8522
11
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/42
Next page
AVR 135 Audio/ Video Receiver
HANDLEIDING
Power for the Digital Revolution
®
2 INHOUD
3 Inleiding
4 Veiligheid
4 Opstellen & Uitpakken
5 Bedieningsorganen
7 Aansluitingen
9 Afstandsbediening
12 Installeren en aansluiten
12 Audio-apparatuur
12 Video-apparatuur
13 SCART AV-aansluitingen
14 Lichtnetuitgangen
14 Luidsprekerkeuze en -opstelling
15 Systeemconfiguratie
15 In Gebruik Nemen
15 Gebruik Display
15 Instellingen
16 Opzet Ingangen
16 Luidspreker Opzet
19 Surround Opzet
19 Instelling Nachtfunctie
20 Configureren Surround Uit
functies (stereo)
20 Instelling vertraging
21 Instelling Uitgangsniveau
23 Bediening
23 Overzicht Surround Functies
25 Bediening
25 Bronkeuze
25 6/8 Kanaals Directe Ingang
26 Instelling en Gebruik Hoofdtelefoon
26 Keuze Surround Functie
27 Digitale Audioweergave
27 Dolby Digital
27 DTS
27 PCM Audioweergave
27 Digitale Bron Kiezen
27 Digitale Bitstream Indicatie
28 Surround Functies
28 PCM Weergave Indicaties
28 Luidspreker/Kanaal Indicaties
29 Nachtfunctie
29 Opnemen
29 Instelling Uitgangsniveau
30 Geheugen Beveiliging
31 Bijzondere Functies
31 Helderheid Display
31 Helderheid Display
31 Volume bij Inschakelen
31 Semi In-Beeld (OSD) Instellingen
32 Volledig In-Beeld (OSD) Instellingen
33 Tuner
33 Gebruik Tuner
33 Zenderkeuze
33 Voorkeurposities
33 RDS Gebruik
33 RDS Afstemmen
33 RDS Display Aanwijzingen
34 Programma Zoeken
Inhoud
Opzet van de handleiding
Om de handleiding optimaal te kunnen gebruiken in combinatie met de afstandsbediening, de bedie-
ningsorganen, de aansluitingen en de display is deze als volgt ingedeeld:
VOORBEELD (vet gedrukt) geeft een toets op de afstandsbediening of de voorzijde aan, dan wel een
aansluiting op de achterzijde.
VOORBEELD (display) geeft een aanwijzing in de display aan.
1
- (cijfer in een hokje) verwijst naar een specifieke toets op de voorzijde.
0
- (cijfer in een cirkel) verwijst naar een aansluiting op de achterzijde.
0
- (cijfer in een ovaal) verwijst naar een toets op de afstandsbediening.
De vorm van de tekstcursor in de in-beeld menu’s kunnen iets afwijken van de afbeeldingen in
deze handleiding. Ongeacht of de tekst verschijnt in hoofdletters of kleine letters, de prestaties en de
bediening blijft hetzelfde.
35 Programmeren Afstandsbediening
35 Programmeren met Codes
35 Code Direct Invoeren
35 Automatisch Zoeken
35 Code Uitlezen
36 Macro Programmeren
36 Geprogrammeerde Functies
36 Volume Doorschakelen
37 Kanaalbesturing Doorschakelen
37 Loopwerkbediening Doorschakelen
37 Resetten Geheugen Afstandsbediening
38 Functie Overzicht
40 Problemen
40 Processor Resetten
41 Technische Gegevens
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Wij, Harman Consumer Group International
2 route de Tours, 72500 Château-du-Loir,
Frankrijk
verklaren dat het product dat beschreven
wordt in deze handleiding voldoet aan de
technische normen:
EN 55013:2001 + A1:2003
EN 55020:2002 + A1:2003
EN 61000-3-2:2000
EN 61000-3-3:1995 + A1:2001
EN 60065:2002
Jurjen Amsterdam
Harman Consumer Group International
01/05
INLEIDING 3
Inleiding
Dank u voor de aanschaf van een
Harman Kardon product!
Met de aanschaf van een Harman Kardon
AVR 135 staat u aan het begin van vele jaren
luisterplezier. De AVR 135 is ontworpen om u
optimaal te laten genieten van alle spanning en
effecten van filmgeluid en alle nuances in de
muziek. Dankzij ingebouwde Dolby
®
Digital en
DTS-decoders biedt de AVR 135 zes audiokanalen
die het digitale filmgeluid van de nieuwste DVD-
en LD-films, naast digitale televisie uitzendingen
op de beste manier tot uitdrukking brengen.
In de AVR 135 worden complexe digitale schake-
lingen gebruikt om dit allemaal te verwezenlij-
ken, maar het installeren en bedienen zijn toch
heel eenvoudig. Gekleurde aansluitingen en een
programmeerbare afstandsbediening maken de
AVR gemakkelijk te bedienen. Om optimaal
plezier te hebben van uw receiver, raden wij u
aan even de tijd te nemen deze handleiding in
zijn geheel door te lezen. Controleer ook of alle
verbindingen met de luidsprekers, bronnen en
andere externe apparatuur correct zijn uitge-
voerd. Op deze manier raakt u zo snel mogelijk
vertrouwd met alle functies en bedieningsorga-
nen en kunt u alle mogelijkheden van de
AVR 135 benutten.
Bewaar de handleiding om deze later nog eens
te raadplegen.
Beschrijving en functies
De AVR 135 is een van de veelzijdigste, multi-
functionele A/V receivers die er op de markt zijn
en biedt talloze luistermogelijkheden. Naast de
Dolby Digital en DTS decoders voor de digitale
bronnen is er een brede keus aan Matrix sur-
round gecodeerde of analoge surround functies
beschikbaar voor gebruik met bronnen als CD,
VCR, TV-uitzendingen en de eigen FM/MG tuner
van de AVR.
Behalve Dolby Digital EX, Dolby Pro Logic II, DTS
Neo:6, Dolby 3 Stereo, 5 Kanalen Stereo en spe-
ciale Hall en Theater functies, bieden alleen
Harman Kardon receivers Logic 7
®
voor een bre-
der, beter omringend geluidsbeeld en duidelijke
overvliegende en rondgaande bewegingen.
Eveneens exclusief voor Harman Kardon is
VMAx
®
, dat gebruikt maakt van een eigen pro-
cessing om een open en ruimtelijk klankbeeld te
creëren via slechts twee luidsprekers.
Buiten het grote aantal luistermogelijkheden is de
AVR 135 ook gemakkelijk te configureren voor
optimaal resultaat met uw luidsprekers in uw luis-
terruimte. Via de in-beeld menu’s kunnen de luid-
sprekers, ingangen en vertragingstijden gemak-
kelijk ingesteld worden.
Een Stereo-Direct functie passeert de digitale
processor om alle subtiele eigenschappen van
het originele analoge, tweekanaals signaal te
behouden, terwijl het bas management, beschik-
baar in zowel de surround als de digitale stereo
functies, meer mogelijkheden biedt om het sig-
naal aan uw smaak of de kamerakoestiek aan te
passen.
Voor een maximale flexibiliteit bezit de AVR 135
aansluitingen voor vier video apparaten, inclusief
de aansluitingen op het frontpaneel, alle met
zowel composiet als S-video ingangen. Er zijn
nog twee extra audio ingangen, plus in totaal zes
digitale ingangen en daarmee kan de
AVR 135 ook de nieuwste digitale audiobronnen
verwerken. Coax en optische digitale uitgangen
zijn beschikbaar voor directe verbinding met digi-
tale recorders.
Voor compatibiliteit met de nieuwste HDTV
videobronnen en progessive scan DVD-spelers,
bezit de AVR een breedband videoschakeling met
geringe overspraak.
Een video opname uitgang en een acht kanalen
ingang maakt de AVR 135 vrijwel toekomstzeker,
daar alles aanwezig is om ook met de nieuwe
formaten van morgen te kunnen werken.
De krachtige versterker van de AVR 135’s is
gebouwd op de traditionele Harman Kardon
technologieën voor de eindversterkers om een
optimaal dynamisch bereik te kunnen bieden met
elke denkbare programmabron.
Alweer vijftig jaar geleden was Harman Kardon
was de uitvinder van de high-fidelity receiver.
Met state-of-the-art schakelingen en andere
die hun betrouwbaarheid hebben bewezen is
de AVR 135 één van de beste receivers die
Harman Kardon ooit in deze prijsklasse heeft
aangeboden.
Dolby
®
Digital, Dolby Digital EX en
Dolby Pro Logic
®
II Decoders, en het
volldige pakket DTS
®
functies, inclusief
DTS-ES
®
6.1 Discrete & Matrix.
Zes kanalen high-current versterkers.
De exclusieve Harman Kardon Logic 7
®
processor, voor het eerst zowel beschik-
baar voor 7.1 als 5.1 processing in tal-
loze functies en twee VMAx
®
functies.
Grote bandbreedte, HDTV compatibele
videoschakeling.
Analoge A/V Ingangen op de voorzijde.
Digitale ingangen op de voorzijde voor
gemakkelijk aansluiten van draagbare
digitale apparatuur en de nieuwste
videospelletjes.
Talloze digitale ingangen en uitgangen.
In-beeld menu en display systeem.
6-Kanaals/8-kanaals Directe Ingang en
Voorversterker Uitgangen voor
Gemakkelijke Uitbreiding en Gebruik
met Toekomstige Formaten.
Uitgebreide laagprocessing, inclusief
drie gescheiden wisselfilter instellingen.
Afstandsbediening met ingebouwde
codes.
WAARSCHUWING
KANS OP ELEKTRISCHE
SCHOKKEN. NIET OPENEN
LET OP: VERMIJD HET RISICO VAN ELEKTRISCHE SCHOKKEN. OPEN NOOIT ZELF DE BEHUIZING. IN HET APPARAAT
BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ZELF KUNNEN WORDEN ONDERHOUDEN,
GEREPAREERD EN/OF VERVANGEN. LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN GEKWALIFICEERDE TECHNICI.
WAARSCHUWING: VERKLEIN BRANDGEVAAR EN DE KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN; STEL HET APPARAAT NIET
BLOOT AAN REGEN OF VOCHT.
Het symbool van de bliksemschicht met
pijlpunt en een gelijkzijdige driehoek
waarschuwt de gebruiker voor de aan-
wezigheid van ongeïsoleerde gevaarlijke
voltages binnen in de behuizing van het
apparaat. Deze voltages kunnen elek-
trische schokken veroorzaken.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige
driehoek waarschuwt de gebruiker voor
de aanwezigheid van belangrijke infor-
matie aangaande onderhoud en service
in de gebruiksaanwijzing.
4 VEILIGHEID
Veiligheid
Belangrijke veiligheidsinformatie
Controleer netspanning voor gebruik
Uw nieuwe AVR 135 is ontworpen voor gebruik
met 220 - 240 volt wisselspanning. Sluit u de
receiver op een andere netspanning aan dan
waarvoor deze is bedoeld, dan kan dit gevaarlijk
zijn en zelfs brand ontstaan. Bovendien kan de
receiver hier door beschadigd worden.
Heeft u vragen heeft over de juiste netspanning
voor dit specifieke model of over de netspanning
in uw omgeving, raadpleeg dan eerst uw leve-
rancier voordat het apparaat met het lichtnet
verbindt.
Gebruik geen verlengsnoeren
Gebruik het apparaat alleen met het vaste net-
snoer. Het gebruik van verlengsnoeren met dit
product wordt afgeraden. Leg, net als bij andere
elektrische apparaten, het netsnoer niet onder
vloerbedekking of tapijten en zet er geen zware
voorwerpen op. Een beschadigd netsnoer
onmiddellijk door een erkende technische dienst
laten vervangen door een exemplaar dat aan de
fabrieksspecificaties voldoet.
Ga voorzichtig met het netsnoer om
Wanneer u het netsnoer uit het stopcontact
neemt, trek dan altijd aan de stekker en niet aan
het snoer.Wanneer het apparaat voor langere
tijd niet zal worden gebruikt, neem dan de stek-
ker uit het stopcontact.
Open de behuizing niet
In dit product bevinden zich geen onderdelen die
door de gebruiker gerepareerd kunnen worden.
Bij het openen van de behuizing kunt u een
schok oplopen en wijzigingen aan het product
zullen de garantie ongeldig maken. Mocht water
of een metalen voorwerp zoals een paperclip,
een nietje of iets dergelijks in het apparaat
terechtkomen, neem dan de stekker direct uit
het stopcontact en raadpleeg een erkende repa-
rateur.
Uitpakken
De doos en overig verpakkingsmateriaal dat
gebruikt werd om uw nieuwe receiver tijdens
transport te beschermen, zijn speciaal ontwor-
pen om schokken en trillingen te absorberen. Wij
adviseren u de doos en het verpakkingsmateri-
aal te bewaren voor het geval u gaat verhuizen
of als het apparaat ooit gerepareerd zou moeten
worden.
Om de omvang van de doos te verkleinen kunt u
deze plat maken. Dit doet u door het plakband
op de bodem helemaal los te maken en de doos
plat te drukken. De kartonnen hulpstukken kun-
nen op dezelfde manier worden bewaard.
Verpakkingsmateriaal dat niet samengedrukt
kan worden kan in een plastic zak worden
bewaard.
Wilt u het verpakkingsmateriaal niet bewaren, is
het goed te weten dat de doos en het overige
verpakkingsmateriaal gerecycled kunnen wor-
den. Denk aan het milieu en lever dit materiaal
in op de daarvoor aangewezen plaats.
Opstelling
Plaats het apparaat, om een goede werking te
verzekeren en risico’s te vermijden, op een ste-
vige en vlakke ondergrond. Zet u het apparaat
op een schap, controleer dan of het schap en
de steunen het gewicht kunnen dragen.
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voor
ventilatie rond het apparaat. Plaatst u dit pro-
duct in een kast of andere gesloten ruimte,
controleer dan of er voldoende ventilatie is. In
sommige gevallen kan een ventilator nodig
zijn.
Plaats het apparaat niet op een tapijt of een
dergelijke ondergrond, daar dan de ventila-
tiesleuven worden afgesloten.
Gebruik het apparaat niet op extreem hete of
koude plaatsen, op een plaats waar het bloot-
staat aan direct zonlicht, of in de nabijheid
van een verwarming.
Plaats het apparaat niet in een vochtige of
stoffige omgeving.
Zorg ervoor dat de ventilatiesleuven in de
bovenzijde van het apparaat vrij blijven en
plaats er geen voorwerpen op.
Schoonmaken
Maak het apparaat zonodig schoon met een
schone, zachte en droge doek. Indien nodig
bevochtigt u een zachte doek met lauw sop en
daarna met een doek met schoon water. Droog
het apparaat onmiddellijk af met een droge
doek. Gebruik NOOIT benzeen, reinigingsmidde-
len met drijfgassen, verdunner, alcohol of andere
vluchtige middelen. Gebruik geen schuurmidde-
len, want deze kunnen de afwerking van meta-
len onderdelen beschadigen. Vermijd het gebruik
van insecticiden in de buurt van dit apparaat.
Verplaatsen
Alvorens het apparaat te verplaatsen controleren
of alle verbindingen met andere apparaten los-
genomen zijn en dat de stekker van het appa-
raat zelf uit het stopcontact genomen is.
BEDIENINGSORGANEN 5
1
Netschakelaar: druk op deze toets om de
AVR in te schakelen. Is de schakelaar ingedrukt,
dan staat het apparaat in standby, wat wordt
aangegeven door de oranje LED
3
. Wanneer
deze toets NIET ingedrukt is, werkt het apparaat
niet. Om het apparaat geheel uit te schakelen en
ook de afstandsbediening te blokkeren, deze
schakelaar indrukken zodat deze naar buiten
komt en het woord ‘OFF’ (uit) op de bovenzijde
van de schakelaar zichtbaar wordt.
Opmerking: Laat deze schakelaar normaal
gesproken in de positie ON (aan) staan.
2
Standby: wanneer de netschakelaar
1
ingedrukt is, drukt u op deze toets om de AVR i
n te schakelen. Druk deze knop opnieuw in om
het apparaat uit (standby) te schakelen. De licht-
netindicatie
3
wordt blauw als het
apparaat aan staat.
3
Lichtnetindicatie: licht oranje op tijdens
standby, als teken dat het apparaat gereed is
voor gebruik. Ingeschakeld licht deze blauw op.
4
Hoofdtelefoonuitgang: sluit hierop een
hoofdtelefoon aan om ongestoord te kunnen
luisteren. Gebruik een hoofdtelefoon met een
standaard 6,3 jackplug. Zodra de hoofdtelefoon
wordt aangesloten, worden de luidsprekers
uitgeschakeld.
5
Surround groep: indrukken om de eerste
groep surround functies te kiezen. Telkens wan-
neer u drukt wordt de volgende groep gekozen
in deze volgorde: Dolby functies DTS Digital
functies DSP functies Stereo functies
Logic 7 functies, enz.
Na het indrukken verschijnt de naam van de
gewenste surround functiegroep in de Onderste
Displayregel
˜
en dan drukt u op Surround
Functiekeuze
9
om door de beschikbare func-
ties te schakelen. Druk hier bijvoorbeeld op om
de gewenste Dolby functie te kiezen en druk dan
op Surround Functiekeuze
9
om de verschil-
lende opties te kiezen.
6
Luidsprekerkeuze: kiest de luidsprekers die
in uw kamer worden gebruikt. Zie pagina 17
voor meer informatie over installatie en configu-
ratie.
Bedieningsorganen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
)
!
@
#
$
%
^
&
*
(
Ó
Ô
Ò
Ú
Û
Ù
ı
ˆ
˜
¯
Hoofd Netschakelaar
Systeemschakelaar
Lichtnetindicatie
Hoofdtelefoonuitgang
Surround Functie Groep Keuze
Luidsprekerkeuze
Insteltoetsen
Klankregeling in/uit
Surround Functiekeuze
Afstemmen
FM/MG
Instellen
Voorkeurposities
Luidspreker/Kanaal Indicatie
Ingangskeuze
RDS functies
Vertraging
Digitale ingang 3 optisch
Surroundfunctie indicaties
Digitale ingang 3 coax
Video 3 ingang
Lage tonen
Balans
Hoogregeling
Digitale ingangskeuze
Kanaalkeuze
Volume
Ingangsindicaties
Display
Sensor afstandsbediening
6 BEDIENINGSORGANEN
Bedieningsorganen
7
Insteltoetsen: bij het vastleggen van de
configuratie kiest u met deze toetsen uit de
beschikbare mogelijkheden die in de display
˜
worden aangegeven.
8
Klankregeling in/uit: de klankregeling en
balans worden ingeschakeld door deze toets in te
drukken. De indicatie TONE IN verschijnt in de
display
˜
en met de regelaars lage tonen
, hoge tonen
Ú
en balans
Ò
kan het sig-
naal naar de luidsprekers worden gecorrigeerd.
Staat de indicatie TONE OUT in de display, dan
wordt het signaal ‘recht’ weergegeven.
9
Surround Functiekeuze: indrukken om te
kiezen uit de beschikbare surround functies voor
de gekozen functiegroep. De specifieke functies
kunnen verschillen op basis van het aantal
beschikbare luidsprekers, de functiegroep en of
het om een analoge of een digitale bron gaat.
Druk bijvoorbeeld op Surround Functie Groep
Keuze
5
om een functiegroep te kiezen als
Dolby of Logic 7 en dan op deze toets om de
beschikbare functies te zien. Voor meer informa-
tie omtrent functiekeuze, zie pagina 19.
)
Afstemmen: druk op de linkerzijde van de
toets om naar een lagere frequentie te gaan, of
op de rechter zijde om naar een hogere frequen-
tie te gaan. Wordt een zender met een sterk sig-
naal gevonden dan verschijnt
MANUAL
TUNED
of AUTO TUNED in de display
˜
(met de hand afgestemd of automatisch afge-
stemd). Zie pagina 33 voor meer informatie over
afstemmen.
!
FM/MG keuze: druk op deze toets om tuner
als bron van de AVR te kiezen. Na eenmaal
indrukken hoort u de laatst gebruikte zender;
nogmaals indrukken schakelt heen en weer tus-
sen AM (= MG) en FM. Houd de toets vast om te
schakelen tussen stereo en mono, handafstem-
ming en automatische afstemming. Zie pagina 33
voor nadere informatie.
@
Instellen: regelt het instellen en configure-
ren van de in de display
˜
aangegeven instel-
ling, die dan in het geheugen van de AVR wordt
opgeslagen. Deze toets wordt ook gebruikt om
de helderheid van de display te wijzigen. Zie
pagina 31.
#
Voorkeurposities: druk op deze toetsen om
voor- of achteruit door het overzicht van de voor-
keurzenders te schakelen. Zie pagina 33 voor
nadere informatie.
$
Luidspreker/kanaal functie: geeft aan
welke luidspreker voor elk kanaal gekozen is, of
de configuratie van het binnenkomende signaal.
De indicaties voor de luidsprekers links, centrum,
rechts, links surround en rechts surround bestaan
uit drie hokjes, terwijl de subwoofer een enkel
hokje is. Het middelste hokje licht op wanneer
een ‘kleine’ luidspreker is gekozen, de buitenste
twee wanneer een grote luidspreker is gekozen.
Brandt geen enkel hokje voor de kanalen cen-
trum, surround of subwoofer, dan zijn er voor die
posities geen luidsprekers gekozen. Zie pagina 16
voor nadere informatie over het configureren van
de luidsprekers. De letter in het middelste hokje
geeft een actief kanaal aan. Voor standaard ana-
loge bronnen zullen alleen L en R oplichten, wat
een stereobron aangeeft. Gaat het om een digita-
le bron dan geven de indicaties aan welke kana-
len op de digitale ingang worden ontvangen. Een
knipperende letter geeft een onderbroken digitaal
signaal aan. Zie pagina 28 voor nadere informa-
tie over deze indicaties.
%
Ingangskeuze: druk één of meermaals op
deze toets om een andere bron te kiezen.
^ RDS functie: indrukken om de verschillende
boodschappen van het RDS-systeem van de AVR
tuner op te roepen. Zie pagina 33 voor nadere
informatie over RDS.
&
Vertragingstijd: druk op deze toets om een
vertragingstijd in te stellen. Zie pagina 20 voor
nadere informatie over vertragingstijden.
*
Digitale ingang 3 optisch: sluit de opti-
sche digitale audio uitgang van een audio of
video product hierop aan. Wordt de ingang niet
gebruikt zorg dan dat de ingang met het dopje is
afgedekt om te voorkomen dat er stof in de
ingang komt.
(
Surroundfunctie indicaties: een blauw
LED licht op bij de actieve surroundfunctie.
Ó
Digitale ingang 3 coax: wordt gewoonlijk
gebruikt voor het aansluiten van draagbare
digitale audio apparaten, videospelletjes en
andere producten die een coax digitale aanslui-
ting hebben.
Ô
Video 3 ingang: deze audio/video
aansluitingen kunnen gebruikt worden als tijdelij-
ke verbinding met videospelletjes of draagbare
audio/video apparaten zoals camcorders en
draagbare audio spelers.
Klankregeling laag: draai aan deze knop
om de lage frequenties in de linker en rechterka-
nalen max. 10 dB te versterken of te verzwakken.
Stel in naar smaak en afhankelijk van de kame-
rakoestiek.
Ò
Balans: draai aan deze knop om beide front
kanalen even luid te laten klinken.
Opmerking: normaal gesproken dient deze rege-
laar ongeveer in het midden (’12 uur’) te staan.
Ú
Klankregeling hoog: draai aan deze knop
om de hoge frequenties in de linker en rechterka-
nalen max. 10 dB te versterken of te verzwakken.
Stel in naar smaak en afhankelijk van de kame-
rakoestiek.
Û
Digitale ingangskeuze: druk op deze toets
om te kiezen tussen de optische
L
en coax
9
digitale ingangen. Zie pagina 27-29 en verder
voor meer informatie over digitale audio.
Ù
Kanaalkeuze: indrukken om de verschillen-
de kanalen in te stellen met behulp van een exter-
ne audiobron. Voor meer informatie over het
instellen van de uitgangsniveaus, zie pagina 21.
ı
Volume: draai deze knop naar rechts om het
niveau te verhogen, of naar links om het niveau
te verlagen. Mute (geluid uit) wordt automatisch
opgeheven zodra de volumeregelaar wordt ver-
draaid.
ˆ
Ingangsindicatie: een blauw LED licht op
bij de ingang van de AVR die in gebruik is.
˜
Display: in de display worden aanwijzingen
en in de display verschijnen aanwijzingen en indi-
caties die helpen het apparaat te bedienen.
¯
Sensor afstandsbediening: deze sensor
ontvangt de bevelen van de afstandsbediening.
Richt de afstandsbediening hierop en zorgt dat
de sensor niet geblokkeerd wordt, tenzij een
externe sensor is aangesloten.
AANSLUITINGEN 7
Aansluitingen
135
¢
·
°
f
¤
°
b
c ihg
d
e
¡
d
b
·
ª
a
£
§
¤
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
Tape ingangen
Tape uitgangen
Video 1 audio ingangen
MG antenne
Video 1 audio uitgangen
DVD audio ingangen
FM antenne
CD ingang
Digitale audio uitgangen
Coax digitale ingangen
Subwoofer uitgang
TV/monitor uitgang
Front/Centrum luidsprekeruitgangen
Surround luidsprekeruitgangen
Geschakelde lichtnetuitgang
Ongeschakelde lichtnetuitgang
Netsnoer
DVD video ingangen
Video 1 video uitgangen
Video 2 audio ingangen
Video 2 video ingangen
Optisch digitale ingangen
Video 1 video ingangen
6/8 Kanalen Directe Ingang
Surround Achter luidsprekeruitgangen
Component Video Uitgangen
Video 2 Component Video Ingangen
DVD Component Video Ingangen
0
Tape-ingangen: verbind deze ingangen met
de Play/Out uitgangen van een audiorecorder.
1
Tape-uitgangen: verbind deze uitgangen
met de Record/In ingangen van een audio-
recorder.
2
Video 1 audio ingangen: verbind deze
ingangen met de Play/Out uitgangen van een
VCR of andere videobron.
3
MG-antenne: sluit hierop de bijgeleverde
MG raamantenne aan. Wordt een externe
MG-antenne gebruikt, sluit die dan aan conform
de daarbij gevoegde aanwijzingen.
4
Video 1 audio uitgangen: verbind deze
uitgangen met de Record/Input ingangen van
een VCR.
5
DVD audio ingangen: verbind deze
ingangen met de analoge audio uitgangen op
een DVD of andere video bron.
6
FM-antenne: sluit hierop de bijgeleverde
FM-antenne aan, of een buitenantenne, dan wel
een kabelsysteem.
7
CD-ingang: verbind deze ingang met de
analoge uitgangen van een CD-speler of
CD-wisselaar.
8
Digitale audio uitgangen: verbind deze
uitgangen met de digitale ingang van een
digitale recorder zoals een CD-recorder of een
MiniDisc recorder.
9
Coax digitale ingangen: verbind deze
ingang met de coax digitale uitgang van een
DVD-speler, HDTV-receiver, LD-speler, MD- of
CD-speler. Het kan een Dolby Digital, DTS of
standaard digitaal PCM-signaal zijn. Sluit geen
RF digitaal signaal van een LD-speler op deze
ingang aan.
A
Subwoofer uitgang: verbind deze uitgang
met de lijningang van een actieve subwoofer.
Bij gebruik van een losse subwooferversterker
wordt deze uitgang met de ingang van die
versterker verbonden.
8 AANSLUITINGEN
Aansluitingen
B
TV/monitoruitgang: verbind deze uitgang
met de composiet en/of S-video ingang van een
TV monitor of videoprojector om het signaal van
een videobron die met de video keuzeschakelaar
op de receiver is gekozen.
C
Front/Centrum luidsprekeruitgangen:
verbind deze uitgangen met de overeenkomstige
+ en – aansluitingen van de front/centrum luid-
sprekers. Let bij het aansluiten van luidsprekers
altijd goed op de polariteit: de rode + van de
AVR komt aan de rode + van de luidspreker en
de zwarte – van de AVR komt aan de zwarte –
van de luidspreker. Zie pagina 14 voor nadere
informatie.
D
Surround luidsprekeruitgangen: verbind
deze uitgangen met de overeenkomstige + en –
aansluitingen van de linker en rechter surround
luidsprekers. Let bij het aansluiten van luidspre-
kers altijd goed op de polariteit: de rode + van
de AVR komt aan de rode + van de luidspreker
en de zwarte – van de AVR komt aan de zwarte
– van de luidspreker. Zie pagina 14 voor nadere
informatie.
E
Geschakelde lichtnetuitgang: voor het
voeden van andere apparaten, die dan met
standby
2
op de AVR worden ingeschakeld.
F
Ongeschakelde lichtnetuitgang: voor het
voeden van andere apparaten, die dan constant
van spanning worden voorzien, ook wanneer de
AVR in standby staat, maar alleen wanneer de
netschakelaar
1
van de AVR
ingedrukt is.
Opmerking: Het totale opgenomen vermogen
van de apparaten die op de lichtnetuitgangen
zijn aangesloten, mag niet hoger zijn dan
100 watt via de ongeschakelde uitgang
F
en
50 watt via de geschakelde uitgang
E
.
G
Netsnoer: verbind de stekker met een
ongeschakeld stopcontact.
H
DVD video-ingangen: verbind deze
ingangen met de composiet of S-video uitgangen
van een DVD-speler of andere videobron.
I
Video 1 video uitgangen: verbind deze
uitgangen met de RECORD/INPUT composiet of
S-video ingang van een VCR.
J
Video 2 audio ingangen: verbind deze
ingangen met de PLAY/OUT composiet of
S-video uitgangen van een VCR of andere
videobron.
K
Video 2 video ingangen: verbind deze
ingangen met de PLAY/OUT composiet of
S-video uitgangen van een tweede VCR of
andere videobron.
L
Optisch digitale ingangen: verbind deze
ingang met de optisch digitale uitgang van een
DVD-speler, HDTV-receiver, LD-speler, MD- of CD-
speler. Het kan een Dolby Digital, DTS of stan-
daard digitaal PCM-signaal zijn.
