LED's van de laadtoestandweergave tonen
een uitschakelanimatie en de accu wordt
uitgeschakeld.
6.12.3 Ruststand van het aandrijfsysteem
De pedelec zet zichzelf in de ruststand
wanneer de pedelec gedurende 10 uur niet
meer is bewogen en er ook niet op toetsen op
de bediening is gedrukt, of
de laadtoestand van de accu minder bedraagt
dan 30 %, de pedelec gedurende 3 uur niet
meer is bewogen en er ook niet op toetsen op
de bediening is gedrukt.
Wanneer de pedelec zichzelf in de ruststand
zet, wordt automatisch de accu uitgeschakeld.
Wanneer het aandrijfsysteem in de ruststand
wordt gezet, schakelt de accu zichzelf uit om de
resterende energie te behouden.
Wanneer de accu gedurende 12 uur uit de
aandrijfeenheid is verwijderd of op de oplader is
aangesloten en er ook niet op toetsen van de accu
is gedrukt, schakelt de accu zichzelf uit om de
resterende energie te behouden. Schakel de accu
in om een systeem dat zichzelf in de ruststand
heeft gezet weer te activeren.
Vallen door niet kunnen remmen
Het ingeschakelde aandrijfsysteem kan door
inwerking van krachten op de pedalen worden
geactiveerd. Wanneer de aandrijving onbedoeld
wordt geactiveerd en de rem niet bereikt kan
worden, kan een val met letsel het gevolg zijn.
Start nooit het elektrische aandrijfsysteem
resp. schakel dit onmiddellijk uit wanneer de
rem niet betrouwbaar kan worden bereikt.
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 69
Gebruik
6.13 Bediening
6.13.1 Duwondersteuning gebruiken
De duwondersteuning ondersteunt de berijder bij
het duwen van de pedelec. De snelheid kan
daarbij maximaal 6 km/h bedragen. De gebruiker
kan de snelheid van de pedelec naar zijn eigen
looptempo afremmen door de fiets tegen te
houden.
Zet op de bediening het niveau van de
trapondersteuning op GEEN.
Houd de onderste toets van de bediening
ingedrukt. Na 2 seconden wordt de
duwondersteuning geactiveerd.
Om de duwondersteuning te deactiveren, laat
u de onderste toets van de bediening los.
6.13.2 Ondersteuningsniveau selecteren
Druk op de bovenste resp. onderste toets van
de bediening. De volgende
ondersteuningsniveaus zijn mogelijk:
Vallen door afleiding
Ongeconcentreerd rijden in het verkeer verhoogt
het risico van een ongeval. Dit kan leiden tot een
val met ernstig letsel.
Laat u nooit door het display afleiden.
Stop de pedelec om bedieningen op het
display uit te voeren die verder gaan dan
alleen het wijzigen van het
ondersteuningsniveau. Voer gegevens
uitsluitend in stilstand in.
Aanwijzing
Gebruik het display niet als handgreep.
Wanneer u de pedelec optilt aan het display,
kunt u het display onherstelbaar beschadigen
Letsel door pedalen en wielen
De pedalen en het aandrijfwiel draaien bij gebruik
van de duwondersteuning. Wanneer de wielen
van de pedelec bij gebruik van de
duwondersteuning geen contact maken met de
ondergrond (bv. tijdens het tillen op een trap of
het beladen van een fietsdrager) bestaat gevaar
voor letsel.
Gebruik de duwondersteuningsfunctie
uitsluitend tijdens het duwen van de pedelec.
Tijdens gebruik van de duwondersteuning
moet de pedelec met beide handen veilig
worden geleid.
Zorg voor voldoende bewegingsruimte voor de
pedalen.
VOORZICHTIG
!
VOORZICHTIG
!
Ondersteunings-
niveau Gebruik
GEEN
De ondersteuning door de motor is
gedeactiveerd. De pedelec kan
worden gebruikt als een gewone fiets.
BREEZE
Geringe, maar effectieve
ondersteuning voor een maximaal
bereik.
RIVER Betrouwbare ondersteuning voor de
meeste situaties.
ROCKET Maximale ondersteuning voor
veeleisende ritten.
Tabel 42: Overzicht ondersteuningsniveaus
Ondersteunings-
niveau Kleur
Max. onder-
steunings-
factor
Max.
vermogen
GEEN WIT 0 % 0 W
BREEZE GROEN 75 % 125 W
RIVER BLAUW 150 % 250 W
ROCKET ROZE 240 % 400 W
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 70
Gebruik
6.14 Rem
Hydraulische olie kan bij inslikken en bij
binnendringen in de luchtwegen dodelijk zijn.
Door een ongeval of door materiaalmoeheid kan
hydraulische olie vrijkomen. De hydraulische olie
kan bij inslikken en inademen dodelijk zijn.
Eerstehulpmaatregelen
Draag handschoenen en een veiligheidsbril als
persoonlijke beschermingsmiddelen. Houd
onbeschermde personen op afstand.
Breng slachtoffers uit de gevarenzone en in de
frisse lucht. Laat slachtoffers nooit zonder
toezicht.
Zorg voor voldoende ventilatie.
Verwijder onmiddellijk met hydraulische olie
verontreinigde kleding.
Houd rekening met gevaar door uitglijden ten
gevolge van vrijgekomen hydraulische olie.
Houdt hydraulische olie verwijderd van open
vuur, hete oppervlakken en ontstekingsbronnen.
Vermijd contact met huid en ogen.
Adem dampen en aerosolen niet in.
Na inademen
Verse lucht toevoeren, bij klachten contact
opnemen met een arts.
Na huidcontact
Betroffen huid afwassen met water en zeep en
goed afspoelen. Verontreinigde kleding
verwijderen. Bij klachten contact opnemen met
een arts.
Na oogcontact
De ogen ten minste 10 minuten met geopende
oogleden onder stromend water uitspoelen, ook
onder de oogleden. Bij aanhoudende klachten
contact opnemen met een oogarts.
GEVAAR
!
Na inslikken
De mond met water uitspoelen. Nooit braken
opwekken! Verstikkingsgevaar!
Leg een brakende, op de rug liggende persoon in
stabiele zijligging. Neem onmiddellijk contact op
met een arts.
Milieubeschermingsmaatregelen
Laat hydraulische olie nooit in het riool, het
oppervlaktewater of het grondwater
terechtkomen.
Meldt indringing in de bodem, verontreiniging
van waterlopen resp. het riool bij de
verantwoordelijke autoriteiten.
Vallen door falen van de remmen
Olie of smeermiddelen op de remschijf van een
schijfrem resp. op de velg van een velgrem
kunnen leiden tot het volledig falen van de rem.
Dit kan leiden tot een val met ernstig letsel.
Laat nooit olie of smeermiddelen in contact
komen met de remschijf resp. met de remblokken
en de velg
Wend u tot een dealer of werkplaats voor
reiniging of vervanging van componenten
wanneer de remblokken in contact zijn gekomen
met olie of smeermiddelen.
Bij lang, continu gebruik van de rem (bv. bij een
lange afdaling), kan de olie in het remsysteem
warm worden. Hierdoor kan zich een dampbel
vormen. Dat leidt tot expansie van eventueel in
het remsysteem aanwezig water of lucht.
Hierdoor kan de slag van de remhendel plotseling
groter worden. Een val met ernstig letsel kan het
gevolg zijn.
Laat bij lange afdalingen de rem regelmatig los.
GEVAAR
!
WAARSCHUWING
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 71
Gebruik
Tijdens het rijden wordt de aandrijfkracht van de
motor uitgeschakeld zodra de berijder niet meer
op de pedalen trapt. Bij remmen schakelt het
aandrijfsysteem niet uit.
Trap tijdens het remmen niet meer op de pedalen
voor een optimaal remresultaat.
6.14.1 Remhendel gebruiken
Afbeelding 74: Remhendel achter (1) en voor (2), voorbeeld
Shimano rem
Druk de linker remhendel voor de voorwielrem
resp. de rechter hendel voor de achterwielrem in
tot de gewenste snelheid is bereikt.
Amputatie door draaiende remschijf
De remschijf van de schijfrem is zo scherp, dat
deze ernstig letsel van de vingers veroorzaakt
wanneer deze in de openingen van de remschijf
komen.
Houd de vingers verwijderd van de draaiende
remschijf.
Vallen door natte omstandigheden
Op natte straten kunnen de banden slippen.
Onder natte omstandigheden moet tevens
rekening worden gehouden met een langere
remweg. Dan kan het remmen ook anders
aanvoelen dan normaal. Dit kan leiden tot verlies
van controle of tot een val met letsel.
Rijd langzaam en rem tijdig.
Vallen door verkeerd gebruik
Onjuist gebruik van de rem kan leiden tot verlies
van de controle of tot een val met letsel.
Verplaats uw lichaamsgewicht zo ver mogelijk
naar achteren en omlaag.
Oefen het remmen, ook in noodsituaties, voordat
de pedelec op de openbare weg wordt gebruikt.
Gebruik de pedelec nooit wanneer u bij het
indrukken van de remhendel geen weerstand
voelt. Neem contact op met een dealer.
Brandwonden door heetgelopen remmen
De remmen kunnen tijdens gebruik zeer heet
worden. Bij contact kunnen brandwonden
optreden of kan brand ontstaan.
Vermijd contact met de onderdelen van de rem
direct na het rijden.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
Vallen na reiniging of opslag
Het remsysteem is niet bedoeld voor gebruik bij
een op de kop gezette of platgelegde pedelec.
Hierdoor kan de rem onder bepaalde
omstandigheden niet correct werken. Dit kan
leiden tot een val met letsel.
Wanneer de pedelec op de kop gezet of
platgelegd is geweest, moet voor het rijden de
rem enkele keren worden bediend om te zorgen
dat deze weer normaal werkt.
Gebruik de pedelec nooit wanneer deze niet
meer normaal remt. Neem contact op met een
dealer.
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 72
Gebruik
6.14.2 Terugtraprem gebruiken
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
De beste remwerking wordt bereikt wanneer de
pedalen zich bij het remmen in de 3-uur- resp. 9-
uur-stand bevinden. Om de loze hoek tussen rij-
en rembeweging te overbruggen is het aan te
bevelen, een stuk voorbij de 3-uur- resp. 9-uur-
stand te trappen voordat tegen de rijrichting in
wordt getrapt om te remmen.
Trap op de pedalen tegen de rijrichting in tot de
gewenste snelheid is bereikt.
6.15 Vering en demping
6.15.1 Drukdemper van de FOX-vork
afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Met de drukdemperafsteller kan snel het
veergedrag van de vork worden aangepast bij
veranderingen van het terrein. Deze is bedoeld
voor afstellingen tijdens het rijden.
Afbeelding 75: FOX-drukdemperafsteller met de standen
OPEN (1) en HARD (2)
In de stand OPEN is de drukdemping het kleinst
zodat de vork zachter aanvoelt. Gebruik de stand
HARD wanneer de vork stijver moet aanvoelen of
wanneer u op een zachte ondergrond rijdt. De
hendelstanden tussen de standen OPEN en
HARD zijn voor fijnafstelling van de drukdemping.
Het wordt aanbevolen de hendel van de
drukdemperafsteller in eerste instantie in de stand
OPEN te zetten.
