24
Spelverloop
Er wordt kloksgewijs om beurten gespeeld. Wie het beste als een
olifant kan stampen, mag beginnen. Als jullie het niet eens
kunnen worden, begint het jongste kind en gooit één keer met de
dobbelsteen.
Zet Luigi kloksgewijs het gegooide aantal ogen vooruit. Iedere
dierkaart telt hierbij voor een veld. Nu moet je de beweging
nadoen van de omgekeerde kaart waarnaast Luigi tot stilstand is
gekomen. De medespelers draaien vervolgens de dierkaart om en
controleren of jouw opvoering juist was:
• Fout?
Helaas! Je ontvangt jammer genoeg geen safarimunt.
Bekijk nogmaals de beweging. Luigi komt in het verdere spel-
verloop vast en zeker nog ’ns op deze dierkaart terecht.
Vervolgens wordt de kaart weer omgekeerd.
• Goed?
Prima! Je bent een geweldige avonturier. Als beloning
ontvang je een safarimunt die je voor je neerlegt.
Nu trek je een nieuwe dierkaart van de gedekte stapel. Leg hem
voor je neer en doe de nieuwe beweging aan je medespelers
voor. Vervolgens wordt de nieuwe dierkaart omgekeerd op de
dierkaart gelegd waar Luigi naast staat.
Daarna is kloksgewijs de volgende speler aan beurt om te
gooien.