M
Video 1 video ingangen: verbind deze
ingangen met de PLAY/OUT composiet of
S-video uitgangen van een VCR of andere
videobron.
OPMERKING: sluit of de Video of de S-Video
uitgang van een S-Video bron aan op de
AVR, maar nooit beide tegelijk daar dit tot
storingen in het beeld kan leiden.
N
6/8 Kanalen Directe Ingang: deze ingang
wordt gebruikt voor het aansluiten van DVD-
Audio of SACD spelers met discrete analoge uit-
gangen.
O
Surround Achter Luidsprekeruitgangen:
deze luidsprekeruitgangen worden gewoonlijk
gebruikt om de surround achter links/rechts
luidsprekers in een 6.1 systeem te voeden.
P
Monitor Component Video Uitgang:
sluit deze uitgangen aan op de component
video-ingangen van een videoprojector of –moni-
tor.Wanneer een bron, aangesloten op een van
de twee Component video-ingangen
JL
,
wordt geselecteerd dan zal het signaal naar deze
aansluitingen gestuurd worden.
Q
Video 2 Component Video Ingang:
verbind de Y/Pr/Pb component video uitgang van
de HDTV settop converter, satellietontvanger of
andere videobron met de component aansluit-
ingen van dat apparaat.
R
DVD component video-ingangen:
sluit de Y/Pr/Pb component video-uitgangen van
een DVD-speler aan op deze aansluitingen.
AFSTANDSBEDIENING 9
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
a
b
c
d
e
f
Afstandsbediening
Standby
IR-zender
Programma/SPL-indicatie
Inschakelen
Ingangskeuze
AVR-keuze
MG/FM keuze
6-Kanaals/8-kanaals Directe Ingang
Testsignaal
Sluimerfunctie
Surroundfunctie
Nachtfunctie
Kanaalkeuze
/
¤
toetsen
toets
Instellen
Digitale keuze
Cijfertoetsen
Tunerfunctie
Directfunctie
Afstemmen hoger/lager
In-beeld display/info
Dolby Functie
DTS Digital Functie
Logic 7 Functie
Loopwerktoetsen
DIMMER
Volgende/vorige
Stereo Functie
DTS Neo:6 Functie
Macro's
RDS-functie
Voorkeuze hoger/lager
Wissen
Geheugen
Vertraging/Voorgaande zender
toets
Luidsprekerkeuze
Muting
Volume hoger/lager
Geen Functie
TV/Video Keuze
Opmerking: de hier gebruikte functienamen
slaan op de voor de AVR gebruikte functies. De
meeste toetsen hebben meerdere functies wan-
neer de afstandsbediening voor andere appara-
ten wordt gebruikt. Zie pagina 38-39 voor een
overzicht van deze functies.
10 AFSTANDSBEDIENING
Afstandsbediening
Belangrijk: de afstandsbediening van de AVR
kan geprogrammeerd worden om maximaal 7
apparaten, inclusief de AVR zelf, te besturen.
Voordat u de afstandsbediening in gebruik neemt
eerst de ingangskeuze
4
indrukken en het
apparaat kiezen dat u wilt gebruiken. Af fabriek is
de afstandsbediening van de AVR ingesteld op het
bedienen van de AVR en de meeste Harman
Kardon CD en DVD-spelers en cassettedecks. De
afstandsbediening kan ook een reeks andere
producten bedienen via de codes die al aanwezig
zijn. Voordat u de afstandsbediening in gebruik
neemt met andere producten, eerst de aanwijzin-
gen op pagina 35 over het programmeren van
bevelen uitvoeren.
Aan veel toetsen van de afstandsbediening kun-
nen functies toegewezen worden die afhankelijk
zijn van het product dat met de ingangskeuze
geactiveerd is. Hier worden in de eerste plaats de
functies van de afstandsbediening voor de AVR
beschreven. Zie pagina 38-39 voor informatie
over andere functies voor de toetsen van de
afstandsbediening.
0
Uitschakelen: druk op deze toets om de
AVR of een gekozen apparaat in standby te zetten.
1
IR-zender: richt dit op de sensor van de
AVR bij het indrukken van een toets, zodat de
infrarood signalen goed worden ontvangen.
2
Programma indicatie: deze driekleuren
indicatie leidt u door het programmeren van de
afstandsbediening en zie pagina 35 voor informatie
over het programmeren van de afstandsbediening.
3
Inschakelen: druk op deze toets om de
netspanning van het apparaat in te schakelen dat
met de ingangskeuze
4
is gekozen, uit-
gezonderd Tape.
4
Ingangskeuze: door een van deze toetsen
is te drukken gebeuren er drie dingen: staat de
AVR niet aan, dan wordt deze ingeschakeld; dan
wordt de bron gekozen overeenkomend met de
ingedrukt toets, en tenslotte wordt de afstands-
bediening omgeschakeld, zodat deze de gekozen
bron bedient. Nadat u op deze toets gedrukt
hebt, drukt u op AVR-keuze
5
om de functies
van de AVR met de afstandsbediening te activeren.
5
AVR-keuze: hiermee schakelt u de afstands-
bediening om, zodat deze de functies van de AVR
bedient. Staat de AVR op standby, dan wordt deze
ingeschakeld.
6
MG/FM keuze: druk op deze toets om de
tuner van de AVR als bron te kiezen. Drukt u op
deze toets terwijl de tuner al gekozen is, dan
wordt omgeschakeld tussen MG en FM. Zie pagi-
na 26.
7
6/8-Kanaals Directe Ingang: indrukken
om de component te kiezen die is verbonden met
de 6-Kanaals Directe Ingang
N
. Denk er aan
dat wanneer u de Zes Kanaals Directe Ingang wilt
gebruiken in combinatie met een videobron u
eerst de videobron dient te kiezen met één van de
Ingangskeuzes
4
. Druk dan op deze toets om
de 6-Kanaals Directe Ingang
N
als bron te
kiezen.
8
Testsignaal: druk hierop om het configure-
ren van de uitgangsniveaus van de AVR te starten.
Zie pagina 21 voor nadere informatie over het
kalibreren van de AVR.
9
Sluimerfunctie: druk op deze toets om het
apparaat in de sluimerfunctie te zetten. Na de in de
display aangegeven tijd zal de AVR automatisch in
standby gaan. Elke keer dat u op deze toets drukt
zal de tijd veranderen in deze volgorde:
Houd de toets twee seconden ingedrukt om de
sluimerfunctie uit te schakelen. Denk er aan dat
deze toets ook wordt gebruikt om een ander
kanaal te kiezen op tv, vcr en sat.
Merk op dat deze toets ook gebruikt wordt om
kanalen te kiezen op uw TV, VCR, AUX en SAT
ontvanger wanneer die gekozen zijn.
A
Surroundfunctie: druk op deze toets om
de surroundfunctie te wijzigen. Vervolgens kiest u
met de toetsen
/
¤
D
de gewenste surround-
functie. Zie pagina 23 voor nadere informatie.
Merk op dat deze toets ook gebruikt wordt om
kanalen te kiezen op de TV, VCR, AUX en SAT-ont-
vanger, wanneer deze gekozen zijn met de
ingangskeuze
4
.
B
Nachtfunctie: schakelt de nachtfunctie in.
Bedoeld voor digitale bronnen en zorgt ervoor dat
ook op laag volume de dialoog in het centrum
kanaal verstaanbaar blijft. Zie pagina 19 voor
nadere informatie.
C
Kanaalkeuze: hiermee activeert u het
instellen van de uitgangsniveaus van de AVR met
een externe bron. Na eenmaal op deze toets
gedrukt te hebben kan met de toetsen
/
¤
D
het kanaal worden gekozen, waarna met
instellen
F
en dan opnieuw met de
/
¤
het
niveau kan worden ingesteld. Zie pagina 21 voor
aanvullende informatie.
D
/
¤
: worden voor meerdere functies
gebruikt, bijvoorbeeld om een surroundfunctie te
kiezen. Deze toetsen worden ook gebruikt om de
uitgangsniveaus aan te passen bij de configuratie
van het apparaat, de luidsprekers voor configuratie
te kiezen, of de digitale ingang te kiezen. Worden
tevens gebruikt om vertragingstijden in te voeren
nadat op Vertraging
Z
is gedrukt.
Wanneer de afstandsbediening van de AVR
geprogrammeerd is met de codes van een ander
apparaat, worden deze toetsen ook gebruikt voor
'automatisch zoeken. Zie pagina 35 voor nadere
informatie.
E
: deze toets heeft geen functie bij de AVR.
Is een TV of DVD-speler gekozen, dan kan deze
toets gekozen worden om de menu's daarvan te
navigeren.
F
Instellen: deze toets wordt gebruikt om
instellingen in het geheugen van de AVR op te
slaan. Tevens voor het invoeren van de vertraging-
stijd, instelling van de luidsprekerconfiguratie en
het uitgangsniveau van de kanalen.
G
Digitale keuze: druk op deze toets om een
van de digitale ingangen
9L
te kiezen.
Zie pagina 27 voor nadere informatie over het
gebruik van de digitale ingangen.
H
Cijfertoetsen: met deze tien cijfertoetsen
kan de frequentie van een radiozender of een
programma op TV of satellietontvanger, dan wel
een nummer op CD, DVD, of LD worden ingevoerd,
afhankelijk van de gekozen bron en de program-
mering van de afstandsbediening.
I
Afstemfunctie: indrukken terwijl de tuner
actief is om te kiezen tussen hand- of automa-
tische afstemming. Ingedrukt verschijnt er in de
onderste regel van de display
˜
de aanwijzing
MANUAL (met de hand) en door op
Afstemming
K
)
te drukken gaat de
frequentie in enkele stappen hoger of lager. Is FM
gekozen en staat
AUTO (automatische afstem-
ming) in de display
˜
dan wordt door op deze
toets te drukken omgeschakeld naar mono ont-
vangst en worden ook zwakke zenders hoorbaar.
Zie pagina 25 voor meer informatie.
J
Directfunctie: indrukken wanneer de tuner
actief is om de frequentie van een zender direct in
te toetsen. Voer vervolgens met de cijfertoetsen
H
de frequentie in. Zie pagina 33 voor nadere
informatie.
K
Afstemmen hoger/lager: wanneer de
tuner in gebruik is gaat u met deze toetsen
omhoog of omlaag in het gekozen afstembereik.
Heeft u op Tunerfunctie
I
gedrukt, of
Afstembereik
!
ingedrukt gehouden zodat
AUTO in de display
˜
verschijnt, dan zal de
tuner na het indrukken van één van de toetsen de
tuner zoeken naar de eerstvolgende zender die
met voldoende sterkte voor goede ontvangst
binnenkomt. Verschijnt
MANUAL in de
display
˜
dan zal worden afgestemd in
enkelvoudige stappen. Zie pagina 33 voor meer
informatie.
L
In-beeld display/info: indrukken om
aanwijzingen in beeld te zien en te kiezen.
AFSTANDSBEDIENING 11
M
Dolby Functie: kies hiermee de gewenste
Dolby Surround processor functie. Door in te
drukken wordt beurtelings een van de functies
Dolby Pro Logic II, Dolby 3 Stereo of Dolby Digital
gekozen. Denk er aan dat de Dolby functie alleen
beschikbaar is bij een digitale ingang en de
andere functies alleen zolang geen Dolby Digital
bron wordt gebruikt, uitgezonderd Pro Logic II
met Dolby Digital 2.0 opnamen, zie opmerking
op pagina 7. Zie pagina 23 over de beschikbare
Dolby surround functies.
N
DTS Digital Functie: wordt een DTS bron
gebruikt dan kiest de AVR automatisch de juiste
functie en zijn geen andere beschikbaar. Door op
deze toets te drukken wordt alleen de gekozen
functie aangegeven, afhankelijk van het afge-
speelde surround materiaal en de luidspreker-
configuratie.
O
Logic 7 Functie: druk op deze toets om
één van de beschikbare Logic 7 functies te kie-
zen. Zie pagina 23-24 voor de beschikbare Logic
7 functies.
P
Transportfuncties: deze toetsen hebben
geen enkele functie voor de AVR, maar kunnen
wel geprogrammeerd worden voor het voor-
waarts/achterwaarts afspelen van een breed
scala aan CD- of DVD-spelers, en audio- of
videocassetterecorders (zie pagina 35 voor
aanvullende informatie over het programmeren
van de afstandsbediening).
Q
Dimmer: indrukken om de dimmer te acti-
veren zodat de helderheid van de display wordt
verminderd, of geheel wordt uitgeschakeld.
Eenmaal indrukken om de standaardfunctie op te
roepen, maximale helderheid en de indicatie
DIMMERFULL in de display
˜
. Nogmaals
binnen vijf seconden indrukken om de helderheid
met 50% terug te nemen; indicatie
DIMMER
HALF
. Weer binnen vijf seconden indrukken om
de display geheel uit te schakelen. Denk er aan
dat deze functie tijdelijk is; bij het inschakelen
van de AVR wordt altijd op volle sterkte gestart.
Verder blijven de Lichtnetindicatie
3
en het
blauwe attentielicht in de volumeregelaar altijd
op volle sterkte, ongeacht de instelling. Dit ten
teken dat de AVR nog steeds ingeschakeld is.
R
Volgende/vorige: deze toetsen hebben
geen functie voor de AVR, maar worden afhanke-
lijk van de programmering gebruikt voor CD,
DVD, audio- of videorecorders om naar een
volgend of voorgaand nummer te gaan. Ziet
pagina 38 voor aanvullende informatie.
S
Stereo Functiekeuze: indrukken om een
stereo weergavefunctie te kiezen. Is op de toets
gedrukt zodat
DSP SURR OFF in de
display
˜
verschijnt, werkt de AVR in de
passeerfunctie met echte volledig analoge
tweekanaals links/rechts stereoweergave, zonder
surround processing of bas management, in
tegenstelling tot andere functies waarbij digitale
processing wordt gebruikt. Verschijnt
SURROUND OFF in de display
˜
dan
hoort u stereoweergave aangevuld met de voor-
delen van bas management. Verschijnt tenslotte
5 CH STEREO dan wordt het stereosignaal
naar alle vijf de luidsprekers gevoerd, voorzover
aanwezig. Zie pagina 20 voor meer informatie
over stereoweergave.
T
DTS Neo:6 Functie: door op deze toets te
drukken schakelt de AVR door de verschillende
DTS Neo:6 functies, waarmee een vijf of zeven
kanaals surround effect wordt gemaakt van een
PCM of een analoog ingangssignaal. De eerste
keer dat u drukt wordt de laatst gebruikte DTS
Neo:6 functie gebruikt en elke volgende maal
kiest de volgende functie.
U
Macro's: druk op deze toetsen om een
'macro' op te slaan of op te roepen. Een macro is
een vastgelegde reeks bevelen. Zie pagina 36
voor informatie over het opslaan en oproepen
van macro's.
V
RDS-functies: indrukken om de verschil-
lende informaties op te roepen die RDS op de
AVR biedt. Zie pagina 33 voor nadere informatie
over RDS.
W
Voorkeuze hoger/lager: bij gebruik van
de tuner drukt u op deze toets om door het over-
zicht van de geprogrammeerde zenders in het
geheugen van de AVR te gaan. Is CD of DVD
gekozen met de ingangskeuze
4
dan func-
tioneert deze toets als vertraagd voor/achteruit
(DVD) of +10 (CD).
X
Wissen: druk op deze toets om verkeerde
instellingen te wissen wanneer u met de
afstandsbediening de frequentie van de zender
invoert.
Y
Geheugen: indrukken om een zender in
het geheugen van de AVR op te slaan. Twee
streepjes knipperen rechts in de display
˜
en
u heeft dan vijf seconden om met de
Cijfertoetsen
H
een positie voor het
geheugen te kiezen. Zie pagina 33 voor meer
informatie.
Z
Vertraging/Voorgaande zender: druk op
deze toets om het instellen van de vertragingstijd
in te stellen, die door de AVR bij surround
gebruikt. Voer vervolgens de tijd in door op
instellen
F
te drukken en dan met
/
¤
D
in te stellen. Druk nogmaals op instellen
F
om het proces af te ronden. Zie pagina 20 voor
aanvullende informatie.
a
: deze toets heeft geen functie bij de
AVR. Is een TV of DVD-speler gekozen, dan kan
deze toets gekozen worden om de menu's daar-
van te navigeren.
b
Luidsprekerkeuze: indrukken om het Bass
Management Systeem van de AVR te configure-
ren op het door u gebruikte luidsprekersysteem.
Vervolgens gebruikt u de
/
¤
toetsen
D
om
het kanaal te kiezen dat u wilt instellen. Druk op
instellen
F
en kies het type luidspreker. Zie
pagina 16 voor aanvullende informatie.
c
Muting: druk hierop om het geluid van de
AVR of de TV (afhankelijk van het apparaat dat
gekozen is) tijdelijk uit te schakelen.
Wanneer de afstandsbediening van de AVR
geprogrammeerd is voor gebruik met een ander
apparaat, kan deze toets samen met
Ingangskeuze
4
worden ingedrukt om het
programmeren te activeren. Zie pagina 35 voor
informatie over het programmeren van de
afstandsbediening.
Opmerking: drukt u op een van de toetsen
die overeenkomt met het gekozen apparaat, dan
knippert de overeenkomstige keuzetoets
45
kort om de keuze te bevestigen.
d
Volume hoger/lager: verhoogt of verlaagt
het afspeelniveau van het systeem.
e
Geen Functie: deze toets heeft geen func-
tie voor de bediening van de AVR maar is
beschikbaar voor het programmeren met de code
van een andere afstandsbediening. Zie pagina
35.
f
TV/Video: deze toets heeft op de AVR geen
functie, maar bij gebruik van een geschikte VCR,
DVD of satellietontvanger met een TV/Video
functie, schakelt deze toets tussen het signaal
van de speler of receiver en de externe video
input van de speler. Raadpleeg de handleiding
van de speler of receiver voor details over deze
functie.
Afstandsbediening
12 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Plaats het apparaat nadat het uitgepakt is op
een stevige ondergrond en controleer of deze het
gewicht kan dragen. Vervolgens dient het appa-
raat aangesloten te worden op de overige audio-
en videoapparatuur.
Aansluiten audioapparatuur
Wij raden u aan uitsluitend signaalkabels van
goede kwaliteit te gebruiken om achteruitgang
van het signaal te voorkomen.
Het is een goede gewoonte om bij het maken of
veranderen van de verbindingen tussen audio-
apparatuur of luidsprekers altijd de stekker uit
het stopcontact te nemen. Daarmee wordt voor-
komen dat er onbedoeld een schakelpuls o.i.d.
naar de luidsprekers gaat, waardoor deze
beschadigd zouden kunnen worden.
Belangrijk: om alle aansluitingen gemakkelijk
te kunnen onderscheiden en zo het aansluiten te
vereenvoudigen, zijn alle aansluitingen van de
AVR conform de nieuwe EIA/CEA-863 op de
volgende wijze kleurgecodeerd:
Luidsprekers en audio in/uitgangen:
wit (links, luidsprekers front) en
rood (rechts, luidsprekers front).
Luidsprekers: groen (centrum),
blauw (links surround),
Bruin (Surround Achter)
en grijs (rechts surround).
Audio uitgang: paars (subwoofer).
Composiet video in/uitgangen: geel.
Digitale audio in/uitgangen: oranje.
1. Sluit de analoge uitgang van een CD-speler op
de CD-ingang
7
aan.
OPMERKING: als de CD-speler zowel een vaste
als variabele audio-uitgang heeft, kunt u het
beste de vaste uitgang gebruiken, tenzij het
signaal om wat voor reden dan ook in niveau
aangepast dient te worden aan dat van andere
bronnen.
2. Verbind de analoge uitgangen PLAY/OUT van
en cassettedeck, MD, CD-R of andere audiorecor-
der met de tape ingang
0
. Verbind de analo-
ge ingangen RECORD/IN met de uitgangen
Tape uitgang
1
op de AVR.
3. Verbind de digitale uitgang van de bronnen
met de juiste ingangen op achterzijde van de
AVR. Let erop dat de optisch en Coax digitale
ingangen
L9
kunnen worden gebruikt
met een Dolby Digital of DTS-bron, dan wel met
een PCM-signaal (S/P-DIF) van een traditionele
CD-, MD- of LD-speler.
4. Verbind de Coax of Optisch digitale uit-
gangen
8
op de achterzijde van de AVR met
de overeenkomstige digitale ingangen van een
CD-R of MiniDisc recorder.
5. Installeer de bij het apparaat geleverde MG
kamerantenne als hieronder aangegeven. Sluit
deze aan op de schroefklemmen AM en GND
3
.
6. Sluit de bijgeleverde FM-antenne aan op FM
(75 ohm) ingang
6
. De FM-antenne kan een
externe dakantenne, een draadantenne binnens-
huis zijn, of een aansluiting op het kabelsysteem.
Als de antenne is aangesloten via een lintkabel
van 300 ohm, dient een 300 ohm/75 ohm adap-
ter gebruikt te worden.
7. Sluit de luidsprekers aan op de front, centrum
en surround luidsprekeruitgangen
CD
. Voor
een optimale signaaloverdracht naar de luidspre-
kers, adviseren wij luidsprekerkabels van goede
kwaliteit te gebruiken. Er zijn vele merken kabels
leverbaar en de keuze van een kabel kan worden
beïnvloed door de afstand tussen uw luidsprekers
en de receiver, het type luidsprekers dat u
gebruikt, uw persoonlijke voorkeur en andere
factoren. Uw leverancier of installateur kan u hel-
pen bij het kiezen van de juiste kabel. Een kabel
met een doorsnede van 1,5 mm
2
kan voor korte
afstanden (minder dan 4 m) worden gebruikt. Wij
raden aan om geen kabels met een doorsnede
van 1 mm
2
of minder te gebruiken, vanwege ver-
mogensverlies en de teruggang in prestatie die
zich zal voordoen.
Kabel die door een muur gaat dient van een keur-
merk voorzien te zijn, ten teken dat deze aan alle
eisen voldoet. Wend u zonodig tot uw installateur
of een erkend elektriciën die op de hoogte is van
de plaatselijke bouwvoorschriften met vragen
over kabel die door de muur wordt gevoerd. Bij
het aansluiten van de luidsprekers vooral goed
letten op de juiste polariteit. Verbind de "negatie-
ve"/"zwarte" draad met dezelfde aansluiting op
zowel de receiver als de luidspreker.
Op dezelfde manier verbind u de "positieve"/
"rode" draad met de aansluitingen van dezelfde
kleur op de AVR en luidsprekers.
OPMERKING: hoewel de meeste luidsprekerfa-
brikanten zich houden aan de industriële stan-
daard waarbij zwarte aansluitingen voor de nega-
tieve draad en rode voor de positieve draad wor-
den gebruikt, kunnen sommige fabrikanten van
deze configuratie afwijken. Om een goede fase en
optimale prestaties te verzekeren, het typeplaatje
op uw luidspreker of de handleiding van de luid-
sprekers controleren op de polariteit. Als u niet
weet wat de polariteit van uw luidspreker is,
vraag dan uw leverancier om advies voordat u
verder gaat met de aansluiting, of raadpleeg de
fabrikant/importeur van de luidsprekers.
Gebruik ook bij voorkeur identieke kabellengten
voor het aansluiten van de luidsprekerparen.
Gebruik bijvoorbeeld dezelfde lengte voor de luid-
sprekers linksvoor en rechtsvoor en voor surround
links en surround rechts, ook als de luidsprekers op
verschillende afstanden van de AVR staan.
8. De subwoofer wordt gewoonlijk aangesloten
op de lijnniveau subwooferuitgang
A
en de
lijningang van een subwoofer met ingebouwde
versterker. Wordt een passieve subwoofer
gebruikt, verbind dan deze uitgang met de
ingang van een eindversterker, waarop dan één
of meer subwoofers worden aangesloten. Wordt
een actieve subwoofer gebruikt zonder lijnniveau
ingang, lees dan de instructies die bij de luid-
spreker zijn gevoegd voor de juiste aansluiting.
Opmerking: een luidsprekerset met twee satel-
lieten en een passieve subwoofer wordt aange-
sloten op de uitgangen front luidsprekers
C
,
en NIET op de subwooferuitgang.
Aansluitingen van videoapparatuur
Videoapparatuur wordt op dezelfde manier aan-
gesloten als audiocomponenten. Het gebruik van
signaalkabel van goede kwaliteit is belangrijk
voor het behoud van de signaalkwaliteit.
1. Verbind de audio- en video Play/Out uitgan-
gen met de Video 1 of Video 2 In ingangen
2KMJ
op de achterzijde. De audio en video
Record/In ingangen van de VCR worden ver-
bonden met de Video 1 uitgangen
4I
van
de AVR.
2. Verbind de analoge audio- en video-ingangen
van een satellietontvanger, kabelconverter,
televisie of andere videobron met de Video 2
KJ
.
3. Verbind de analoge audio- en video-uitgangen
van een DVD- of laserdiscspeler met de
DVD-ingang
5H
.
4. Verbind de aansluitingen Video Monitor out
B
van de receiver met de composiet- en
S-video ingang van de televisiemonitor of
videoprojector.
Opmerking over video aansluitingen:
• S-Video of Composiet videosignalen kunnen
alleen in hun oorspronkelijke vorm worden
bekeken en worden niet omgezet naar andere
formaten.
Installeren en Aansluiten
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 13
Installeren en Aansluiten
Scart A/V-aansluitingen
Voor alle hiervoor omschreven verbindingen
gebruikt uw videoapparaat cinch-aansluitingen
en/of S-video aansluitingen, zowel voor de
audio- als de videosignalen: elk normaal video-
apparaat (niet S-VHS of High 8) gebruikt voor
alleen afspelen 3 cinch verbindingen; videorecor-
ders voor afspelen en opnemen zelfs 6 cinch ver-
bindingen. Alle S-video-apparaten (S-VHS, High
8) hebben 2 cinch (audio) en 1 S-video verbin-
ding nodig voor afspelen, of 4 cinch (audio
in/uit) en 2 S-video (video in/uit) verbindingen
als het een videorecorder betreft.
Veel Europese videoapparaten zijn maar ten dele
voorzien van cinch of S-video aansluitingen, niet
voor alle audio- en video in- en -uitgangen die
nodig zijn als eerder beschreven, maar via een
zogeheten Scart of Euro-AV connector, een vrij-
wel haakse plug met 21 pennen, zie afbeelding.
In dat geval zijn de volgende scart/cinch-adap-
ters of kabels nodig:
Voor weergave van satellietontvangers, cam-
corders, DVD- of LD-spelers, een adapter van
scart naar 3 cinch pluggen, zie afbeelding 1
(normale videoapparaten), of van scart naar 2
cinch +1 S-video stekkers, zie afbeelding 4
(S-videoapparaten).
• HiFi-videorecorders hebben een adapter van
scart naar 6 cinch pluggen nodig, zie afbeelding
2 (normale video), of van scart naar 4 audio +2
S-video pluggen, zie afbeelding 5 (S-video VCR).
Lees de instructies bij de adapter zorgvuldig, om
vast te stellen welke van de zes stekkers voor
het opnamesignaal is (aansluiten op de uitgan-
gen van de AVR) en welke voor het weergavesig-
naal van de videorecorder (aansluiten op de
Ingangen van de AVR). Maak onderscheid tussen
audio- en videosignalen. Aarzel niet uw leveran-
cier te raadplegen indien u twijfels heeft.
• Gebruikt u uitsluitend normale videoappara-
ten, dan is voor de TV-monitor een adapter van
3 cinch pluggen naar scart nodig (zie afbeelding
3). Gebruikt u ook S-video apparaten, dan is een
extra adapter van 2 cinch + 1 S-video plug naar
scart nodig (afbeelding 6), verbonden met de
scart-ingang van uw TV, geschikt voor S-video.
Alleen de videopluggen (de ‘gele’ cinch pluggen in
afbeelding 3 en de S-video plug in afbeelding 6)
worden aangesloten op de TV/Monitor
Uitgang
B
en het volume van de TV wordt
geheel teruggedraaid.
Belangrijke opmerking over
adapterkabels
Wanneer de cinch aansluitingen van de adapter
die u gebruikt gemarkeerd zijn, sluit de audio en
video ingangspluggen dan altijd aan op de
audio en video uitgangen van de AVR en
omgekeerd. Is dat niet het geval, let dan op de
signaalrichting zoals die is aangegeven in
bovenstaande afbeeldingen en in de aanwijzin-
gen bij de adapter. Heeft u twijfels, aarzel dan
niet uw leverancier om inlichtingen te vragen.
Belangrijke opmerkingen over S-video
1. Alleen de S-video in/uit van S-video appara-
tuur mag verbonden worden met de AVR, NOOIT
zowel de normale als de S-video aansluitingen,
uitgezonderd de TV, zie punt 2.
2. Net als alle normale AV apparatuur zet de
AVR het composiet videosignaal niet om naar
S-video of omgekeerd. Wanneer zowel video als
S-video bronnen gebruikt worden, dienen dus
beide verbindingen van de AVR naar de TV
gemaakt worden, waarbij ook de juiste ingang
op de TV gekozen wordt.
Belangrijk bij gebruik van
scart/cinch adapters
Wanneer videobronnen op de TV aangesloten
zijn via een scartkabel worden naast de
audio/videosignalen ook stuursignalen naar de
TV gezonden. Met deze signalen werkt bijvoor-
beeld de automatische bronkeuze, zodat de TV
automatisch naar de juiste bron schakelt zodra
de videobron wordt gestart. En bij DVD-spelers
schakelt het signaal de TV automatisch tussen
4:3/16:9 formaten - bij 16:9 TV's of bij 4:3 TV's
die naar 16:9 omschakelbaar zijn - en wordt de
RGB en wordt de RGB videodecoder van de TV
in/uitgeschakeld, afhankelijk van de instelling van
de DVD-speler. Bij gebruik van een adapterkabel
gaan deze signalen verloren en dient de TV met
de hand in de juiste positie gezet te worden.