6.15.2 Drukdemper van de FOX-demper
afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Met de drukdemperafsteller kan snel het
veergedrag van de demper worden aangepast bij
veranderingen van het terrein. Deze is bedoeld
voor afstellingen tijdens het rijden.
Afbeelding 76: FOX-drukdemperafsteller op de
achterbouwdemper met de standen OPEN (1). MIDDEL (2) en
HARD (3)
Gebruik de stand OPEN bij ruwe afdalingen, de
stand MIDDEL bij ongelijk terrein en de stand
HARD om efficiënt te klimmen. Zet de
drukdemperafsteller in eerste instantie in de
stand OPEN.
Afbeelding 77: Fijnafstelling van de stand OPEN met de
afsteller (4)
De FOX-achterbouwdemper heeft een
fijnafstelling voor de stand OPEN.
Het wordt aanbevolen fijnafstelling uit te voeren
terwijl de drukdemperafsteller zich in de stand
MIDDEL of HARD bevindt.
Trek de afsteller uit.
Draai de afsteller naar de stand 1, 2 of 3.
Afstelling 1 geeft het zachtste rijgedrag,
afstelling 3 het hardste.
Druk de afsteller in om de afstelling te
vergrendelen.
1
2
1
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 73
Gebruik
6.15.3 Drukdemper van de Suntour-vork
afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Met de drukdemperafsteller kan snel het
veergedrag van de vork worden aangepast bij
veranderingen van het terrein. Deze is bedoeld
voor afstellingen tijdens het rijden.
Afbeelding 78: Suntour-drukdemperafsteller met de standen
OPEN (1) en LOCK (2)
In de stand OPEN is de drukdemping het kleinst
zodat de vork zachter aanvoelt. Gebruik de stand
LOCK wanneer de vork stijver moet aanvoelen of
wanneer u op een zachte ondergrond rijdt. De
hendelstanden tussen de standen OPEN en
LOCK zijn voor fijnafstemming van de
drukdemping.
Het wordt aanbevolen de hendel van de
drukdemperafsteller in eerste instantie in de stand
OPEN te zetten.
6.16 Versnelling
De keuze van de juiste versnelling is een
voorwaarde voor het rijden met zo weinig mogelijk
inspanning en voor een goede werking van het
elektrische aandrijfsysteem. De optimale
trapfrequentie ligt tussen 70 en
80 omwentelingen per minuut.
Het is aan te bevelen tijdens het schakelen het
trappen kort te onderbreken. Daardoor gaat het
schakelen gemakkelijker en treedt minder slijtage
op van de aandrijflijn.
6.16.1 Versnellingen selecteren
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Door de juiste versnelling te kiezen, kan met
dezelfde krachtsinspanning zowel de snelheid als
het bereik gebruiken vergroot. Derailleur
gebruiken.
Afbeelding 79: Schakelhendel omlaag (1) en schakelhendel
omhoog (2) van de linker (I) en rechter (II) versnelling
Schakel met de schakelhendels naar de
passende versnelling.
De versnelling schakelt over.
De schakelhendel keert terug naar de
uitgangspositie.
Reinig en smeer de derailleur wanneer het
overschakelen blokkeert.
III
1
22
1
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 74
Gebruik
6.16.2 Versnellingsnaaf gebruiken
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
.
Afbeelding 80: Voorbeeld Shimano Nexus versnelling:
Draaibare handvatschakelaar (1) van de versnellingsnaaf met
weergave (3) en de draairichtingen voor omhoog schakelen
(2) en omlaag schakelen (4)
Draai aan de draaibare handvatschakelaar.
De versnelling schakelt over.
Het cijfer op de weergave geeft de
geschakelde versnelling aan.
Vallen door verkeerd gebruik
Wanneer tijdens het schakelen teveel druk op de
pedalen wordt uitgeoefend en de schakelhendel
wordt bediend of wanneer in één keer met
meerdere versnellingen wordt overgeschakeld,
kunnen de voeten van de berijder van de pedalen
schieten. De pedelec kan over de kop slaan of
omvallen, wat kan leiden tot letsel.
Het overschakelen met meerdere versnellingen
naar een kleine versnelling kan ertoe leiden, dat
de buitenhuls van de draaibare
handvatschakelaar verspringt. Dit leidt niet tot
problemen met de werking van de draaibare
handvatschakelaar omdat de buitenste geleiding
na het schakelen weer in de oorspronkelijke
stand terugkeert.
Oefen tijdens het schakelen weinig kracht uit op
de pedalen.
Schakel nooit meer dan één versnelling over.
Aanwijzing
Het inwendige van de naaf is niet volledig
waterdicht. Wanneer water in de naaf binnendringt,
kan deze gaan roesten en daardoor niet meer
schakelen.
Gebruik de pedelec nooit op plaatsen waar water
in de naaf kan binnendringen.
Het kan soms voorkomen, dat de derailleur in de
naaf na het schakelen geluiden maakt, die verband
houden met het normale schakelproces.
Demonteer de naaf niet. Neem contact op met de
dealer wanneer de naaf moet worden
gedemonteerd.
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 75
Reinigen en onderhouden
7 Reinigen en onderhouden
Checklist reiniging
Checklist onderhoud
Onderstaande onderhoudsmaatregelen moeten
periodiek worden uitgevoerd. Dit onderhoud kan
worden uitgevoerd door de eigenaar of de
berijder. Bij twijfel dient de dealer om raad te
worden gevraagd.
7.1 Reiniging elke keer na het rijden
7.1.1 Verende voorvork reinigen
Verwijder met een vochtige doek vuil en
afzettingen van de staande buizen en de
vuilafstrijkers.
Controleer de staande buizen op deuken,
krassen, verkleuringen en vrijgekomen olie.
Controleer de luchtdruk.
Smeer de vuilafstrijkers en de staande buizen.
7.1.2 Achterbouwdemper reinigen
Verwijder met een vochtige doek vuil en
afzettingen van de demper.
Controleer de achterbouwdemper op deuken,
krassen, verkleuringen en vrijgekomen olie.
7.1.3 Pedalen reinigen
Reinig de pedalen na het rijden in vuil en regen
met een sopje en een borstel.
Voer na het reinigen onderhoud aan de
pedalen uit.
Pedaal reinigen elke keer na het
rijden
Verende voorvork en evt.
achterbouwdemper reinigen
elke keer na het
rijden
Accu reinigen maandelijks
Ketting (voornamelijk geasfalteerde
wegen) elke 250 - 300 km
Grondige reiniging en conservering van
alle onderdelen
ten minste elke
zes maanden
Oplader reinigen ten minste elke
zes maanden
In hoogte verstelbare zadelpen reinigen
en smeren
elke zes
maanden
Stand rubberen USB-klepje controleren voor het rijden
Slijtage van de banden controleren wekelijks
Slijtage van de velgen controleren wekelijks
Bandenspanning controleren wekelijks
Slijtage van de remmen controleren maandelijks
Elektrische bekabeling en bowdenkabels
op beschadigingen en functionaliteit
controleren
maandelijks
Kettingspanning controleren maandelijks
Spanning van de spaken controleren elke drie
maanden
Instelling versnelling controleren elke drie
maanden
Verende voorvork en evt.
achterbouwdemper op werking en slijtage
controleren
elke drie
maanden
Slijtage van de remschijven controleren ten minste elke
zes maanden
Vallen bij onbedoelde activering
Bij onbedoelde activering van het
aandrijfsysteem bestaat gevaar voor letsel.
Verwijder de accu voor het reinigen.
VOORZICHTIG
!
Vereist gereedschap en reinigingsmiddel:
Doek
Luchtpomp
Borstel
Water
Reinigingsmiddel
Emmer
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 76
Reinigen en onderhouden
7.2 Grondige reiniging
Verwijder accu en display voorafgaand aan de
grondige reiniging.
7.2.1 Frame reinigen
Zet, afhankelijk van de mate en
hardnekkigheid van de vervuiling, vervuilingen
op het frame met reinigingsmiddel in de week.
Verwijder na voldoende inweektijd alle modder
en vuil met een spons, borstel en
tandenborstel
Spoel ten slotte het frame af met een gieter of
met de hand.
Voer na het reinigen onderhoud aan het frame
uit.
7.2.2 Voorbouw reinigen
Reinig de voorbouw met een doek en sop.
Voer na het reinigen onderhoud aan de
voorbouw uit.
7.2.3 Achterbouwdemper reinigen
Reinig de achterbouwdemper met een doek en
sop.
7.2.4 Wiel reinigen
Controleer tijdens het reinigen van het wiel de
band, de velg, de spaken en de spaaknippels
op eventuele beschadigingen.
Reinig de naaf en de spaken vanuit het midden
naar buiten met een spons en borstel.
Reinig de velg met een spons.
7.2.5 Aandrijfelementen reinigen
Spuit de cassette, de kettingwielen en de
voorderailleur in met een ontvetter.
Verwijder na een korte inweektijd grove
vervuiling met een borstel.
Was alle delen af met reinigingsmiddel en een
tandenborstel.
Voer na het reinigen onderhoud aan de
aandrijfelementen uit.
Vallen door falen van de remmen
Na reiniging, onderhoud of reparatie van de
pedelec kan de remwerking aanvankelijk minder
krachtig aanvoelen dan normaal. Een val met
letsel kan het gevolg zijn.
Breng nooit onderhoudsmiddelen of olie aan
op de remschijven resp. de remblokken en de
remvlakken van de velgen.
Activeer de remmen enkele keren na reiniging,
onderhoud en reparatie.
Aanwijzing
Bij gebruik van een stoomreiniger kan water in de
lagers binnendringen. Het daarin aanwezige
smeermiddel wordt daardoor verdund, waardoor
de wrijving toeneemt en op den duur de lagers
onherstelbare schade oplopen.
Reinig de pedelec nooit met een
stoomreiniger.
Ingevette onderdelen, bv. de zadelpen, het stuur
en de voorbouw, kunnen niet meer betrouwbaar
worden geklemd.
Breng nooit vet of olie aan op klempunten.
Vereist gereedschap en reinigingsmiddel:
Doeken
Spons
Luchtpomp
Borstel
Tandenborstel
•Kwast
•Gieter
Emmer
•Water
Reinigingsmiddel
Ontvetter
Smeermiddel
Remmenreiniger of spiritus
VOORZICHTIG
!
Vallen door een doorgeremde velg
Een doorgeremde velg kan breken en het wiel
blokkeren. Een val met ernstig letsel kan het
gevolg zijn.
Controleer periodiek de slijtage van de velg.
WAARSCHUWING
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 77
Reinigen en onderhouden
7.2.6 Ketting reinigen
Bevochtig een borstel met wat
reinigingsmiddel. Borstel beide zijden van de
ketting af.
Bevochtig een doek met wat sop. Leg de doek
op de ketting.
Houd de doek met lichte druk vast en draai
ondertussen aan het achterwiel zodat de
ketting langzaam onder de doek door loopt.
Reinig de ketting met smeermiddel als deze
hierna nog steeds vuil is.
Voer na het reinigen onderhoud aan de ketting
uit.
7.2.7 Accu reinigen
Reinig de elektrische aansluitingen van de
accu uitsluitend met een droge doek of kwast.
