NEDERLANDS
BEDIENING 39
Bediening
Basisbediening
Nadat u de installatie en de configuratie van de
AVR heeft voltooid, kan het apparaat in gebruik
worden genomen en kunt u ervan gaan genieten.
Voor optimaal plezier van uw nieuwe receiver
gaat u als volgt te werk:
Inschakelen van de AVR
• Wanneer u de AVR voor het eerst in gebruik
neemt drukt u op de netschakelaar
1
op het
frontpaneel om het apparaat in te schakelen. Het
apparaat komt dan in de standby positie, als aan-
gegeven door de blauwe kleur van de lichtnet-
indicatie
3
. Vanuit de standby positie kan het
apparaat worden ingeschakeld door op standby
2
of op ingangskeuze
%
op het frontpaneel
te drukken, of op AVR keuze
5
. Merk op dat
de Lichtnetindicatie
3
wit oplicht. Het appa-
raat schakelt nu in op de laatst gebruikte bron.
Het apparaat kan ook ingeschakeld worden door
op één van de ingangskeuze
4567
CDI of ingangskeuze
%
op de voorzij-
de.
Opmerking: na op ingangskeuze
4
(uitge-
zonderd VID3) gedrukt te hebben, drukt u op
AVR keuze
5
om de afstandsbediening de
AVR functie te laten besturen.
Om het apparaat uit te schakelen aan het einde
van een luistersessie drukt u eenvoudig op
standby
2
op het frontpaneel of op uitscha-
kelen
3
A op de afstandsbediening. De voe-
ding naar een apparaat dat op de geschakelde
lichtnetuitgang
G
op de achterzijde is aange-
sloten, zal spanningsloos worden en de lichtnet-
indicatie
3
wordt oranje. Als de afstandsbe-
diening gebruikt wordt om het apparaat uit te
schakelen, gaat het systeem eigenlijk in standby,
als wordt aangegeven door de oranje kleur van
de lichtnetindicatie
3
.
Bent u gedurende langere tijd afwezig, dan is het
verstandig om het apparaat helemaal uit te
zetten met de netschakelaar
1
.
Opmerking: alle voorkeurposities in het geheu-
gen kunnen verloren gaan wanneer het apparaat
langer dan twee weken spanningloos blijft of de
netschakelaar
1
uit staat.
Gebruik sluimerfunctie
• Om de AVR te programmeren voor auto-
matische uitschakeling, drukt u op sluimer-
functie
9
op de afstandsbediening. Telkens
wanneer op deze toets wordt gedrukt wordt de
tijd tot het uitschakelen verkorten in de
volgende reeks:
de sluimerfunctie wordt aangegeven onder
display
Ò
en telt terug tot de tijd verstreken is.
Wanneer de ingestelde sluimertijd is verstreken
wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld
(standby). Denk er aan dat de helderheid van de
display wordt gehalveerd zodra een sluimertijd is
geprogrammeerd. Om de sluimerfunctie te laten
vervallen drukt u op sluimerfunctie
9
en u
houdt deze vast tot de display naar de normale
helderheid terugkeert en de indicatie
SLEEP
OFF
in de display
Ò
verschijnt.
Ingangskeuze
Voor directe toegang tot elke bron drukt u op
ingangskeuze
467e
CDI op
de afstandsbediening. Daar de AVR 350 aanslui-
tingen voor meer ingangen heeft dan er toetsen
op de afstandsbediening zitten, zitten er soms
meerdere op een toets. Dat zijn de DVD en CD
bronnen, de Tape en The Bridge bronnen en de
HDMI 1 en HDMI 2 bronnen. De eerste keer dat u
op een van de drie Bronkeuze toetsen drukt, kiest
u de bron die op de toets staat aangegeven, b.v.