Afbeelding 1:
Scart/cinch adapter voor
weergave;
Richting: scart
cinch
Afbeelding 2:
Scart/cinch adapter voor
opnemen en weergeven;
Richting: scart cinch
Black
Yellow
Red
Afbeelding 3:
Cinch/scart adapter voor
weergave:
Richting: cinch
scart
Afbeelding 4:
Scart/S-video adapter
voor weergave:
Richting: scart
cinch
Afbeelding 5:
Scart/S-video adapter
voor opname en
weergave:
Richting: scart cinch
Afbeelding 6:
Scart/S-video adapter
voor weergave:
Richting: cinch
scart
Zwart
Geel
Rood
Zwart
Rood
Blauw
(1)
Geel
Groen
(1)
Wit
Zwart
Geel
Rood
Zwart
Rood
S-video in
Rood
Zwart
S-video uit
Zwart
Rood
Blauw
(1)
Geel
S-video in
S-video uit
1
Ook andere kleuren mogelijk, B.V. bruin en grijs
14 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en Aansluiten
Lichtnetuitgangen
Dit apparaat is voorzien van twee lichtnetuitgan-
gen voor andere apparatuur. Het is belangrijk
dat geen apparatuur wordt aangesloten die veel
vermogen opneemt, zoals eindversterkers of
monitoren. Het totale opgenomen vermogen
mag per uitgang niet boven de 100 watt liggen.
De geschakelde lichtnetuitgang
E
voert
alleen spanning wanneer het apparaat geheel is
ingeschakeld. Gebruik deze uitgang voor appa-
raten die geen netschakelaar hebben, of een
mechanische netschakelaar die continu inge-
schakeld kan blijven.
OPMERKING: veel audio- en videoproducten
gaan over op standby wanneer deze met
geschakelde lichtnetuitgangen worden gebruikt
en kunnen via zo’n uitgang niet worden geacti-
veerd, zonder gebruik van de afstandsbediening
van dat product.
De ongeschakelde lichtnetuitgang
F
voert
alleen spanning zolang de AVR op het lichtnet is
aangesloten en de lichtnetschakelaar
1
ingedrukt is.
Tenslotte wordt, nadat alle aansluitingen tot
stand gebracht zijn, de stekker van het netsnoer
in een spanning voerend stopcontact van
220-240 V. De AVR 135! is dan bijna gereed
voor gebruik!
Luidsprekerkeuze
Welk merk luidsprekers ook wordt gebruikt,
neem altijd hetzelfde merk en type voor de front
luidsprekers links, midden en rechts. Zo ontstaat
een consistent front geluidsbeeld en wordt voor-
komen dat zich vervelende bijeffecten voordoen,
zoals bij front luidsprekers die niet goed bij
elkaar passen. Harman Kardon adviseert luid-
sprekers van JBL of Infinity.
Opstelling van de luidsprekers
De opstelling van de luidsprekers in een home
theater systeem met meerdere kanalen heeft
een aanzienlijke invloed op de bereikte geluids-
kwaliteit.
Afhankelijk van het type centrum luidspreker en
uw televisietoestel, dient u uw centrale luidspre-
ker ofwel direct op of onder de TV opgesteld te
worden, dan wel in het midden achter een akoe-
stisch doorzichtig projectiescherm.
Nadat de centrum luidspreker is geïnstalleerd,
worden de front luidsprekers links en rechts
opgesteld en wel op een onderlinge afstand die
gelijk is aan de afstand tussen de centrum luid-
spreker en de gewenste luisterpositie. Idealiter
dienen de front luidsprekers zo te worden opge-
steld dat de tweeters zich niet meer dan 60 cm
boven of onder de tweeter in de centrum luid-
spreker bevinden.
Houd de front luidsprekers minimaal op een
afstand van 0,5 meter van de TV, tenzij de luid-
sprekers magnetisch afgeschermd zijn om ver-
vorming van het TV-beeld te voorkomen. Denk er
aan dat de meeste luidsprekers niet magnetisch
zijn afgeschermd, zelfs die in complete surround
sets, meestal is alleen de centrum luidspreker
wel afgeschermd.
Afhankelijk van de kamerakoestiek en het type
luidsprekers dat wordt gebruikt, kan het resul-
taat worden verbeterd door de front luidsprekers
links en rechts ten opzichte van de centrum luid-
spreker iets naar voren te plaatsen.
Corrigeer zo mogelijk alle front luidsprekers zo
dat deze op oorhoogte staan wanneer u zich op
uw luisterpositie bevindt. Aan de hand van deze
uitgangspunten kunt u experimenteren met de
opstelling van de front luidsprekers in uw sys-
teem. Aarzel niet de onderdelen te verplaatsen,
net zo lang tot het systeem een optimaal resul-
taat laat horen. Verplaats de luidsprekers tot de
audio-overgangen van de front luidsprekers
gebalanceerd klinken.
Wanneer de AVR wordt gebruikt in de 5.1
kanaals functie kunnen de surround luidsprekers
het beste tegen de zijwanden van de kamer
worden opgesteld, of iets achter de luisterposi-
tie. In een 6.1 kanalen systeem zijn zowel zij sur-
round als achter surround luidsprekers aanwe-
zig. Het centrum van de luidsprekers is naar de
luisteraar gekeerd. Zie hiernaast.
Opstelling tegen de achterwand is ook mogelijk
kan ook in plaats van opstelling tegen de zij-
wand bij 5.1 systemen, in gevallen waarin het
niet praktisch is de hoofd surround luidsprekers
aan de zijkant in de kamer op te stellen.
Net als bij de zij luidsprekers dienen de achter
surround luidsprekers met de onderzijde mini-
maal 60 cm boven de oren van de luidsprekers
te staan en niet meer dan 2 meter achter de
achterzijde van het luistergebied.
Worden tegen de achter- of zijwand van de
kamer of dipool luidsprekers gebruikt denk er
dan aan dat een eventuele pijl op de zij luidspre-
ker naar het front van de kamer moet wijzen en
bij de achterluidsprekers naar het midden van de
achterwand.
A) Opstelling van de front luidsprekers bij een
TV-toestel of een projector achter het scherm.
Centrum luidspreker
Max.
60 cm
Front rechtsFront links
B) Achter luidsprekers tegen de wand bij ge-
bruikmaking van de “5.1” posities is een alterna-
tieve opstelling bij 5.1 systemen. Wanneer de in
de AVR ingebouwde versterker uitsluitend wordt
gebruikt voor een 6.1 luidspreker configuratie,
dient de positie “6.1” te worden gebruikt.
TV of projectiescherm
Centrum
Front links Front rechts
Max. 2 meter
Alternatieve opstelling tegen achterwand
Subwoofers produceren grotendeels niet gericht
geluid en kunnen bijna overal in de ruimte
worden opgesteld. De opstelling dient te worden
gebaseerd op de afmetingen en vorm van het
vertrek en het type subwoofer dat wordt
gebruikt. Een methode om de optimale locatie
voor een subwoofer te vinden is deze eerst in
het front van de kamer te zetten, ongeveer 15
cm van een muur, of in de buurt van een hoek.
Een andere methode is de subwoofer tijdelijk op
de plaats te zetten waar u gewoonlijk zult zitten
en vervolgens in de kamer rond te lopen totdat
u een plaats vindt waar de subwoofer het beste
klinkt. Zet de subwoofer dan op die plaats. Volg
ook de instructies van de fabrikant van de sub-
woofer op, of experimenteer om de beste locatie
voor een subwoofer in de luisterruimte te vinden.
SYSTEEMCONFIGURATIE 15
Systeemconfiguratie
Zijn de luidsprekers in de kamer eenmaal opge-
steld en aangesloten, dan dient het geheugen van
de systeem geconfigureerd te worden. De
AVR beschikt over twee soorten geheugens, indi-
viduele geheugens die verbonden zijn met de
gekozen ingang, b.v. surroundfuncties, en andere
die onafhankelijk zijn van de gekozen bron, zoals
de uitgangsniveaus van de luidsprekers, wissel-
frequenties of vertragingstijden die door de sur-
round processor gebruikt worden.
In gebruik name en
in-beeld display
Schakel de AVR nu in, zodat deze laatste instellin-
gen kunnen worden uitgevoerd.
1. Steek de stekker van het netsnoer
I
in een
ongeschakeld stopcontact.
2. Druk op de netschakelaar
1
zodat deze
ingedrukt blijft staan. Controleer of de licht-
netindicatie
3
oranje wordt, ten teken dat het
apparaat in standby staat.
3. Verwijder de plastic beschermingsfolie van het
venster op de afstandsbediening. Met die folie zal
het bereik van de afstandsbediening aanzienlijk
kleiner zijn.
4. Installeer de drie bijgeleverde AAA batterijen in
de afstandsbediening, als in de afbeelding aange-
geven. Let op de polariteit (+) en (–), die op de
bodem van het batterijvakje staat aangegeven.
5. Schakel de AVR in door op Standby
2
te
drukken, of met de ingangskeuze
%
op de
voorzijde, dan wel op de afstandsbediening op
Inschakelen
3
, AVR keuze
5
, of op een
van de toetsen Ingangskeuze
46
te druk-
ken. De lichtnetindicatie
3
wordt nu blauw
ten teken dat het apparaat ingeschakeld is en de
display
˜
licht op.
Opmerking: nadat op één van de toetsen van de
ingangskeuze
4
om het apparaat in te scha-
kelen is gedrukt, drukt u op AVR keuze
5
om
de afstandsbediening de AVR te laten besturen.
Gebruik van de in-beeld display
Het maken van de volgende instellingen gaat het
eenvoudigste via de in-beeld display van het TV
toestel of projectiescherm. Zo kan de huidige
status van de AVR gemakkelijk worden afgelezen,
wat prettig is bij het kiezen van de luidsprekers,
de vertraging en andere instellingen. Om de in-
beeld display te activeren dient een verbinding
gemaakt te zijn tussen de video monitor uit-
gang
B
op de achterzijde naar de composiet- of
S-video ingang van uw TV of projector. Om de in-
beeld informatie van de AVR te kunnen zien, dient
ook op de monitor/projector de juiste videobron
gekozen te zijn. Denk er aan dat de in-beeld
menu’s niet beschikbaar zijn wanneer een compo-
nent video display wordt gebruikt.
Belangrijk: bij gebruik van in-beeld menu’s via
een conventionele beeldbuis is het belangrijk dat
deze niet langdurig in beeld blijven staan. Zoals
bij alle videoschermen, maar in het bijzonder bij
projectoren, kan het continu weergeven van stati-
sche beelden als deze menu’s, of beelden van
videospelletjes, permanent ‘inbranden’ van de
beeldbuis of projector veroorzaken. Dergelijke
schade valt niet onder de garantie van de
AVR en is vrij zeker ook niet onder de garantie
van de TV of projector. De AVR heeft twee in-
beeld weergavefuncties: ‘semi-OSD’ (gedeeltelijk)
en ‘Full-OSD’ (volledig). Bij het configureren raden
wij u aan Full-OSD functie te gebruiken. De volle-
dige status en de opties verschijnen dan in beeld,
wat het gemakkelijker maakt uit de beschikbare
mogelijkheden te kiezen en instellingen te maken.
De Semi-OSD functie gebruikt slechts één regel.
Denk er aan dat bij het Full-OSD (volledig inbeeld)
de gekozen menu’s niet in de display
˜
ver-
schijnen. Wanneer de volledige In-Beeld Display
(OSD) wordt gebruikt verschijnt
OSD ON in de
display
˜
om aan te geven dat een beeld-
scherm gebruikt dient te worden.
Wordt het Semi-OSD systeem (gedeeltelijk in-
beeld) gebruikt met de afzonderlijke configuratie-
toetsen, dan in-beeld een enkele regel tekst met
de huidige menukeuze te zien zijn. Die keuze
wordt ook aangegeven in de display
˜
.
Het volledige in-beeld menu kan altijd worden
opgeroepen of verwijderd door op In-beeld
Display
L
te drukken. Wanneer u op deze
toets drukt zal het hoofdmenu
MASTER
MENU
(Afb. 1) verschijnen en kunnen instellin-
gen gemaakt worden vanuit de individuele
menu’s. Denk er aan dat de menu’s na de laatste
handeling gedurende 20 seconden zichtbaar zul-
len blijven, daarna uit beeld verdwijnen. Deze tijd
kan verlengd worden tot 50 seconden door naar
het
ADVANCED SELECT menu te gaan en
het item
FULL OSD TIME OUT te wijzigen.
De Semi-OSD is ook beschikbaar als standaard
systeeminstelling en kan worden uitgeschakeld
via het
ADVANCED SELECT menu. Zie pagi-
na 34. Met het semi OSD systeem kunt u direct
instellingen maken door op de toetsen op de
voorzijde of op de afstandsbediening te drukken.
Om bijvoorbeeld de digitale ingang voor een bron
te wijzigen drukt u op Digitale Keuze
Û
G
en een van de keuzetoetsen
/
7
or
/
¤
D
op de voorzijde of de afstandsbediening.
Afbeelding 1
Systeemopzet
De AVR bezit een modern geheugensysteem
waarmee u verschillende configuraties kunt vast-
leggen voor de luidsprekeropzet, digitale ingan-
gen, surround functies, vertragingen, wisselfre-
quenties en luidsprekerinstellingen voor elke bron.
Om de luidspreker instelling te vergemakkelijken
kan dezelfde luidspreker instelling ook voor alle
ingangen tegelijk worden gemaakt. Deze flexi-
biliteit maakt het mogelijk de manier waarop naar
elke bron geluisterd wordt op maat in te stellen
en in de AVR op te slaan. Dat betekent bijvoor-
beeld dat u verschillende surround functies en
analoge of digitale ingangen met verschillende
bronnen kunt combineren, of verschillende luid-
sprekerconfiguraties kunt instellen met afwijkende
instellingen voor de behandeling van het laag, of
het gebruik van de centrum luidspreker en/of de
subwoofer. Zijn die instellingen eenmaal gemaakt,
dan worden deze automatisch weer opgeroepen
zodra die ingang wordt gekozen.
In de fabrieksinstelling van de AVR zijn alle ingan-
gen geconfigureerd voor een analoge ingang, uit-
gezonderd de DVD-ingang, waar de Coax
Digital Ingang
V
standaard is. Is het DSP pro-
cessor systeem voor het eerst gebruikt voor een
willekeurige ingang, dan wordt de luidsprekerin-
stelling automatisch in ‘Small’ (klein) en de sub-
woofer op ‘LFE’ gezet. De standaardinstelling voor
de surround functies is Logic 7 Music, hoewel
Dolby Digital of DTS automatisch worden gekozen
wanneer een bron met een digitaal signaal in
gebruik is.
Voordat het apparaat in gebruik wordt genomen,
zullen de instellingen voor de meeste ingangen
waarschijnlijk gewijzigd dienen te worden, om ze
correct te configureren voor het gebruik met digi-
tale of analoge ingangen en de surround functie
die aan de ingang is gekoppeld. Denk eraan dat
deze instellingen voor elke gebruikte ingang
gemaakt dienen te worden, aangezien het geheu-
gensysteem van de AVR de instellingen voor elke
ingang afzonderlijk opslaat. Anderzijds zullen
eerst nieuwe instellingen gemaakt dienen te
worden nadat de systeemcomponenten gewijzigd
zijn.
16 SYSTEEMCONFIGURATIE
Om dit proces snel en eenvoudig uit te voeren
raden wij aan het Full-OSD (volledig) systeem met
menu’s in beeld te gebruiken en stap voor stap
alle ingangen te doorlopen.
Opzet Ingangen
De eerste stap bij het configureren van de AVR is
het kiezen van een ingang, om een analoge of
digitale ingang te koppelen aan elke bron, b.v.
CD of DVD. Denk er aan dat wanneer de ingang
is gekozen, alle instellingen voor de Digitale
Ingang, Luidspreker Configuratie, Vertraging en
Surround Functie daaraan gekoppeld zullen
worden en in een geheugen worden opgeslagen.
Dat betekent dat deze instellingen ook automa-
tisch voor andere ingangen gebruikt zullen wor-
den. Daarom dienen onderstaande instellingen
voor elke ingang herhaald te worden, zodat elke
ingang naar eigen inzicht en voorkeur aangepast
kan worden. Eenmaal gemaakt, is wijziging alleen
nodig wanneer u voor een bepaalde ingang een
andere instelling wenst.
Wanneer u het Full-OSD (volledig in-beeld) sys-
teem gebruikt om instellingen te maken, drukt u
eenmaal op OSD
L
waarop het hoofdmenu
MASTER MENU (Afb. 1) verschijnt. Denk er aan
dat de
cursor naast de regel van de INPUT
SETUP
staat. Druk op instellen
F
om het
menu te openen, waarna het
INPUT SETUP
menu (Afb. 2) in beeld verschijnt. Druk op /
Ea
tot de gewenste ingang gemarkeerd
wordt en een blauwe LED oplicht bij de ingangs-
indicatie
ˆ
op de voorzijde. Als de ingang
gebruik maakt van de standaard links/rechts ana-
loge ingang is er geen verdere instelling nodig.
Afbeelding 2
Indien een van de digitale ingangen gekoppeld
moet worden aan de gekozen bron drukt u op
¤
D
op de afstandsbediening terwijl het menu
INPUT SETUP (Afb. 2) in beeld staat en de
cursor gaat naar beneden, naar de regel
DIGI-
TAL IN
. Druk zo vaak op
/
Ea
tot de
naam van de gewenste digitale ingang verschijnt.
Om terug te gaan naar de
ANALOG ingang,
drukt u op deze toetsen tot het woord ‘analog’
verschijnt. Staat de gewenste ingang in beeld,
druk dan weer op
¤
D
tot de
cursor naast
BACK TO MASTER MENU, en druk op
instellen
F
.
Om een analoge of digitale ingang te koppelen
aan de gekozen ingang kunt u op elk moment op
de Digitale Ingangskeuze
Û
G
op de voor-
zijde of op de afstandsbediening drukken wan-
neer volledige in-beeld niet actief is. Binnen vijf
seconden wordt nu de ingang gekozen met in-
stellen
7
op de voorzijde, of met
/
¤
D
op
de afstandsbediening tot de gewenste digitale of
analoge ingang in de display
˜
en in het
onderste deel van de videodisplay die op de AVR
is aangesloten. Druk tenslotte op instellen
F
om de nieuwe digitale instelling op te slaan.
Sommige digitale videobronnen zoals een kabel-
box of een HDTV set-top kunnen wisselen tussen
analoog en digitaal signaal, afhankelijk van de
ontvangen zender. De Auto Polling (automatische
doorschakeling) van de AVR 135 voorkomt dat
het audiosignaal in zo’n situatie wegvalt, door
zowel het analoge als het digitale signaal met de
AVR te verbinden. Digitale audio is de standaard
positie, maar het apparaat schakelt automatisch
over naar de analoge ingang wanneer het digitale
audiosignaal wegvalt.
In die gevallen waar alleen een digitale bron
wordt gebruikt, kan het nodig zijn de automati-
sche doorschakeling los te koppelen om te voor-
komen dat de AVR een analoog signaal probeert
te vinden wanneer het digitale wegvalt. Om de
automatische doorschakeling voor een bepaalde
ingang uit te schakelen kijkt u eerst of de cur-
sor op de
AUTO POLL regel in het menu staat.
Vervolgens drukt u op
/
Navigatie
Ea
zodat OFF (uit) in negatief video wordt aange-
geven. Herhaal de procedure om zonodig later de
automatische doorschakeling weer te herstellen
door
ON (aan) te kiezen.
Opzet luidsprekers
In dit menu wordt vastgelegd welk type luidspre-
kers met de AVR worden gebruikt. Dat is belangrijk
omdat daarmee de instellingen worden gecorri-
geerd die bepalen of het systeem de “5-kanalen”
dan wel de “6/7-kanalen” functies gebruikt, en
welke luidsprekers de lage frequenties – bassen –
krijgen toegevoerd. Gebruik voor elke instelling
hier de positie
LARGE (groot) wanneer traditio-
nele luidsprekers worden aangesloten die geschikt
zijn voor frequenties beneden 200 Hz. Gebruik de
instelling
SMALL (klein) voor kleinere, satelliet-
achtige luidsprekers die geen frequenties beneden
200 Hz kunnen weergeven. Denk er aan dat bij
toepassing van kleine luidsprekers voor front links
en rechts, een subwoofer onmisbaar is voor het
weergeven van de lage frequenties.
In dit menu kunnen de instellingen voor het
Tripple Crossover filter van de AVR worden inge-
voerd, zodat verschillende wisselfrequenties voor
front links/rechts, centrum en surround luidspre-
kers kunnen worden gebruikt. In systemen met
breedbandluidsprekers in het front, of waar ver-
schillende merken luidsprekers in de diverse posi-
ties worden toegepast, kan het laag met grotere
precisie dan ooit worden gerealiseerd.
Tenslotte kunt u hier kiezen of de gekozen
instelling geldt voor alle ingangen (
GLOBAL)
dan wel afzonderlijk voor elke ingang
(
INDEPENDENT).
Opmerkingen:
• Is "Independent" gekozen bij de luidspreker
instellingen (zie hieronder), dan dient voor elke
ingang afzonderlijk ingesteld te worden en kunt u
kiezen welke luidspreker opzet wordt gebruikt
afhankelijk van de gekozen ingang.Zo kunt u
bijvoorbeeld de Centrum luidspreker en/of de
Subwoofer uitschakelen bij de gekozen muziek-
bron en ze bij elk filmsignaal wèl gebruiken.
• Met de huidige ingang worden alle luidspreker-
instellingen gekopieerd naar alle andere geluids-
functies, voorzover de luidsprekers daarvoor
nodig zijn, en hoeven niet herhaald te worden
wanneer een andere surround functie met die
ingang wordt gekozen.
Het wordt aanbevolen de juiste luidspreker-
instellingen te maken via het
SPEAKER
SETUP
menu (Afb. 3). Staat dat menu nog niet
in beeld van de voorgaande instellingen, druk dan
op in-beeld display
L
om het MASTER
MENU
(Afb. 1) op te roepen, en druk tweemaal
op
¤
D
zodat de cursor naar de regel
SPEAKER SETUP gaat. Druk vervolgens op
instellen
F
om het SPEAKER SETUP
menu op te roepen (Afb. 3).
Afbeelding 3
In de eerste regel van het SPEAKER SETUP
menu (afb. 3) kunt u de gekozen luidspreker-
grootte veranderen of het exacte crossover punt
voor die luidsprekergroep indien deze op 'small'
staat. Laat bij de eerste doorgang van het menu
de instelling van het crossover zoals die is en ga
verder als hieronder aangegeven. Zijn de luidspre-
ker typen ingesteld, ga dan zonodig terug om het
cross-overpunt in te stellen.
1. Voordat u de luidsprekers instelt, dient u te
bepalen of u alle ingangen met dezelfde luidspre-
kergrootte instelling wilt gebruiken (
GLOBAL)
of dat alle ingangen individueel ingesteld moeten
worden (
INDEPENDENT).
Om alle ingangen op "Global" (identiek) of op
"Independent" (afzonderlijk) te zetten drukt u
tweemaal op
D
om de cursor te verplaatsen
naar de regel BASS MGR.
Met deze instelling kiest u voor alle ingangen
dezelfde luidspreker configuratie ("Global") of
voor afzonderlijke instellingen per ingang
("Independent"). In de meeste gevallen zal de
standaard
GLOBAL instelling voldoen, daar de
meeste gebruikers geen individuele luidsprekerin-
stellingen nodig hebben. Sommige echter, vooral
zij die in het bezit zijn van grote breedband front
luidsprekers, die zowel voor films als voor muziek
worden gebruikt, zullen veelal afzonderlijke
instellingen prefereren voor het luisteren naar CD
Systeemconfiguratie
SYSTEEMCONFIGURATIE 17
Systeemconfiguratie
en voor DVD, VCR of kabel/satelliet TV.
Wilt u het crossoverpunt per ingang aanpassen
zet de cursor dan op de regel
BASS MGR en
druk op
/
Ea
zodat INDEPENDENT
(afzonderlijk) wordt gemarkeerd. Wanneer deze
instelling wordt gekozen verschijnen alle instellin-
gen van de luidsprekers met hun standaard groot-
te in het menu en alle andere ingangen gaan
naar INDEPENDENT (onafhankelijk). Nu
kunt u de gewenste luidspreker grootte invoeren
voor de gekozen ingang, als verderop beschreven.
Onthoud dat in dit geval de ingevoerde instelling
ALLEEN geldt voor de gekozen ingang en dat u
terug dient te gaan naar het INPUT menu om
een andere ingang te kiezen, om vervolgens weer
naar deze pagina te gaan om de instelling voor
de volgende ingang in te stellen. Herhaal deze
procedure voor elke ingang die u een van de
standaard afwijkende instelling wilt geven.
2. Begin met te controleren of de cursor naar de
LEFT/RIGHT (links/rechts) regel wijst waar-
mee de configuratie van de front links en rechts
luidsprekers wordt bepaald. Wilt u de configuratie
van de front luidsprekers veranderen, druk dan op
/
Ea
zodat LARGE (groot) of SMALL
(klein) verschijnt, conform de hiervoor gegeven
omschrijving.
Wanneer
SMALL wordt gekozen, zullen de lage
tonen voor de front kanalen alleen naar de sub-
wooferuitgang gestuurd worden. Kiest u deze optie
en is geen subwoofer aangesloten, dan hoort u
geen lage frequenties via de front kanalen.
Wordt
LARGE gekozen, dan wordt een full-
range signaal naar de linker en rechter front
kanalen gestuurd. Afhankelijk van de keuze voor
het item SUBWOOFER in dit menu (zie
verderop), kan het laag voor front links en rechts
ook naar een subwoofer worden gestuurd.
Opmerking: wanneer de front luidsprekers op
LARGE (groot) staan en de surround functie
staat op “Surround off”, of op tweekanaals ste-
reo, zodra een analoog signaal aanwezig is, wordt
het direct naar de volumeregelaar geleid zonder
bewerking of digitalisering. Gebruikt u breedband
front luidsprekers en wilt u de digitale bewerking
uit de signaalweg verwijderen, kies dan deze
configuratie. Wilt u deze opzet slechts met één
ingang gebruiken, bijvoorbeeld CD-speler met
externe DAC of een externe pu-voorversterker,
dan DIENT u ook INDEPENDENT (onafhan-
kelijk) TE kiezen op de regel
BASS MGR regel
onderin het menu, zodat alleen die ingangen
waarbij de analoge passeerschakeling gewenst is
op deze wijze worden behandeld, terwijl andere
analoge ingangen zoals VCR of kabel-TV voor
surround processing worden gedigitaliseerd.
Belangrijk: wanneer een luidsprekerset met sub-
woofer en twee front satellieten, verbonden met de
luidsprekeruitgangen van de subwoofer wordt
gebruikt, dienen de ingangen van de subwoofer
verbonden te worden met de Front luidspreker-
uitgangen
D
en dient LARGE (groot) voor de
front luidsprekers gekozen te worden (en NONE
voor de subwoofer, zie verderop).
3. Zodra de keuze voor de front luidsprekers is
gemaakt drukt u op
¤
D
op de afstandsbedie-
ning om de cursor naar CENTER te verplaatsen.
4. Druk op
/
Ea
op de afstandsbedie-
ning om de optie te kiezen die het beste de
gebruikte centrum luidspreker omschrijft, als
elders op deze pagina aangegeven.
Wordt
SMALL gekozen, dan zullen de lagen
tonen voor het centrum kanaal naar de front
kanalen gestuurd worden, mits deze zijn ingesteld
op LARGE en de subwoofer is uitgeschakeld. Is
de subwoofer ingeschakeld, dan zullen de lage
tonen van het centrum kanaal uitsluitend naar de
subwoofer gestuurd worden.
Wanneer
LARGE is gekozen zal het volledige fre-
quentiebereik naar de centrum luidspreker gestuurd
worden, en bij analoge en digitale surroundfuncties
wordt GEEN signaal van het centrum kanaal naar
de subwooferuitgang gestuurd (behalve wanneer
de Pro Logic II Music in gebruik is).
Opmerking: kiest u Logic 7 als surround functie
voor een specifieke ingang, waarvoor u de luid-
sprekers configureert, dan is de optie LAGRE voor
de centrum luidspreker niet beschikbaar. Dat komt
de door de eisen die het Logic 7 proces stelt en
duidt niet op een probleem met uw receiver.
I
NONE (geen) gekozen, wordt geen signaal naar
de centrum kanaal uitgang gestuurd. De receiver
werkt dan in een ‘fantoom’ centrum functie. De
informatie van het centrum kanaal wordt ver-
deeld over de linker en rechter front luidsprekers
en het laag van het centrum kanaal wordt naar
de subwoofer gestuurd, mits L/R+LFE is
gekozen in het item SUBWOOFER in dit menu;
zie hieronder. Deze functie is nodig wanneer geen
centrum luidspreker wordt gebruikt. Denk er aan
dat wanneer de Logic 7 Cinema of Enhanced
functie is gekozen wel een centrum luidspreker
noodzakelijk is; de Logic 7 Music functie werkt
prima zonder centrum luidspreker.
5. Nadat de keuze voor het centrum kanaal is
gemaakt, drukt u op
¤
D
op de afstands-
bediening om de cursor te verplaatsen naar
SURROUND.
6. Druk op
/
Ea
op de afstandsbedie-
ning om de optie te kiezen die het beste de sur-
round luidsprekers in uw systeem omschrijft, op
basis van de definities op pagina 19.
Is
SMALL (klein) gekozen, dan zal bij alle digi-
tale surround functies het laag van de surround
kanalen naar de front luidsprekers, indien geen
subwoofer wordt gebruikt, of naar de subwoofer
wanneer deze wèl aanwezig is. Bij elke analoge
surround functie hangt de laag sturing naar de
achter luidsprekers af van de gekozen functie en
de instelling van de subwoofer en de front luid-
sprekers.
Wanneer
LARGE is gekozen wordt het volledige
frequentiebereik naar de surround kanalen
gestuurd (bij alle analoge en digitale surround-
functies) en, met uitzondering van de Hall en
Theater functies, wordt geen laag van de
surround kanalen naar de subwoofer gestuurd.
Wanneer
NONE is gekozen, zal de surround
informatie verdeeld worden over de uitgangen
links front en rechts front. Merk op dat voor opti-
male weergave zonder surround luidsprekers
gekozen dient te worden voor de Dolby 3 Stereo
functie.