Veeg de zichtzijden af met een vochtige doek.
7.2.8 Display reinigen
Reinig het display voorzichtig met een zachte,
vochtige doek.
7.2.9 Aandrijfeenheid reinigen
Aanwijzing
Gebruik nooit agressieve (zuurhoudende)
reinigingsmiddelen, toestoplossers of
ontvetters bij het reinigen van de ketting.
Gebruik geen kettingreinigingsapparaat en
voer geen kettingreinigingsbaden uit.
Brand- en explosiegevaar door binnendringen
van water
De accu is slechts beschermd tegen opspattend
water. Binnendringend water kan kortsluiting
veroorzaken. De accu kan ontvlammen en
exploderen.
Reinig de accu nooit met een
hogedrukreiniger, waterstraal of perslucht.
Houd de contacten schoon en droog.
Dompel de accu nooit onder in water.
Gebruik nooit reinigingsmiddelen.
Verwijder de accu voorafgaand aan de
reiniging van de pedelec.
VOORZICHTIG
!
Aanwijzing
Reinig de accu niet met oplosmiddelen (d.w.z.
thinner, alcohol, olie,
corrosiebeschermingsmiddel) of
reinigingsmiddelen.
Aanwijzing
Wanneer water het display binnendringt leidt dat
tot onherstelbare schade.
Dompel het display nooit onder in water.
Reinig nooit met een hogedrukreiniger,
waterstraal of perslucht.
Gebruik nooit reinigingsmiddelen.
Verwijder het display voorafgaand aan de
reiniging van de pedelec.
Verbranding door een hete aandrijving
Tijdens het gebruik kan de koeler van de
aandrijving zeer heet worden. Bij contact kan
verbranding optreden.
Laat voorafgaand aan de reiniging de
aandrijfeenheid afkoelen.
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 78
Reinigen en onderhouden
Reinig de aandrijfeenheid voorzichtig met een
zachte, vochtige doek.
7.2.10 Rem reinigen
Reinig rem en remschijven met water,
reinigingsmiddel en een borstel.
Ontvet de remschijven grondig met
remmenreiniger of spiritus.
7.3 Onderhoud
7.3.1 Onderhoud aan het frame
Maak na het reinigen het frame droog.
Spuit het in met een onderhoudsolie. Veeg na
een korte inwerktijd de onderhoudsolie weer
af.
7.3.2 Onderhoud aan de voorbouw
Smeer de schacht van de voorbouw en het
draaipunt van de snelspanhendel in met
siliconen- of teflonolie.
Smeer aanvullend bij de speedlifter twist de
ontgrendelingspen via de moer op het
speedlifterhuis in met olie.
Smeer wat zuurvrij smeervet tussen de
snelspanhendel van de voorbouw en het
glijstuk om de bedieningskracht van de
snelspanhendel te verminderen.
7.3.3 Onderhoud aan de vork
Behandel de vuilafstrijkers met een vorkolie.
Aanwijzing
Wanneer water de aandrijfeenheid binnendringt
leidt dat tot onherstelbare schade.
Dompel de aandrijfeenheid nooit onder in
water.
Reinig nooit met een hogedrukreiniger,
waterstraal of perslucht.
Gebruik nooit reinigingsmiddelen.
Nooit openmaken.
Falen van de remmen door binnendringen van
water
De afdichtingen van de rem zijn niet bestand
tegen hoge drukken. Beschadigde remmen
kunnen leiden tot het falen van de remmen en tot
een ongeval met letsel.
Reinig de pedelec nooit met een
hogedrukreiniger of met perslucht.
Wees voorzichtig met een waterslang. Richt
de waterstraal nooit direct op de afdichtingen.
WAARSCHUWING
!
Vereist gereedschap en reinigingsmiddel:
Doeken
Tandenborstels
Reinigingsmiddel
Frameverzorgingsolie
Siliconen- of teflonolie
Zuurvrij smeervet
Vorkolie
Kettingolie
Ontvetter
Spuitolie
Teflonspray
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 79
Reinigen en onderhouden
7.3.4 Onderhoud aan de
aandrijfelementen
Spuit de cassette, de kettingwielen en de
voorderailleur in met een ontvetter.
Verwijder na een korte inweektijd grove
vervuiling met een borstel.
Was alle delen af met reinigingsmiddel en een
tandenborstel.
7.3.5 Onderhoud aan de pedalen
Behandel na het reinigen de pedalen een
spuitolie.
7.3.6 Onderhoud aan de ketting
Vet na het reinigen de ketting grondig in met
kettingolie.
7.3.7 Onderhoud aan de
aandrijfelementen
Behandel de mechanische overbrenging en
schakelrollen van derailleur en voorderailleur
met teflonspray.
7.4 Onderhouden
Onderstaande onderhoudswerkzaamheden
moeten periodiek worden uitgevoerd . Deze
kunnen worden uitgevoerd door de eigenaar of de
berijder. Bij twijfel dient de dealer om raad te
worden gevraagd.
7.4.1 Wiel
Controleer de slijtage van de banden.
Controleer de bandenspanning.
Controleer de slijtage van de velgen.
Velgen met onzichtbare slijtage-indicator van een
voertuig met velgremmen zijn versleten zodra de
slijtage-indicator in de buurt van de lasnaad
zichtbaar wordt.
Velgen met zichtbare slijtage-indicator zijn
versleten zodra de zwarte groef rondom in de
velgrand onzichtbaar wordt. Het wordt
aanbevolen elke tweede keer dat de
remvoeringen worden vervangen ook de velgen
te vervangen.
Controleer de spanning van de spaken.
7.4.2 Banden controleren
Controleer de slijtage van de banden. Een
band is versleten wanneer op het loopvlak de
anti-leklaag of het weefsel zichtbaar wordt.
Wanneer een band is versleten, moet deze
door een dealer worden vervangen.
Vallen bij onbedoelde activering
Bij onbedoelde activering van het
aandrijfsysteem bestaat gevaar voor letsel.
Verwijder de accu voor het onderhouden.
VOORZICHTIG
!
Vallen door een doorgeremde velg
Een doorgeremde velg kan breken en het wiel
blokkeren. Een val met ernstig letsel kan het
gevolg zijn.
Controleer periodiek de slijtage van de velg.
Aanwijzing
Bij een te lage vuldruk bereikt de band niet zijn
normale draagvermogen. De band is niet stabiel
en kan van de velg aflopen.
Bij een te hoge vuldruk kan de band springen.
Controleer de vuldruk conform de gegevens.
Corrigeer zo nodig de vuldruk.
WAARSCHUWING
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 80
Reinigen en onderhouden
7.4.3 Velgen controleren
Controleer de slijtage van de velgen Velgen
zijn versleten zodra de zwarte groef rondom in
de velgrand onzichtbaar wordt.
Versleten velgen moeten door de dealer
worden vervangen.
Het wordt aanbevolen elke tweede keer dat de
remvoeringen worden vervangen ook de
velgen te vervangen.
7.4.4 Vuldruk controleren en corrigeren
7.4.4.1 Blitzventiel
Bij een eenvoudig Blitzventiel
kan de vuldruk niet worden
gemeten. Daarom wordt de
vuldruk gemeten in de vulslang
tijdens het langzaam
oppompen met de fietspomp.
Het wordt aanbevolen een
fietspomp te gebruiken met
drukmeter. De
gebruikshandleiding van de
fietspomp moet in acht worden
genomen.
Verwijder de ventieldop.
Sluit de fietspomp aan.
Pomp de band langzaam op
en let daarbij op de vuldruk.
Corrigeer de vuldruk conform de gegevens op
de pedelecpas.
Draai, wanneer de vuldruk te hoog is, de wartel
los, laat lucht af en draai de wartel weer vast
aan.
Maak de fietspomp los.
Draai de ventieldop stevig vast.
Draai de velgmoer met de vingertoppen licht
tegen de velg aan.
7.4.4.2 Frans ventiel
Het wordt aanbevolen een
fietspomp te gebruiken met
drukmeter. De
gebruikshandleiding van de
fietspomp moet in acht worden
genomen.
Verwijder de ventieldop.
Draai de kartelmoer ca. vier
slagen los.
Sluit voorzichtig de
fietspomp aan zodat de
ventielinzet niet wordt
verbogen.
Pomp de band op en let daarbij op de vuldruk.
De vuldruk is conform de gegevens
gecorrigeerd.
Maak de fietspomp los.
Draai de kartelmoer met de vingertoppen vast.
Draai de ventieldop stevig vast.
Draai de velgmoer met de vingertoppen licht
tegen de velg aan.
7.4.4.3 Autoventiel
Het wordt aanbevolen een
fietspomp te gebruiken met
drukmeter. De
gebruikshandleiding van de
fietspomp moet in acht worden
genomen.
Verwijder de ventieldop.
Sluit de fietspomp aan.
Pomp de band op en let
daarbij op de vuldruk.
De vuldruk is conform de gegevens
gecorrigeerd.
Maak de fietspomp los.
Draai de ventieldop stevig vast.
Draai de velgmoer met de vingertoppen licht
tegen de velg aan.
1
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 81
Reinigen en onderhouden
7.4.5 Remsysteem
De frequentie waarmee onderhoud aan de rem
moet worden uitgevoerd wordt bepaald door zowel
de frequentie van het gebruik als de
weersomstandigheden tijdens het gebruik. Wanneer
de pedelec onder extreme omstandigheden wordt
gebruikt, zoals bv. regen, modder of lange
afstanden, moet het onderhoud vaker worden
uitgevoerd.
7.4.6 Remvoeringen op slijtage
controleren
Controleer de remvoeringen na 1000 keer vol
remmen.
Controleer dat de remvoeringen nergens
dunner zijn dan 1,8 mm resp. dat remvoering
en dragerplaat samen nergens dunner zijn dan
2,5 mm.
Trek aan de remhendel en houd deze vast.
Controleer daarbij dat de slijtagekaliber van de
transportbeveiliging tussen de dragerplaten
van de remvoeringen past.
De remvoeringen hebben de slijtagegrens niet
bereikt. Anders moet een dealer de
remvoeringen vervangen.
7.4.7 Drukpunt controleren
Trek meerdere keren aan de remhendel en
houd deze vast.
Wanneer het drukpunt niet duidelijk voelbaar is
en verandert, moet een dealer de rem
ontluchten.
7.4.8 Remschijven op slijtage controleren
Controleer dat de remschijf nergens dunner is
dan 1,8 mm.
De remschijven hebben de slijtagegrens niet
bereikt. Anders moet een dealer de
remschijven onmiddellijk vervangen.
7.4.9 Elektrische bekabeling en
remkabels
Controleer alle zichtbare elektrische leidingen
en bowdenkabels op beschadigingen.
Wanneer bv. mantels zijn opgestuikt, moet de
pedelec buiten gebruik worden gesteld tot de
bowdenkabels zijn vervangen.
Controleer alle elektrische leidingen en
bowdenkabels op functionaliteit.
7.4.10 Versnelling
Controleer de afstelling van de versnelling en
de schakelhendel resp. de draaibare
handvatschakelaar van de versnelling en
corrigeer deze zo nodig.
