31
NEDELRLANDS
Je mag je zandmannetje echter alleen vooruitzetten wanneer je
de bijbehorende halvemaan omdraait.
Op welke halvemaan zou je zandmannetje terecht kunnen
komen? Leg de dobbelsteen naast deze halvemaan.
Probeer om de bij deze maan behorende halvemaan te vinden.
Draai hiervoor een van de omgekeerde halvemanen zonder neus
om en leg deze ter controle bij de maan met neus aan.
• Is het de juiste halvemaan?
Goed zo! Je mag als beloning je zandmannetje op de
halvemaan naast de dobbelsteen zetten. Er mogen ook meer-
dere zandmannetjes op een maan staan.
De aangelegde halvemaan leg je omgekeerd terug en je schudt
alle omgekeerde manen flink door elkaar.
• Is het een verkeerde halvemaan?
Helaas, je mag je zandmannetje niet verder zetten. Leg de ver-
keerde halvemaan weer omgekeerd op zijn plaats in het
midden op tafel terug.
Daarna is het volgende kind aan de beurt en gooit met de
dobbelsteen.
Belangrijk: als je voorbij de laatste halvemaan terecht zou
komen, vervalt het overtollige aantal ogen. In dit geval moet
je de bij de laatste maan horende halvemaan vinden.
Einde van het spel
Zodra een kind met zijn zandmannetje de laatste maan bereikt, is
het spel afgelopen en heeft dit kind gewonnen.
Misschien mag het als beloning de andere kinderen vanavond
naar bed brengen?
30
2. Zandmannetjes’ maanreis
Welk zandmannetje bereikt als eerste de laatste maan van de rij
manen?
En dobbelspel voor 2 - 4 maanreizigers vanaf 4 jaar.
Spelvoorbereiding
Iedere vollemaan bestaat uit twee
helften: een halvemaan met neus en
een helft zonder.
De zeven halvemanen met neus worden
open op een rij manen gelegd.
De zeven halvemanen zonder neus
leggen jullie omgekeerd in het midden
op tafel en deze worden geschud.
Ieder kind kiest een zandmannetje uit en zet het voor de eerste
halvemaan van de rij manen.
De dobbelsteen wordt klaargelegd. Eventuele overgebleven
zandmannetjes gaan terug in de doos.
Spelverloop
Er wordt kloksgewijs om beurten gespeeld.
Het meest vermoeide kind mag beginnen. Als jullie het niet eens
kunnen worden, begint het jongste kind en gooit één keer met de
dobbelsteen.
Het aantal ogen geeft aan hoe ver je eventueel met je zand-
mannetje mag gaan!