Gebruikt u surround achter luidsprekers in uw
systeem druk dan op
¤
D
op de afstandsbe-
diening om de cursor naar SURR BACK.Deze
keuze dient twee functies: niet alleen de instelling
van de surround achter – indien aanwezig –
kanalen wordt geconfigureerd, ook bepaalt het of
de processing van de AVR voor 5.1 dan wel 7.1
geconfigureerd moet worden.
Druk op
/
op de afstandsbediening om de
optie te kiezen die het beste de in de achter sur-
round positie gebruikte luidsprekers beschrijft,
gebaseerd op de definities op deze pagina:
Wanneer
NONE (geen) wordt gekozen stelt het
systeem zich zo in dat alleen 5.1 kanaals surround
processor/decoder functies beschikbaar zijn en de
surround achter kanalen worden niet gebruikt.
Wanneer
SMALL (klein) is gekozen dan stelt het
systeem zich zo in dat 6.1/7.1 surround processor/
decoder wordt gebruikt, terwijl de laagfrequent
informatie beneden het crossover punt (identiek
aan dat voor de surround luidsprekers) naar de
subwoofer wordt gestuurd wanneer de subwoofer
op ON (in) staat, of naar de front links/rechts luid-
sprekers wanneer de subwoofer op OFF (uit) staat.
Is
LARGE (groot) gekozen dat stelt het systeem
zich zo in dat 6.1/7.1 surround processor/
decoder wordt gebruikt en wordt een breedband
signaal naar de achter kanalen gestuurd, zonder
dat lage frequenties naar de subwoofer uitgang
worden gestuurd.
Opmerking: het is niet mogelijk de AVR 135 te
configureren voor 7.1 kanalen weergave. Sluit
ook niet meer dan één luidspreker aan op de
Surround Achter Luidsprekeruitgangen
O
omdat dan uw luidsprekers, de AVR 135 of zelfs
beide beschadigd kunnen worden. Wordt een 7.1
kanalen signaal ontvangen, bijvoorbeeld via de
6/8 Kanalen Directe Ingang
N
of wordt 7-
Kanalen Stereo of Logic 7/7.1 surround informatie
samengesteld, dan combineert de AVR 135 de lin-
ker en rechter surround achter informatie tot één
enkel surround achter kanaal.
7. Zijn de instellingen voor de surround kanalen
gereed, druk dan op
¤
D
op de afstandsbe-
diening om de cursor te verplaatsen naar
SUBWOOFER.
8. Druk op
/
Ea
op de afstandsbediening
om de optie te selecteren die best uw systeem
omschrijft.
18 SYSTEEMCONFIGURATIE
De beschikbare keuzes voor de opstelling van de
subwoofer worden bepaald door de instellingen
voor de andere luidsprekers, vooral de front links
en rechts posities.
Wanneer de front links/rechts luidsprekers op
SMALL staan wordt de subwoofer automatisch
op SUB gezet, wat betekent dat deze actief is.
Wanneer de front links/rechts luidsprekers op
LARGE staan, zijn drie opties beschikbaar:
• Is geen subwoofer aangesloten op de AVR,
druk dan op
/
Ea
op de afstandsbedie-
ning, zodat NONE in het in-beeld menu ver-
schijnt. Wordt deze optie gekozen, dan wordt alle
laag informatie naar de front links/rechts ‘hoofd-
luidsprekers’ gestuurd.
• Is wel een subwoofer aangesloten op de AVR,
dan bestaat de optie de front links/rechts ‘hoofd’
luidsprekers het laag in alle gevallen te laten
weergeven en de subwoofer alleen te activeren
wanneer de AVR wordt gebruikt met een digitale
bron die een speciaal Low Frequency Effects, of
LFE geluidsspoor omvat. Dan kunnen zowel de
hoofdluidsprekers als de subwoofer gebruikt wor-
den voor het speciale laag van bepaalde films.
Die optie wordt gekozen door op
/
Ea
op de afstandsbediening te drukken zodat LFE
(LFE) in het in-beeld menu verschijnt.
Wanneer een subwoofer is aangesloten en deze
wordt gebruikt voor de laagweergave in combi-
natie met de hoofdluidsprekers front links/rechts,
ongeacht het type programmabron of de gekozen
surroundfunctie, druk dan op
/
Ea
op
de afstandsbediening waarop L/R+LFE in het
in-beeld menu verschijnt. Wordt deze optie geko-
zen, dan gaat een breedband signaal naar de
front links en rechts hoofdluidsprekers. De sub-
woofer ontvangt de front links en rechts lage fre-
quenties beneden de wisselfrequentie, die in het
volgende item in dit menu wordt gekozen, als
hierna beschreven, en tevens het LFE signaal.
9. Wanneer alle luidsprekerformaten zijn inge-
steld kunt u de Triple Crossover van de AVR acti-
veren, waarmee per luidsprekergroep een indivi-
duele wisselfrequentie kan worden ingesteld.
Het wisselpunt wordt bepaald door het ontwerp
van de gebruikte luidsprekers en is de laagste
frequentie die deze luidspreker kan weergeven.
Voordat u iets aan de instellingen voor het
crossoverpunt verandert, raden we u aan de wis-
selfrequentie voor elk van de drie groepen – front
links/rechts, centrum front, en surround – door
deze op te zoeken in desbetreffende handleidin-
gen, op de website van de fabrikant of via de ser-
vicedienst. U heeft deze gegevens nodig bij de
volgende instellingen.
De op de fabriek ingestelde standaardwaarde
voor alle kanalen is 100 Hz. Mocht deze waarde
acceptabel zijn, dan kunt u deze instelling over-
slaan. Wilt u echter één van deze instellingen wij-
zigen, druk dan op
D
zodat de cursor naar
boven gaat in het overzicht van de opties. Druk
op
/
Ea
zodat X-OVER gemarkeerd
wordt en de menu data veranderen als aange-
geven in afbeelding 4.
Afbeelding 4
Om de instelling van elk van de drie groepen
Links/Rechts, Centrum of Surround, te kunnen
veranderen, drukt u op
/
¤
D
tot de cursor
op de regel staat waar u iets wilt wijzigen en ver-
volgens drukt u op
/
Ea
tot de gewenste
instelling verschijnt. De beschikbare wisselfre-
quenties waar beneden de lage frequenties naar
de subwoofer worden gestuurd (of naar de front
links/rechts luidsprekers wanneer de subwoofer
op OFF staat) en niet naar het luidsprekerkanaal,
zijn 40, 60, 80, 100, 120 en 200 Hz. Kies de fre-
quentie die overeenkomt met de informatie die u
over uw luidsprekers heeft gevonden, of, wanneer
een exacte overeenkomst niet voorhanden is, de
waarde die het dichtst BOVEN de gewenste wis-
selfrequentie of laagfrequent limiet ligt. Dit om
een ‘gat’ in het laag te voorkomen, omdat het
systeem daar geen laag geeft.
Wanneer
LARGE is gekozen voor de front luid-
sprekers en
L/R+LFE als optie voor de sub-
woofer, wordt het geluid voor de front kanalen
beneden de voor de L/R front luidsprekers geko-
zen wisselfrequentie (wanneer voor front “Small”
– klein – is gekozen), naar zowel de front luid-
sprekers als de subwoofer gestuurd.
De
SUBWOOFER wisselfrequentie wordt
bepaald door de instelling voor de hoofd luid-
sprekers en standaard wordt dit aangepast aan
de wisselfrequentie voor de
LEFT/RIGHT
(links/rechts) kanalen. Zo wordt een naadloze
overgang verkregen tussen de hoofd luidsprekers
en de subwoofer. U kunt de instelling voor de
SUBWOOFER wijzigen zodat de wisselfre-
quentie past bij die van de
CENTER, SUR-
ROUND
of SURROUND BACK kanalen,
afhankelijk van de capaciteit van de luidsprekers
die hier worden gebruikt. Voorbeeld: wanneer de
wisselfrequentie voor de center luidspreker hoger
ligt dan die voor de hoofd links/rechts luidspre-
kers kan het zinvol zijn de subwoofer aan de cen-
ter luidspreker aan te passen om te voorkomen
dat laag informatie verloren gaat van de center
luidspreker die bij de meeste films en televisiep-
rogramma's een zeer belangrijke taak heeft.
Denk er aan dat de wisselfrequentie voor de sur-
round luidsprekers en de surround achter luid-
sprekers identiek is. Daarom is er geen wisselfre-
quentie voor de achter surround luidsprekers te
kiezen of aangegeven.
Belangrijk: alle instellingen voor de wisselfre-
quenties zijn “Global”, d.w.z. dat ze identiek zijn
voor alle ingangen, ongeacht of de BASSMA-
NAGER (zie boven) op “GLOBAL of “INDEPEN-
DENT” is ingesteld.
10. Wanneer alle luidsprekerkeuzes zijn gemaakt
drukt u op
¤
D
tot de cursor op de regel
BACK TO MASTER MENU staat de druk
vervolgens op instellen
F
om terug te gaan
naar het hoofdmenu.
11. De luidsprekerinstelling kan op elk moment
gewijzigd worden zonder het Full-OSD (volledig)
menu in beeld op te roepen, door opluidspre-
kerkeuze
6
op het frontpaneel of op
b
op
de afstandsbediening. Nadat de toets is inge-
drukt verschijnt
FRONT SPEAKER onderin
het beeld en in de display
˜
.
Druk nu binnen vijf seconden op
/
7
op de
voorzijde of op
/
¤
D
op de afstandsbedie-
ning om een andere luidsprekerpositie te kiezen,
of druk op instellen
@
F
om de instelling
van de front luidsprekers links en rechts te
wijzigen.
Nadat op instellen
@
F
is gedrukt en het
systeem gereed is voor het wijzigen van de instel-
ling voor de front luidsprekers, geven de in-beeld
display en de display
˜
FRONT LARGE of
FRONT SMALL aan, afhankelijk van de huidi-
ge instelling. Druk op
/
7
op de voorzijde of
op
/
¤
D
op de afstandsbediening tot de
gewenste instelling wordt aangegeven, gebruik
makend van de eerder gegeven aanwijzingen
omtrent ‘grote’ en ‘kleine’ luidsprekers, en druk
dan op instellen
@
F
.
Indien nog een ander luidsprekerpositie dient te
worden gewijzigd, drukt u op
/
7
het front-
paneel of op
/
¤
D
op de afstandsbedie-
ning om een andere luid-sprekerpositie te kiezen,
vervolgens drukt u op instellen
@
F
en dan
op het frontpaneel, of op
/
7
op het frontpa-
neel, of op de
/
¤
D
op de afstandsbedie-
ning tot de gewenste luidsprekerpositie wordt
aangegeven, en tenslotte weer op instellen
@
F
om de keuze te bevestigen.
Om u te helpen bij het maken van deze instellin-
gen veranderen de indicaties luidspreker/
kanaal functie
$
telkens wanneer een luid-
sprekertype voor een bepaalde positie kiest. Licht
alleen het binnenste symbool op dan is op
SMALL ingesteld. Wanneer het middelste vakje en
de twee buitenste vakjes met cirkeltjes erin
verlicht zijn, dan is de luidspreker op LARGE inge-
steld. Wanneer geen indicatie voor een luidspre-
kerpositie verschijnt, dan is die positie op NONE
of ‘geen luidspreker’ ingesteld.
Opmerking: deze iconen zijn alleen beschikbaar
bij het maken van wijzigingen in de opzet zonder
de volledige in-beeld display.
Systeemconfiguratie
SYSTEEMCONFIGURATIE 19
Systeemconfiguratie
Bijvoorbeeld, in de afbeelding hieronder staan
alle luidsprekers op ‘large’ (groot) en een sub-
woofer is gekozen.
Opzet Surround
Is de luidsprekeropzet voltooid, dan dient voor die
ingang de surround functie die u met die ingang
wilt gebruiken ingesteld te worden. Aangezien de
surroundfuncties een kwestie zijn van persoonlij-
ke smaak, bent u vrij in uw keuze – die bovendien
later gewijzigd kan worden. Het Surround Functie
Overzicht op pagina 26 kan u helpen de functie
te kiezen die het beste past bij de gekozen
ingang. Zo kunt u Dolby Pro Logic II of Logic 7
voor de meeste ingangen kiezen en Dolby Digital
voor ingangen aangesloten op digitale bronnen.
Voor ingangen zoals CD-speler, tape deck of tuner
kan het best de stereofunctie worden gekozen,
wanneer dat tenminste de luisterfunctie is die
voor de standaard stereobronnen wordt gebruikt.
Voor die bronnen is het onwaarschijnlijk dat er
materiaal met surroundcodering zal worden afge-
speeld. Als alternatief kan de 5 Kanaals Stereo of
Logic 7 Music functie worden gekozen voor ste-
reo programmamateriaal.
De surround instellingen worden het gemakke-
lijkst gemaakt via de Full-OSD (volledig) menu’s
in beeld. Druk vanuit het hoofdmenu
MASTER
MENU
(Afb. 1) op de
/
¤
D
tot de cursor
naast het SURROUND SELECT menu staat.
Druk op instellen
F
tot het SURROUND
SELECT
menu (Afb. 5) in beeld verschijnt.
Afbeelding 5
Elke regel in dit menu (afb. 5) kiest een surround
functiegroep en binnen elk van deze categorieën
kan uit specifieke opties worden gekozen. De
keuze aan functies wisselt afhankelijk van de luid-
sprekerconfiguratie in uw systeem.
Wanneer de
SURR BACK regel van het
SPEAKER SETUP menu (afbeelding 4) op
SMALL (klein) of LARGE (groot) is ingesteld,
is de AVR geconfigureerd voor 6.1/7.1 kanalen
gebruik, en zijn extra functies als Dolby Digital EX
en DTS-ES beschikbaar, wat alleen het geval is
wanneer zes hoofdluidsprekers aanwezig zijn.
Daarnaast verschijnen sommige functies van de
AVR niet tenzij een digitale bron is gekozen en de
juiste bitstream wordt afgespeeld.
Bedenk dat u met een enkele surround achter
luidspreker wel de voordelen van een 6.1/7.1 sys-
teem krijgt, zij het met slechts één luidspreker
achter in de kamer. De functie-indicaties geven
dan soms 7.1 aan, maar ten opzichte van 6.1 is
dan geen enkele correctie noodzakelijk. Onthoud
ook dat de AVR 135 de informatie van de linker
en rechter surround achter kanalen in 7.1 functies
zoals Logic 7/7.1 en 7-kanalen stereo zal combi-
neren en zal afgeven als één enkel surround ach-
ter kanaal.
Opmerking: wanneer een Dolby Digital of DTS
bron wordt gekozen en speelt kiest de AVR auto-
matisch de juiste surround functie, ongeacht de
standaard instelling voor die ingang. In dat geval
zijn geen andere surround functies beschikbaar,
uitgezonderd VMAx bij Dolby Digital opnamen en
alle Pro Logic II functies met Dolby Digital
2-kanaals (2.0) opnamen. Zie pagina 27.
Om de functie vast te leggen die standaard voor
een ingang wordt gekozen drukt u eerst op
/
¤
D
tot de in-beeld cursor naast de hoofd
categorie met de gewenste functie staat. Druk
dan op de insteltoets
F
om het submenu op te
roepen. Druk op
/
Ea
om door de
beschikbare mogelijkheden te gaan en druk op
¤
D
tot de cursor bij BACK TO MASTER
MENU
(terug naar hoofdmenu) staat om het
setup proces et vervolgen.
In het DOLBY menu (afbeelding 6) kan gekozen
worden uit Dolby Digital, Dolby Pro Logic II
Music, Dolby Pro Logic II Cinema, Dolby Pro Logic
II en Dolby 3 Stereo. De Dolby Digital EX functie is
alleen beschikbaar wanneer het systeem is inge-
steld op 6.1/7.1 werking door de Surround Achter
luidsprekers te configureren op ‘klein’ (small) of
‘groot’ (large) als beschreven op pagina 19.
Wanneer een disc speelt met een speciale code in
de digitale audio datastroom, wordt automatisch
de EX functie gekozen, maar deze kan ook geko-
zen worden via dit menu of via het frontpaneel of
de afstandsbediening als aangegeven op pagina
26. Een volledig overzicht van deze functies vindt
u op pagina 23-24. Denk er aan dat wanneer
Dolby Digital is gekozen er aanvullende instellin-
gen beschikbaar komen voor de Nacht Functie die
alleen met surround gekoppeld zijn, niet met de
ingang. Daarom hoeven deze instellingen slechts
eenmalig gemaakt te worden en niet met elke
gebruikte ingang. In het volgende hoofdstuk wor-
den deze behandeld.
Instellen nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital
die een speciale bewerking gebruikt om het dyna-
misch bereik en de verstaanbaarheid van het film-
geluid te behouden, terwijl het piekniveau
begrensd wordt. Zo wordt voorkomen dat plotse-
ling pieken anderen storen, zonder dat de impact
van de digitale bron al te zeer wordt aangetast.
Merk op dat de nachtfunctie alleen beschikbaar is
bij weergave van Dolby Digital signalen.
Om de Nacht Functie vanuit het menu in te stel-
len drukt u op OSD
L
zodat het MASTER
(hoofd) menu verschijnt. Druk vervolgens op
¤
D
om het AUDIO SETUP menu te
openen en druk op Set
F
om het SUR-
ROUND SETUP
menu te kiezen. Druk op Set
F
om het DOLBY menu te kiezen (zie afb. 6).
Afbeelding 6
Om de Nacht Functie in te stellen kijkt u of de
cursor op
NIGHT in het DOLBY menu
staat. Druk dan op
/
Ea
om te kiezen uit
de volgende mogelijkheden:
OFF (uit): wanneer OFF (uit) is gemarkeerd,
werkt de nachtfunctie niet.
MID (medium): wanneer MID (medium) gemar-
keerd is wordt een geringe compressie toegepast
worden.
MAX: wanneer MAX gemarkeerd is wordt een
sterke compressie toegepast.
Wanneer u de Night functie wilt gebruiken, raden
we u aan aanvankelijk de MID instelling (medium)
te kiezen en eventueel later, indien nodig, naar
MAX (maximum) te gaan.
Denk er aan dat de Night functie op elk moment
direct gecorrigeerd kan worden wanneer de Dolby
Digital surround functie is geactiveerd door op
Night
B
te drukken. Wanneer u op de toets
drukt verschijnt
D-RANGE in het onderste
derde deel van het beeld en in de display
˜
.
Druk binnen drie seconden op de
/
¤
D
om
de gewenste instelling te kiezen en vervolgens op
instellen
F
om de instelling te bevestigen.
In het
DTS menu worden de keuzes die gemaakt
zijn met
/
Ea
op de afstandsbediening
bepaald door de combinatie van het soort DTS
programma materiaal dat wordt afgespeeld en of
het gaat om een 5.1 dan wel een 6.1/7.1 luid-
spreker configuratie.
Wanneer een 5.1 configuratie in gebruik is zal de
AVR automatisch de 5.1 versie van DTS kiezen
zodra een DTS data stream wordt ontvangen.
Wordt 6.1/7.1 gekozen dan zal DTS-ES Discrete
automatisch worden geactiveerd zodra een DTS
bron met de ES Discrete vlag wordt gebruikt, ter-
wijl de DTS-ES Matrix functie wordt geactiveerd
wanneer een ES Matrix gecodeerd audionummer
wordt ontvangen. In beide gevallen wordt desbe-
treffende surround functie aangegeven oop de
display
˜
en in beeld. In al die gevallen licht
DTS-ES op. Wordt een niet-DTS disc afgespeeld
en is 6.1/7.1 gekozen, dan zal het apparaat auto-
20 SYSTEEMCONFIGURATIE
matisch DTS+NEO:6 kiezen voor een volledig 8
luidspreker surround weergave. Zie pagina 23
und 27 voor een overzicht van de DTS functies.
In het
LOGIC 7 menu bepaalt de gemaakte
keus met
/
Ea
op de afstandsbediening
of de 5.1 of de 6.1/7.1 kanalen configuratie
wordt gebruikt. In beide gevallen biedt de keus
van Logic 7 functie de Harman Kardon exclusieve
Logic 7 processor een volledig omringend, meer-
kanaals surround van een tweekanaals Stereo of
Matrix gecodeerd programma, zoals een VHS
cassette, laserdisc of televisieprogramma met
Dolby Surround.
In de 5.1 configuratie kunt u Logic 7/5.1 Music,
Cinema of Enhanced kiezen. Deze werken het
beste met tweekanaals muziek, surround geco-
deerde programma’s of standaard tweekanaals
programma’s van elk type. Is 6.1/7.1 gekozen,
dan zijn Logic 7/7.1 Music of Cinema beschik-
baar,Wanneer 6.1/7.1 is gekozen, zijn ook de
Logic 7/7.1 Music en Cinema functies beschik-
baar. Denk er aan dat de Logic 7 functies niet
beschikbaar zijn wanneer Dolby Digital of DTS
Digital geluid wordt gespeeld.
In het
DSP
(SURR) menu wordt met
/
Ea
op de afstandsbediening een van de DSP
surround functies gekozen die ontwikkeld zijn
voor gebruik met tweekanaals stereo program-
ma’s voor een reeks ruimtebeelden. De mogelijk-
heden zijn Hall 1, Hall 2, Theater, VMAx Near en
VMAx Far. De Hall en Theater functies zijn
bedoeld voor meerkanaals systemen, terwijl de
beide VMAx functies geoptimaliseerd zijn voor
een volledig klankbeeld met uitsluitend de front
links en rechts luidsprekers. Zie pagina 23-24
voor een uitgebreid overzicht van de DSP functies.
Denk er aan dat de Hall en Theater functies niet
beschikbaar zijn wanneer Dolby Digital of DTS
materiaal wordt afgespeeld.
In het
STEREO menu wordt gekozen met
/
Ea
op de afstandsbediening voor traditione-
le stereoweergave zonder surround, of voor
5 CH Stereo of 7 CH Stereo decode-
ring bepaald door het gebruik van 5.1 of 6.1/7.1.
In het laatste geval wordt het stereosignaal naar
beide front luidsprekers gestuurd, naar de achter
luidsprekers en de beide surround achter luidspre-
kers (indien aanwezig), terwijl de mono signalen
over alle luidsprekers worden verspreid, ook de
centrum. Zie pagina 23-24 voor een toelichting
van de 5 CH Stereo en 7 CH Stereo functies.
Nadat de keuzes in Dolby, DTS, Logic 7, DSP (Sur-
round) of Stereo menu’s zijn gemaakt, drukt u op
/
¤
D
zodat de cursor naar BACK TO
SURR SELECT
regel en druk op instellen
F
.
Instellingen voor andere ingangen
Nadat een ingang voor de surroundfunctie, digita-
le ingang (indien van toepassing) en luidspreker-
typen is ingesteld, keert u terug naar de
INPUT
SETUP
regel in het MASTER (hoofd) menu en
u voert de instellingen in voor elke te gebruiken
ingang in. In de meeste gevallen wijken alleen de
digitale ingang en de surround functie af van de
ene en de andere ingang, terwijl het luidspreker-
type meestal hetzelfde zal (ingangen ingesteld op
GLOBAL). Desgewenst kunnen echter ook ver-
schillende luidsprekertypen worden ingesteld, of
luidsprekers per gebruikte ingang in- of uitscha-
kelen.
Configureren Surround Uit
(Stereo) Functies
Voor superieure weergave van tweekanaals mate-
riaal biedt de AVR twee stereofuncties: een analo-
ge Stereo-Direct functie waarbij de digitale sig-
naalbewerking wordt gepasseerd en zo een com-
pleet analoge signaalweg ontstaat en de zuiver-
heid van het signaal blijft behouden, en een digi-
tale functie waarbij het Bas Management voor
optimale verdeling van het laag over kleinere
luidsprekers en de subwoofer wel actief blijft.
Stereo-Direct (Bypass) Functie
Wanneer de analoge Stereo-Direct functie wordt
gekozen door op de Stereo Functiekeuze
S
tot SURROUND OFF in de display
˜
en de
Surround Functie
(
met SURROUND OFF
oplicht, zal de AVR het analoge materiaal direct
doorsturen naar de front links en rechts luidspre-
kers en wordt het digitale gedeelte overgeslagen.
In deze functie worden de front links en rechts
luidsprekers automatisch als
LARGE (groot)
geconfigureerd; het is niet mogelijk in dit geval
SMALL (klein) in te stellen.
Met de AVR in Stereo Bypass (passeerfunctie)
kunt u nog altijd de subwoofer configureren
zodat die uitgeschakeld is en een breedbandsig-
naal naar de front links/rechts luidsprekers wordt
gestuurd, dan wel deze configureren zodat de
subwoofer geactiveerd wordt. Standaard is de
subwoofer uitgeschakeld in deze functie, maar u
kunt dat als volgt veranderen:
1. Druk op Luidsprekerkeuze
6
b
.
2. Druk op Instellen
F
@
om het configuratie
menu op te roepen.
3. Druk op
/
¤
D
op de afstandsbediening
of op
/
7
op de voorzijde om de gewenste
optie te kiezen.
SUBNONE schakelt de
subwoofer uit, terwijl
SUB <L+R> deze
inschakelt.
4. Is de gewenste instelling gemaakt druk dan op
Instellen
F
@
om naar normaal bedrijf terug te
gaan.
Stereo-Digitaal Functie
Wanneer de Stereo-Direct (passeerfunctie) functie
wordt gebruikt, gaat altijd een breedband signaal
naar de front links/rechts luidsprekers. In dat
geval gaat vanzelfsprekend geen signaal door de
digitale bewerking van de AVR. Wanneer uw front
luidsprekers geen breedband typen zijn maar
‘satelliet’ luidsprekers, raden we u aan voor ste-
reo luisteren niet de Bypass functie te gebruiken,
maar de
DSP SURROUND OFF functie.
Om in tweekanaals stereo te luisteren en gebruik
te maken van het Bas Management systeem drukt
u op Stereofunctie
S
tot SURROUND
OFF
in de display
˜
verschijnt en de DSP en
SURR. OFF Surroundfunctie
(
beide
oplichten. Licht alleen
SURR. OFF
Surroundfunctie
(
op dan staat de AVR in de
Stereo-Direct (Bypass) functie.
In deze functie wordt de instelling voor de front
links/rechts luidsprekers en de subwoofer gevolgd
van de specifieke luidspreker configuratie op
pagina 16.
Instelling vertraging
Vanwege de verschillende afstanden tussen de
luisterpositie tot de front luidsprekers en de sur-
round luidsprekers, is ook de tijd die het geluid
nodig heeft om uw oren te bereiken verschillend.
Door gebruik te maken van de vertraging kunnen
deze verschillen in luidsprekerpositie en kame-
rakoestiek in uw luisterruimte of home theater
gecompenseerd worden.
Om de front, centrum en surround kanalen
opnieuw te synchroniseren is het nodig eerst de
afstand van de luister/kijk positie naar de front,
centrum, surround en surround achter luid-
sprekers (indien aanwezig) in meters te meten en
te noteren.
De vertraging voor alle luidsprekers van uw sys-
teem zal alleen beschikbaar zijn (bij 5.1 of 6.1/7.1
configuratie) wanneer een Dolby surround functie
is gekozen (uitgezonderd Dolby 3 stereo). Boven-
dien kunnen deze alleen bij deze functies geko-
zen worden; bij alle andere liggen de tijden vast.
Denk er aan dat de vertraging voor alle ingangen
'Global' zijn bij deze Dolby functies en niet voor
elke ingang herhaald behoeven te worden.
Om de vertraging te kunnen instellen eerst een
ingang kiezen die gekoppeld is aan een Dolby
functie. Vervolgens gaat u verder met het
MASTER MENU (Afb. 1). Staat het systeem
nog niet in dat menu, druk dan op in-beeld dis-
play
L
om het hoofdmenu op te roepen. Druk
driemaal op
¤
D
of tot de in-beeld cursor
bij
DELAYADJUST (instellen vertraging) staat.
Druk op instellen
F
om het menu op te
roepen.
Systeemconfiguratie
SYSTEEMCONFIGURATIE 21
Systeemconfiguratie
Afbeelding 7
Ga nu met de cursor
naar de regel UNIT en
kies de gewenste eenheid voor afstand, feet of
meter. Druk nu op
/
Ea
tot de juiste
afstand van de centrum luidspreker tot de luister-
positie wordt aangegeven. Wanneer de
CENTER DELAY is ingevoerd, drukt u een-
maal op
¤
D
om naar de volgende regel te
gaan.
Nu staat de cursor
op SURROND en kan de
vertraging voor de surround luidsprekers worden
ingesteld. Druk op
/
Ea
tot de juiste
afstand van het videobeeld tot de surround luid-
sprekers wordt aangegeven. Tenslotte, wanneer
het systeem voor 7.1 geconfigureerd is door
LARGE (groot) of SMALL (klein) op de regel
SURRBACK van het
SPEAKER SETUP menu
in te voeren, drukt u nogmaals op
¤
D
en u
drukt op
/
Ea
om de afstand van het
videoscherm voor in de kamer tot de surround
luidsprekers aan te geven. Denk eraan dat deze
laatste instelling alleen nodig is wanneer sur-
round achter luidsprekers geïnstalleerd zijn en
Dolby Digital als surround functie is gekozen.
Zijn instellingen voor de vertragingen gemaakt,
druk dan eenmaal op
¤
n zodat de cursor
terug gaat naar
BACK TO MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu) en druk op instellen
BACK TO MASTER MENU om naar
MASTER terug te gaan.
Denk er aan dat de vertragingen ook op elk
moment ingesteld kunnen worden wanneer de
Dolby Digital of Dolby Pro Logic II functies wor-
den gebruikt, door op Delay
Z
(vertraging) op
de afstandsbediening te drukken. Druk dan op
/
¤
D
op de afstandsbediening om de cen-
trum of achter kanalen te kiezen en druk op
instellen
F
. Druk dan op
/
¤
D
op de
afstandsbediening tot het gewenste cijfer in de
display
˜
verschijnt en druk tweemaal op
instellen
F
om de instelling te bevestigen en
naar de normale display terug te keren.