7.4.11 Voorbouw
De voorbouw en het snelspansysteem moeten
periodiek worden gecontroleerd en zo nodig
door de dealer worden afgesteld.
Wanneer daarvoor de inbusschroef wordt
losgedraaid, moet dan ook de lagerspeling
worden afgesteld. Daarna moeten de
losgedraaide schroeven worden voorzien van
een matig schroefborgmiddel (bv. Loctite
blauw) en conform de eisen worden
vastgedraaid.
Controleer op slijtage en tekenen van corrosie
(onderhouden met een geoliede doek) en
controleer op olielekkage.
7.4.12 USB-aansluiting
Vallen door falen van de rem
Versleten remschijven en remvoeringen en
onvoldoende hydraulische olie in de remleiding
verminderen de remwerking. Een val met letsel
kan het gevolg zijn.
Controleer periodiek de remschijven, de
remvoeringen en het hydraulische
remsysteem en laat deze zo nodig vervangen.
VOORZICHTIG
!
Aanwijzing
Via de USB-aansluiting binnendringend vocht kan
in het display kortsluiting veroorzaken.
Controleer regelmatig dat de afdekking van de
USB-aansluiting correct is aangebracht en
corrigeer dat zo nodig.
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 82
Reinigen en onderhouden
7.4.13 Riem- en kettingspanning
controleren
Controleer de kettingspanning over een
complete slag van het crankstel op drie tot vier
plaatsen.
Afbeelding 81: Kettingspanning controleren
Wanneer de ketting resp. de aandrijfriem meer
dan 2 cm kan worden ingedrukt, moet deze
door de dealer strakker worden gespannen.
Wanneer de ketting resp. de aandrijfriem
minder dan 1 cm omhoog of omlaag kan
worden gedrukt, moet deze weer losser
worden gespannen.
De optimale kettingspanning is bereikt,
wanneer de ketting resp. de aandrijfriem
midden tussen achtertandwiel en kettingblad
maximaal 2 cm kan worden ingedrukt. Het
crankstel moet bovendien zonder weerstand
kunnen draaien.
Bij een versnellingsnaaf moet voor het
spannen van de ketting het achterwiel naar
achteren resp. naar voren worden verschoven.
Dat mag uitsluitend door een vakman worden
uitgevoerd.
Controleer dat de handvaten goed vast zitten.
Aanwijzing
Een te hoge kettingspanning zorgt voor
verhoogde slijtage.
Een te geringe kettingspanning kan ertoe leiden
dat de ketting resp. de aandrijfriem van de
kettingwielen afloopt.
Controleer de kettingspanning maandelijks.
2 cm
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 83
Onderhoud
8 Onderhoud
Uiterlijk elke zes maanden moet onderhoud
worden uitgevoerd door de dealer. Alleen
daarmee zijn de veiligheid en goede werking van
de pedelec gewaarborgd.
Het vervangen van een schijfrem, het ontluchten
van een rem of het vervangen van een wiel vereist
vakkennis en speciaal gereedschap en speciale
smeermiddelen. Wanneer de voorschreven
onderhoudswerkzaamheden en procedures niet
worden uitgevoerd, kan de pedelec beschadigen.
Het onderhoud mag daarom uitsluitend door een
dealer worden uitgevoerd.
De dealer controleert de pedelec aan de hand
van de onderhoudstabel in de bijlage.
Bij de grondige reiniging onderzoekt de dealer
de pedelec op tekenen van materiaalmoeheid.
De dealer controleert de softwareversie van
het aandrijfsysteem en update deze. De
elektrische aansluitingen worden
gecontroleerd, gereinigd en geconserveerd.
De elektrische leidingen worden onderzocht op
beschadigingen.
De dealer demonteert en reinigt de volledige
binnen- en buitenzijde van de verende
voorvork. Hij reinigt en smeert de vuilafstrijkers
en glijbussen, controleert de
aanhaalmomenten en stelt de vork af op de
voorkeuren van de berijder. Tevens vervangt
Letsel door beschadigde remmen
Voor reparatie van de rem is vakkennis en
speciaal gereedschap vereist. Onjuiste of
ontoelaatbare montagewerkzaamheden kunnen
de rem beschadigen. Dat kan leiden tot een
ongeval met letsel.
Reparatie van de rem mag uitsluitend door
een dealer worden uitgevoerd.
Voer nooit werkzaamheden of veranderingen uit
(bv. demonteren, afslijpen of lakken) die niet
uitdrukkelijk zijn toegestaan en staan
beschreven in de gebruikershandleiding.
Oogletsel
Wanneer instellingen niet correct worden
uitgevoerd, kunnen er problemen optreden die
onder bepaalde omstandigheden tot ernstig letsel
kunnen leiden.
Draag altijd een veiligheidsbril ter bescherming
van uw ogen wanneer u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert zoals het
vervangen van onderdelen.
Vallen bij onbedoelde activering
Bij onbedoelde activering van het
aandrijfsysteem bestaat gevaar voor letsel.
Verwijder de accu voor het inspecteren.
Vallen door materiaalmoeheid
Wanneer de levensduur van een onderdeel wordt
overschreden, kan dat onderdeel plotseling falen.
Een val met letsel kan het gevolg zijn.
Laat elke zes maanden een grondige reiniging
van de pedelec uitvoeren door de dealer, bij
voorkeur tijdens de voorgeschreven
servicewerkzaamheden.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
Milieuschade door giftige stoffen
In het remsysteem bevinden zich giftige en
milieugevaarlijke smeermiddelen en oliën. Wanneer
deze in het riool of het grondwater terechtkomen
raken deze vergiftigd.
Voer smeermiddelen en oliën die vrijkomen bij
reparatie veilig voor het milieu en conform de
wettelijke voorschriften af.
Aanwijzing
De motor is onderhoudsvrij en mag uitsluitend
door gekwalificeerd technisch personeel worden
geopend.
Probeer nooit de motor te openen.
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 84
Onderhoud
hij de schuifhulsen wanneer deze teveel
speling vertonen (meer dan 1 mm bij de
vorkbrug).
De dealer inspecteert de achterbouwdemper
in- en uitwendig, reviseert de
achterbouwdemper, vervangt alle
luchtafdichtingen van luchtvorken, reviseert de
luchtveren, vervangt de olie en vervangt de
vuilafstrijkers.
Er wordt in het bijzonder gekeken naar slijtage
van de velgen en remmen. De spaken worden
zo nodig nagespannen.
8.1 As met snelspanner
8.1.1 Snelspanner controleren
Controleer de stand en spankracht van de
snelspanhendel. De snelspanhendel moet vlak
tegen de onderste behuizing aanliggen. Bij het
omhalen van de snelspanhendel moet een
lichte afdruk op de handpalm te zien zijn.
Afbeelding 82: Spankracht van de snelspanner afstellen
Stel zo nodig de spankracht van de
spanhendel af met een 4 mm inbussleutel.
Controleer daarna opnieuw de stand en
spankracht van de snelspanhendel.
Afbeelding 83: Spankracht van de snelspanner afstellen
Vallen door losgeraakte snelspanner
Een defecte of onjuist gemonteerde snelspanner
kan gegrepen worden door de remschijf en het
wiel blokkeren. Een val is het gevolg.
Monteer de snelspanhendel van het voorwiel
aan de zijde tegenover de remschijf.
Vallen door defecte of verkeerd gemonteerde
snelspanner
De remschijf kan tijdens gebruik zeer heet
worden. Onderdelen van de snelspanner kunnen
hierdoor schade oplopen. De snelspanner kan
losraken. Een val met letsel is het gevolg.
De snelspanhendel van het voorwiel en de
remschijf moeten aan tegenover elkaar
liggende zijden zitten.
Vallen door verkeerde afstelling van de
spankracht
Een te hoge spankracht beschadigt de
snelspanner zodat deze zijn werking verliest.
Onvoldoende spankracht leidt tot een ongunstige
krachtoverdracht. De verende voorvork of het
frame kan breken. Een val met letsel is het
gevolg.
Bevestig een snelspanner nooit met
gereedschap (bv. een hamer of tang).
Gebruik uitsluitend spanhendels met correct
afgestelde spankracht.
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 85
Onderhoud
8.2 Versnelling instellen
Wanneer de versnelling niet goed overschakelt,
moet de spanning van de schakelkabel worden
afgesteld.
Trek de afstelwartel voorzichtig van de
behuizing van de schakelhendel weg en
verdraai deze.
Controleer de werking van de versnelling na
elke correctie.
8.2.1 Versnelling met
bowdenkabelbediening, enkel
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Stel de afstelwartel op de behuizing van de
schakelhendel zo af, dat de versnelling
gemakkelijk overschakelt.
Afbeelding 84: Afstelwartel (1) van de versnelling met enkele
bowdenkabelbediening en behuizing van de
schakelhendel (2), voorbeeld
8.2.2 Versnelling met
bowdenkabelbediening, dubbel
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Stel de afstelwartel onder de achterbrug van
het frame zo af, dat de versnelling gemakkelijk
overschakelt.
De schakelkabel heeft bij licht uittrekken een
speling van ca. 1 mm.
Afbeelding 85: Afstelwartels (2) van twee alternatieve
uitvoeringen (A resp. B) van een versnelling met dubbele
bowdenkabelbediening aan de achterbrug (1)
8.2.3 Draaibare handvatschakelaar met
bowdenkabelbediening, dubbel
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze
uitrusting
Stel de afstelwartel op de behuizing van de
schakelhendel zo af, dat deze gemakkelijk
overschakelt.
Bij het draaien aan de draaibare
handvatschakelaar is een speling voelbaar van
ca. 2 - 5 mm (1/2 versnelling).
Afbeelding 86: Draaibare handvatschakelaar met
afstelwartels (1) en speling van de versnellisng (2)
2
2
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 86
Storingen zoeken, storingen verhelpen en reparatie
9 Storingen zoeken, storingen
verhelpen en reparatie
9.1 Storingen zoeken en storingen
verhelpen
De componenten van het aandrijfsysteem worden
continu automatisch bewaakt. Wanneer een
storing wordt vastgesteld, verschijnt de
betreffende storingscode op het display.
Afhankelijk van de aard van de storing wordt de
aandrijving zo nodig automatisch uitgeschakeld.
9.1.1 Aandrijfsysteem of display start
niet op
Handel als volgt wanneer het display en/of het
aandrijfsysteem niet opstart:
Controleer of de accu is ingeschakeld. Zo niet,
schakel de accu in.
Neem contact op met de dealer wanneer de
LED's van de laadtoestandweergave niet
branden.
Verwijder de accu wanneer de LED's van de
laadtoestandweergave branden, maar het
aandrijfsysteem toch niet opstart.
Breng de accu aan.
Start het aandrijfsysteem op.
Verwijder de accu wanneer het
aandrijfsysteem niet opstart.
Reinig alle contacten met een zachte doek.
Breng de accu aan.
Start het aandrijfsysteem op.
Verwijder de accu wanneer het
aandrijfsysteem niet opstart.
Laad de accu volledig op.
Breng de accu aan.
Start het aandrijfsysteem op.
Verwijder het display wanneer het
aandrijfsysteem niet opstart.
Breng het display aan.
Start het aandrijfsysteem op.
