Handleiding
De wagen uitklappen
Zet het bovendeel van de duwbeugel horizontaal door de vastzetknoppen
4 in te drukken en trek de duwbeugel 1 omhoog totdat de duwbeugelver-
grendeling 2 vastklikt.
WAARSCHUWING! Overtuig u vóór gebruik
ervan dat alle vergrendelingen vastzitten.
De wagen inklappen
Draai de veiligheidsdraaisluiting 3 naar binnen totdat de duwbeugel 1
wordt losgekoppeld, vervolgens omlaag drukken en wagen inklappen.
Klap het bovendeel van de duwbeugel naar binnen door de vastzet-
knoppen 4 in te drukken.
WAARSCHUWING! Als u het frame in- en
uitklapt en de rugleuning verstelt, kunnen er plaatsen ontstaan waar
u bekneld kunt raken. Let dus op, want anders verwondt u zichzelf.
De wielen verwijderen
Druk op de arrêterinngsveer 5 en trek het wiel van de as af. Als u het
wiel weer aanbrengt, drukt u de veer opnieuw in, u drukt het wiel helemaal
op de as en u zorgt ervoor dat de veer goed vastklikt.
De remschijf van de trommelrem vervangen
Als u de beide drukknoppen aan de zijkant ingedrukt hebt, kunt u het
voorwiel wegnemen. Trek de behuizing van de rem 6 van de as af en
wrik de blauwe remschijf met een schroevendraaier van het wiel af.
Vervolgens drukt u de nieuwe remschijf helemaal op het wiel.
Parkeerrem
Druk de dwarsstangen 7 altijd in het midden helemaal omlaag, totdat
de rem vastklikt. Als u de wagen parkeert, probeer dan altijd even of hij
goed vaststaat.
WAARSCHUWING! Druk de rem altijd helemaal
omlaag.
Instelbare schommelvering
Door aan de stelgreep 8 te draaien, kunt u de wagen op een zachte of
een sportieve vering instellen.
De handrem afstellen
Door aan de verstelring 9 te draaien, kunt u de handrem opnieuw
afstellen.
WAARSCHUWING! Rem niet te lang met de hand af.
De rem in het voorwiel kan nl. oververhit raken waardoor de remwerking
verloren gaat. Voor extreme belasting is als accessoire een hogecapa-
citeitsrem verkrijgbaar.
32