Opstarten
Aansluiten op het stroomnetwerk.
Nadat u de stekker in het stopcontact hebt gedaan, gaat het
apparaat automatisch over in de Intelligente en Vermalen-ijs-modi.
Dit apparaat is uitgerust met een geheugenfunctie waardoor, in
geval van een stroomuitval, de functioneringsmodus die als laatste
werd gebruikt wordt opgeslagen en gaat weer terug naar deze
modus als de stroom weer wordt ingeschakeld.
Functioneringsmodi
Aanbeveling:
De intelligente modus zorgt ervoor dat het
apparaat de optimale koeltemperaturen kan
bereiken, ongeacht de variaties in de
omgevingstemperatuur.
Kies een van de volgende twee functioneringsmodi.
(1) Intelligente modus: Als er geen speciale eisen worden gesteld, raden wij u aan
om de Intelligente functioneringsmodus te gebruiken. Druk op één keer op de
Intelligente toets; het indicatielampje gaat branden en het apparaat wordt
automatisch ingeschakeld. (Lees meer informatie hierover in het hoofdstuk
“Functies”)
(2) Handmatige modus: Stel handmatig de temperatuur in met behulp van de
temperatuurtoetsen.
Eten plaatsen
Laat de koelkast enige tijd leeg staan.
Plaats pas eten in de koelkast als de
temperatuur voldoende is gezakt.
Let op: wijzigingen in de temperatuurinstellingen treden langzaam in
werking. Dit is afhankelijk van de variaties in de omgevingstemperatuur,
hoe vaak de deur wordt geopend en de hoeveelheid eten in de koelkast.
12