Neem contact op met de dealer wanneer het
aandrijfsysteem niet opstart.
9.1.2 Storingsmeldingen
Voer onderstaande stappen uit wanneer een
storingsmelding wordt weergegeven:
Onthoud het nummer van de systeemmelding.
Schakel het aandrijfsysteem uit en start het
opnieuw op.
Wordt de systeemmelding nog steeds
weergegeven, verwijder dan de accu en breng
deze opnieuw aan.
Start het aandrijfsysteem opnieuw op.
Wordt de systeemmelding nog steeds
weergegeven, neem dan contact op met uw
dealer.
Brand- en explosiegevaar door een defecte
accu
Bij een beschadigde of defecte accu kan de
beveiligingselektronica uitvallen. De
restspanning kan kortsluiting veroorzaken. De
accu kan ontvlammen en exploderen.
Neem een accu, die uitwendige schade
vertoont, onmiddellijk buiten bedrijf.
Laat een beschadigde accu nooit in contact
komen met water.
Neem na een val of botsing zonder uitwendige
schade aan de behuizing, de accu gedurende
ten minste 24 uur buiten bedrijf en observeer
deze.
Een defecte accu is gevaarlijk afval. Voer een
defecte accu zo snel mogelijk op de juiste
wijze af.
Sla deze tot het afvoeren droog op. Sla nooit
brandbare stoffen op in de omgeving.
Probeer nooit de accu te openen of te repareren.
WAARSCHUWING
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 87
Storingen zoeken, storingen verhelpen en reparatie
9.2 Ondersteuningsfunctie.
Symptoom Oorzaak / mogelijkheid Oplossing
Er is geen ondersteuning
beschikbaar.
Is de accu voldoende opgeladen? Controleer het laadniveau van de accu.
Is de accu bijna leeg, laad deze dan op.
Rijdt u onder zomerse omstandigheden op
lange hellingen of rijdt u lange tijd met
zware belasting?
De accu is mogelijk te heet.
Schakel het aandrijfsysteem uit.
Wacht enige tijd en probeer het dan opnieuw.
De aandrijfeenheid (DU-E8000), de
fietscomputer (SC-E8000/SC-E6010) of de
ondersteuningsschakelaar (SW-E8000-L/
SW-E6000/SW-E6010) is mogelijk
verkeerd aangesloten of er kan een
probleem zijn met één of meer van deze
onderdelen.
Neem contact op met uw dealer.
Is de snelheid te hoog?
Controleer de displayweergaven.
De elektronische schakelondersteuning werkt slechts tot een
maximum snelheid van 25 km/h.
Er is geen ondersteuning
beschikbaar.
Bent u aan het trappen? De pedelec is geen motorfiets. U moet op de pedalen trappen.
Is de ondersteuningsstand op [UIT]
ingesteld?
Stel de ondersteuningsstand in op een ander ondersteuningsniveau
dan [UIT].
Wanneer u nog steeds het gevoel hebt, dat er geen ondersteuning
beschikbaar is, neem dan contact op met uw dealer.
Is het systeem ingeschakeld? Druk op de aan/uit-toets van de accu om het weer in te schakelen.
De afgelegde afstand met
ondersteuning is te kort.
De afgelegde afstand kan al naar gelang
de wegomstandigheden, de versnelling en
de totale gebruiksduur van de verlichting
korter worden.
Controleer het laadniveau van de accu.
Is de accu bijna leeg, laad deze dan op.
De prestaties van de accu nemen af onder
winterse omstandigheden.
Dit wijst niet op een probleem.
De accu is een slijtdeel. Herhaaldelijk
opladen en een lange gebruiksduur leiden
tot verslechtering van de accu
(prestatieverlies).
Wanneer de afstand die met een enkele lading kan worden afgelegd,
te kort wordt, dient u de accu te vervangen door een nieuwe.
Is de accu volledig opgeladen?
Wanneer de totale afgelegde afstand op een volledig opgeladen
accu kleiner is geworden, is de accu mogelijk verslechterd. Vervang
deze door een nieuwe accu.
Het trappen op de pedalen
kost veel moeite.
Zijn de banden op voldoende druk
opgepompt?
Pomp de banden op.
Is de ondersteuningsstand op UIT
ingesteld?
Stel de ondersteuningsstand in op [BOOST].
Wanneer u nog steeds het gevoel hebt, dat er geen ondersteuning
beschikbaar is, neem dan contact op met de verkoper.
De accu is mogelijk onvoldoende
opgeladen.
Controleer de mate van ondersteuning opnieuw na het opladen van
de accu. Wanneer u nog steeds het gevoel hebt, dat er geen
ondersteuning beschikbaar is, neem dan contact op met de
verkoper.
Hebt u het systeem ingeschakeld met uw
voet op het pedaal?
Schakel het systeems opnieuw in zonder druk op het pedaal uit te
oefenen.
Wanneer u nog steeds het gevoel hebt, dat er geen ondersteuning
beschikbaar is, neem dan contact op met uw dealer.
Tabel 43: Storingsoplossing ondersteuningsniveau
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 88
Storingen zoeken, storingen verhelpen en reparatie
9.3 Accu
Symptoom Oorzaak / mogelijkheid Oplossing
De accu is snel leeg. De accu is mogelijk aan het einde van zijn
levensduur.
Vervang deze door een nieuwe accu.
De accu laat zich niet
opladen.
Is de netstekker van de oplader goed op de
contactdoos aangesloten?
Verwijder de netstekker van de oplader uit de contactdoos en sluit
deze opnieuw aan.
Herhaal het opladen.
Wanneer de accu zich nog steeds niet laat opladen, neem dan
contact op met uw dealer.
Is de laadconnector van de oplader goed
op de accu aangesloten?
Verwijder de netstekker van de oplader uit de contactdoos en sluit
deze opnieuw aan.
Herhaal het opladen.
Wanneer de accu zich nog steeds niet laat opladen, neem dan
contact op met uw dealer.
Is de adapter goed met de laadconnector
en de laadaansluiting van de accu
aangesloten?
Sluit de adapter goed aan op de laadconnector en de laadaansluiting
van de accu.
Start het opladen opnieuw.
Neem contact op met uw dealer wanneer de accu nog steeds niet
oplaadt.
Is de aansluitklem van oplader, adapter of
accu vuil?
Veeg de aansluitklemmen af met een droge doek om deze schoon
te maken.
Herhaal het opladen.
Wanneer de accu zich nog steeds niet laat opladen, neem dan
contact op met de verkoper.
De accu start niet met
opladen wanneer de oplader
is aangesloten.
De accu is mogelijk aan het einde van zijn
levensduur.
Vervang deze door een nieuwe accu.
De accu en de oplader
worden heet.
De accu resp. de oplader overschrijdt
mogelijk de toegestane
bedrijfstemperatuur.
Onderbreek het opladen.
Wacht enige tijd en probeer het dan opnieuw.
Wanneer de accu te heet is om aan te raken, kan dit wijzen op een
probleem met de accu. Neem contact op met uw dealer.
De oplader is warm.
Wanneer de oplader continu wordt gebruikt
om accu's op te laden, kan deze warm
worden.
Wacht enige tijd voordat u de oplader opnieuw gebruikt.
De LED op de oplader gaat
niet branden.
Is de laadconnector van de oplader goed
op de accu aangesloten?
Controleer dat de aansluiting vrij is voordat u laadconnector opnieuw
aansluit.
Blijft het probleem bestaan, neem dan contact op met uw dealer.
Is de accu volledig opgeladen?
Wanneer de accu volledig is opgeladen, gaat de LED op de oplader uit.
Dit is geen storing.
Verwijder de netstekker van de oplader uit de contactdoos en sluit
deze opnieuw aan.
Herhaal vervolgens het opladen.
Wanneer de LED op de oplader nog steeds niet gaat branden, neem
dan contact op met uw dealer.
De accu kan niet worden
verwijderd.
Neem contact op met uw dealer.
De accu kan niet worden
aangebracht.
Neem contact op met uw dealer.
Er komt vloeistof vrij uit de
accu. Verwijder de accu onmiddellijk.
Neem direct contact op met de brandweer.
Houd u aan alle waarschuwingen uit hoofdstuk 2 Veiligheid.
Tabel 44: Storingsoplossing accu
WAARSCHUWING
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 89
Storingen zoeken, storingen verhelpen en reparatie
9.4 Verlichting
Er is sprake van een
ongewone geur. Verwijder de accu onmiddellijk.
Neem direct contact op met de brandweer.
Houd u aan alle waarschuwingen uit hoofdstuk 2 Veiligheid.
Er komt rook vrij uit de accu. Verwijder de accu onmiddellijk.
Neem direct contact op met de brandweer.
Houd u aan alle waarschuwingen uit hoofdstuk 2 Veiligheid.
Symptoom Oorzaak / mogelijkheid Oplossing
De koplamp of het
achterlicht brandt niet, zelfs
niet wanneer de schakelaar
wordt ingedrukt.
De basisinstellingen van het elektrische
aandrijfsysteem zijn mogelijk niet juist
uitgevoerd.
De lamp is defect.
Stel de pedelec onmiddellijk buiten gebruik.
Neem contact op met uw dealer.
Tabel 45: Storingsoplossing accu
Symptoom Oorzaak / mogelijkheid Oplossing
Tabel 44: Storingsoplossing accu
WAARSCHUWING
!
WAARSCHUWING
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 90
Storingen zoeken, storingen verhelpen en reparatie
9.5 Display
9.6 Overige
Symptoom Oorzaak / mogelijkheid Oplossing
Op het display worden geen
gegevens weergegeven
wanneer op de aan/uit-toets
van de accu wordt gedrukt.
De accu is mogelijk onvoldoende
opgeladen.
Laad de accu op.
Schakel de stroom in.
Is de stroom ingeschakeld? Houd de aan/uit-toets ingedrukt om de stroom in te schakelen.
Wordt de accu opgeladen? Wanneer de accu op de pedelec is gemonteerd en wordt opgeladen,
kan deze niet worden ingeschakeld. Onderbreek het opladen.
Is de connector goed op de stroomkabel
gemonteerd?
Controleer of de connector van de stroomkabel, die de
motoreenheid met de aandrijfeenheid verbindt, niet is losgekoppeld.
Wanneer u dat niet zeker weet, neem dan contact op met de
verkoper.
Het kan voorkomen, dat een component is
aangesloten, die het systeem niet kan
identificeren.
Neem contact op met uw dealer.
De versnelling wordt niet op
het display weergegeven.
De versnelling wordt uitsluitend
weergegeven bij gebruik van de
elektronische versnelling.
Controleer of de connector van de stroomkabel los is. Wanneer u dat
niet zeker weet, neem dan contact op met uw dealer.
Het instelmenu kan niet
worden geopend tijdens het
rijden.
Het product is zo ontworpen, dat het
instelmenu niet kan worden geopend,
wanneer wordt gedetecteerd dat de
pedelec rijdt. Dat is geen storing.
Stop de pedelec en voer vervolgens de instellingen uit.
Tabel 46: Storingsoplossing display
Symptoom Oorzaak / mogelijkheid Oplossing
Bij het drukken op een
schakelaar klinken twee
pieptonen en de schakelaar
kan niet worden bediend.
