SYSTEEMCONFIGURATIE 19
NEDERLANDS
Systeem Configuratie
De volgende regels in het Ingang Setup menu
bepalen of de klankregeling hoog en laag wel of
niet in de signaalweg wordt opgenomen.
Standaard is deze ingeschakeld en wanneer u
deze wilt verwijderen om de schakeling of ‘recht’
te zetten, controleer dan of de fi cursor naar de
regel
TONE (klankregeling) in het menu wijst en
druk op
‹
/
›
Navigatie
E
zodat OUT (uit) in
negatief video wordt gemarkeerd.
Wilt u de klankregeling in de signaalweg laten
staan, dan kunt u laag en hoog versterker of ver-
zwakken door op
⁄
/
¤
Navigatie
D
zodat de
fi cursor naast de regel staat die u wilt corrige-
ren. Vervolgens drukt u op
‹
/
›
Navigatie
E
tot de gewenste instelling verschijnt.
Druk wanneer alle gewenste instellingen zijn
gemaakt op
¤
D
tot fi cursor naast BACK
TO MASTER MENU (terug naar hoofdmenu)
om verder te gaan met de systeemconfiguratie.
Surround Opzet
De volgende stap voor die ingang is het instellen
van de surround functie die met die ingang
gebruikt moet worden. Aangezien de surround-
functies een kwestie zijn van persoonlijke smaak,
bent u vrij in uw keuze – die bovendien later
gewijzigd kan worden. Het Surround Functie
Overzicht op pagina 30-32 kan u helpen de func-
tie te kiezen die het beste past bij de gekozen
ingang. Zo kunt u Dolby Pro Logic II of Logic 7
voor de meeste ingangen kiezen en Dolby Digital
voor ingangen aangesloten op digitale bronnen.
Voor ingangen zoals CD-speler, tape deck of tuner
kan het best de stereofunctie worden gekozen,
wanneer dat tenminste de luisterfunctie is die
voor de standaard stereobronnen wordt gebruikt.
Voor die bronnen is het onwaarschijnlijk dat er
materiaal met surroundcodering zal worden afge-
speeld. Als alternatief kan de 5 Kanaals Stereo of
Logic 7 Music functie worden gekozen voor
stereo programmamateriaal.
De surround instellingen worden het gemakke-
lijkst gemaakt via de Full-OSD (volledig) menu’s
in beeld. Druk vanuit het hoofdmenu
MASTER
MENU (Afb. 1) op de
⁄
/
¤
D
tot de cursor fi
naast het SURROUND SELECT menu staat.
Druk op instellen
F
tot het SURROUND
SELECT
menu (Afb. 3) in beeld verschijnt.
Afbeelding 3
Elke regel in dit menu (afb. 3) kiest een surround
functiegroep en binnen elk van deze categorieën
kan uit specifieke opties worden gekozen.
Opmerking: wanneer een Dolby Digital of DTS
bron wordt gekozen en speelt kiest de AVR auto-
matisch de juiste surround functie, ongeacht de
standaard instelling voor die ingang. Er zijn dan
geen andere geluidsfuncties beschikbaar, uitge-
zonderd alle Pro Logic II functies met Dolby
Digital 2 kanalen (2.0) opnamen (zie pagina 33).
Om de functie vast te leggen die standaard voor
een ingang wordt gekozen drukt u eerst op
⁄
/
¤
D
tot de in-beeld cursor naast de hoofd
categorie met de gewenste functie staat. Druk
dan op de insteltoets
F
om het submenu op te
roepen. Druk op
‹
/
›
Ea
om door de
beschikbare mogelijkheden te gaan en druk op
¤
D
tot de cursor bij BACK TO MASTER
MENU (terug naar hoofdmenu) staat om het
setup proces et vervolgen.
