Elektrische bedrading
De elektrische aansluiting van de warmtepomp gebeurt via de aansluitingen L, N en
aarding.
Attentie! Verifieer de lokale stroomaanvoer en de werkspanning van de warmtepomp. Het
is aanbevolen om een gescheiden schakelaar te gebruiken (traag type – D curve) voor de
warmtepomp, samen met de juiste bedradingskenmerken.
De stroomtoevoer naar de warmtepomp is alleen nodig als de filterpomp draait. U kan
bijvoorbeeld een relais gebruiken, bestuurd door de filterpomp, om stroom naar de
warmtepomp te sturen. Verder moet u de stroomaanvoer connecteren aan de
verbindingsdoos in het product. Elke warmtepomp moet een een-fasige verbinding
hebben.
Aarding van de warmtepomp is nodig om u te beschermen tegen elektrische shocks die
veroorzaakt kunnen worden door een kortsluiting in het product.
De warmtepomp is voorzien van een stroom water stroomdetectie. Indien de waterstroom
naar de warmtepomp stopt of onvoldoende is, zal de warmtepomp ook stoppen.
De warmtepomp is niet voorzien van een stekker. De warmtepomp moet rechtstreeks
worden aangesloten op de elektrische behuizing van de stroomonderbreker.
De waarden in deze tabel zijn richtwaarden. Gelieve de lokale reglementen na te kijken.