DVD, Tape of HDMI 1. Nogmaals indrukken om
de bron te kiezen die boven de toets staat aange-
geven (b.v. CD, The Bridge of HDMI 2). Daarbij
licht de LED op de afstandsbediening groen op
als teken dat de bron is gekozen die in groen
boven de toets staat. Elke volgende keer dat u de
toets indrukt schakelt u tussen de beide bronnen.
Opmerking: na op ingangskeuze
4
gedrukt
te hebben, drukt u op AVR keuze
5
om de
afstandsbediening de AVR functie te laten bestu-
ren.
• De bron kan ook gewijzigd worden door op
ingangskeuze
%
op het frontpaneel te
drukken. Telkens wanneer u de toets indrukt zal
de volgende bron in de reeks beschikbare
bronnen gekozen worden.
• De Video 4 ingangen
Ô
, Optisch Digitale
Ingang 4
*
, of de Coax Digitale Ingang 4
Ó
op de voorzijde kunnen gebruikt worden om
tijdelijk een videospelletje of een camcorder op
het entertainment systeem aan te sluiten.
• Wanneer er een andere bron wordt gekozen, zal
de naam van deze bron tijdelijk onderin beeld ver-
schijnen. De naam verschijnt ook in de display
Ò
, en een blauwe LED licht op naast de naam
van de bron bij de ingangsindicatie
.
• Wanneer Digital Media Player (DMP)
als bron is gekozen en een geschikte Apple iPod
is geplaatst in de extra leverbare Harman Kardon
die is verbonden met DMP
8
op de achterzijde, verschijnen aanwijzingen in
beeld op een monitor die is verbonden met
Video Monitor Uitgang
B
van de AVR en kan
de afstandsbediening worden gebruikt om de
iPod te navigeren en toegang te krijgen tot de
vele functies. De aanwijzingen verschijnen ook in
de display op de voorzijde en de accu van de iPod
kan worden opgeladen. Zie de handleiding van
de en de iPod voor nadere informatie.
Video Ingangskeuze
Wanneer een bron is gekozen, schakelt de AVR
als volgt naar een video-ingang:
De
Video In regel van het Ingang Setup
Menu geeft aan welke van de component video
ingangen op de AVR aan welke bron is toe-
gewezen. Standaard is de Component Video 1
ingang toegewezen aan de DVD bron, de Com-
ponent Video 2 ingang aan de Video 1 bron en de
Component Video 3 ingang aan de Video 2 bron.
De beide HDMI ingangen krijgen het videosignaal
van hun eigen ingangen en kunnen niet worden
toegewezen aan een andere video-ingang.
Wanneer uw iPod geschikt is voor het weergeven
van stilstaande beelden en video’s, kan deze ook
als videobron worden gebruikt. Ook kunt u de
video-ingang voor The Bridge toewijzen aan een
ander apparaat om daar naar te kijken terwijl u
luistert naar audiobestanden opgeslagen op de
iPod.
Alle andere bronnen staan standaard op Com-
posiet wat wil zeggen dat ze uitsluitend gebruikt
kunnen worden met de composiet of S-video
ingangen. De AVR zet de binnenkomende
composiet of S-video signalen om en deze zijn
beschikbaar via de HDMI of component video-
monitor uitgangen, zodat één enkele kabel naar
uw televisie volstaat.
De component video-ingangen kunnen
desgewenst worden toegewezen aan andere
bronnen, afhankelijk van het type verbindingen
dat u heeft gemaakt tijdens de Installatie.
Zodra een signaal aanwezig is op de component
video-ingang die is toegewezen aan die bron,
dan zal deze worden gekozen.
Is geen signaal aanwezig op de component
video-ingang, dan wordt de S-video of composiet
video-ingang voor die bron gekozen. Het is niet
mogelijk de S-video of composiet video-ingangen
toe te wijzen aan andere bronnen.
Bij pure audiobronnen, zoals de tuner- of CD-
ingang waarbij geen component videosignaal
aanwezig is, wordt de laatst gebruikte videobron
gekozen.