HANDZENDERS/SENSOREN PROGRAMEREN
1 - Het alarm moet uitgeschakeld zijn.
2 - Zet het contact van de auto aan.
3 - Druk de koperen contact punten van de GT-889 handzender tegen de contact
punten in het commandoblok totdat de sirene een pieptoon geeft en de LED in
het commandoblok rood aan is.
4 - In de tijd dat de LED rood brand zet dan het contact van de auto uit.
5 - Na 5 seconden zal de sirene 1 pieptoon geven en de LED knippert 1 keer.
6 - Zet het contact van de auto aan en weer uit ( het alarm systeem staat nu in de
programmeer functie).
7 - Druk op de “AAN” knop van de oude handzender, de LED zal 1 keer groen
knipperen en de sirene zal 1 pieptoon geven.
8 - Druk op de “AAN’” knop van de nieuwe handzender, de LED zal 1 keer groen
knipperen en de sirene zal 1 pieptoon geven. Druk op de “TEST” knop of zet de
“TEST” dipswitch van de draadloze sensor aan om deze te programmeren, de
LED zal 1 keer rood knipperen en de sirene zal een pieptoon geven. (lees ook de
handleiding van de draadloze sensor zelf voor de programmeer instructie).
9 - Herhaal stap 6 voor alle andere extra handzenders/sensoren.
10 - Wacht 10 seconden zonder een handzender/sensor te programmeren totdat de
sirene een lange pieptoon geeft om het programmeer menu te verlaten.
Draadloze sensoren verwijderen uit het geheugen.
1 - Het alarm systeem moet uitgeschakeld zijn.
2 - Zet het contact van de auto aan.
3 - Druk de koperen contact punten van de GT-889 handzender tegen de contact
punten in het commandoblok totdat de sirene een pieptoon geeft en de LED in het
commandoblok rood aan is.
4 - Plaats in de tijd dat de LED rood aan is (4 seconden) de contact punten van de
handzender nogmaals tegen het commandoblok totdat de LED uitgaat.
5 - Druk nu binnen 10 seconden op de “SERVICE” knop van de handzender.
6 - Ter bevestiging dat alle draadloze sensoren uit het geheugen zijn verwijderd
zullen de richtingaanwijzers 1 keer knipperen.
7 - Zet het contact van de auto uit.