Instellen uitgangsniveau
Het instellen van de uitgangsniveaus is een
belangrijk onderdeel van het configuratieproces
bij een surround sound product. Het is in het bij-
zonder belangrijk bij een Dolby Digital ontvanger
als de AVR, aangezien de juiste uitgangssignalen
ervoor zorgen dat het filmgeluid met de juiste
richting en intensiteit wordt weergegeven.
Opmerking: iuisteraars zijn vaak onzeker over
werking van de surround kanalen. Sommigen
menen dat er altijd geluid uit alle luidsprekers
moet komen, terwijl er juist voor het merendeel
van de tijd weinig of geen geluid uit de surround
kanalen komt. Dat komt omdat ze alleen gebruikt
worden wanneer een regisseur of geluidstechni-
cus daar specifiek een geluid toevoegt om een
klankbeeld te creëren, een geluidseffect of een
actie te laten bewegen van het front van de
kamer naar de achterzijde. Wanneer de uitgangs-
niveaus correct zijn ingesteld, is het normaal dat
de surround luidsprekers slechts zo nu en dan
actief zijn. Het volume van de achter luidsprekers
extra verhogen kan juist de illusie van een omrin-
gend klankbeeld teniet doen, in afwijking van de
manier waarop het geluid in een bioscoop of
concertzaal wordt ervaren.
BELANGRIJK: het uitgangsniveau kan apart wor-
den ingesteld voor elke digitale en analoge sur-
round functie. Daarmee kunnen niveauverschillen
tussen de luidsprekers gecompenseerd worden, en
tevens kunnen verschillen afhankelijk van de geko-
zen surround functie, of het niveau van bepaalde
luidsprekers naar eigen inzicht verhoogd of ver-
laagd worden. Denk er aan instellingen die
gemaakt zijn voor een surround functie ook effec-
tief zijn voor alle ingangen die gerelateerd zijn aan
die surround functie.
Wanneer de AVR is geconfigureerd voor 6.1-
kanalen gebruik met een enkele surround achter
luidspreker, kan via de uitgangsinstelling nog
altijd het niveau van de afzonderlijke surround
achter links en surround achter rechts, ondanks
het feit dat uw systeem slechts één surround ach-
ter luidspreker gebruikt. Dat betekent dat het
Surround Achter kanaal tweemaal verschijnt,
maar dat is in 6.1 gebruik normaal. De geschei-
den SBL/SBR instellingen voor 6.1 gebruik zijn
nodig voor een optimale balans tussen de beide
discrete kanalen in de AVR wanneer die worden
gemengd naar een enkele luidspreker.
Voor het instellen van de uitgangsniveaus er voor
zorgen dat alle luidsprekers correct zijn aan-
gesloten. Het systeemvolume aanvankelijk geheel
terug draaien. Zorg er tenslotte voor dat
balans
Ò
in het midden staat ‘op 12 uur’.
Voor de eenvoudigste manier van opstellen volgt
u deze stappen, luisterend op de luisterpositie die
het meest wordt gebruikt:
1. Controleer of alle luidsprekers op de juiste
manier zijn geconfigureerd op LARGE en SMALL
als eerder beschreven en schakel zonodig de in-
beeld display uit.
2. Stel het volume zo in dat
10 wordt aange-
geven, als aangegeven in de in-beeld display en
de display
˜
.
3. Handinstelling is het gemakkelijkst via het
CHANNEL ADJUST (kanaal corrigeren)
menu (Afb. 8). Staat het hoofdmenu nog in
beeld druk dan op
¤
D
tot de in-beeld
cursor naast
OUTPUT ADJUST staat. Bent
u niet in het hoofdmenu, druk dan op in-
beeld display
L
om het MASTER
MENU
(Afb. 1) op te roepen en druk vervol-
gens viermaal op⁄zodat de
¤
D
cursor u op
de regel uitgangsniveaus staat. Druk op
instellen
F
om het CHANNEL
ADJUST
menu in beeld te laten verschijnen.
Afbeelding 8
4. Wanneer het CHANNEL ADJUST menu
voor het eerst verschijnt, is het testsignaal uit-
geschakeld. Gebruik
/
¤
D
om een kanaal
voor correctie te kiezen met een externe bron,
zoals een testdisc, om de uitgangsniveaus te
beoordelen. Wanneer de cursor op de regel
van het te corrigeren kanaal staat drukt u op
/
Ea
om het niveau te verhogen of te
verlagen. Voordat u zelf gaat instellen, raden
we u aan eerst de ingebouwde testtoongene-
rator van de AVR te gebruiken die automatisch
een signaal naar alle kanalen stuurt om te con-
troleren of alle luidsprekerverbindingen correct
zijn gemaakt.
Om het testsignaal in te schakelen en automa-
tisch over de luidsprekers te laten circuleren over
de kanalen waarvan eerder een luidspreker is
geconfigureerd (zie pagina 24) drukt u op
/
¤
D
tot de cursor naar TEST TONE wijst.
Druk nu op
/
¤
D
tot de cursor op de
regel
TEST TONE SEQ in het menu staat.
Druk dan op
/
Ea
tot AUTO wordt aan-
gegeven. Vervolgens drukt u eenmaal op
¤
D
zodat de cursor naar TEST TONE wijst. Druk
op
/
Ea
om het testsignaal bij de Front
Links luidspreker te laten beginnen. Het circuleert
nu rechtsom door de kamer en activeert elke luid-
spreker gedurende twee seconden, waarna de
volgende luidspreker wordt geactiveerd. De cur-
sor knippert naast de actieve luidspreker om
aan te geven van welke luidspreker u signaal
dient te horen.
** DELAY ADJUST **
FRONT :10FT
CENTER :10FT
SURROUND :10FT
SURR BACK :10FT
UNIT :FEET
BACK TO MASTER MENU
22 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
BELANGRIJK: omdat dit testsignaal een veel
lager niveau heeft dan normale muziek dient u
het volume, na de instelling van alle kanalen,
terug te nemen. Het juiste volume dient weer
hersteld te zijn VOORDAT u terugkeert in het
hoofdmenu en het testsignaal uitgeschakeld
wordt.
5. Vergeet niet te controleren of de luidsprekers
correct zijn aangesloten. Terwijl het testsignaal
rond gaat controleert u of het geluid ook wer-
kelijk komt van de luidspreker die in de display
˜
wordt aangegeven. Zou dat bij een luid-
spreker niet kloppen, schakel de AVR dan uit
met de netschakelaar
1
en controleer de
luidsprekeraansluitingen en eventuele verbin-
dingen naar externe versterkers om er zeker
van te zijn dat alle luidsprekers met de juiste
kanalen zijn verbonden.
6. Na controle van de juiste positie van de luid-
sprekers, laat u het testsignaal opnieuw circu-
leren en u luistert welke kanalen luider klinken
dan andere. Met de front luidspreker links als
referentie drukt u op
/
¤
D
op de
afstandsbediening om alle luidsprekers op het-
zelfde niveau te brengen. Merk op dat drukken
op
/
Ea
het testsignaal op dat kanaal
zal blijven om de tijd te geven de afregeling te
maken. Laat u de toets los dan gaat de ruis na
vijf seconden weer rond. De cursor u in
beeld kan ook direct naar de af te regelen
luidspreker verplaatst worden met de
/
¤
D
toetsen op de afstandsbediening.
Ga door met het regelen van de afzonderlijke
luidsprekers tot ze alle hetzelfde volume hebben.
Merk op dat de regelingen alleen gemaakt die-
nen te worden met
/
Ea
op de
afstandsbediening, NIET met de volumeregeling.
Gebruikt u een geluidsdrukmeter (SPL) voor een
exacte instelling met het testsignaal, zet de
volumeregelaar
d
dan op –15 dB en stel
het niveau voor elk kanaal zo in dat de meter
75 dB aangeeft, C-gewogen, traag. (C-weighted,
slow). Nadat de instellingen zijn gemaakt draait
u het volume weer terug.
Opmerking: het uitgangsniveau van de sub-
woofer kan niet gecorrigeerd worden met behulp
van het testsignaal. Om het niveau van de sub-
woofer te corrigeren volgt u de stappen voor het
instellen van het uitgangsniveau op pagina 31.
Wanneer alle kanalen hetzelfde niveau hebben is
de afregeling gereed. Zet nu met volume
d
het niveau op ca. –40 dB, anders zal het afspeel-
niveau te hoog zijn zodra de muziek begint te
spelen. Om dit menu te verlaten drukt u op
/
¤
D
tot de cursor u in beeld naast de regel
BACK TO MASTER MENU staat en u drukt
op instellen
F
om het testsignaal uit te
schakelen en terug te keren naar het
MASTER MENU.
De uitgangsniveaus kunnen ook afgeregeld wor-
den door de afzonderlijke toetsen en het Semi-
OSD systeem te gebruiken. Om op deze manier
de uitgangsniveaus te regelen drukt u op test-
signaal
8
. Vanaf het moment dat u op de
toets drukt gaat het testsignaal, zoals eerder
beschreven, rond. Het juiste kanaal vanwaar u
het testsignaal wilt horen, wordt aangegeven in
het onderste derde deel van het beeld en in de
display
˜
. Als een extra aanwijzing wordt het
juiste kanaal, terwijl het testsignaal rondgaat,
ook aangegeven door de luidspreker/kanaal
keuze
$
, door een knipperende letter in het
correcte kanaal. Draai het volume
d
hoger
tot u de ruis duidelijk kunt horen.
Om het uitgangsniveau te regelen drukt u op
/
¤
D
op de afstandsbediening tot het
gewenste niveau in de display of in beeld wordt
aangegeven. Zodra u de toetsen loslaat gaat het
testsignaal na vijf seconden opnieuw rond.
Wanneer alle kanalen hetzelfde uitgangsniveau
hebben, zet u met volume
d
het niveau op
ca. –40 dB, anders zal het afspeelniveau te hoog
zijn zodra de muziek begint te spelen.
BELANGRIJK: se afregeling van het uitgangs-
niveau zal niet effectief zijn voor alle ingangen,
maar alleen voor de werkelijk geselecteerde sur-
roundfuncties. Om ook effectief te zijn voor een
andere functie, kiest u die functie (met welke
ingang dan ook) en u herhaalt de boven
omschreven inregeling. Zo kunt u verschillen in
niveaus tussen luidsprekers, die per surround-
functie kunnen verschillen, compenseren, of het
niveau van bepaalde luidsprekers opzettelijk
verhogen of verlagen, e.e.a. afhankelijk van de
gekozen surroundfunctie.
Opmerking: niveau inregeling is niet beschik-
baar voor de VMAx of Surround uit functie, aan-
gezien er geen surround luidsprekers gebruikt
worden (en er dus geen niveauverschillen kun-
nen optreden tussen luidsprekers in dezelfde
kamer). Maar om niveauverschillen te compense-
ren tussen stereo, VMAx en andere surroundfunc-
ties (onafhankelijk van de gekozen ingang) kun-
nen de uitgangen ingeregeld worden met de
procedure voor fijnregeling van de niveaus, zie
pagina 31, ook voor de Surround uit (stereo) en
VMAx functies. Zodra de op de vorige pagina
beschreven instellingen zijn gemaakt kan de
AVR gebruikt worden. Hoewel er nog extra
instellingen gemaakt kunnen worden, dient dit
bij voorkeur te gebeuren nadat u naar meerdere
bronnen heeft geluisterd met verschillende soor-
ten bronmateriaal. Deze geavanceerde instellin-
gen worden op pag. 31-32 van deze handleiding
beschreven. Bovendien kan elke instelling die u
in het begin gemaakt heeft, later gewijzigd
worden.
Bij het toevoegen van nieuwe of andere bronnen
of luidsprekers, of u wilt de instelling corrigeren
naar uw eigen smaak, volgt u eenvoudig de aan-
wijzingen voor het veranderen van de parameter
als hiervoor beschreven. Denk er aan dat alle wij-
zigingen op elk moment, ook bij gebruik van
afzonderlijke toetsen, in het geheugen van de
AVR worden opgeslagen, ook wanneer deze
geheel wordt uitgeschakeld, tenzij deze wordt
gereset (zie pagina 40).
Nu u klaar bent met de instelling en configuratie
van de AVR staat u op het punt het beste in
muziek en home theater weergave te beleven.
Veel plezier!
BEDIENING 23
Bediening
Overzicht Surroundfuncties
FUNCTIE EIGENSCHAPPEN BEREIK VERTRAGINGSTIJD
DOLBY DIGITAL Alleen beschikbaar met digitale bronnen, Dolby Digital gecodeerd. Maximaal vijf Midden: 0 - 30 ft / 9 m
audiokanalen en een speciaal kanaal voor Low-Frequency Effects. Standaard: 12 ft / 3,6 m
Surround: 0 - 30 ft / 9 m
Standaard: 10 ft / 3 m
DOLBY DIGITAL EX Beschikbaar wanneer de receiver geconfigureerd is voor 6.1/7.1 kanaals weergave; Dolby Digital EX Midden: 0 - 30 ft / 9 m
is de nieuwste versie van Dolby Digital. Bij gebruik met films of andere programma’s met een Standaard: 12 ft / 3,6 m
speciale codering, reproduceert Dolby Digital EX de speciaal gecodeerde geluidssporen zo dat Surround: 0 - 30 ft / 9 m
een volledig 6.1/7.1 ruimtebeeld beschikbaar komt. Staat de receiver op 6.1/7.1 gebruik en is een Standaard: 10 ft / 3 m
Dolby Digital signaal aanwezig, dan wordt automatisch EX gekozen. Ook wanneer een specifieke Surround achter: 0 - 30 ft / 9 m
EX codering niet beschikbaar is om het extra kanaal te leveren, zorgen de speciale algoritmes Standaard: 10 ft / 3 m
voor een 6.1/7.1 signaal.
DTS 5.1 Wanneer de luidspreker configuratie is ingesteld voor 5.1 kanaals gebruik, is de DTS 5.1 functie Vertraging niet instelbaar
beschikbaar bij het afspelen van DVD, audio muziek of laserdisc gecodeerd met DTS data.
DTS 5.1 biedt maximaal vijf gescheiden audiokanalen en een speciaal laagfrequent effect kanaal.
DTS-ES 6.1 Matrix Wanneer de luidspreker configuratie is ingesteld voor 6.1/7.1 kanaals gebruik, zal weergave van Vertraging niet instelbaar.
DTS-ES 6.1 Discrete van een DTS gecodeerd programma automatisch de keus van één van de twee DTS-ES functies
activeren. Nieuwere discs met speciale discrete DTS-ES codering worden gedecodeerd naar zes
discrete, kanalen met complete bandbreedte, plus een afzonderlijk laagfrequent kanaal.
Alle andere DTS discs worden gecodeerd in de DTS-ES Matrix functie, wat een 6.1 kanaals
klankbeeld oplevert met 5.1-kanaals geluid.
Dolby Pro Logic II Dolby Pro Logic II is de nieuwste versie van de baanbrekende surround technologie van Dolby Movie en Emulation:
Movie Laboratories, dat de discrete breedband links, rechts, centrum, rechts surround en links surround 0 - 30 ft / 9 m
Music kanalen decodeerde van matrix surround gecodeerde programma’s en conventionele Standaard: 12 ft / 3,6 m
Emulation stereobronnen bij analoge ingangen, of een digitale ingang met PCM of Dolby Digital 2.0 opnamen. Music:
De Dolby Pro Logic II Movie functie is geoptimaliseerd voor filmgeluid opgenomen in matrix 0 - 30 ft / 9 m
surround en levert gescheiden centrum, links achter en rechts achter signalen, terwijl de Pro Logic II Standaard: 10 ft / 3 m
Music gebruikt wordt met muziekprogramma’s die zijn opgenomen in matrix surround of zelfs in
gewoon stereo, met gescheiden links en rechts signalen in alle gevallen. De Pro Logic II Emulation
functie biedt indrukwekkende vijfkanaals weergave van conventionele stereo opnamen.
Logic 7 Cinema Exclusief voor Harman Kardon AV receivers is Logic 7 een moderne functie die maximale surround Vertraging niet instelbaar
Logic Musi informatie uit surround gecodeerde programma’s of conventioneel stereo materiaal haalt. Afhankelijk
Logic 7 Enhance van het aantal luidsprekers dat u gebruikt en de keus die is gemaakt in het
SURROUND SELECT
menu zijn de 5.1 versies van de Logic 7 functies beschikbaar wanneer de 5.1 optie is gekozen, terwijl de
7.1 versies van Logic 7 een volledig rondom klankbeeld geeft, inclusief achter surround luidsprekers
wanneer de 6.1/7.1 optie is gekozen. De Logic 7 C (Cinema) functie wordt gekozen voor elke bron die
Dolby Surround of identieke matrix codering bevat. Logic 7 C biedt een betere verstaanbaarheid in het
centrum kanaal en een betere plaatsing van geluiden bij bewegingen die daardoor veel realistischer
zijn dan bij voorgaande technieken. De Logic 7 M of Music functie wordt gebruikt bij analoge of PCM
stereo bronnen. Logic 7 M verbetert het effect door een breder front te bieden en meer ambiance achter.
Beide Logic 7 functies sturen tevens laagfrequent informatie naar de subwoofer (indien geïnstalleerd en
geconfigureerd) voor optimale impact van de bas. De Logic 7 E (Enhanced) functie is een uitbreiding
van de Logic 7 functies die primair gebruikt worden bij muziekprogramma’s en is alleen beschikbaar
met de 5.1 surround optie. Logic 7 E voegt extra laag effect in het gebied van 40 Hz tot 120 Hz toe aan
de front en surround luidsprekers en daarmee een minder sterk gelokaliseerd toneel dat breder en
dieper lijkt dan wanneer de subwoofer de enige bron van dat laag is.
24 BEDIENING
Bediening
Overzicht Surroundfuncties
FUNCTIE EIGENSCHAPPEN BEREIK VERTRAGINGSTIJD
DTS Neo:6 Cinema Deze beide functies zijn beschikbaar wanneer een analoge bron wordt gebruikt voor het creëren Vertraging niet instelbaar
DTS Neo:6 Music van een zeskanaals surround weergave van conventionele matrix gecodeerde en traditionele
stereobronnen. Kies de Cinema versie van Neo:6 wanneer een programma met analoge matrix
surround codering wordt afgespeeld. Kies de Music versie van Neo:6 voor optimale processing van
niet-gecodeerd tweekanaals stereoprogramma’s.
THEATER Matrix surround decodering voor standaard bioscoop of theater met stereo en zelfs Vertragingstijd niet instelbaar.
zuiver mono bronnen.
HALL 1 en HALL 2 Beide bieden matrix surround decodering en simuleren een medium grote zaal met stereo Vertragingstijd niet instelbaar.
en zelfs mono bronnen.
VMAx Near Bij gebruik van alleen de beide front luidsprekers biedt de gepatenteerde Harman Kardon Geen surround kanalen
VMAx Far VMAx een driedimensionaal beeld met de illusie van fantoom luidpsrekers op centrum en
surround posities. VMAx N (near field) is voor luisteren op minder dan 1,5 meter van de
luidsprekers; VMAx F (far field) voor luisteren op meer dan 1,5 meter afstand.
De VMAx functies zijn ook beschikbaar via de hoofdtelefoonuitgang 4. Wordt een
hoofdtelefoon gebruikt, dan verwijdert de Far Field functie het geluid van uw oren, aldus
het ‘in uw hoofd’ effect van de hoofdtelefoon reducerend.
5-Kanaals Stereo Deze functie maakt gebruik van de multi-luidspreker opstelling en plaatst het stereosignaal Vertraging niet instelbaar
7-Kanaals Stereo zowel voor als achter in de kamer.Afhankelijk van de configuratie van de AVR op
5.1 of 6.1/7.1 gebruik, is altijd één functie beschikbaar, niet beide. Ideaal voor het afspelen
van muziek b.v. op een feestje, met identieke signalen op front en achter links en op front en
achter rechts. De centrum luidspreker krijgt een monosignaal van in fase materiaal van links
en rechts
Surround Uit (stereo) Deze functies schakelen alle surround processing uit en zorgen voor zuivere links rechts Geen surround kanalen.
Surround Uit (passeren) weergave van tweekanaals stereo materiaal. De Surround Uit (Bypass) worden alleen gebruikt
DSP Surround Uit met analoge bronnen en vrijwaart het signaal van elke beïnvloeding op de weg naar de luidspreker
en subwoofer uitgangen door alle digitale processing over te slaan. Digitale Bas Management is in
Surround Uit niet beschikbaar. De DSP Surround Uit functie kan met elke analoge of digitale
functie gebruikt worden, daar het signaal digitale bas management ondergaat om de verdeling
van de lage frequenties tussen de hoofdluidsprekers en een subwoofer te optimaliseren.
BEDIENING 25
Bediening
Basisbediening
Nadat u de installatie en de configuratie van de
AVR heeft voltooid, kan het apparaat in gebruik
worden genomen en kunt u ervan gaan genieten.
Voor optimaal plezier van uw nieuwe receiver
gaat u als volgt te werk:
Inschakelen van de AVR
Wanneer u de AVR voor het eerst in gebruik
neemt drukt u op de netschakelaar
1
op het
frontpaneel om het apparaat in te schakelen. Het
apparaat komt dan in de standby positie, als aan-
gegeven door de blauwe kleur van de lichtnet-
indicatie
3
. Vanuit de standby positie kan het
apparaat worden ingeschakeld door op standby
2
of op ingangskeuze
%
op het frontpaneel
te drukken, of op AVR keuze
5
. Merk op dat
de lichtnetindicatie
3
groen wordt. Het appa-
raat schakelt nu in op de laatst gebruikte bron.
Het apparaat kan ook ingeschakeld worden door
op één van de ingangskeuze
4567
of ingangskeuze
%
op de voorzijde.
Opmerking: na op ingangskeuze
4
(uitge-
zonderd VID4) gedrukt te hebben, drukt u op
AVR keuze
5
om de afstandsbediening de
AVR functie te laten besturen.
Om het apparaat uit te schakelen aan het einde
van een luistersessie drukt u eenvoudig op
standby
2
op het frontpaneel of op uitscha-
kelen
3
op de afstandsbediening. De voeding
naar een apparaat dat op de geschakelde
lichtnetuitgang
G
op de achterzijde is aange-
sloten, zal spanningsloos worden en de lichtnet-
indicatie
3
wordt oranje. Als de afstandsbe-
diening gebruikt wordt om het apparaat uit te
schakelen, gaat het systeem eigenlijk in standby,
als wordt aangegeven door de oranje kleur van
de lichtnetindicatie
3
.
Bent u gedurende langere tijd afwezig, dan is het
verstandig om het apparaat helemaal uit te
zetten met de netschakelaar
1
.
Opmerking: alle voorkeurposities in het geheu-
gen kunnen verloren gaan wanneer het apparaat
langer dan twee weken spanningloos blijft of de
netschakelaar
1
uit staat.
Gebruik sluimerfunctie
• Om de AVR te programmeren voor auto-
matische uitschakeling, drukt u op sluimer-
functie
9
op de afstandsbediening. Telkens
wanneer op deze toets wordt gedrukt wordt de
tijd tot het uitschakelen verkorten in de
volgende reeks:
de sluimerfunctie wordt aangegeven onder
display
˜
en telt terug tot de tijd verstreken is.
Wanneer de ingestelde sluimertijd is verstreken
wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld
(standby). Denk er aan dat de helderheid van de
display wordt gehalveerd zodra een sluimertijd is
geprogrammeerd. Om de sluimerfunctie te laten
vervallen drukt u op sluimerfunctie
9
en u
houdt deze vast tot de display naar de normale
helderheid terugkeert en de indicatie
SLEEP
OFF
in de display
˜
verschijnt.
Ingangskeuze
• Om een bron te kiezen drukt u op een van de
ingangskeuze
46
op de afstandsbedie-
ning.
Opmerking: na op ingangskeuze
4
gedrukt
te hebben, drukt u op AVR keuze
5
om de
afstandsbediening de AVR functie te laten bestu-
ren.
• De bron kan ook gewijzigd worden door op
ingangskeuze
%
op het frontpaneel te
drukken. Telkens wanneer u de toets indrukt zal
de volgende bron in de reeks beschikbare
bronnen gekozen worden.
Wanneer een andere ingang wordt gekozen
schakelt de AVR automatisch naar de digitale
ingang (indien gekozen), de surroundfunctie en
de luidsprekerconfiguratie die tijdens het
configureren voor die bron is geprogrammeerd.
• De Video 3 Ingangen
Ô
, Optisch Digitale
Ingang 3
*
, of de Coax Digitale Ingang 3
Ó
op de voorzijde kunnen gebruikt worden om
tijdelijk een videospelletje of een camcorder op
het entertainment systeem aan te sluiten.
Wanneer er een andere bron wordt gekozen, zal
de naam van deze bron tijdelijk onderin beeld ver-
schijnen. De naam verschijnt ook in de display
˜
, en een blauwe LED licht op naast de naam
van de bron bij de ingangsindicatie
ˆ
.
Wanneer een pure audiobron (tuner, CD, tape,
6/8 kanaals directe ingang) wordt gekozen, blijft
de laatst gebruikte video ingang verbonden met
de video 1 en video 2 uitgangen
PR
en
video monitor uitgang
B
. Zo kan tegelijkertijd
naar verschillende bronnen worden gekeken en
geluisterd.
Wanneer een videobron wordt geselecteerd, zal
het audiosignaal naar de luidsprekers gestuurd
worden en het videosignaal naar de juiste
Monitor uitgang
B
en kan deze, op een TV
monitor die is aangesloten op de AVR, bekeken
worden. Indien een component video bron is
aangesloten op de DVD
L
of Video 2
J
com-
ponentingangen, dan wordt het signaal doorge-
geven naar de Component video-uitgang
K
.
Zorg ervoor dat uw TV is ingesteld op de juiste
ingang om het geschikte videosignaal te zien
(composiet, S-video of component video, zie
Opmerkingen over S-Video op pag. 14).
6-Kanaals/8-kanaals Directe
Ingang
Er zijn 2 ingangskeuzes beschikbaar voor gebruik
met bronnen als een DVD-Audio of SACD speler,
aangesloten op de 8-kanaals Directe Ingang
9
. Kies een geschikte ingang overeenkomstig de
opzet in instelling van uw bronnen:
De
6 CH DIRECT ingang wordt gebruikt
wanneer de SBR en SBL ingangen NIET gebruikt
worden en de bron een eigen intern bass
management bezit. Van deze ingang gaat het sig-
naal direct naar de volumeregelaar zonder enige
analoge of digitale omzetting en de niet-gebruik-
te ingangen worden uitgeschakeld zodat er geen
ongewenste stoorsignalen in het systeem kunnen
doordringen.
De
8 CH DIRECT INPUT wordt gebruikt
wanneer op alle 8-Kanaals Directe Ingangen
9
en de bron een eigen intern bass manage-
ment bezit. Van deze ingang gaat het signaal
direct naar de volumeregelaar zonder enige ana-
loge of digitale omzetting en de niet-gebruikte
ingangen worden uitgeschakeld zodat er geen
ongewenste stoorsignalen in het systeem kunnen
doordringen.
Denk er aan dat wanneer de 6-Kanaals of
8-Kanaals Directe ingang wordt gebruikt, geen
surround functie kan worden gekozen daar de
externe processor dan de functie bepaalt.
Bovendien verschijnt er geen signaal op de opna-
me uitgangen en geen laagprocessing wanneer
de 6-Kanaals of 8-Kanaals Directe ingang wordt
gebruikt en de klankregeling en balans werken
niet.
26 BEDIENING
Bediening
Instellingen en Gebruik
Hoofdtelefoon
• Stel het volume naar wens in met volume
ı
op het frontpaneel of volume hoger/lager
d
op de afstandsbediening.
• Om alle luidsprekers tijdelijk uit te schakelen
druk u op de toets muting
c
. Dit zal het sig-
naal naar alle luidsprekers en de hoofdtelefoon
onderbreken, maar heeft geen invloed op een
lopende opname of kopiëren. Is het geluid van
het systeem uitgeschakeld, dan knippert
MUTE
in de Display
˜
. Druk nogmaals op Mute
c
om naar normaal gebruik terug te keren.
Tijdens het luisteren kunt u de klankregeling
laag
en de klankregeling hoog
Ú
gebruiken het geluid naar eigen smaak in te stel-
len of de kamerakoestiek te compenseren. Denk
er aan dat deze regelingen en de balans niet
werken wanneer de 6/8 kanaals directe ingang
gebruikt wordt.
• Om een ‘rechte’ frequentiekarakteristiek te
krijgen en de klankregeling en de balans van de
AVR uit te schakelen drukt u op klankregeling
in/uit
8
zodat de indicatie Tone Off tijde-
lijk in de display
˜
verschijnt. Om de regeling
weer in te schakelen drukt u nogmaals op klank-
regeling in/uit
8
zodat Tone In tijdelijk in
de display
˜
verschijnt.
• Om alleen te luisteren sluit u een hoofdtelefoon
met 6,3 mm stereo jackplug aan op de hoofd-
telefoonuitgang
4
op het frontpaneel. Merk
op dat wanneer de plug van de hoofdtelefoon
wordt aangesloten, het woord
HEADPHONES
IN
kort door de display
˜
loopt en dat alle
luidsprekers uitgeschakeld worden. Wanneer de
plug wordt uitgetrokken zullen de luidsprekers
weer ingeschakeld worden.
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de
AVR 135 is de mogelijkheid een volledig meerka-
naals surround klankbeeld weer te geven van
digitale bronnen, analoge matrix gecodeerde
programma’s en standaard stereo en zelfs mono
programma’s.
De keus van een surround functie is een persoon-
lijke zaak, net als het type programmamateriaal
dat wordt gekozen. Zo dienen CD’s, films en TV-
programma’s die het logo van een van de belang-
rijke surround processen dragen, Dolby Surround
bijvoorbeeld, afgespeeld te worden in de Dolby
Pro Logic II Movie (bij films) of Music (met
muziek) surround functie, met een DTS Neo:6
functie of met de exclusieve Harman Kardon
Logic 7 Movie functie, om een volledige 5.1
kanaals weergave, of zelfs (met Logic 7 en DTS
NEO:6) 7.1 kanaals surround weergave van sur-
round gecodeerde programma’s, met een stereo
links en rechts achter signaal, precies zoals het
was opgenomen. Zo zal geluid dat links achter
was opgenomen ook alleen daar gehoord wor-
den. Nadere details op pagina 23-24.