De betreffende schakelaar is
gedeactiveerd.
Dit is geen storing.
Er klinken drie pieptonen. Er is sprake van een storing of
waarschuwing.
Dit gebeurt wanneer er een waarschuwing of storing op het display
wordt weergegeven. Volg de aanwijzingen die voor de betreffende
code staan vermeld in hoofdstuk 6.2 Systeemmeldingen.
Wanneer u een
elektronische versnelling
gebruikt, hebt u het gevoel,
dat de trapondersteuning
zwakker wordt wanneer de
versnelling wordt
geschakeld.
Dit komt doordat de trapondersteuning
door de computer op de optimaal wordt
ingesteld.
Dit is geen storing.
Na het schakelen hoort u
een geluid.
Neem contact op met uw dealer.
Tijdens normaal rijden hoort
u een geluid komen van het
achterwiel.
De versnelling is mogelijk niet correct
afgesteld.
Neem contact op met uw dealer.
Wanneer u stopt met de
pedelec, schakelt het verzet
niet naar de stand die vooraf
bij deze functie is ingesteld.
Mogelijk hebt u te sterke druk op de
pedalen uitgeoefend.
Wanneer u slechts lichte druk op de pedalen uitoefent, gaat het
overschakelen van de versnelling gemakkelijker.
Tabel 47: Storingsoplossing accu
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 91
Storingen zoeken, storingen verhelpen en reparatie
9.7 Reparatie
Voor veel reparaties is bijzondere kennis en
gereedschap vereist. Daarom mag uitsluitend een
dealer reparaties uitvoeren zoals:
banden en velgen vervangen,
remblokken en remvoeringen vervangen,
ketting vervangen resp. spannen.
9.7.1 Gebruik uitsluitend originele
onderdelen en smeermiddelen
De afzonderlijke onderdelen van de pedelec zijn
zorgvuldig geselecteerd en op elkaar afgestemd.
Er mogen uitsluitend originele onderdelen en
smeermiddelen worden gebruikt voor onderhoud
en reparatie.
Die continu geactualiseerde lijsten met
goedgekeurde accessoires en onderdelen
bevinden zich in hoofdstuk 11, Documenten en
tekeningen.
9.7.2 Verlichting vervangen
Gebruik bij vervanging uitsluitend
componenten die overeenkomen met het
betreffende wattage.
9.7.3 Koplamp afstellen
Stel de koplamp zo af, dat de lichtkegel 10 m
voor de pedelec op de weg schijnt.
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 92
Recycling en afvoer
10 Recycling en afvoer
Dit apparaat is gemarkeerd in
overeenstemming met de Europese
richtlijn 2012/19/EU betreffende
afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur (Waste Electrical and
Electronic Equipment, WEEE) en met de
Europese richtlijn 2006/66/EG
betreffende batterijen en accu's. Deze
richtlijn voorziet in een EU-breed kader voor
inname en recycling van oude apparatuur. Als
gebruiker bent u wettelijk verplicht alle gebruikte
batterijen en accu's in te leveren. Afvoer met het
huisvuil is verboden! De fabrikant is conform §9
van de Regeling beheer batterijen en accu’s 2008
verplicht om gebruikte en oude accu's gratis terug
te nemen en vervult daarmee de wettelijke
verplichtingen en draagt bij aan de bescherming
van het milieu! De pedelec, de accu, de motor, het
display en de oplader bevatten waardevolle
grondstoffen. Deze moeten overeenkomstig de
van toepassing zijnde wettelijke voorschriften
gescheiden van het huisvuil worden afgevoerd
voor recycling. Door gescheiden inzameling en
recycling worden de grondstofreserves ontzien en
is gewaarborgd dat bij de recycling van het
product en/of de accu alle voorschriften ter
bescherming van de gezondheid en het milieu
worden aangehouden.
Haal de pedelec, de accu of de oplader niet uit
elkaar ten behoeve van het afvoeren.
De pedelec, het display, de ongeopende en
onbeschadigde accu en de oplader kunnen bij
elke dealer gratis worden ingeleverd.
Afhankelijk van uw regio zijn andere
afvoermogelijkheden beschikbaar.
Bewaar onderdelen van een buiten bedrijf
genomen pedelec droog, vorstvrij en beschermd
tegen invallend zonlicht.
Brand- en explosiegevaar door defecte accu
Bij een beschadigde of defecte accu kan de
beveiligingselektronica uitvallen. De
restspanning kan kortsluiting veroorzaken. De
accu kan ontvlammen en exploderen.
Neem een accu, die uitwendige schade
vertoont, onmiddellijk buiten bedrijf en laad
deze nooit op.
Houd afstand wanneer een accu vervormt of
begint te roken, onderbreek de voeding van de
contactdoos en neem onmiddellijk contact op
met de brandweer.
Blus een beschadigde accu nooit met water en
laat deze nooit met water in contact komen.
Een defecte accu is gevaarlijk afval. Voer een
defecte accu zo snel mogelijk op de juiste
wijze af.
Sla deze tot het afvoeren droog op. Sla nooit
brandbare stoffen op in de omgeving.
Probeer nooit de accu te openen of te repareren.
Letsel aan huid en ogen
Uit een beschadigde of defecte accu kunnen
vloeistoffen en dampen vrijkomen. Deze kunnen
leiden tot irritatie van de luchtwegen en tot
brandwonden.
Vermijd elk contact met vrijkomende
vloeistoffen.
Neem bij oogcontact of klachten onmiddellijk
contact op met een arts.
Spoel bij huidcontact de huid onmiddellijk af
met water.
Ventileer de ruimte goed.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
Milieuschade
In de vork, de achterbouwdemper en de
hydraulische reminstallatie bevinden zich giftige
en milieugevaarlijke smeermiddelen en oliën.
Wanneer deze in het riool of het grondwater
terechtkomen raken deze vergiftigd.
Voer smeermiddelen en oliën veilig voor het
milieu en conform de wettelijke voorschriften
af.
VOORZICHTIG
!
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 93
Documenten
11 Documenten
11.1 Onderdelenlijst
Informatie over de onderdelenlijst was bij het
opstellen van de gebruikshandleiding nog niet
bekend. Zie voor deze informatie de nieuwste
gebruikshandleiding.
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 94
Documenten
11.2 Montageprotocol
Datum: Framenummer:
Component Beschrijving Criteria Maatregelen bij afkeur
Montage/inspectie Testen Acceptatie Afkeur
Voorwiel Montage o.k. los Snelspanner afstellen
Zijstandaard Bevestiging controleren Werking controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Banden Bandenspanning
controleren o.k. bandenspanning te laag/ te
hoog Bandenspanning aanpassen
Frame
Controleren op
beschadigingen, breuken,
krassen
o.k. beschadigd Buitenbedrijfstelling, nieuw frame
Handgrepen,
bekledingen Bevestiging controleren o.k. ontbreekt
Schroeven vastdraaien, nieuw
handgrepen resp. bekledingen
conform stuklijst
Stuur, voorbouw Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien, zo nodig
nieuwe voorbouw conform stuklijst
Stuurlager Controleren op
beschadigingen Werking controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Zadel Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Zadelpen Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Spatbord Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Bagagedrager Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Accessoires Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Bel Werking controleren o.k. geen geluid, zacht,
ontbreekt Nieuwe bel conform stuklijst
Veerelementen
Vork, verende
voorvork
Controleren op
beschadigingen o.k. beschadigd Nieuwe vork conform stuklijst
Achterbouwdemper Controleren op
beschadigingen o.k. beschadigd Nieuwe vork conform stuklijst
Geveerde zadelpen Controleren op
beschadigingen o.k. beschadigd Nieuwe vork conform stuklijst
Reminstallatie
Remhendel Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Remvloeistof Vloeistofpeil controleren o.k. te weinig Remvloeistof bijvullen, bij
beschadiging nieuwe remslangen
Remvoeringen
Remvoeringen,
remschijven resp. velgen
controleren op
beschadigingen
o.k. beschadigd Nieuwe remvoeringen,
remschijven resp. velgen
Terugtraprem
remanker Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Verlichtingsinstallatie
Accu Initiële controle o.k. storingsmelding
Buitenbedrijfstelling, contact
opnemen met accufabrikant,
nieuwe accu
Bekabeling
verlichting
Aansluitingen, correcte
kabelvoering o.k. kabel defect, geen
verlichting Nieuwe bekabeling
Achterlicht Standlicht Werking controleren o.k. geen constante verlichting
Buitenbedrijfstelling, nieuw
achterlicht conform stuklijst, zo
nodig accu vervangen
Voorlicht Standlicht, dagrijlicht Werking controleren o.k. geen constante verlichting
Buitenbedrijfstelling, nieuw
voorlicht conform stuklijst, zo
nodig accu vervangen
Reflectoren Volledig, toestand,
bevestiging o.k. niet volledig of beschadigd Nieuwe reflectoren
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 95
Documenten
Technische controle, veiligheidscontrole, proefrit
Aandrijving/ versnelling
Ketting/ cassette/
achtertandwiel/
kettingblad
Controleren op
beschadigingen o.k. beschadigd Zo nodig bevestigen of nieuw
conform stuklijst
Kettingbeschermer/
spaakbeschermer
Controleren op
beschadigingen o.k. beschadigd Nieuw conform stuklijst
Traplager/ crank Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Pedalen Bevestiging controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Schakelhendel Bevestiging controleren Werking controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Schakelkabels Controleren op
beschadigingen Werking controleren o.k. los resp. defect Schakelkabels afstellen, zo nodig
nieuwe schakelkabels
Voorderailleur Controleren op
beschadigingen Werking controleren o.k. schakelt niet of zwaar Afstellen
Derailleur Controleren op
beschadigingen Werking controleren o.k. schakelt niet of zwaar Afstellen
Elektrische aandrijving
Display Controleren op
beschadigingen Werking controleren o.k. geen weergave, onjuiste
weergave
Opnieuw opstarten, accu testen,
nieuwe software of nieuw display,
buitenbedrijfstelling
Bediening elektrische
aandrijving
Controleren op
beschadigingen Werking controleren o.k. geen reactie
Opnieuw opstarten, contact
opnemen met fabrikant bediening,
nieuwe bediening
Tacho Snelheidsmeting o.k. pedelec rijdt 10% te snel/
te langzaam
Pedelec buiten bedrijf stellen tot
oorzaak is gevonden
Bekabeling Visuele controle o.k.
uitval van het systeem,
beschadigingen, geknikte
kabels
Nieuwe bekabeling
Accuhouder Bevestiging, slot,
contacten Werking controleren o.k. los, slot sluit niet, geen
contact Nieuwe accuhouder
Motor Visuele controle en
bevestiging o.k. beschadigd, los
Motor vastdraaien, contact
opnemen met fabrikant motor,
nieuwe motor
Software Versie uitlezen nieuwste
versie niet de nieuwste versie Update uploaden
Component Beschrijving Criteria Maatregelen bij afkeur
Montage/inspectie Testen Acceptatie Afkeur
Reminstallatie
Werking controleren o.k. remt niet voluit, remweg te
lang
Defect onderdeel in de
reminstallatie lokaliseren en
corrigeren
Versnelling onder
bedrijfsbelasting
Werking controleren o.k. problemen bij het
schakelen
Versnelling opnieuw afstellen
Veerelementen (vork,
vorkpoot, zadelpen)
Werking controleren o.k. te weinig of geen vering
meer
Defect onderdeel lokaliseren en
corrigeren
Elektrische
aandrijving
Werking controleren o.k. los contact, problemen
tijdens het rijden,
versnellen
Defect onderdeel elektrische
aandrijving lokaliseren en
corrigeren
Verlichtings-
installatie
Werking controleren o.k. geen continue verlichting,
niet helder genoeg
Defect onderdeel in de
verlichtingsinstallatie lokaliseren
en corrigeren
Proefrit
geen
opvallende
geluiden.
