Een geheugentoests kiezen
1ste geheugenniveau : gewoon op de geheugentoets drukken.
2de geheugenniveau : Door op de omschakeltoets te drukken wordt
het 2de geheugenniveau geactiveerd. In het display verschijnt het
overeenstemmende symbool
. Druk vervolgens op de gewenste
geheugentoets.
Naar het 1ste geheugenniveau schakelt u terug door opnieuw op de
omschakeltoets te drukken.
2.9.1 Karakters ingeven
De karakters waarover u beschikt bestaan uit letters, tekens en cijfers. Het
ingeven van karakters gebeurt met behulp van de cijfertoetsen. De tekens
die aan iedere toets zijn toegewezen zijn op de behuizing gedrukt. In het
display wordt de ingavepositie aangeduid door een knipperende cursor.
De ingave van teksten (namen) is bv. mogelijk bij het programmeren van
de geheugentoetsen. Teksten kunnen ingegeven worden wanneer in de
2de regel van het display “
” is weergegeven.
Bij veel programmeringen moeten cijfers ingegeven worden (in het
display wordt bv. “
” weergegeven). Om wijzigingen uit te voeren
kunnen cijfers en letters met de pijltoets “links” gewist worden (in het
display “
”).
Door op de pijltoets “rechts” te drukken schuift de cursor één plaats op
naar rechts : Er wordt een spatie gecreëerd.
Karakters wissen : druk op de pijltoets “links”
De geheugentoets kan ook in de ruststand gekozen worden. Het telefoon-
nummer wordt direct gekozen wanneer de hoorn opgenomen wordt of de
luidspreker-toets voor ”meeluisteren/handenvrij spreken” ingedrukt wordt.
112 Bediening
Gebruiksaanwijzing
Naam “JAN”: - -
Karakters
kiezen :
Bv. : toets 2
Bv. : naam
ingeven
Telefoon-
nummer van
geheugen-
toets kiezen
Alternatief
of
- - -
(
na de laatste letter volgt het cijfer van de toets) -
(het 1ste teken verschijnt opnieuw)
- Geheugentoets kiezen : of
Telefoonnummer bevestigen:
Cijfers kunnen gewist worden of ingegeven worden
Kiezen bevestigen: Het telefoonnummer wordt gekozen.