apparaat.
14. Raak nooit de hete gedeeltes van het apparaat aan (let op : de verwarmplaat is
ook een heet gedeelte!). Raak enkel de plastic gedeeltes aan en de kan bij het
handvat.
15. Pas op dat u zich niet brandt aan de stoom die uit de koffiefilter afkomstig is.
16. Gebruik het apparaat nooit als de kan barsten vertoont. Gebruik alleen de
bijgeleverde kan. Wees voorzichtig met deze kan, omdat deze fragiel is.
17. Gebruik het koffiezetapparaat nooit zonder water. Als u een programmeerbare
koffiezetapparaat hebt, zorg er dan voor dat deze genoeg water bevat alvorens
het programmeren.
18. Plaats de lege (of bijna lege) koffiekan nooit op de verwam plaat als deze is
ingeschakeld of welk andere warme oppervlak dan ook.
19. Sluit de stroomkabel altijd eerst aan, aan het apparaat alvorens de stekker in het
stopcontact te steken. Bij het uitschakelen dient u eerst het apparaat uit te
schakelen, om vervolgens de stekker uit het stopcontact te halen.
20. Gebruik het koffiezetapparaat niet bij een beschadigd stopcontact.
21. Vergeet niet dat de temperatuur van de bereidde koffie hoog is. Wees voorzichtig
met de gevulde koffiekan om risico’s en morsen te voorkomen.
22. Controle, aanpassing of reparatie van het apparaat dient enkel uitgevoerd te
worden door een geautoriseerde service medewerker.
23. Bewaar deze gebruiksaanwijzingen voor toekomstig gebruik.
24. Dompel het apparaat nooit onder in water of welk ander vloeistof dan ook.