Denk er aan dat Dolby Digital 2.0 signalen (bijv.
‘D.D. 2.0’ nummers op DVD) die gecodeerd zijn
met Dolby Pro Logic informatie en binnenkomen
via een digitale ingang automatisch in Dolby Pro
Logic II Movie worden afgespeeld (als aanvulling
op de Dolby Digital functie) en in 5.1 kanaals sur-
round worden weergegeven (zie ook Dolby
Digital op pagina 27).
Voor een breed en omringend geluid en duidelij-
ke bewegingen met analoge stereo opnamen
kiest u Dolby Pro Logic II Music of Emulation
functie of het exclusieve Harman Kardon Logic 7
Music voor een dramatische verbetering ver-
geleken met Dolby Pro Logic van voorheen.
Opmerking: wanneer een programma is
gecodeerd met matrix surround informatie blijft
deze informatie behouden zolang het programma
in stereo wordt uitgezonden. Kortom, films met
surround geluid kunnen op elke analoge wijze
worden gedecodeerd: Pro Logic II Cinema, Logic
7 Cinema of DTS Neo:6 Cinema wanneer ze via
conventionele TV-zenders, kabel of betaal-TV of
satelliet worden uitzonden. Bovendien worden er
steeds meer TV-programma’s, sportuitzendingen,
hoorspelen en muziek-CD’s opgenomen met
surround geluid. U kunt een overzicht van deze
programma’s bekijken op het web van Dolby
Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet genoteerd
staat als met internationale surround informatie
kan het zijn dat de Dolby Pro Logic II Music, DTS
NEO:6 Music of Logic 7 Music of Enhanced func-
tie uitstekende surround weergave biedt, door
gebruik te maken van de natuurlijke surround in-
formatie die in alle stereo-opnamen aanwezig is.
Probeer daarom bij stereoprogramma’s zonder
surround informatie de Theater, Hall en 5/7
kanaals stereo functies (vooral effectief met oude-
re 'extreme' stereo opnamen) en met monopro-
gramma’s raden we aan de Theater of Hall func-
ties te proberen. En bij gebruik van uitsluitend
twee front luidsprekers bevelen wij het door
Harman gepatenteerde VMAx aan, waarmee een
nagenoeg driedimensionaal ruimtebeeld wordt
bereikt met slechts twee luidsprekers.
Surround functies kunnen zowel op de voorzijde
als op de afstandsbediening worden gekozen.
Om via het frontpaneel een nieuwe surround
functie te kiezen, drukt u eerst op Surround
Functiegroep
5
tot de gewenste hoofdgroep
zoals Dolby, DTS of Logic 7 is gekozen. Druk dan
op Surround functie
9
om de specifieke
individuele surround functie te kiezen.
Om via de afstandsbediening een surround func-
tie te kiezen kiest u eerst de functiegroep waarin
zich de gewenste functie bevindt: Dolby
M
,
DTS Surround
N
, DTS Neo:6
T
, Logic 7
O
, Stereo
S
of DSP Surround
A
.
De eerste keer dat de toets wordt ingedrukt, ver-
schijnt de functie van die groep die actief is, dan
wel de eerste beschikbare functie wanneer een
andere actief is. Om door de verschillende func-
ties in de groep te schakelen drukt u nogmaals
tot de gewenste functie in de display
˜
en in-
beeld verschijnt.
Om een DSP functie te kiezen (Hall 1, Hall 2,
Theater, VMAx Near of VMAx Far) drukt u her-
haaldelijk op Surround Functie
A
om de
beschikbare functies te doorlopen.
Wanneer de geluidsfunctie verandert zal een
blauwe LED oplichten naast de gekozen functie
bij de Surround Functie
(
in de display.
Bovendien zal de AVR bij aanwezigheid van een
digitale bron automatisch naar de juiste functie
(Dolby Digital of DTS) overschakelen, e.e.a. onaf-
hankelijk van de tevoren gekozen functie. Meer
informatie over het kiezen van digitale bronnen
in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.
Wanneer de 6-kanaals/8-kanaals directe ingan-
gen in gebruik zijn, is er geen surround proces-
sing, daar deze ingangen de analoge signalen
gebruiken van een extra, externe DVD-Audio of
SACD-speler, dan wel een ander apparaat, die
regelrecht naar de volumeregelaar gaan.
BEDIENING 27
Bediening
Om naar een programma te luisteren in traditio-
neel tweekanaals stereo met alleen de front luid-
sprekers links en rechts (en de subwoofer indien
geïnstalleerd en geconfigureerd), tot
SURR
OFF
in de display
˜
verschijnt.
Digitale Audio Weergave
Digitale audio is een belangrijke stap voorwaarts
ten opzichte van het oude analoge surround sys-
teem zoals Dolby Pro Logic. Het biedt vijf of zes
discrete kanalen: links front, centrum, rechts
front, links surround en rechts surround en bij
DTS (zie verderop) zelfs surround achter (met
identieke signalen voor links en rechts).
Elk kanaal reproduceert het volledige frequentie-
bereik (20 Hz tot 20 kHz) en bezit een aanzienlijk
groter dynamisch bereik en ruimere signaal/ruis-
afstand. Bovendien hebben digitale systemen de
mogelijkheid een extra kanaal te leveren dat spe-
ciaal bedoeld is voor lage frequenties. Dit is het
‘.1’ kanaal waarnaar wordt verwezen wanneer u
deze systemen beschreven ziet als “5.1, “6.1” or
“7.1” bijvoorbeeld. Het baskanaal is gescheiden
van de andere kanalen, maar aangezien de band-
breedte opzettelijk beperkt is, hebben technici er
die specifieke benaming aan gegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital (aanvankelijk bekend als AC-3
®
) is
een standaard onderdeel van DVD, en beschik-
baar op speciaal gecodeerde laserdiscs en satel-
lietuitzendingen. Het maakt deel uit van het nieu-
we high-definition televisie (HDTV) systeem.
Merk op dat er een extra, externe RF demodula-
tor nodig is om de AVR te gebruiken met de
Dolby Digital soundtracks op laserdiscs. Sluit de
RF uitgang van de LD-speler aan op de demodu-
lator en sluit vervolgens de digitale uitgang van
de demodulator aan op de optische of coax
ingangen
UV
van de AVR.
Voor DVD-spelers en DTS-gecodeerde laserdiscs
is geen demodulator nodig.
DTS
DTS is een ander digitaal audio systeem dat 5.1,
6.1 or 7.1 audio kan leveren. Hoewel zowel DTS
als Dolby Digital digitaal zijn, maken ze gebruik
van andere methoden om de signalen te coderen
en hebben daarom andere decoders nodig om de
digitale signalen weer naar analoog om te zetten.
DTS-gecodeerde soundtracks zijn op bepaalde
DVD’s en LD’s beschikbaar, en op speciale alleen
voor audio bestemde DTS CD’s. U kunt elke LD,
DVD of CD-speler voorzien van een digitale uit-
gang gebruiken om DTS-gecodeerde speciale
audio-CD’s met de AVR af te spelen, maar DTS-
LD’s en DTS-DVD’s kunnen alleen op resp. LD-
spelers en op DVD-spelers worden afgespeeld. U
hoeft zulke spelers slechts aan te sluiten op de
optische of coax ingangen
UV
van
de AVR.
Om DVD’s die DTS zijn gecodeerd te beluisteren
dient de DVD-speler compatibel zijn met het DTS-
signaal, wat wordt aangegeven met het DTS-logo
op het voorpaneel van de speler. Merk op dat
sommige vroegere DVD-spelers misschien niet in
staat zijn om DTS-gecodeerde DVD’s af te spelen.
Dit wijst niet op een probleem met de AVR, want
sommige spelers kunnen het DTS-signaal niet door-
geven via de digitale uitgangen. Indien u eraan twij-
felt of uw DVD-speler DTS DVD’s kan afspelen,
raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing van de speler.
Denk er aan dat sommige DVD-spelers geleverd
worden, ingesteld op uitsluitend Dolby Digital
voor de digitale uitgang. Om ervoor te zorgen dat
ook DTS signalen naar de AVR gaan, dient u het
menusysteem van de DVD-speler te controleren.
PCM Audio afspelen
PCM (Puls Code Modulation) is een niet-gecom-
primeerd digitaal audiosysteem dat gebruikt
wordt voor compact discs, niet-Dolby Digital/DTS
Laserdiscs en sommige speciaal PCM gecodeerde
DVD’s. De digitale schakelingen in de AVR kun-
nen digitaal-naar-analoog omzetten in hoge kwa-
liteit en kunnen rechtstreeks worden verbonden
met de digitale audio-uitgang van uw CD- of LD-
speler. (LD alleen voor PCM- of DTS-programma’s,
voor Dolby Digital discs is een RF-adapter nodig,
zie pagina ‘Dolby Digital’).
Verbinden met de optische of coax ingangen
UV
op de achterzijde, of op de digitale
ingangen
op de voorzijde.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren moet
eerst de ingang voor de gewenste bron worden
geselecteerd (b.v. CD) om het videosignaal
(indien aanwezig) naar de TV monitor te leiden
en een analoog audiosignaal te leveren voor
opname. Druk vervolgens op de digitale
ingangskeuze
Û
G
en gebruik vervolgens de
/
¤
D
op de afstandsbediening of instellen
7
op het frontpaneel, tot de gewenste keuze
OPTICAL of COAX in de display
˜
verschijnt. Druk op instellen
@
F
om de
gewenste keuze in te voeren.
Tijdens het afspelen van PCM kunt u elke sur-
round functie kiezen, uitgezonderd Dolby Digital
of DTS.
Digitale bron kiezen
Om een digitale functie te gebruiken dient een
digitale bron correct op de AVR te zijn aangeslo-
ten. Sluit de digitale uitgangen van de DVD-spe-
lers, HDTV-ontvangers, satellietsystemen en CD-
spelers aan op de optische of coax ingangen
UV
op de achterzijde of de voorzijde
aan. Om ook analoog te kunnen opnemen, die-
nen de analoge uitgangen van de digitale bron te
worden verbonden met de juiste ingangen op de
achterzijde van de AVR (voorbeeld: sluit de analo-
ge stereo uitgang van een DVD-speler aan op de
DVD-ingang
5
op de achterzijde als u de digi-
tale uitgangen van de bron aansluit).
Om een digitale bron als DVD te kiezen, kiest u
eerst met de afstandsbediening of op het front de
ingang met ingangskeuze
4
%
als eerder
uitgelegd om het videosignaal (indien aanwezig)
naar de TV monitor te sturen en het analoge
audiosignaal voor opname beschikbaar te heb-
ben. Wanneer het digitale signaal dat is toegewe-
zen aan de gekozen ingang (b.v. ‘DVD’) niet auto-
matisch wordt gekozen (door eerder gemaakte
instellingen tijdens het configureren, zie pagina
18) kiest u de digitale bron door op digitale
ingangskeuze
G
Û
te drukken en
/
¤
D
op de afstandsbediening of de insteltoetsen
7
op de voorzijde om de OPTICAL of COAXIAL
ingangen te kiezen, zoals deze in de display
˜
of de in-beeld display verschijnen.
Speelt een digitale bron, Speelt een digitale bron,
dan zal de AVR automatisch signaleren of een
meerkanaals Dolby Digital dan wel een DTS of
conventioneel PCM signaal wordt toegevoerd,
wat de standaard is bij CD-spelers.
Denk er aan dat een digitale ingang (b.v. coax)
verbonden blijft met de analoge ingang (b.v.
DVD) zodra het is gesignaleerd, zodat het digitale
signaal niet opnieuw gekozen hoeft te worden
telkens wanneer een bepaalde ingang, bijvoor-
beeld DVD, wordt gekozen.
Digital Bitstream Indicatie
Wanneer een digitale bron speelt, signaleert de
AVR het type bitstream data dat aanwezig is.
Gebruik makend van deze informatie wordt de
juiste surroundfunctie automatisch gekozen.Voor-
beeld: DTS bitstreams laten het apparaat naar de
DTS decoder omschakelen, en Dolby Digital bit-
streams zorgt voor omschakeling op de Dolby
Digital decoder. Signaleert het apparaat PCM data
van CD’s en LD’s en sommige muziek DVD’s of
bepaalde nummers op normale DVD’s, dan kan de
juiste surroundfunctie met de hand worden geko-
zen. Daar de beschikbare surroundfuncties worden
bepaald van het type digitale data, maakt de
AVR gebruik van een aantal indicaties waaraan u
kunt zien om wat voor signaal het gaat. Dit verhel-
dert de keuze van functies en ingangen afhankelijk
van het materiaal op de disc.
Bij het afspelen van een digitale bron geeft de
AVR aan om welk type bitstream het gaat. Deze
aanwijzingen verschijnen kort nadat een ingang
of surround functie is veranderd en blijft ca. vijf
seconden in de display
˜
staan waarna de
gebruikelijke surround functie weer verschijnt.
28 BEDIENING
Bediening
Surround Functies
Voor Dolby Digital en DTS bronnen verschijnt een
driecijferige indicatie met het aantal kanalen in
het signaal. Voorbeeld van de indicatie is 3/2/.1.
Het eerste cijfer geeft aan hoeveel discrete front
kanalen aanwezig zijn.
• Een 3 geeft aan dat er gescheiden front links,
centrum en rechts signalen beschikbaar zijn. Dit
wordt aangegeven bij Dolby Digital 5.1 en DTS
5.1 programma’s.
• Een 2 geeft aan dat er gescheiden front links en
rechts signalen aanwezig zijn, maar geen dis-
creet centrum kanaal. Dit wordt aangegeven
voor Dolby Digital bitstream met stereo pro-
grammamateriaal.
• Een 1 geeft aan dat er alleen een monosignaal
in het Dolby Digital bitstream aanwezig is.
Het middelste cijfer geeft aan hoeveel discrete
surround signalen aanwezig zijn.
• Een 2 geeft aan dat gescheiden surround links
en rechts beschikbaar zijn. Wordt aangegeven
voor Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s.
• Een 1 geeft aan dat slechts één enkel surround
kanaal gecodeerd is. Dit verschijnt bij Dolby
Digital bitstream met matrix codering.
• Een 0 geeft aan dat er geen surround informa-
tie aanwezig is. Dit verschijnt bij tweekanaals
stereoprogramma’s.
Het laatste cijfer geeft aan of er een discreet Low
Frequency Effect (LFE) kanaal aanwezig is. Dit is
de “.1” in de algemeen gebruikte afkorting “5.1”
en is een speciaal kanaal dat alleen maar laag
bevat.
• Een 1 geeft aan dat een LFE kanaal aanwezig
is. Verschijnt bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1
programma’s indien aanwezig.
• Een 0 geeft aan dat er geen LFE kanaal
beschikbaar is. Ook al is er echter geen LFE
kanaal, toch zal er laagfrequent materiaal in de
subwoofer aanwezig zijn wanneer de luidspre-
ker configuratie is ingesteld op de aanwezig-
heid van een subwoofer.
• De informatie rechts naast de display geeft aan
of het digitale signaal een speciale code bevat
waarmee automatisch de juiste 6.1 of 7.1 func-
tie wordt geactiveerd. Dat wordt aangegeven
als EX-ON of EX-OFF voor Dolby Digital en als
ES-ON of ES-OFF voor DTS bitstreams.
De aanwijzing
UNLOCK kan verschijnen in de
onderste regel van de display
˜
. Dat geeft aan
dat de digitale datastroom onderbroken of niet
langer beschikbaar is. Wanneer dat gebeurt heeft
de digitale processor van het apparaat geen sig-
naal waarop kan worden ‘gelocked’ en is daar-
mee ontkoppeld. Deze aanwijzing kan verschijnen
wanneer een DVD wordt gestart totdat de digita-
le bitstream op gang komt en de processor kan
bepalen welke functie moet worden gekozen; of
op elk moment dat de datastroom wegvalt of
wordt onderbroken, zoals bij het bekijken van
menu’s bij sommige discs, of wanneer de speler
schakelt tussen de verschillende delen van een
disc. Ook kan de aanwijzing verschijnen wanneer
een satellietontvanger, een set-top box of HDTV-
tuner wordt gebruikt en het audiosignaal tijdelijk
wordt onderbroken wanneer een ander kanaal
wordt gekozen of wanneer de kabelbox schakelt
van een kanaal met digitale datastroom naar een
met alleen analoge audio. De
UNLOCK aanwij-
zing is normaal en duidt niet op een probleem
met uw receiver. Het vertelt u slechts dat de in-
komende datastroom om een aantal mogelijke
redenen onderbroken of niet aanwezig is.
Wanneer Dolby Digital 3/2/.1 of DTS 3/2/.1 signa-
len worden afgespeeld schakelt de AVR automa-
tisch naar de juiste surround functie en kan geen
andere bewerking worden gekozen. Wanneer een
Dolby Digital signaal met 3/1/0 of 2/0/0 signaal
binnenkomt kunt u elke gewenste Dolby surround
functie kiezen.
Het is altijd verstandig de uitlezing van de kanaal-
gegevens te controleren om er zeker van te zijn
dat die overeenkomt met de audio logo informa-
tie op de achterzijde van de DVD verpakking.
Soms ziet u een indicatie als “2/0/0/” zelfs op
discs met een compleet 5.1 of 3/2/.1 signaal. In
dat geval is het belangrijk de instellingen van uw
DVD-speler of het audiomenu voor de spelende
disc te controleren om er zeker van te zijn dat het
juiste signaal naar de AVR wordt gestuurd.
PCM Weergave indicaties
PCM is de afkorting van Puls Code Modulatie, het
signaaltype dat voor standaard CD-weergave
wordt gebruikt en andere niet-Dolby Digital en
niet-DTS digitale bronnen zoals MiniDisc. Komt
een PCM-signaal binnen, dan geeft de display
˜
kort de letters PCM aan, naast de sampling-
frequentie van het digitale signaal.
In de meeste gevallen zal dat
48 KHZ zijn,
hoewel sommige speciaal geremasterde hoge
resolutie audiodiscs kan
96 KHZ aangegeven
worden.
De
PCM 48 KHZ indicatie verschijnt ook wan-
neer de functie van de ingang wordt gewijzigd
voor analoge bronnen. In dat geval geeft het
systeem aan welke sampling frequentie intern
wordt gebruikt op de uitgang van analoog/digi-
taal converter die het binnenkomende signaal van
een videorecorder, cassettedeck, tuner of andere
analoge bron naar digitaal omzet.
Luidspreker/Kanaal Indicaties
Naast de signaaltype indicaties biedt de AVR
een stel unieke kanaal indicaties die u vertellen
hoeveel kanalen in de digitale informatie ont-
vangen worden en of het digitale signaal onder-
broken wordt. (Zie afbeelding 9).
Afbeelding 9
Deze indicaties zijn de L/C/R/LFE/SL/SR/SBL/SBR
letters die in de hokjes bij de Luidspreker/
kanaal indicaties
$
in de display
˜
staan.
Wanneer een standaard analoog stereo of matrix
surround signaal actief is, lichten alleen “L en
“R” op, daar analoge signalen alleen links en
rechts bevatten.
Dat geldt zelfs bij surround opnamen, die de sur-
round informatie alleen in het linker en rechter
kanaal dragen. Digital signalen echter kunnen
één, twee, vijf, zes of zeven afzonderlijke kanalen
hebben, afhankelijk van het programmamateriaal,
de uitzendmethode en de manier waarop zij geco-
deerd werden. Wanneer een digitaal signaal wordt
afgespeeld zullen de letters in de indicaties oplich-
ten als gevolg van het signaal dat ontvangen
wordt. Het is belangrijk op te merken dat hoewel
bijvoorbeeld naar Dolby Digital verwezen wordt als
een ‘5.1’ systeem, niet alle Dolby Digital DVD of
audionummers op een DVD of ander Dolby Digital
materiaal gecodeerd zijn voor 5.1. Het is dus nor-
maal dat voor een DVD met Dolby Digital geluid
alleen de ‘L’ en ‘R’ indicaties geactiveerd worden.
Opmerking: veel DVD’s zijn opgenomen met
zowel een ‘5.1’ als een ‘2.0’ versie van hetzelfde
materiaal, waarbij de ‘2.0’ versie vaak gebruikt
wordt voor andere talen. Wanneer u een DVD
afspeelt, controleer dan steeds het type materiaal
op de schijf. De meeste schijven geven deze infor-
matie in de vorm van een overzicht of symbool op
de hoes. Wanneer een schijf meerdere systemen
aanbiedt, zult u misschien instellingen op uw DVD-
speler moeten wijzigen (meestal met de Audio
select’ toets of via een menu op de schijf) om een
volledig 5.1 signaal naar de AVR te sturen of om
het juiste geluid en de juiste taal te kiezen. Het is
ook mogelijk dat het type signaal verandert tijdens
het afspelen van een DVD. In sommige gevallen
zullen de voorproefjes van speciaal materiaal in 2.0
audio opgenomen zijn, terwijl het hoofdprogram-
ma beschikbaar is in 5.1 audio. Zolang uw DVD-
speler is ingesteld op 6-kanaals uitgangssignaal zal
de AVR automatisch de veranderingen in de bit-
stream en het aantal kanalen detecteren en dit
met de indicaties aangeven. De letters zoals
gebruikt bij de indicaties.
BEDIENING 29
Bediening
Belangrijk: Wanneer een digitale surround bron
(Dolby Digital, DTS) wordt afgespeeld zullen de
letters SBL/SBR voor de surround achter kanalen
alleen verschijnen bij een DTS-ES DISCRETE 6.1
bron. Deze functie wordt dan in de display aan-
gegeven en in-beeld. Bij alle andere opnamen
kunnen de indicaties voor de achter surround
luidsprekers oplichten (mits deze luidsprekers
geconfigureerd zijn) om aan te geven dat er een
signaal naar toe gaat (matrix gedecodeerd met
NEO:6, LOGIC 7 of 7 Kan. Stereo) maar geen let-
ters lichten op wanneer de AVR geen ingangssig-
naal ontvangt voor de surround achter kanalen.
Luidsprekers/kanaal functie
$
knipperen
ook om aan te geven wanneer een bitstream
onderbroken wordt. Dat gebeurt wanneer een
digitale ingang voor het afspelen gekozen is, of
wanneer een digitale bron zoals een DVD op
pauze staat. De knipperende indicaties wijzen
erop dat het afspelen is onderbroken door de
afwezigheid van een digitaal signaal en niet door
een fout in de AVR. Dit is normaal en de digitale
weergave zal hervat worden zodra het afspelen
opnieuw gestart wordt.
Nachtfunctie
Een speciale functie van Dolby Digital. Deze func-
tie stelt u in staat om Dolby Digital bronnen
volledig verstaanbaar af te spelen, maar met
beperkte maximale piekniveaus, terwijl de zwak-
ke signalen 1/4 tot 1/3 opgetrokken worden. Dat
vermijdt dat abrupt luide overgangen anderen
storen, zonder de impact van de digitale bron te
beperken. De nachtfunctie is alleen beschikbaar
wanneer de Dolby Digital functie gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer
een Dolby Digital DVD speelt door op nacht-
functie
B
op de afstandsbediening. Druk ver-
volgens op
/
¤
D
om de gematigde of de
volledige compressie (medium of full) van de
nachtfunctie te kiezen. Om de nachtfunctie uit te
schakelen drukt u op
/
¤
D
tot de aanwijzing
onderin de video display en de display
˜
D-RANGE OFF.
De Nacht Functie kan ook permanent op het
gewenste compressie niveau worden gekozen
zodra de Dolby Digital functie wordt geactiveerd
via de opties in het
DOLBY menu. Zie pagina
19 voor informatie over het menu voor deze
optie.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
1. Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de
functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat,
zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen en
de kanaalposities in de luidspreker/kanaal
functie
$
zullen knipperen. Dit is normaal en
wijst niet op een probleem met de AVR of met de
bron. De AVR zal, zodra de gegevens weer
beschikbaar zijn en wanneer het apparaat weer
op afspelen staat, naar de normale digitale weer-
gave terugkeren.
• Hoewel de AVR bijna alle DVD films, CD’s en
HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk dat
sommige toekomstige digitale formaten niet
compatibel zijn met de AVR.
• Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde
programma’s en niet alle audionummers op een
DVD volledig 5.1 of 6.1-kanaals audio bevatten.
Raadpleeg de handleiding van het programma bij
uw DVD of laserdisc om na te gaan welk type
audio op de disc is opgenomen. De AVR herkent
automatisch het type digitale surround codering
en geeft dat aan in de Kanaal Indicaties
$
en
stelt zich hierop in.
Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
kunnen normaal gesproken geen analoge sur-
round functies als Dolby Pro LogicII, Dolby 3
Stereo, Hall, Theater, 5Kan/7Kan Stereo of Logic 7
worden gekozen, uitgezonderd met Dolby Digital
2.0 opnamen, die met Dolby Por Logic II afge-
speeld kunnen worden. Zie pagina 27.
Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
kan een analoge opname NIET worden gemaakt
via de Tape uitgangen
3
of Video 1 of
Video 2
W7
uitgangen, ook wanneer de bron
is verbonden met een digitale ingang op de AVR,
zolang 'Surround Off' is gekozen (kan alleen met
een PCM bron). Maar het analoge tweekanaals
signaal, zelfs van een Dolby Digital bron (geen
DTS), de 'Downmix' naar Stereo of Dolby
Surround, kan worden opgenomen door de
analoge audio uitgangen met de juiste analoge
ingangen (DVD bijvoorbeeld) van de AVR, van de
AVR te verbinden. Bovendien worden de digitale
signalen doorgegeven naar de digitale audio
uitgangen
A
.
Opnemen op cassette
Bij normaal gebruik worden de audio en video
signalen die op de AVR voor kijken en luisteren
zijn gekozen door gestuurd naar de opname uit-
gangen. Dat betekent dat elk programma waar u
naar kijkt of luistert simpelweg kan worden
opgenomen door recorders aan te sluiten op de
uitgangen Tape Outputs
3
of Video 1 of
2 Outputs
PRW7
.
Wordt een digitale audiorecorder aangesloten op
één van de digital audio uitgangen
A
dan
kunt u de digitale signalen opnemen met CD-R,
MiniDisc of ander digitaal opnamesysteem. Denk
er aan dat alle digitale signalen worden doorge-
stuurd naar zowel de coax als optisch digitale
uitgangen, ongeacht het type digitale ingang dat
werd gekozen.
Opmerkingen:
• De digitale uitgangen zijn alleen actief wanneer
er een digitaal signaal aanwezig is en ze zetten
een analoog ingangssignaal niet naar een digitaal
uitgangssignaal om, noch veranderen zij het for-
maat van het digitale signaal (b.v. Dolby Digital
naar PCM of vice versa, maar coax digitale signa-
len worden naar optisch omgezet en omgekeerd).
Bovendien dient de digitale recorder compatibel te
zijn met het uitgangssignaal. Voorbeeld: het PCM
digitale uitgang van een CD-speler kan opgeno-
men worden op een CD-R of MiniDisc, maar Dolby
Digital of DTS-signalen niet.
• Het maken van een analoge opname van een
digitale bron is mogelijk, maar alleen van een
PCM bron (geen Dolby Digital of DTS) en alleen
correct wanneer 'Surround Off' is gekozen. Met
elke andere Surround functie worden alleen de
front L/R signalen naar de opname gestuurd.
Instelling Uitgangsniveau
Het normale weergaveniveau van de AVR wordt
ingesteld met behulp van het testsignaal, als
beschreven op pagina 23. In sommige gevallen
echter, is het wenselijk om de weergaveniveaus
aan te passen aan de diverse programma’s waar
u bekend mee bent. Verder kunnen de weergave
niveaus voor de subwoofer en de Stereo and
VMAx functies alleen maar via deze procedure
aangepast worden.
Om de weergaveniveaus aan programma’s aan te
kunnen passen, dient eerst de surroundfunctie
waarin u de luidsprekers wilt afstellen (zie opmer-
king hieronder) gekozen te worden. Start vervol-
gens het door u gekozen programma en stel, met
volume
d
het referentie niveau voor de front
luidsprekers links en rechts in.
Als het referentieniveau eenmaal is ingesteld,
drukt u op kanaalkeuze
C
Ù
waarop
FRONT L LEVEL verschijnt in de display
˜
. Om het niveau te veranderen drukt u eerst
op instellen
F
@
en vervolgens gebruikt u de
insteltoetsen
7
of
/
¤
D
om het niveau
te verhogen of te verlagen. Gebruik NIET de volu-
meregelaar, want dit zal de referentie instelling
wijzigen. Druk op de toets instellen
F
@
,
zodra de wijziging doorgevoerd is en druk vervol-
gens op de insteltoetsen
7
of
/
¤
D
om
de locatie van zonodig een ander kanaal dat u
wenst aan te passen, te kiezen. Om het niveau
van de subwoofer aan te passen, drukt u op de
insteltoetsen
7
of
/
¤
D
tot de aanwij-
zing
WOOFER LEVEL in de display
˜
of op
de in-beeld display verschijnt (alleen van toe-
passing indien de subwoofer geactiveerd is).
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in
de display
˜
en in beeld verschijnt, op in-
stellen
F
@
en volg de instructies op.
Herhaal deze procedure zonodig om alle kanalen
in te stellen. Wanneer alle instellingen zijn
gemaakt en gedurende vijf seconden worden
geen correcties meer gemaakt keert de AVR terug
naar normaal gebruik.
30 BEDIENING / BIJZONDERE FUNCTIES
Bediening
De kanaaluitgang gekoppeld aan welke ingang
dan ook, kan ook aangepast worden m.b.v. het
menu systeem ‘volledig in-beeld display’. Stel
allereerst met volume
ı
d
op een plezierig
geluidsniveau in. Druk vervolgens op
in-beeld display
L
om in het hoofdmenu
MASTER MENU (Afb.1) te komen. Druk daarna
op
¤
four times until the on-screen naast de
regel
CHANNEL ADJUST (KANAALKEUZE)
staat. Druk op de toets instellen
F
om het
menu
CHANNEL ADJUST (KANAALKEUZE)
(Afb. 10) te activeren.