opvallende geluiden Bron van het geluid lokaliseren en
corrigeren
Datum
Naam monteur:
Eindoordeel werkplaatschef
Component Beschrijving Criteria Maatregelen bij afkeur
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 96
Documenten
11.3 Onderhoudsprotocol
Diagnose en documentatie huidige toestand
Datum: Framenummer:
Component Interval Beschrijving Criteria Maatregelen bij afkeur
Inspectie Testen Onderhoud Accepta-
tie
Afkeur
Voorwiel 6 maanden Montage o.k. los Snelspanner afstellen
Zijstandaard 6 maanden Bevestiging controle-
ren
Werking controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
Banden 6 maanden Bandenspanning
controleren
o.k. bandenspanning
te laag/ te hoog
Bandenspanning aanpassen
Frame
6 maanden Controleren op
beschadigingen, breu-
ken, krassen
o.k. beschadigd Pedelec buiten bedrijf stel-
len, nieuw frame
Handgrepen,
bekledingen
6 maanden Slijtage, bevestiging
controleren
o.k. ontbreekt Schroeven vastdraaien,
nieuw handgrepen resp.
bekledingen conform stuklijst
Stuur, voor-
bouw 6 maanden
Bevestiging controle-
ren
o.k. los Schroeven vastdraaien, zo
nodig nieuwe voorbouw con-
form stuklijst
Stuurlager 6 maanden Controleren op
beschadigingen
Werking controleren Smeren en afstellen o.k. los Schroeven vastdraaien
Zadel 6 maanden Bevestiging controle-
ren
o.k. los Schroeven vastdraaien
Zadelpen 6 maanden Bevestiging controle-
ren
o.k. los Schroeven vastdraaien
Spatbord 6 maanden Bevestiging controle-
ren
o.k. los Schroeven vastdraaien
Bagagedrager 6 maanden Bevestiging controle-
ren
o.k. los Schroeven vastdraaien
Accessoires 6 maanden Bevestiging controle-
ren
o.k. los Schroeven vastdraaien
Bel 6 maanden Werking controleren o.k. geen geluid,
zacht, ontbreekt
Nieuwe bel conform stuklijst
Veerelementen
Vork, verende
voorvork cf. fabrikant
Controleren op
beschadigingen, corro-
sie, breuk
Onderhoud cf. fabrikant
Smeren, olie vervangen
cf. fabrikant
o.k. beschadigd Nieuwe vork conform stuk-
lijst
Achterbouw-
demper cf. fabrikant
Controleren op
beschadigingen, corro-
sie, breuk
Onderhoud cf. fabrikant
Smeren, olie vervangen
cf. fabrikant
o.k. beschadigd Nieuwe vork conform stuk-
lijst
Geveerde zadel-
pen cf. fabrikant Controleren op
beschadigingen
Onderhoud cf. fabrikant o.k. beschadigd Nieuwe vork conform stuk-
lijst
Reminstallatie
Remhendel 6 maanden Bevestiging controle-
ren
o.k. los Schroeven vastdraaien
Remvloeistof 6 maanden
Vloeistofpeil controle-
ren
naar seizoen o.k. te weinig Remvloeistof bijvullen, bij
beschadiging buitenbedrijf-
stelling, nieuwe remslangen
Remvoeringen 6 maanden
Remvoeringen, rem-
schijven resp. velgen
controleren op bescha-
digingen
o.k. beschadigd Nieuwe remvoeringen, rem-
schijven resp. velgen
Terugtraprem
remanker 6 maanden Bevestiging controle-
ren
o.k. los Schroeven vastdraaien
Reminstallatie 6 maanden Bevestiging controle-
ren
Werking controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 97
Documenten
Inspectie Testen Onderhoud Accepta-
tie
Afkeur
Verlichtingsinstallatie
Accu
Initiële controle o.k. storingsmelding Contact opnemen met accu-
fabrikant, buitenbedrijfstel-
ling, nieuwe accu
Bekabeling ver-
lichting
Aansluitingen, cor-
recte kabelvoering
o.k. kabel defect,
geen verlichting
Nieuwe bekabeling
Achterlicht
Standlicht Werking controleren o.k. geen constante
verlichting
Nieuw achterlicht conform
stuklijst, zo nodig accu ver-
vangen
Voorlicht
Standlicht, dagrijlicht Werking controleren o.k. geen constante
verlichting
Nieuw voorlicht conform
stuklijst, zo nodig accu ver-
vangen
Reflectoren Volledig, toestand,
bevestiging
o.k. niet volledig of
beschadigd
Nieuwe reflectoren
Aandrijving/ versnelling
Ketting/ cas-
sette/ achter-
tandwiel/
kettingblad
Controleren op
beschadigingen
o.k. beschadigd Zo nodig bevestigen of
nieuw conform stuklijst
Kettingbescher-
mer/ spaakbe-
schermer
Controleren op
beschadigingen
o.k. beschadigd Nieuw conform stuklijst
Traplager/ crank Bevestiging controle-
ren
o.k. los Schroeven vastdraaien
Pedalen Bevestiging controle-
ren
o.k. los Schroeven vastdraaien
Schakelhendel Bevestiging controle-
ren
Werking controleren o.k. los Schroeven vastdraaien
schakelkabels Controleren op
beschadigingen
Werking controleren o.k. los resp. defect Schakelkabels afstellen, zo
nodig nieuwe schakelkabels
Voorderailleur Controleren op
beschadigingen
Werking controleren o.k. schakelt niet of
zwaar
Afstellen
Derailleur Controleren op
beschadigingen
Werking controleren o.k. schakelt niet of
zwaar
Afstellen
Elektrische aandrijving
Display
Controleren op
beschadigingen
Werking controleren o.k. geen weergave,
onjuiste weer-
gave
Opnieuw opstarten, accu
testen, nieuwe software of
nieuw display, buitenbedrijf-
stelling
Bediening elek-
trische aandrij-
ving
Controleren op
beschadigingen
Werking controleren o.k. geen reactie Opnieuw opstarten, contact
opnemen met fabrikant
bediening, nieuwe bediening
Tacho
Snelheidsmeting o.k. pedelec rijdt 10%
te snel/ te lang-
zaam
Pedelec buiten bedrijf stellen
tot oorzaak is gevonden
Bekabeling
Visuele controle o.k. uitval van het
systeem,
beschadigingen,
geknikte kabels
Nieuwe bekabeling
Accuhouder Bevestiging, slot, con-
tacten
Werking controleren o.k. los, slot sluit niet,
geen contact
Nieuwe accuhouder
Motor
Visuele controle en
bevestiging
o.k. beschadigd, los Motor vastdraaien, contact
opnemen met fabrikant
motor, nieuwe motor, buiten-
bedrijfstelling
Software Versie uitlezen nieuwste
versie
niet de nieuwste
versie
Update uploaden
Component Interval Beschrijving Criteria Maatregelen bij afkeur
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 98
Documenten
Technische controle, veiligheidscontrole, proefrit
Component Beschrijving Criteria Maatregelen bij afkeur
Montage/inspectie Testen Acceptatie Afkeur
Reminstallatie Werking controleren o.k. remt niet voluit, remweg te
lang
Defect onderdeel in de reminstal-
latie lokaliseren en corrigeren
Versnelling onder
bedrijfsbelasting
Werking controleren o.k. problemen bij het schake-
len
Versnelling opnieuw afstellen
Veerelementen (vork,
vorkpoot, zadelpen)
Werking controleren o.k. te weinig of geen vering
meer
Defect onderdeel lokaliseren en
corrigeren
Elektrische aandrij-
ving
Werking controleren o.k. los contact, problemen tij-
dens het rijden, versnellen
Defect onderdeel elektrische aan-
drijving lokaliseren en corrigeren
Verlichtingsinstalla-
tie
Werking controleren o.k. geen continue verlichting,
niet helder genoeg
Defect onderdeel in de verlich-
tingsinstallatie lokaliseren en cor-
rigeren
Proefrit
geen
opvallende
geluiden.
opvallende geluiden Bron van het geluid lokaliseren en
corrigeren
Datum
Naam monteur:
Eindoordeel werkplaatschef
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 99
Lijst met trefwoorden
12 Lijst met trefwoorden
A
Aandrijfsysteem, 20
- inschakelen, 68
Accu,
- afvoeren, 92
- controleren, 35
- laden, 63
Achterbouwdemper,
Opbouw, 17
Achterwielrem, 18
Afstelwiel, 17
Alternatieve uitrusting, 7
B
Bagagedrager,
- gebruiken, 60
- wijzigen, 60
Band, 15
Bedrijfstoestandweergave, 21, 29
D
Display, 29
- accu laden, 69
Displayweergave, 58
Draaibare handvatschakelaar van de
versnelling, 29
Duwondersteuning,
- gebruiken, 69
E
Eerste ingebruikname, 35
EG-conformiteitsverklaring, 103
F
Frame, 14
G
Gewicht,
Toegestaan totaalgewicht, 8
H
Hendel, 17
K
Ketting, 14, 20
- onderhouden, 82
Kettingaandrijving, 20
Kettingspanning, 82
Kettingwiel, 20
L
Laadtoestandweergave, 29
Luchtkamer, 17
Luchtventiel,
Achterbouwdemper, 17
Vork, 16
M
Markering van de minimale
insteekdiepte, 46
Modeljaar, 8
N
Naaf, 15
O
Onderbreking van het gebruik, 33
- uitvoeren, 33
- voorbereiden, 33
Ondersteuningsniveau, 30, 69
Oplader,
- afvoeren, 92
O-ring, 17
P
Pedaal, 18, 20
R
Reisinformatie, 30
Rem,
- transportbeveiliging gebruiken, 32
Remarm, 17
Remhendel, 29
- drukpunt afstellen, 48
Remschijf, 18
Remvoering, 17
- onderhouden, 81
Remzadel, 18
Riemspanning, 82
Rijrichting, 20
Rijverlichting, 21
- werking controleren, 59
Rollenrem,
- remmen, 72
S
Schakelhendel,
- afstellen, 85
Snelspanner, 15
Spaak, 15
Spankracht,
- snelspanner afstellen, 37
- snelspanner controleren, 37
Spatbord,
- controleren, 59
Stuur, 14, 29
T
Terugtraprem,
- remmen, 72
Transport, 31
Transporteren, zie transport
Typenummer, 8
V
Veerkop, 15
Velg, 15
- controleren, 79
Ventiel, 15
Blitzventiel, 15
Vergrendelingshendel van de velgrem
17
Verpakking, 34
Versnelling,
- onderhouden, 81
- schakelen, 73
Versnellingsnaaf 74
Voorwiel, zie wiel
Voorwielrem, 17, 18
- remmen, 71
Vork, 15
Opbouw, 16
Uitvaleinde, 15
W
Wiel,
- onderhouden, 79
Z
Zadel, 14
- zadelhoek wijzigen, 45
- zadelhoogte bepalen, 45, 46
- zitlengte wijzigen, 46
Zadelpen, 14
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 100
Terminologie
13 Terminologie
Aandrijfriem
Bron: EN 15194:2017, Naadloze, ringvormige
riem, die wordt gebruikt voor overdracht van een
aandrijfkracht.
