SPELBORD
Grenzen: Grenzen tussen de hoofdlanden worden weergegeven als dikke witte lijnen. Alle
hoofdlanden zijn ook verdeeld in provincies en provincies met aanvoercentra door dunne zwarte
lijnen. De oceanen en waterwegen zijn ook verdeeld in aparte provincies door dunne zwarte lijnen.
Alle landen en provincies (land en water) kunnen worden geïdentificeerd door hun naam.
Typen provincies: Er zijn drie typen provincies: Binnenland, water en kust. Alleen Legers kunnen
bewegen naar binnenland provincies en alleen Vloten kunnen bewegen naar water provincies. Een
kust provincie is land dat grenst aan één of meer water provincies. Denemarken, Brest en Spanje
bijvoorbeeld zijn kust provincies. Een Leger of een Vloot kan een kust provincie bezetten.
Aanvoercentra: 34 binnenland en kust provincies op het spelbord zijn bestemd als aanvoercentra. Elk
aanvoercentrum is gemarkeerd met een ster. Een Grootmacht heeft net zoveel Legers en Vloten als
het aantal aanvoercentra dat het bezat aan het eind van de laatste Najaarsbeurt. Dit betekent dat er
nooit meer dan 34 Legers en Vloten (ook wel “eenheden” genoemd) tegelijkertijd op het spelbord zijn.
Een land verdient of verliest eenheden in overeenstemming met het aantal aanvoercentra dat het
bezit. Hierover later meer.
EENHEDEN (LEGERS EN VLOTEN)
Elke Leger eenheid wordt gerepresenteerd door een kanon speelstuk. Elke Vloot eenheid wordt
gerepresenteerd door een oorlogsschip speelstuk. De eenheid kleuren van elke Grootmacht worden
weergegeven aan de rand van het spelbord en in de onderstaande tabel. Als een groeiende
Grootmacht geen Leger of Vloot eenheden meer beschikbaar heeft, dan kunnen eenheden van een
uitgeschakeld land gebruikt worden.
BEGINPOSITIES
Aanvoercentra: Aan het begin van het spel bezit elke Grootmacht drie aanvoercentra, met
uitzondering van Rusland, die er vier bezit. Plaats de desbetreffende eenheid op het aangegeven
aanvoercentrum, zoals aangegeven in de onderstaande tabel. Merk op dat “A” een Leger weergeeft
en “F” een Vloot.
De 12 overgebleven aanvoercentra worden aan het begin van het spel niet bezet.
VLAGGEN
Druk de verschillende vlaggen voorzichtig uit het kartonnen vel. Er is één serie vlaggen voor elke
Grootmacht. De speler kunnen deze vlaggen gebruiken om op het spelbord aan te geven welke
aanvoercentra ze bezitten. De ene kant toont de vlag van de Grootmacht, de andere kant toont de
kleur van de eenheden. Gebruik de kant die je het handigst vindt.
Alle eenheden hebben dezelfde kracht. Geen enkel Leger is krachtiger dan een ander. Geen
enkele Vloot is sterker dan een andere. Gedurende het spel zullen verschillende eenheden elkaar
ondersteunen om hun kracht te vergroten en zwakkere tegenstanders aan te vallen. Er kan
slechts één eenheid tegelijk in een provincie zijn. Geen uitzonderingen.