Afbeelding 10
Zodra het menu verschijnt wordt het testsignaal
uitgeschakeld. Op die manier kan ook een exter-
ne test-CD of ander bronmateriaal als testsignaal
worden gebruikt. Gebruik vervolgens
/
¤
D
om de kanalen te kiezen die u wilt corrigeren.
Gebruik bij elk kanaal de
/
Ea
toetsen
om het uitgangsniveau te wijzigen.
Onthoud wanneer u een disc met een testsignaal
gebruikt (b.v. roze ruis) of een externe testgene-
rator, dat het er om gaat alle kanalen op de luis-
terpositie met gelijke sterkte te horen, ongeacht
welke surround functie is gekozen. Gebruikt u
een gewone disc met muziek als testsignaal dan
kunt u het niveau van elk kanaal naar eigen
inzicht instellen, en u kunt bijvoorbeeld het cen-
trum kanaal wat zachter zetten of de achter
kanalen wat luider omdat u deze in bepaalde
omstandigheden wat te zacht vindt.
Wanneer u alle niveaus terug wilt zetten in de
fabrieksinstelling en 0 dB offset, drukt u op
/
¤
D
tot de in-beeld cursor naast
CHANNEL RESET staat en u drukt op
/
Ea
zodat ON (aan) oplicht. Nadat de
niveaus zijn teruggezet hervat u de procedure
om de gewenste niveau instellingen te maken.
Wanneer alle aanpassingen gerealiseerd zijn,
drukt u op
/
¤
D
om de cursor in beeld
naar de positie
BACK TO MASTER MENU
(terug naar menu) te verplaatsen, en druk om in
het hoofdmenu andere aanpassingen te maken
op instellen
F
. Indien u geen verdere aan-
passingen wenst te maken, dan drukt u op de
toets in-beeld display
L
om het menu-
systeem te verlaten.
Opmerking: de uitgangsniveaus kunnen voor
iedere digitale en analoge surroundfunctie afzon-
derlijk ingesteld worden. Indien u andere niveaus
voor een specifieke functie wenst, kies dan die
functie en volg stapsgewijs bovengenoemde
instructies.
Met de Stereo en VMAx functies is de hiervoor
beschreven procedure de enige manier om de uit-
gangsniveaus in te stellen, b.v. om de niveaus van
Stereo en VMAx aan de andere aan te passen.
Geheugenbeveiliging
Dit product is uitgerust met een geheugenbevei-
liging die de opgeslagen zenders van de tuner en
de systeemconfiguratie vasthoudt als het appa-
raat helemaal wordt uitgeschakeld, de stekker uit
het stopcontact wordt genomen of wanneer de
netspanning uitvalt. Dit geheugen blijft ca.
2 weken behouden; daarna dient alle informatie
opnieuw te worden ingevoerd.
BIJZONDERE FUNCTIES 31
Bijzondere functies
De AVR 135 is voorzien van een aantal geavan-
ceerde functies, die het apparaat extra flexibel
maken. Ook al is het niet noodzakelijk om deze
extra’s altijd te gebruiken, toch bieden zij vele
extra keuzemogelijkheden, die u wellicht goed
van pas komen.
Display Dimmer
Bij normaal gebruik blijven de display en de indi-
caties op de voorzijde op volle sterkte branden.
U kunt ze echter ook dimmen of uitschakelen als
beschreven op pagina 31. Nog een andere optie
is dat de displays alleen ingeschakeld worden
wanneer op een toets op het front of op de
afstandsbediening wordt gedrukt en dan na een
vaste periode weer uitschakelt.
Om de display op het front op de fade functie
te zetten drukt u op OSD
L
om het hoofd-
menu in beeld op te roepen. Druk op
/
¤
Navigatie
D
om de cursor op de regel
ADVANCED staat en druk op Set
F
om het
ADVANCED SELECT (bijzondere functies)
te kiezen (afb. 11).
Afbeelding 11
Met ADVANCED SELECT in beeld drukt u
op
/
¤
Navigatie
D
zodat de cursor
naar de regel
VFD FADE TIME OUT gaat.
Vervolgens drukt u op
/
Navigatie
Ea
zodat de tijd wordt ingesteld die de displays blij-
ven branden wanneer op een toets werd
gedrukt.
Is die tijd ingesteld en het apparaat weer in nor-
maal gebruik teruggekeerd, dan blijven de dis-
plays branden gedurende de gekozen tijd telkens
wanneer een toets op het front of op de
afstandsbediening wordt ingedrukt. Daarna
doven de displays langzaam met uitzondering
van de verlichting rond Standby/In
3
die u er
aan herinnert dat de AVR aan staat. Denk er aan
dat de Fade functie niet werkt wanneer de dis-
plays geheel uitgeschakeld zijn met de toets
Dimmer als aangegeven op pagina 31.
Wilt u nog andere instellingen maken in het
ADVANCED SELECT menu druk dan op
/
¤
Navigatie
D
om de cursor naast
het gewenste item te verplaatsen of naast
BACK TO MASTER MENU om vervolgens
op Set
F
te drukken om een correctie in een
ander menu te maken. Bent u gereed met alle
instellingen druk dan op OSD
L
om het
menusysteem te verlaten.
Helderheid display
De display
˜
op het frontpaneel van de
AVR is standaard ingesteld op een helderheidsni-
veau dat voldoende is om de informatie in een
normaal verlichte ruimte te kunnen lezen. Het is
echter mogelijk dat u onder bepaalde omstan-
digheden de helderheid tijdelijk wilt wijzigen, of
zelfs geheel wilt uitschakelen.
Om de ingestelde helderheid van de display
voor een specifieke luistersessie te wijzigen,
dient u een aanpassing te maken in het menu
ADVANCED SELECT (bijzondere functies).
Om die instellingen te activeren drukt u op in-
beeld display
L
om het MASTER MENU
(hoofdmenu) in beeld te brengen. Druk op
D
tot de cursor naast de regel ADVAN-
CED
(bijzonder) staat. Druk op instellen
F
om het menu ADVANCED SELECT (bijzon-
dere functies - Afb. 11) te activeren.
Om de helderheid in het menu
ADVANCED
SELECT
(bijzondere functies) te wijzigen,
dient de cursor (in beeld) naast de regel
VFD te staan en druk vervolgens op
a
tot
het gewenste niveau van helderheid in beeld
wordt aangegeven. Wanneer
FULL (volledig)
verschijnt, zal de display de normale helderheid
hebben. Is
HALF (half) Verschijnt HALF (medi-
um), dan zal de display met halve helderheid
oplichten. Is
OFF (uit) Verschijnt OFF (uit),
dan zullen alle indicaties in de display
˜
doven.
De helderheid van de display kan ook gecorri-
geerd worden door op Dimmer
g
te drukken,
als beschreven op pagina 11.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu
maken, druk dan op
/
¤
D
tot de in beeld
cursor naast de gewenste instelling staat, of
op de regel
BACK TO MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu) en druk dan op instel-
len
F
. Zijn er geen andere instellingen meer
te maken, druk dan op in-beeld display
L
om het menusysteem te verlaten.
Zodra het gewenste helderheidsniveau gekozen
is, zal deze instelling van kracht blijven tot een
wijziging plaatsvindt of het systeem uitgescha-
keld wordt.
Volume bij inschakeling
Net als bij de meeste audio/video receivers, zal
de AVR, zodra deze uitgeschakeld wordt, de
positie van de volumeregelaar onthouden. Om
een standaard instelling te krijgen die altijd als u
het systeem aanzet, wordt geactiveerd, dient u
het menu
ADVANCED SELECT (bijzondere
functies) aan te passen. Druk op in-beeld dis-
play
L
om het MASTER MENU (afb. 1) op
te roepen. Druk op
D
tot de cursor in
beeld naast
ADVANCED SELECT staat.
Druk op de toets instellen
F
om in het menu
ADVANCED SELECT (bijzondere functies -
Afb. 11) te komen. Zorg ervoor dat de cursor
in beeld naast de regel standaardinstellingen
volume staat. Zonodig drukt u op
/
¤
tot de
gewenste regel gemarkeerd is. Druk vervolgens
op de toets
D
tot het woord ON (aan) in
beeld verschijnt.
Druk dan één keer op de toets
¤
D
zodat de
cursor (in beeld) naast de regel
DEFAULT
VOL SET
(instelling standaard volume) staat.
Om het gewenste standaard volume bij het aan-
zetten van het systeem in te stellen, drukt u
meermaals op
/
Ea
, of u houdt deze
ingedrukt, tot het gewenste volume in de regel
DEFAULT VOL SET (instelling standaard
volume) aangegeven wordt. Merk op dat deze
instelling niet met de reguliere volume knoppen
wordt ingesteld.
Opmerking: omdat de instelling van het volume
bij het aanzetten van het systeem niet hoorbaar is
op het moment dat u de instelling maakt, kan het
verstandig zijn de instelling van het volume tevo-
ren te bepalen. Luister daarvoor naar een willekeu-
rige bron, stel het volume met de reguliere volu-
meregelaar
d
in. Zodra het door u gewenste
volume bereikt is, maakt u een notitie van deze
instelling zodra deze op het onderste derde deel
van de display
˜
verschijnt (het typische volume
verschijnt als negatief nummer, bijv. -25 dB).
Wanneer de aanpassingen worden uitgevoerd,
maak dan gebruik van toetsen
/
Ea
om
deze instellingen in te voeren. In tegenstelling tot
de andere instellingen in het hoofdmenu, blijft het
standaard ingestelde volume van kracht tot deze in
dit menu uitgeschakeld is. Deze instelling blijft
derhalve behouden, ook nadat het systeem uit-
geschakeld is.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu
maken, druk dan op
/
¤
D
tot de in beeld
cursor naast de gewenste instelling staat, of
op de regel
BACK TO MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu) en druk dan op
instellen
F
. Zijn er geen andere instellingen
meer te maken, druk dan op in-beeld display
L
om het menusysteem te verlaten.
Gedeeltelijke in-beeld display
Het gedeeltelijk in-beeld display systeem laat,
zodra het volume, de ingangskeuze, de surround-
functie of de afgestemde frequentie, of welke
andere configuratie instelling dan ook gewijzigd
is, in één regel in het onderste deel van het beeld
de status zien. Het gedeeltelijk in-beeld display
systeem is handig omdat het via het beeld infor-
matie over alle wijzigingen en instellingen ver-
schaft, welke op het front moeilijk leesbaar zijn.
Het kan echter zijn dat u deze displays soms,
voor bepaalde luistersessies, uit wenst te schake-
len. Ook kan de duur dat de informatie in beeld
staat worden aangepast. Beide opties zijn bin-
nen de AVR mogelijk.
Om het gedeeltelijk in-beeld display systeem
uit te schakelen, dient u binnen het menu
ADVANCED SELECT (bijzondere functies -
Afb. 11) aanpassingen te maken. Om de correc-
tie te activeren drukt u op in-beeld display
L
om het MASTER MENU (hoofdmenu) in
32 BIJZONDERE FUNCTIES
Bijzondere functies
beeld te krijgen. Druk op
D
tot de in-beeld
cursor naast de regel
ADVANCED staat.
Druk op instellen
F
om het menu ADVAN-
CED SELECT
(bijzondere functies) op te
roepen.
Overtuig uzelf ervan dat binnen het menu
ADVANCED SELECT (bijzondere functies)
de cursor (in beeld) naast de regel
SEMI
OSD
(gedeeltelijk in-beeld standaard instelling)
staat. Druk indien nodig op de toetsen
/
¤
D
.
Druk vervolgens op de toets
a
zodat het
woord
OFF (uit) in beeld verschijnt.
Merk op dat deze instelling slechts tijdelijk is en
alleen actief is tot de instelling gewijzigd wordt of
de AVR uitgeschakeld wordt. Zodra het systeem uit-
geschakeld is, zal de gedeeltelijke in-beeld display
de voorkeur houden, zelfs indien dit in de voor-
gaande luistersessie uitgeschakeld werd.
Om de tijdsduur dat het gedeeltelijke in-beeld
display in beeld verschijnt te wijzigen, gaat u
naar het menu
ADVANCED SELECT
(bijzondere functies), als hierboven beschreven.
Druk op de toetsen
/
¤
D
tot de cursor
(in beeld) naast de regel
SEMI OSD TIME
OUT
(gedeeltelijk in-beeld standaard instelling)
staat. Druk zonodig op de toetsen
/
¤
. Druk
vervolgens op de toetsen
/
Ea
tot de
gewenste tijd in seconden wordt aangegeven.
Merk op dat dit, in tegenstelling tot de meeste
andere opties in dit menu, een permanente wijzi-
ging van de instelling is en dat de invoer van de
vervaltijd van kracht blijft tot deze gewijzigd
wordt. Deze instelling blijft bestaan, ook als het
systeem uitgeschakeld wordt.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu
maken, druk dan op
/
¤
D
tot de in beeld
cursor naast de gewenste instelling staat, of
op de regel
BACK TO MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu) en druk dan op instel-
len
F
. Zijn er geen andere instellingen meer te
maken, druk dan op in-beeld display
L
om
het menusysteem te verlaten.
Aanpassen van de volledige
in-beeld duur (‘time-out’)
Het systeemmenu FULL OSD (volledig in-
beeld) wordt gebruikt om het wijzigen van instel-
lingen van de AVR via een aantal in-beeld menu’s
te vereenvoudigen. De door de fabrikant ingestel-
de standaard instelling laat de menu’s, wanneer
gedurende 20 seconden geen activiteit plaats-
vindt verdwijnen. Deze vervaltijd is een beveili-
ging om inbranden van de tekst op het beeld-
scherm te voorkomen. Desgewenst kan de duur
van het menu in beeld aan de wensen worden
aangepast.
Om de vervaltijd van het
FULL OSD (volledig
in-beeld) te wijzigen, gaat u naar het menu
ADVANCED SELECT (bijzondere functies -
Afb. 11). Om het instellen te starten drukt u
op in-beeld display
L
om het MASTER
MENU
op te roepen. Druk tweemaal op
D
tot de cursor in beeld op de regel ADVAN-
CED SELECT
staat. Druk op instellen
F
om in het menu ADVANCED SELECT (bij-
zondere functies - Afb. 11) te komen.
In het menu
ADVANCED SELECT (bijzon-
dere functies) controleert u dat de cursor u (in
beeld) naast de regel
FULL OSD TIME OUT
(volledig in-beeld) staat. Dit kan zonodig met de
toetsen
/
¤
D
. Druk vervolgens op de toetsen
/
Ea
tot de gewenste tijd in seconden
wordt aangegeven. Merk op dat dit, in tegenstel-
ling tot de meeste andere opties in dit menu, een
permanente wijziging van de instelling betreft en
dat de invoer van de vervaltijd van kracht blijft is
tot deze gewijzigd wordt. Deze instelling blijft
dus ook gelden als het systeem uitgeschakeld
wordt.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu
maken, druk dan op
/
¤
D
tot de in beeld
cursor naast de gewenste instelling staat, of
op de regel
BACK TO MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu) en druk dan op instel-
len
F
. Zijn er geen andere instellingen meer te
maken, druk dan op in-beeld display
L
om
het menusysteem te verlaten.
TUNER 33
Tuner
Gebruik van tuner
De AVR 135 is geschikt voor de ontvangst van
MG, FM en FM stereo zenders plus de ontvangst
van RSD-gegevens. Zenders kunnen met de hand
worden afgestemd, of worden opgeslagen als
voorkeurzenders en weer worden opgeroepen uit
een geheugen met een capaciteit voor 30 posities.
Zenderkeuze
1. Druk op MG/FM keuze
6
op de afstands-
bediening om de tuner als ingang te kiezen, of
door op de voorzijde op ingangskeuze
%
te
drukken tot de tuner geactiveerd is, dan wel door
direct op MG/FM keuze
!
te drukken.
2. Druk nogmaals op MG/FM keuze
6
of op
de MG/FM keuze
!
om tussen MG en FM om
te schakelen, tot het gewenste bereik wordt aan-
gegeven.
3. Druk op tunerfunctie
I
op de afstandsbe-
diening of houd FM/MG keuze
!
op het front-
paneel 3 seconden ingedrukt om handafstem-
ming of automatische afstemming te kiezen.
Drukt u op deze toets zodat AUTO in de dis-
play
˜
verschijnt dan zal door op Afstemmen
8
J
te drukken de tuner gaan zoeken naar de
eerstvolgende hoger of lager gelegen zender die
met voldoende signaal binnenkomt. De indicatie
AUTO ST TUNED verschijnt kort wanneer de
tuner stopt bij een stereo FM zender, of een
AUTO TUNED indicatie wanneer een MG of
een FM mono zender is afgestemd. Druk nog-
maals op de afstemtoetsen om naar de eerstvol-
gende zender te gaan.
Wordt op de toets gedrukt zodat
MANUAL in
de display
˜
verschijnt zal de afgestemde fre-
quentie bij elke druk één stap omhoog of omlaag
gaan. Ontvangt de tuner een signaal dat sterk
genoeg is voor goed ontvangst dan verschijnt
MANUAL TUNED in de display
Ú
.
4. Ook kan er op zenders afgestemd worden
door eerst op direct
J
te drukken en vervol-
gens met de cijfertoetsen
H
de frequentie
van de zender in te voeren. Denk er aan dat voor
het invoeren van nummers boven de 100 eerst
de ‘1’ en niet de ‘10’ gekozen moet worden, de
eerste ‘0’ wordt automatisch toegevoegd.
Wanneer het laatste cijfer van de frequentie
ingevoerd is wordt automatisch op de gewenste
zender afgestemd. Mocht u bij het invoeren van
de frequentie een verkeerde toets drukken, druk
dan op wissen
X
om de frequentie opnieuw
in te voeren.
Opmerking: wanneer de FM-ontvangst van een
stereozender zwak is, wordt de audiokwaliteit
verbeterd door naar mono om te schakelen door
op Tunerfunctie
I
op de afstandsbediening
of op Ontvangstbereik
!
op de voorzijde te
drukken. Daarop verschijnt kort
MANUAL in de
display
˜
en dooft vervolgens.
Opslaan voorkeurzenders
Er kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het
geheugen van de AVR, die gemakkelijk kunnen
worden opgeroepen via de toetsen op het front-
paneel, dan wel via de afstandsbediening. Om
een zender in het geheugen op te slaan, stemt u
eerst op de zender af door de hierboven beschre-
ven stappen uit te voeren en dan:
1. Druk op Geheugen
Y
op de afstands-
bediening. Nu verschijnen twee streepjes in de
display
˜
.
2. Binnen vijf seconden kiest u met de cijfer-
toetsen
H
de positie waarop u de zender wilt
opslaan. Het nummer verschijnt in de
Display
˜
.
3. Herhaal deze procedure voor alle zenders die u
vast wilt leggen.
Oproepen van voorkeurzenders
• Om een eerder in het geheugen vastgelegde
zenders met de hand te kiezen, drukt u op de
cijfertoetsen
H
overeenkomend met de
gewenste zender in het geheugen.
• Om stap voor stap de zenders in het geheugen
te doorlopen drukt u op voorkeurposities op
de voorzijde, of op voorkeuze hoger/lager
#
W
op de afstandsbediening.
Wat is RDS
De AVR is uitgerust met RDS (Radio Data
System), dat op FM radio een breed scala aan
informatie biedt. RDS wordt nu in vele landen
gebruikt en is een systeem voor het zenden van
zendernamen of netwerkinformatie, een aandui-
ding van het programmatype van de zender,
tekstboodschappen of muziekspecificaties en de
juiste tijd.
Aangezien steeds meer FM-zenders met RDS
werken, kan de AVR dienen als een gemakkelijk
te gebruiken bron voor zowel informatie als amu-
sement. Dit hoofdstuk helpt u het RDS-systeem
maximaal te benutten.
RDS Afstemmen
Wanneer een FM-zender afgestemd is en het sig-
naal bevat RDS-data geeft de AVR automatisch
de naam van de zender of een programmaservice
aan in de display
˜
.
RDS aanwijzingen
Het RDS-systeem biedt een breed aanbod aan
informatie die als aanvulling op de zendernaam
verschijnt wanneer voor het eerst op de zender
wordt afgestemd. Bij normaal RDS gebruik zal de
display de naam van de zender, zendgemachtig-
de of de oproepletters aangeven. Door op RDS
functies
^
V
te drukken kunt u door de ver-
schillende soorten informatie schakelen, in deze
volgorde:
• Zendernaam (soms, zoals in Nederland, b.v. de
naam van de omroep).
• Zendfrequentie (
FREQ).
• Programmasoort (
PTY) zoals in onderstaand
overzicht aangegeven.
Opmerkingen:
Veel zenders zenden geen specifieke PTY uit, in
welk geval de display NONE (geen) aangeeft.
• Radiotekst (RT) met een specifiek bericht via
de zender die uitzendt. Denk er aan dat, indien
de melding langer is dan de 8 posities van de
display, de tekst zal doorlopen. Afhankelijk van
de kwaliteit van het signaal, kan het tot 30
seconden duren voordat de melding verschijnt.
Zodra RT is gekozen, zal het woord
TEXT
(tekst) knipperend in de display verschijnen.
• Juiste tijd. Denk er aan dat het 2 minuten kan
duren voordat de tijd verschijnt. In de tussentijd
zal het woord TIME in display knipperen,
wanneer CT (clock time) gekozen is.
De nauwkeurigheid van de tijdmelding wordt
bepaald door de zender, niet door de AVR.
34 TUNER
Tuner
Sommige RDS zenders gebruiken niet alle
functies. Worden gegevens voor de gekozen
functie niet verzonden, dan zal de display
˜
de aanwijzing NO TYPE, NO TEXT, of
NO TIME (geen soort, geen tekst, geen tijd) na
enige tijd laten zien.
In iedere FM functie heeft RDS een voldoend
sterk signaal nodig om correct te functioneren.
Programmasoort (PTY)
Een belangrijke eigenschap van RDS is de moge-
lijkheid programmacodes voor de soort program-
ma’s (PTY – Program Type) mee te zenden. Deze
codes geven het type programma van de uitzen-
ding aan. De onderstaande lijst geeft alle PTY
afkortingen aan, met toelichting:
• (
ALLEEN RDS)
TRAFFIC (verkeer)
NEWS: nieuws
AFFAIRS: actualiteiten
INFO: algemene informatie
SPORT: sport
EDUCATE: educatief
DRAMA: drama
CULTURE: cultuur
SCIENCE: wetenschap
VARIED: gevarieerde praatprogramma’s
POP : populaire muziek
ROCK: rockmuziek
MOR: middle of the Road-muziek
LIGHT: licht klassieke muziek
CLASSICS: ernstige klassieke muziek
OTHER M: andere muziek
WEATHER: weerbericht
FINANCE: financiële informatie
CHILDREN: kinderprogramma’s
SOCIAL: sociale zaken
RELIGION: religieuze uitzendingen
PHONE IN: telefoon talkshows
TEST: test
TRAVEL: reis- en toeristische informatie
LEISURE: hobby en vrije tijd
JAZZ: jazz muziek
COUNTRY: country muziek
NATION: nationale muziek
OLDIES: goud van oud
FOLK M: volksmuziek
DOCUMENT: documentaire
TEST: nood test
ALARM: noodinformatie
Op de volgende wijze kunt u een specifiek
programmatype (PTY) zoeken:
1. Druk op RDS
^
V
tot de huidige PTY in de
display
˜
aangegeven wordt.
2. Terwijl PTY wordt aangegeven drukt u op
voorkeurposities up/down
#
W
of houdt
deze vast om snel door de beschikbare PTY te
schakelen als hiervoor aangegeven, te beginnen
met de PTY die momenteel wordt ontvangen. Om
te zoeken naar een zender die RDS uitzendt
drukt u op voorkeurposities up/down
#
W
tot RDS ONLY (alleen RDS) in de display
verschijnt.
3. Druk op een van de toetsen afstemmen
)
K
; de tuner begint de FM-band naar boven
of beneden te doorzoeken op de eerste zender
die RDS-gegevens uitzendt die overeenkomen
met de gewenste keuze en voldoende sterk is
voor kwaliteitsontvangst.
4.De tuner een complete scan van de gehele FM-
band en zoekt naar de eerstvolgende zender het
gevraagde PTY type èn een acceptabele ont-
vangst biedt. Wordt zo’n zender niet gevonden,
verschijnt gedurende enkele seconde de melding
NONE (geen) en keert de tuner terug naar de
zender die gekozen was voordat het zoeken
begon.
Opmerkingen:
Sommige zenders zenden voortdurende verkeers-
informatie uit. Deze zenders kunnen gevonden
worden door
TRAFFIC (verkeer) te kiezen,
een optie onder
NEWS (nieuws) in het over-
zicht. De AVR zoekt de eerstvolgende zender, ook
wanneer die geen verkeersinformatie uitzendt
tijdens het zoeken.
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 35
Programmeren afstandsbediening
De AVR 135 is voorzien van een krachtige
afstandsbediening, die niet alleen de functies
van de receiver bedient, maar tevens de meest
gangbare merken audio en video apparatuur,
inclusief CD-spelers, TV-systemen, kabelsyste-
men, VCR’s (videorecorders) satellietontvangers
en andere thuisbioscoop apparatuur. Zodra de
AVR eenmaal is geprogrammeerd met de codes
voor de door u gebruikte apparatuur, is het
mogelijk om de meeste andere afstandsbedie-
ningen te laten vervallen en te vervangen door
slechts één, universele afstandsbediening.
Codes leren van een
afstandsbediening
Op de fabriek is de afstandsbediening volledig
geprogrammeerd voor alle functies van de
AVR, plus die voor de meeste Harman Kardon
cassettedecks, CD-wisselaars, CD en DVD-spe-
lers. Bovendien kunt u, door één van de onder-
staande methoden te volgen, de afstandsbedie-
ning programmeren op een groot aantal appara-
ten van andere fabrikanten.
Codes rechtstreeks invoeren
Dit is de gemakkelijkste manier om uw afstands-
bediening te programmeren op verschillende
producten:
1. Gebruik de tabellen in de afzonderlijke code-
lijst om de driecijferige code of codes voor zowel
het type product (b.v. TV, VCR) als voor de merk-
naam. Vindt u meer dan één nummer is voor een
apparaat, probeer dan de verschillende mogelijk-
heden.
2. Schakel het apparaat in dat u in de afstands-
bediening van de AVR wilt programmeren.
3. Druk op ingangskeuze
4
voor het type
product dat u wilt programmeren en muting
c
en houd beide vast. Zodra de
programma/SPL indicatie
2
amber wordt
en knippert laat u de toetsen los. Begin de
volgende stap binnen 20 seconden.
4. Wanneer het apparaat dat u wilt programme-
ren op afstand in/uit geschakeld kan worden
gaat u als volgt verder:
a. Richt de afstandsbediening van de AVR op het
te programmeren apparaat en voer de eerste
driecijferige code in met de cijfertoetsen
H
. Wanneer het apparaat dat u program-
meert nu uitgeschakeld wordt heeft u de juiste
code. Druk nogmaals op de ingangskeuze
4
en zie dat het rode lichtje onder de
ingangskeuze driemaal knippert en dooft als
bevestiging van de invoer.
b. Wordt het apparaat dat u programmeert niet
uitgeschakeld, voer dan een andere driecijferi-
ge code in tot het apparaat wel uitschakelt.
Dat is dan de juiste code. Druk weer op
ingangskeuze
4
en zie dat de rode indica-
tie onder de ingangskeuze driemaal knippert
en dooft om de invoer te bevestigen.
5. Wanneer het inschakelen van het te program-
meren apparaat niet lukt via de afstandsbedie-
ning, volg dan onderstaande stappen (max. 20
seconden na stap 3, anders moet eerst stap 3
worden herhaald):
a. Voer de eerste driecijferige code in met de
cijfertoetsen
H
en druk weer op de
ingangskeuze
4
. Druk op een willekeurige
transportfunctie die op afstand kan worden
bediend, b.v. pauze of weergave
P
.
Wanneer het apparaat dat u programmeert nu
werkt is de juiste code ingevoerd.
b. Werkt de functie die werd ingetoetst van het
apparaat niet, herhaal dan de stappen 3 en 5a
hierboven met het volgende driecijferige code-
nummer in de tabel voor dat merk en type
product, tot het apparaat wel reageert.
6. Probeer alle functies op de afstandsbediening
uit, om er zeker van te zijn dat het product goed
werkt. Bedenk dat vele fabrikanten een aantal
verschillende combinaties gebruiken, het is daar-
om een goed idee niet alleen te controleren of
het commando voor inschakelen, maar ook of
volume, kanaal en transport naar behoren
werken. Als de functies niet goed werken heeft u
waarschijnlijk een andere code nodig.
7. Wanneer het apparaat op geen enkele inge-
voerde code reageert, de gezochte code niet in
de tabellen voorkomt, of niet alle functies correct
werken, probeer dan de afstandsbediening te
programmeren met Automatisch Zoeken.
Opmerking bij gebruik AVR afstandsbedie-
ning met een Harman Kardon CD
Recorder.
Af fabriek is de afstandsbediening geprogram-
meerd voor het bedienen van Harman Kardon
CD-spelers. Tevens kunnen de meeste functies
van de Harman Kardon CD-recorders (zie functie-
overzicht op pagina 40) nadat de code ‘002’
wordt ingevoerd op CD keuze
4
als eerder
beschreven. Om terug te keren naar de CD speler
besturing dient de code ‘001’ ingevoerd te
worden.
Automatisch Zoeken
Wanneer het apparaat dat u in de afstandsbe-
diening van de AVR wilt opnemen niet in de
tabellen voorkomt of deze niet correct lijkt te
werken, kunt u proberen de juiste code te pro-
grammeren met Automatisch Zoeken. Merk op
dat de automatische zoekmethode uitsluitend
werkt voor apparaten met een op afstand
bediende aan/uit-functie:
1. Zet het product dat u wilt programmeren op
de afstandsbediening van de AVR aan.
2. Druk de ingangskeuze
4
voor het bedoel-
de product (b.v. VCR, TV) en de muting
c
gelijktijdig in. Zodra de programma/SPL
indicatie
2
amber wordt en knippert, laat u
de toetsen los. Voer de volgende stap binnen
20 seconden uit.