In het DOLBY SURROUND menu (afbeelding
4) kan gekozen worden uit voor Dolby Digital
(alleen beschikbaar wanneer de AVR een DD sig-
naal van de bron (DVD) ontvangt; is geen bron
met een DD-signaal actief, dan is deze functie niet
beschikbaar). Dolby Pro Logic II Music, Dolby Pro
Logic II Cinema, Dolby Pro Logic II en Dolby 3
Stereo. Een volledig overzicht van deze functies
vindt u op pagina 30-31. Denk er aan dat wan-
neer Dolby Digital is gekozen er aanvullende
instellingen beschikbaar komen voor de Nacht
Functie die alleen met surround gekoppeld zijn,
niet met de ingang. Daarom hoeven deze instel-
lingen slechts eenmalig gemaakt te worden en
niet met elke gebruikte ingang. In het volgende
hoofdstuk worden deze behandeld.
Afbeelding 4
Wanneer de fi cursor op de regel MODE (func-
tie) staat, drukt u op
‹
/
›
Navigatie
Ea
om
de gewenste Dolby functie te kiezen, wederom
rekening houdend met het feit dat de verschillen-
de functies waaruit kan worden gekozen, wordt
bepaald door het gebruikte programmamateriaal
en het aantal luidsprekers in uw systeem.
Wanneer Dolby Pro Logic II Music als luisterfunc-
tie is gekozen, zijn drie speciale instellingen
beschikbaar om het klankbeeld geheel aan uw
smaak en de luisteromstandigheden aan te
passen. Zijn andere Dolby Surround functies
gekozen, dan geven stippellijnen aan dat deze
instellingen niet actief zijn.
• Center Width (breedte): deze instelling corri-
geert de balans van de stemmen verdeeld over
de links/rechts luidsprekers en de center luid-
spreker. De lagere instellingen spreiden het
geluid van het center kanaal meer over de
links/rechts luidsprekers. Een hogere instelling
(max. “7”) geeft een smallere presentatie van
het center kanaal.
• Dimension (afmetingen): deze instelling wijzigt
de perceptie van de diepte van het surround
klankbeeld door het ondieper te maken, waar-
door de geluiden dichter bij het front van de
kamer lijken, of juist een diepere presentatie
waarbij het centrum zich meer naar de achter-
zijde van de kamer lijkt te verplaatsen. De
instelling “0” is de neutrale standaardinstelling
met het “R-3” bereik voor een dieper naar ach-
ter georiënteerd beeld en “F-3” voor een ondie-
per, naar voor georiënteerd beeld.
• Panorama: schakel deze instelling in of uit om
een meer omringende weergave te krijgen die
vooral de perceptie van geluid van de zijwan-
den van de kamer versterkt.
Om deze parameters te wijzigen, drukt u op
⁄
/
¤
Navigatie
D
terwijl het DOLBY
SURROUND menu in beeld staat tot de fi cur-
sor op de regel staat met de parameter die u wilt
wijzigen. Druk dan op
‹
/
›
Navigatie
Ea
om de instelling naar wens te wijzigen.
Denk er aan dat wanneer Dolby Digital is ge kozen
er aanvullende instellingen beschikbaar komen
voor de Nacht Functie die alleen met surround
gekoppeld zijn, niet met de ingang. Vandaar dat
deze instellingen slechts één keer gemaakt wor-
den en niet voor elke ingang afzonderlijk.
Instellen nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital
die een speciale bewerking gebruikt om het dyna-
misch bereik en de verstaanbaarheid van het film-
geluid te behouden, terwijl het piekniveau
begrensd wordt. Zo wordt voorkomen dat plotse-
ling pieken anderen storen, zonder dat de impact
van de digitale bron al te zeer wordt aangetast.
Merk op dat de nachtfunctie alleen beschik-
baar is bij weergave van Dolby Digital
signalen.
Om de Nacht Functie vanuit het menu in te stel-
len drukt u op OSD
L
zodat het MASTER
(hoofd) menu verschijnt. Druk vervolgens op
¤
D
om het SURROUND SELECT menu op
te roepen. Druk op OK
F
om het DOLBY
SURROUND menu te kiezen.