Bouwjaar
Bron: ZEG, Het bouwjaar is het jaar waarin de
pedelec is gemaakt. De productieperiode loopt
altijd van augustus tot en met juli van het jaar
daarop.
Breuk
Bron: EN 15194:2017, Onopzettelijk scheiding in
twee of meer delen.
Buitenbedrijfstelling
Bron: DIN 31051, Opzettelijke onderbreking van
de werking van een object voor onbepaalde tijd.
CE-markering
Bron: Machinerichtlijn, Met de CE-markering
verklaart de fabrikant, dat de pedelec voldoet aan
de geldende eisen.
Elektrisch ondersteunende fiets, pedelec
Bron: EN 15194:2017, Fiets, voorzien van
pedalen en een elektrische hulpmotor, die niet
uitsluitend door deze elektrische hulpmotor kan
worden aangedreven, uitgezonderd in de
duwondersteuningsstand.
Elektrisch regel- en besturingssysteem
Bron: EN 15194:2017, Elektronische en/of
elektrische componenten of een samenstel van
componenten, die in een voertuig worden
ingebouwd, in verbinding met alle elektrische
aansluitingen en bijbehorende bekabeling voor de
elektrische voeding van de motor.
Gebruikshandleiding
Bron: ISO/DIS 20607:2018, Onderdeel van de
gebruikersinformatie, die machinegebruikers door
machinefabrikanten ter beschikking wordt
gesteld; deze bevat ondersteuning, handleidingen
en adviezen die samenhangen met het gebruik
van de machine in alle fasen van de levensduur.
Geveerd frame
Bron: EN 15194:2017, Frame, dat beschikt over
een geleide, verticale flexibiliteit, om de
overdracht van stoten van de weg naar de berijder
te verminderen.
Geveerde vork
Bron: EN 15194:2017, Voorvork, die beschikt over
een geleide, axiale flexibiliteit, om de overdracht
van stoten van de weg naar de berijder te
verminderen.
Gewicht van de rijklare fiets
Bron: ZEG, Het vermelde gewicht van de rijklare
pedelec betreft het gewicht van de pedelec op het
moment van verkoop. Alle aanvullende
accessoires moeten bij dit gewicht worden
opgeteld.
Hoogste toegestane totaalgewicht
Bron: EN 15194:2017, Het gewicht van de volledig
samengebouwde pedelec plus berijder plus
bagage, conform de definitie van de fabrikant.
Jeugdfiets
Bron: EN-ISO 4210-2, Fiets voor gebruik op
openbare wegen door jeugdigen, die minder dan
40 kg wegen, met een maximale zadelhoogte van
635 mm of meer, maar minder dan 750 mm. (zie
EN-ISO 4210).
Markering voor de minimale insteekdiepte
Bron: EN 15194:2017, Markering, die de minimaal
vereiste insteekdiepte van de stuurvoorbouw in de
vorkschacht of de zadelpen in het frame aangeeft.
Maximale bandenspanning
Bron: EN 15194:2017, Maximale
bandenspanning, die door de fabrikant van de
band of de velg wordt aanbevolen voor veilig en
krachtbesparend rijden. Wanneer zowel de velg
als de band een maximale bandenspanning
vermelden, is de geldende maximale
bandenspanning de laagste van de beide
vermelde waarden.
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 101
Terminologie
Maximale zadelhoogte
Bron: EN 15194:2017, Verticale afstand van de
grond tot het punt, waar het zadelvlak kruist met
de as van de zadelpen, gemeten met horizontaal
afgesteld zadel en waarbij de zadelpen is
afgesteld op de minimale insteekdiepte.
Modeljaar
Bron: ZEG, Het modeljaar is bij de in serie
geproduceerde pedelecs het eerste productiejaar
van de betreffende versie en is daarmee niet altijd
identiek aan het bouwjaar. Het bouwjaar kan
soms ook voor het modeljaar liggen. Wanneer
geen technische wijzigingen zijn uitgevoerd aan
een serie, kunnen pedelecs van een voorgaand
modeljaar ook later zijn gemaakt.
Mountainbike
Bron: EN-ISO 4210-2, Fiets, die is bedoeld voor
gebruik op ongelijk terrein buiten de weg evenals
voor gebruik op openbare wegen en die is
voorzien van een overeenkomstig versterkt frame
en andere onderdelen evenals, typisch, van
banden met grote diameter en een grof
loopvlakprofiel en een groot verzetbereik.
Nominaal continuvermogen
Bron: ZEG, Het nominaal continuvermogen is het
maximale vermogen gedurende 30 minuten op de
uitgaande as van de elektromotor.
Onbegaanbaar terrein
Bron: EN 15194:2017, Ongelijke grindpaden,
bospaden en andere, in het algemeen buiten de
weg gelegen parcours, waarop boomwortels en
rotsen te verwachten zijn.
Onderhoud
Bron: DIN 31051, Het onderhoud wordt in het
algemeen periodiek en vaak door opgeleid
personeel uitgevoerd. Zo kunnen een zo lang
mogelijke levensduur en een geringe mate van
slijtage van het onderhouden object worden
gegarandeerd. Deskundig onderhoud is vaak ook
een voorwaarde voor het verlenen van garantie.
Racefiets
Bron: EN-ISO 4210-2, Fiets, die is bedoeld voor
amateurritten met hoge snelheden en voor
gebruik op openbare wegen, en die beschikt over
een stuureenheid met meerdere
handgreepposities (die een aerodynamische
lichaamshouding toelaat) en over een
overdrachtssysteem voor meerdere snelheden en
een bandbreedte van ten hoogste 28 mm, waarbij
de afgemonteerde fiets een maximale massa van
12 kg heeft.
Remhendel
Bron: EN 15194:2017, Hendel waarmee de
remvoorziening wordt bediend.
Remweg
Bron: EN 15194:2017, Afstand, die een pedelec
aflegt tussen het moment waarop het remmen
aanvangt en het moment waarop de pedelec tot
stilstand komt.
Reserveonderdeel
Bron: EN 13306:2017, art. 3.5, Object ter
vervanging van een overeenkomstig object, om
de oorspronkelijk vereiste functie van het object te
behouden.
Schijfrem
Bron: EN 15194:2017, Rem, waarbij remblokken
worden gebruikt, om aan te grijpen op de
buitenvlakken van een dunne schijf, die op de
wielnaaf is aangebracht of daarin is geïntegreerd.
Slijtage
Bron: DIN 31051, Vermindering van de
slijtagetoeslag (4.3.4) ten gevolge van chemische
en/of fysische processen.
Snelspanvoorziening, snelspanner
Bron: EN 15194:2017, Met een hendel bediend
mechanisme, dat een wiel of ander onderdeel
bevestigt, in positie houdt of borgt.
Stads- en toerfiets
Bron: EN-ISO 4210-2, Pedelec, die is bedoeld
voor gebruik op openbare wegen, in hoofdzaak
voor transport- of vrijetijdsdoeleinden.
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 102
Terminologie
Storing
Bron: EN 13306:2017, art.6.1, Toestand van een
object (4.2.1), waarin het niet in staat is een
vereiste functie (4.5.1) te vervullen; uitgezonderd
wanneer deze toestand het gevolg is van
preventief onderhoud of andere geplande
werkzaamheden of van het ontbreken van externe
hulpbronnen.
Transportfiets
Bron: DIN 79010, Fiets, die in hoofdzaak is
bedoeld voor goederentransport.
Typenummer
Bron ZEG, Aan elke pedelec is een achtcijferig
typenummer toegekend, dat het modeljaar, het
type pedelec en de betreffende variant beschrijft.
Uitschakelsnelheid
Bron: EN 15194:2017, Snelheid van de pedelec
op het moment dat de stroom naar nul of naar de
vrijloopwaarde is geschakeld.
Verbruiksmateriaal
Bron: EN 82079-1, Onderdeel of materiaal, dat
vereist is voor regelmatig gebruik of onderhoud
van het object.
Vorkschacht
Bron: EN 15194:2017, Deel van de vork, dat draait
om de stuuras van de stuurkop van een fiets. In de
regel is de schacht verbonden met de kop van de
vork of direct met de vorkpoten en vormt deze in
de regel de verbinding tussen vork en
stuurvoorbouw.
Vouwfiets
Bron: EN-ISO 4210-2, Fiets bedoeld om compact
te kunnen worden samengevouwen ten behoeve
van transport en opslag.
Werkomgeving
Bron: EN-ISO 9000:2015, Omstandigheden
waaronder werkzaamheden worden uitgevoerd.
Wiel
Bron: EN 15194:2017, Eenheid of samenstel van
naaf, spaken of schijf en velg, echter zonder de
band.
Zadelpen
Bron: EN 15194:2017, Onderdeel, dat het zadel
(met een schroef of andere constructie) vastklemt
en verbindt met het frame.
MY20H6-6_1.0_26.08.2019 103
Bijlage
I. EG-conformiteitsverklaring
Vertaling van de originele EG-conformiteitsverklaring
De fabrikant:
HERCULES GMBH
Longericher Straße 2
50739 Köln, Germany
verklaart hiermee, dat de elektrisch ondersteunende fietsen van de typen:
20-Y-0001,
Bouwjaar 2019 en bouwjaar 2020,
in overeenstemming zijn met alle van toepassing zijnde eisen van de Machinerichtlijn
2006/42/EG. Verder zijn de elektrisch ondersteunende fietsen in overeenstemming
met alle van toepassing zijnde eisen van de EMC-richtlijn 2014/30/EU.
De volgende normen zijn toegepast: ISO/DIS 20607:2018, Safety of machinery –
Instruction handbook – General drafting principles, EN 15194:2017, Fietsen –
Elektrisch ondersteunende fietsen – EPAC fietsen en EN 11243:2016, Fietsen –
Bagagedragers voor fietsen – Eisen en beproevingsmethoden.
Mevrouw Janine Otto, technisch redacteur, c/o HERCULES GMBH,
Longericher Str. 2, 50739 Köln, is gevolmachtigd tot het samenstellen van de
technische documentatie.
Köln, 09.07.2019
…………………………………………………………………………………………………
Plaats, datum en handtekening
Georg Honkomp
-Directeur-
2


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Hercules Fazua Pedelec 2020 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Hercules Fazua Pedelec 2020 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 11,74 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Hercules Fazua Pedelec 2020

Hercules Fazua Pedelec 2020 User Manual - English - 102 pages

Hercules Fazua Pedelec 2020 User Manual - German - 102 pages

Hercules Fazua Pedelec 2020 User Manual - French - 108 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info