3. Om er achter te komen of de volgende stap
voorgeprogrammeerd is richt u de afstandsbedie-
ning van de AVR op het apparaat dat u wilt pro-
grammeren en u drukt op
D
en houdt deze
vast. Nu wordt elke keer dat de rode indicatie
onder ingangskeuze
4
knippert een reeks
codes uit de ingebouwde database van de
afstandsbediening uitgezonden. Zodra het appa-
raat dat geprogrammeerd moet worden uitschakelt
laat u toets
D
los. Denk er aan dat het een
paar minuten kan duren voordat de juiste code is
gevonden en het apparaat uitgeschakeld wordt.
4. Wordt
niet losgelaten zodra het apparaat
uitschakelt, dan wordt de juiste code weer ‘over-
schreven’, doe daarom een test: schakel het appa-
raat weer in en, terwijl de ingangskeuze
4
rood oplicht drukt u eenmaal op
D
en dan
ook eenmaal op
¤
D
. Schakelt het apparaat nu
uit, dan was de juiste code gevonden, zo niet dan
is deze ‘overschreven’. Om de juiste code terug te
vinden drukt u terwijl de rode indicatie onder
ingangskeuze
4
nog brandt meermaals (niet
vasthouden) op
¤
D
om terug te gaan door de
codes en let goed op de reactie bij elke keer dat u
indrukt. Zodra het apparaat uitgeschakeld wordt
heeft u de juiste code gevonden.
5. Druk weer op de ingangskeuze
4
en merk
op dat de rode indicatie driemaal knippert en
dan dooft ter bevestiging van de invoer.
6. Probeer alle functies op de afstandsbediening
om er zeker van te zijn dat het product werkt.
Vergeet niet dat veel fabrikanten een aantal
verschillende codecombinaties gebruiken, en het is
goed te controleren dat niet alleen de aan-/uit
schakelaar van de voeding werkt, maar ook dat
volume, kanaal en transport goed werken.Als niet
alle functies goed werken, kunt u de automatische
zoekmethode gebruiken om een andere code te
zoeken, of om een code direct in te voeren.
Controleren van codes
Wanneer de code is ingevoerd met de automati-
sche zoekmethode, is het altijd goed om de
exacte code te kennen, zodat deze zonodig later
gemakkelijk opnieuw kan worden ingevoerd.
U kunt ook de codes uitlezen om te controleren
welk apparaat geprogrammeerd is op een
specifieke keuzetoets.
1. Druk de ingangskeuze
4
voor het be-
doelde product (b.v. VCR, TV) en de muting
c
gelijktijdig in. Zodra de programma/SPL
indicatie
2
amber wordt en knippert, laat u
de toetsen los. Voer de volgende stap binnen
20 seconden uit.
2. Druk op instellen
F
. De indicatie pro-
gramma/SPL
2
knippert groen in een tempo
dat overeenkomt met de driecijferige code, met
steeds één seconde pauze tussen de cijfers. Tel
het aantal knipperingen tussen de pauzes om de
code te achterhalen. Eenmaal knipperen is 1,
tweemaal is 2, enzovoort. Snel achtereen
driemaal knipperen staat voor ‘0’.
36 PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING
Voorbeeld: één maal knippen, gevolgd door een
pauze van één seconde, met daarop zes maal
knipperen, gevolgd door een pauze van één
seconde, afgesloten met 4 maal knipperen, geven
de code 164 aan.
Noteer hier voor later gebruik de installatiecodes
van de apparatuur in uw systeem:
DVD ____________ CD ________________
VID1/VCR ________ VID2/TV __________
VID3/CBL/SAT ______________________
VID4 ______________________________
TAPE ______________________________
Programmeren met macro’s
Met macro’s kunt u gemakkelijk veelgebruikte
combinaties van bevelen vastleggen en met één
druk op een knop van de afstandsbediening van
de AVR uitvoeren. Eenmaal geprogrammeerd kan
een macro maximaal 19 verschillende codes van
de afstandsbediening in een vooraf vastgelegde
volgorde uitzenden, om bijvoorbeeld het systeem
in te schakelen, bronnen te veranderen, en ande-
re veelgebruikte handelingen uit te voeren. De
AVR afstandsbediening kan maximaal vijf ver-
schillende macro combinaties opslaan, één in
combinatie met de netschakelaar
3
, en vier
andere die toegankelijk zijn via de toets
macro
U
.
1. Begin het programmeren door tegelijkertijd op
mute
c
te drukken en op de macro
U
die u
wilt programmeren, of op netschakelaar
3
.
Merk op dat de laatst gebruikte toets ingangs-
keuze rood zal oplichten en programma/SPL
indicatie
2
knippert amber.
2. Voer de stappen voor de macro reeks in door
op de toets voor het bedoelde bevel te drukken.
Hoewel de macro maximaal uit 19 stappen kan
bestaan, telt elke handeling, ook het omschake-
len naar een ander apparaat, als een stap
Programma/SPL
2
knippert tweemaal groen
ter bevestiging elke toetsdruk tijdens het
invoeren.
Opmerking: druk voor het invoeren van een
inschakelbevel van een apparaat tijdens het
invoeren van een macro op muting
c
.
Druk NIET op inschakelen
3
.
Vergeet niet de juiste ingangskeuze
4
in te
drukken voordat u naar een ander apparaat
omschakelt. Dat geldt ook voor AVR keuze
5
zolang deze niet rood oplicht en AVR functies
worden geprogrammeerd.
3. Wanneer alle stappen zij ingevoerd drukt u op
sluimerfunctie
9
om de bevelen op te slaan.
De rode indicatie onder de ingangskeuze
4
5
knippert en dooft, waarop Programma/
SPL
2
tweemaal groen knippert als teken dat
de macro geprogrammeerd is.
Voorbeeld: om de Macro 1
U
toets te pro-
grammeren zodat de AVR, TV en een sat-ontvan-
ger worden ingeschakeld, handelt u als volgt:
• Druk tegelijkertijd op macro 1
U
en op
muting
c
en laat deze los.
• Denk er aan dat de programma/SPL
indicatie amber zal knipperen.
• Druk op AVR keuze
5
.
• Druk op muting
c
om het inschakelen van
de AVR op te slaan.
• Druk op VID 2 ingangskeuze
4
om de vol-
gende stap – TV inschakelen – in te voeren.
• Druk op muting
c
om het inschakelen van
de TV op te slaan.
• Druk op VID 3 ingangskeuze
4
om de vol-
gende stap – SAT-ontvanger inschakelen – in te
voeren.
• Druk op muting
c
om het inschakelen van
de SAT-ontvanger op te slaan.
• Druk op sluimerfunctie/kanaal hoger
9
om het proces af te ronden en de macro op te
slaan.
Na deze stappen uitgevoerd te hebben zullen al
deze apparaten worden ingeschakeld zodra u op
Macro 1
U
drukt.
Wissen macro’s
Op de volgende wijze kunt u bevelen die in een
macro zijn ondergebracht wissen:
1. Druk tegelijk op muting
c
en op de toets
macro
U
waarop de bevelen die u wilt wissen
zijn opgeslagen.
2. Denk er aan dat Programma/SPL
2
amber
knippert en dat de rode LED onder de laatst
gebruikte ingangskeuze
45
op zal lichten.
3. Binnen tien seconden drukt u op surround-
functie keuze/kanaal lager
A
.
4. De rode LED onder de ingangskeuze dooft
en de programma/SPL indicatie
2
wordt
groen, knippert driemaal en dooft.
5. Zodra de programma/SPL indicatie
2
dooft is de macro is gewist.
Geprogrammeerde apparaatfuncties
Wanneer de afstandsbediening van de AVR is
geprogrammeerd op de codes van andere appa-
raten, drukt u op de juiste ingangskeuze
4
om de afstandsbediening om te schakelen van
bediening van de AVR naar het andere product.
Drukt u op een van deze toetsen, dan zal deze
kort oplichten, om aan te geven dat de bediening
op een ander apparaat is overgeschakeld.
Bedient u een ander apparaat dan de AVR, hoe-
ven de toetsen niet altijd overeen te komen met
de functie die op de afstandsbediening of toets
staat aangegeven. Sommige opdrachten, zoals de
cijfertoetsen, zijn dezelfde als bij de AVR. Andere
toetsen veranderen van functie en corresponderen
met de secundaire indicatie op de afstandsbedie-
ning. Voorbeeld: de sluimer- en surround functie-
toetsen fungeren ook als programma hoger/lager
toetsen bij de bediening van een TV-toestel,
videorecorder of satellietontvanger.
Soms klopt echter ook de opgedrukte functie niet.
Raadpleeg dan de tabel op pagina 38 om te zien
welke functie een toets bedient. Kies in de tabel
eerst het type apparaat dat u bedient (b.v. TV,
VCR) en vervolgens kijkt u naar de afbeelding van
de afstandsbediening op pagina 38. Om het
gemakkelijk te maken zijn de toetsen genummerd.
Om er achter te komen welke functie een toets
voor een specifiek apparaat bestuurt, zoekt u het
nummer van de toets in het Functie Overzicht en
dan kijkt u in de kolom naar het apparaat dat u
bestuurt. Bijvoorbeeld, toets nummer 44 is de
‘Direct’ toets voor de AVR, maar is ook de toets
‘favoriet’ bij veel kabel-TV en satellietontvanger
set-top boxen. Toets nummer 30 is de vertraging
voor de AVR, maar open/dicht voor CD-spelers.
Denk er aan dat de nummers die gebruikt wor-
den om de toetsfuncties te beschrijven als hierbo-
ven en op pagina 38, bedoeld zijn om aan te
geven hoe een toets een aantal andere nummers
kan besturen, dan die welke in de rest van deze
handleiding gebruikt worden om de toetsfuncties
van de AVR te beschrijven.
Belangrijk bij het gebruik van de afstandsbe-
diening van de AVR met andere apparaten
• Fabrikanten kunnen verschillende codesets
gebruiken voor dezelfde productcategorie.
Daarom is het belangrijk dat u controleert of de
code die u heeft ingevoerd wel op alle functies
werkt. Als blijkt dat niet alle functies werken,
controleer dan of er een andere code is die meer
functies kan besturen.
Afhankelijk van merk en type is het mogelijk
dat de functies zoals opgesomd in het functie
overzicht, niet overeenstemmen met het juiste
commando voor een functie, terwijl het apparaat
op het commando reageert. In dat geval is het
verstandig de reactie van het apparaat te noteren
op dezelfde regel van de tabel, of een aparte
notitie te maken.
Wordt een toets ingedrukt op de afstands-
bediening van de AVR, dan moet de rode indica-
tie onder de ingangskeuze
45
vóór het te
bedienen product kort knipperen. Knippert het
echter wel voor sommige, maar niet voor alle
functies van een bepaald product, betekent dat
NIET dat er een probleem is met de afstands-
bediening, maar dat er geen functie geprogram-
meerd is voor de toets die ingedrukt werd.
Volume doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan worden
geprogrammeerd om volume hoger/lager
d
en muting
c
van zowel de TV als de AVR in
combinatie met elk apparaat dat door de af-
standsbediening wordt bestuurd. Voorbeeld: daar
de AVR waarschijnlijk wordt gebruikt als het
geluidssysteem bij TV-kijken, kan het handig zijn
het volume van de AVR te regelen, hoewel de
afstandsbediening is omgeschakeld op de TV.
Zowel de volumeregeling van de AVR als van de
TV kan gecombineerd worden met elk van de op
afstand bestuurde apparaten.
Programmeren afstandsbediening
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 37
Programmeren afstandsbediening
Om de afstandsbediening van de volumeregelaar
door te schakelen gaat u als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op de ingangskeuze
4
voor
het apparaat dat u aan de volumeregelaar wilt
koppelen en muting
c
tot de rode indicatie
onder de ingangskeuze
4
op lichte en merk
op dat programma/SPL indicatie
2
amber
knippert.
2. Druk op volume hoger
d
en merk op dat
programma/SPL indicatie
2
stopt amber te
knipperen.
3. Druk op AVR keuze
5
of op ingangs-
keuze
4
, afhankelijk van welke volumerege-
ling u wilt koppelen aan het doorschakelen. De
programma/SPL indicatie
2
knippert
driemaal groen en dooft als bevestiging van de
invoer.
Voorbeeld: om de volumeregelaar van de AVR
te activeren ondanks het feit dat deze geschakeld
is op de TV, drukt u eerst tegelijk op Video/TV
Y
en muting
c
. Vervolgens drukt u op
Volume hoger
d
, gevolgd door AVR keuze
5
.
Opmerking: wanneer u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke configuratie van de afstandsbe-
diening na een doorschakeling van het volume
geprogrammeerd te hebben, herhaalt u deze
stappen. U dient echter dezelfde ingangskeuze
te gebruiken in de stappen één en drie.
Kanaalkeuze doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan gepro-
grammeerd worden zodat de kanaalfunctie van
de toetsen sluimer
9
en surround
A
voor TV, kabel of satelliet gebruikt kan worden in
combinatie met één van de andere apparaten die
op afstand worden bestuurd. Voorbeeld: bij het
besturen van de VCR wilt u wellicht een ander
kanaal kiezen op de kabel- of satellietaansluiting
zonder eerst van de afstandsbediening van het
andere apparaat te hoeven terugschakelen naar
bediening van de AVR. Om de afstandsbediening
te programmeren op doorschakeling van de
kanaalkeuze, volgt u deze stappen:
1. Druk tegelijk op ingangskeuze
4
voor het
apparaat waaraan u de kanaalkeuze wilt koppelen
en op muting
c
tot de rode indicatie onder de
ingangskeuze oplicht en de programma/SPL
indicatie
2
knippert in amber.
2. Druk op volume lager
d
en merk op dat
programma/SPL indicatie
2
stopt amber te
knipperen.
3. Druk op AVR keuze
5
of op ingangskeuze
4
, afhankelijk van welk apparaat u wilt koppe-
len aan het doorschakelen. De programma/SPL
indicatie
2
knippert driemaal groen en dooft
als bevestiging van de invoer.
Voorbeeld: om de kanalen van de TV te veran-
deren terwijl de afstandsbediening op de VCR is
geschakeld, drukt u eerst tegelijk op VID 1/VCR
ingangskeuze
4
en op muting
c
. Laat de
toetsen los en druk op volume lager
d
,
gevolgd door VID 2/TV ingangskeuze
4
.
Opmerking: om de doorschakeling van de
kanaalkeuze te verwijderen en de oorspronkelijke
configuratie weer te kunnen gebruiken, herhaalt
u de stappen hierboven. Druk echter op dezelfde
ingangskeuze in de stappen één en drie.
Transport doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan gepro-
grammeerd worden zodat de transportfuncties
P
(weergave, stop, snel vooruit, snel achteruit,
pauze en opname) van een VCR, DVD of CD in
samenhang met de andere functies zullen werken
met een van de andere apparaten die door de
afstandsbediening worden bestuurd. Voorbeeld:
bij gebruik en bediening van de TV kunt u de VCR
of DVD willen starten of stoppen, zonder het
apparaat dat voor de afstandsbediening van de
AVR is gekozen te moeten veranderen. Om de
afstandsbediening te programmeren op transport
doorschakelen gaat u als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op ingangskeuze
4
voor het
apparaat waaraan u het transport wilt koppelen
en op muting
c
tot de rode indicatie onder
de ingangskeuze oplicht en de programma/SPL
indicatie
2
knippert in amber.
2. Druk op weergave
P
. De programma/SPL
indicatie
2
stopt amber te knipperen.
3. Druk op AVR keuze
5
of op ingangskeuze
4
, afhankelijk van welk apparaat u wilt koppelen
aan het doorschakelen. De programma/SPL
indicatie
2
knippert driemaal groen en dooft
als bevestiging van de invoer.
Voorbeeld: om het transport van een CD-speler
te besturen terwijl de afstandsbediening op de TV
is geschakeld, drukt u tegelijk op VID 2/TV
ingangskeuze
4
en op muting
c
.
Vervolgens laat u ze los en u drukt op weergave
P
, gevolgd door de CD ingangskeuze
4
.
Opmerking: om de transport doorschakeling te
verwijderen en naar de oorspronkelijke
configuratie terug te keren, herhaalt u de
stappen hierboven. Druk echter op VID 2/TV
ingangskeuze in stap 1 en 3.
Opmerking: voordat u de afstandsbediening
voor volume, kanaal of transport programmeert,
eerst controleren of de programmering nodig
voor de specifieke TV, CD, DVD, kabel- of
satellietontvangers is uitgevoerd.
Resetten van het geheugen van de
afstandsbediening
Bij het toevoegen van componenten aan een
home theater systeem, zult u soms de afstands-
bediening geheel opnieuw willen programmeren
om verwarring van bevelen, macro’s of doorscha-
kelingen die u heeft gemaakt te voorkomen. U
doet dat door de afstandsbediening in de oor-
spronkelijke fabrieksinstelling terug te zetten.
Denk er wel aan dat daarmee alle bevelen
worden gewist en alles opnieuw moet worden
ingevoerd. Ga als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op een willekeurige ingangs-
keuze
4
en op ‘0’
H
tot de programma/
SPL indicatie
2
amber knippert.
2. Druk driemaal op ‘3’.
3. De rode LED onder de ingangskeuze
4
dooft en de programma/SPL indicatie
2
stopt met knipperen en wordt groen.
4. De programma/SPL indicatie
2
blijft
groen tot de afstandsbediening is gereset. Denk
er aan dat dit even kan duren, afhankelijk van
het aantal bevelen dat in de afstandsbediening
zijn opgeslagen en gewist moeten worden.
5. Wanneer de programma/SPL indicatie
2
dooft is de afstandsbediening teruggezet in de
fabrieksinstelling.
38 FUNCTIE OVERZICHT
Functie overzicht
Nr. Toets AVR Functie DVD CD/CDR
1 Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen
2 Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen
3 Muting Mute
4 AVR AVR Keuze
5 DVD DVD Input Keuze DVD Keuze
6 CD CD Input Keuze CD Keuze
7 Tape Tape Input Keuze
8 Video 1 Video 1 Keuze
9 Video 2 Video 2 Keuze
10 Video 3 Video 3 Keuze
11 DIM DIM DIM DIM
12 MG/FM Tuner Keuze
13 6/8 Kan. Keuze 6/8 Kan. Keuze
14 Sluimer Sleep
15 Test Test Tone -/Input Keuze
16 TV/Video Keuze
17 Volume hoger Volume hoger
18 Surround keuze
Surround Mode Keuze
-/CDR Keuze
19 Nacht Nacht Mode Keuze Subtitle on/off -/CDP Keuze
20 Reserve
21 Volume lager Volume lager
22 Kanaal/Overzicht Kanaal fijnist. Title
23
Move/Adjust hoger Hoger
24 Luidspreker/Menu Speaker Adjust Menu Intro/-
25
Move/Adjust Links Links
26 Instellen Instellen Enter
27
Move/Adjust Rechts Rechts
28 Digitaal/Exit
Digital Input Keuze
Open/Close
29
¤
Move/Adjust Lager
Lager
30 Vertraging Vorig kan. Delay Adjust Return Open/Close
31 1 111
32 2 222
33 3 333
34 4 444
35 5 555
36 6 666
37 7 777
38 8 888
39 Afstemmen Afstemmen Chapter Repeat
40 9 999
41 0 000
42 Geheugen Geheugen Audio Time/CDR Display
43 Afstemmen hoger Afstemmen hoger Next Chapter
44 Direct Direct Tuner Entry Angle Random
45 Wissen Wissen Wissen Wissen
46 Voorkeuze hoger Preinstellen Afstemmen hoger Slow Forward +10/-
47 Afstemmen lager Afstemmen lager Prev Chapter -/
Track Increment
48 IN-BEELD IN-BEELD Program
49 RDS RDS Disc Skip Disc Skip
50 Voorkeuze lager
Preinstellen Afstemmen lager
Slow Rev
51 M1
52 M2
53 M3
54 M4
55 Dolby Dolby Functie
56 DTS SURR DTS Digital Functie
57 DTS Neo:6 DTS Neo:6 Keuze
58 Logic 7 Logic 7 Keuze
59 Stereo Stereo Mode Keuze
60 Skip lager Skip – Skip –
61 Skip hoger Skip + Skip +
62 Terugspoelen Achteruit zoeken Achteruit zoeken
63 Weergave Weergave Weergave
64 Snel vooruit Vooruit zoeken Vooruit zoeken
65 Opname -/Opname
66 Stop Stop Stop
67 Pauze Pauze Pauze
FUNCTIE OVERZICHT 39
Functie overzicht
Nr. Toets Tape VCR (VID 1) TV (VID 2) CBL (VID 3) SAT(VID 3)
1 Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen
2 Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen
3 Muting Mute
4 AVR keuze
5 DVD
6 CD
7 Tape Tape Keuze
8 Video 1 VCR Keuze
9 Video 2 TV Keuze
10 Video 3 VID 3 Keuze VID 3 Keuze
11 DIM DIM DIM DIM DIM DIM
12 MG/FM
13 6/8 Kan. Keuze
14 Sluimer Kanaal + Kanaal + Kanaal + Kanaal +
15 Test
16 TV/Video Keuze
17 Volume hoger Volume hoger
18 Surround keuze Kanaal - Kanaal - Kanaal - Kanaal -
19 Nacht
20 Reserve
21 Volume lager Volume lager
22 Kanaal/Overzicht Info/Gids Info/Gids
23
Hoger Hoger Hoger Hoger
24 Luidspreker/Menu Menu Menu Menu Menu
25
Links Up Links Links Links
26 Instellen Enter Enter Enter Enter
27
Rechts Rechts Rechts Rechts
28 Digitaal/Exit Exit Exit Exit Exit
29
¤
Lager Lager Lager Lager
30 Vertraging Vorig kan. Vor. Kanaal Vor. Kanaal Vor. Kanaal
31 1 1111
32 2 2222
33 3 3333
34 4 4444
35 5 5555
36 6 6666
37 7 7777
38 8 8888
39 Afstemmen
40 9 9999
41 0 0000
42 Geheugen
43 Afstemmen hoger Sleep
44 Direct FAV FAV
45 Wissen Wissen Wissen Bypass Next
46 Voorkeuze hoger Music Alt
47 Afstemmen lager
48 IN-BEELD IN-BEELD IN-BEELD IN-BEELD IN-BEELD
49 RDS
50 Voorkeuze lager
51 M1
52 M2
53 M3
54 M4
55 Dolby
56 DTS SURR
57 DTS Neo:6
58 Logic 7
59 Stereo
60 Skip lager Scan –
61 Skip hoger Scan +
62 Terugspoelen Terugspoelen Terugspoelen
63 Weergave Weergave Weergave
64 Snel vooruit Fast Fwd Fast Fwd Day + Day +
65 Opname Opname/Rec.Pauze Opname
66 Stop Stop Stop
67 Pauze Pauze
40 PROBLEMEN
Problemen
Processor resetten
In het zeldzame geval dat de werking van het
apparaat en/of de display niet normaal lijkt kan
de oorzaak liggen in een foutieve werking van
het geheugen of de microprocessor.
Om dat te corrigeren neemt u de stekker van het
apparaat uit het stopcontact en wacht minimaal
drie minuten voordat u deze weer in het stop-
contact steekt. Controleer nu de werking van het
apparaat. Werkt het nog steeds niet goed, dan
kan een reset noodzakelijk zijn.
Daarmee wordt het gehele systeemgeheugen van
de AVR inclusief alle instellingen van de tuner,
uitgangsniveaus (componentenniveaus) en de
gegevens voor luidsprekercombinaties,
verwijderd. Zet eerst het systeem aan met
standby
2
.
Druk dan op Klankregeling in/uit
8
en houd
deze drie seconden vast.
Het apparaat schakelt automatisch in. Denk er
aan dat u op deze manier het geheugen heeft
gewist en dat alle systeem configuraties,
instellingen en zenders opnieuw moeten worden
ingesteld.
Opmerking: het resetten van de processor zal
alle instellingen die u heeft gemaakt wissen:
uitgangsniveaus van de luidsprekers, de uit-
gangsniveaus, surroundfuncties, toewijzing van
de digitale ingangen en de opgeslagen radio-
zenders. Na het resetten keert het apparaat terug
in de fabrieksinstelling en moeten alle
instellingen opnieuw worden gemaakt.
Functioneert het systeem nu nog steeds niet
goed, dan kan een elektrische ontlading er
verantwoordelijk voor zijn dat de processor en/of
het geheugen is vernield.
Raadpleeg in dat geval de Harman Kardon
technische dienst.
SYMPTOOM OORZAAK OPLOSSING
Apparaat werkt niet wanneer de • Geen netspanning • Controleer lichtnetaansluiting
netschakelaar
1
wordt ingedrukt • Controleer of er spanning op het stopcontact staat
Display licht op maar geen • Onderbroken ingangssignaal • Controleer alle aansluitingen
geluid en geen beeld Muting ingeschakeld • Druk op muting
c
Volume is geheel teruggedraaid • Draai het volume omhoog
Apparaat schakelt in maar • Display helderheid uitgeschakeld Volg de aanwijzingen over de helderheid van de
de display licht niet op display op pagina 34
Geen enkele luidspreker werkt; Versterker beveiliging actief, kortsluiting • Controleer luidsprekerverbindingen op kortsluiting
lichtnetindicatie rood Versterker beveiliging actief, intern probleem • Neem contact op met uw leverancier
Geen geluid van de surround of Verkeerde surround functie • Kies een andere functie dan stereo
centrum luidsprekers • Monosignaal • Er is geen surround informatie bij mono bronnen
(uitgezonderd de Theater en Hall surround functies).
Verkeerd geconfigureerd • Controleer de luidsprekerconfiguratie.
• Stereo of mono signaal • Sommige surround functies creëren geen achter
kanaal informatie van niet-gecodeerde programma’s.
Apparaat reageert niet op • Zwakke batterijen in afstandsbediening Vervang batterijen
de afstandsbediening Verkeerde apparaat gekozen • Druk op AVR
5
• Sensor afstandsbediening
¯
geblokkeerd • Controleer of de sensor op de voorzijde niet wordt afgedekt
door een voorwerp of meubel
Intermitterende brom in de tuner • Lokale interferentie Verplaats het apparaat of de antenne, uit de buurt van
computers, TL-buizen, motoren of andere elektrische
apparaten
Indicatie in kanaalaanduiding • Digitale audiosignaal pauzeert • Hervat weergave DVD
knippert
$
display en audio stopt • Controleer of een digitaal signaal naar de ingang
wordt gestuurd
TECHNISCHE GEGEVENS 41
Technische gegevens
Audio gedeelte
Stereo
Continu nominaal vermogen (FTC)
50 watt per kanaal, 20 Hz – 20 kHz,
@ <0,07% THD, beide kanalen uitgestuurd in 8 ohm
6 Kanalen Surround Functies
Vermogen per kanaal
Front L&R kanalen:
40 watt per kanaal,
@ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Centrum kanaal:
40 watt, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Surround (L & R Zijkant, Achter) kanalen:
40 watt per kanaal,
@ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Ingangsgevoeligheid/impedantie
Lineair (lijnniveau) 200 mV/47 kohm
Signaal/ruis-afstand (IHF-A) 100 dB
Surround overspraak
Analoge opname 40 dB
(Pro Logic, enz.)
Dolby Digital (AC-3) 55 dB
DTS 55 dB
Frequentiebereik
@ 1W (+0 dB, -3 dB) 10 Hz – 130 kHz
High Instantaneous
Current Capability (HCC) ± 25 Amp.
Transiënt Intermodulatie
Vervorming (TIM) Onmeetbaar
Stijgtijd 16 µsec
Slew rate 40 V/µsec**
FM tuner
Afstembereik 87,5 – 108 MHz
Bruikbare gevoeligheid IHF 1,3 µV / 13,2 dBf
Signaal/ruis-afstand Mono/stereo: 70/68 dB (DIN)
Vervorming Mono/stereo: 0,2/0,3%
Stereo kanaalscheiding 40 dB @ 1 kHz
Selectiviteit ±400 kHz: 70 dB
Spiegelonderdrukking 80 dB
MF onderdrukking 90 dB
MG tuner
Afstembereik 522 – 1611 kHz
Signaal/ruis-afstand 45 dB
Bruikbare gevoeligheid kamerantenne: 500 µV
Vervorming 1 kHz, 50% mod.: 0,8%
Selectiviteit ±10 kHz: 30 dB
Video gedeelte
Videosysteem PAL/NTSC
Ingangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm
Uitgangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm
Video Frequentiebereik
(Composiet en S-Video) 10Hz–8MHz (–3dB)
Video Frequentiebereik
(Component) 10Hz–50MHz (–3dB)
Algemeen
Lichnetspanning AC 220 – 240 V / 50 Hz
Opgenomen vermogen 65 W in rust, 540 W maximaal
(6 kanalen uitgestuurd)
Afmetingen (max)
Breedte 440 mm
Hoogte 165 mm
Diepte 382 mm
Gewicht 11,1 kg
Diepte inclusief knoppen, toetsen en aansluitingen.
Hoogte inclusief voetjes en chassis.
Alle technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Harman Kardon is een geregistreerd handelsmerk en ‘Power for the Digital Revolution’ is een
handelsmerk van Harman International Industries, Inc.
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories.
‘Dolby’, ‘Pro Logic’, AC-3’ en het dubbele D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
Confidential Unpublished Works. ©1992-1999 Dolby Laboratories, Inc. Alle rechten voorbehou-
den.
DTS en DTS Surround, DTS-ES en DTS Neo:6 zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
VMAx is een handelsmerk van Harman International Industries, Inc. en is een implementatie van
Cooper Bauck Transaural Stereo patent onder licentie.
Logic 7 is een geregistreerd handelsmerk van Harman International Industries, Incorporated.
** Zonder ingangscompensatie en uitgangsisolatie netwerken.
250 Crossways Park Drive, Woodbury, New York 11797
www.harmankardon.com
Harman Consumer Group International:
2, route de Tours, 72500 Château-du-Loir, France
© 2005 Harman Kardon, Incorporated
Best.nr.: CQX1A952Z
11


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Harman Kardon AVR 135 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Harman Kardon AVR 135 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 0,97 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Harman Kardon AVR 135

Harman Kardon AVR 135 User Manual - English - 48 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info