16
INSTELLINGEN
--------------------------------------------------------------------------------
Beeldinstellingen
1 »INFO« met »i« oproepen.
– Het »INFO« verschijnt.
2 Regel »BEELD« met »P+« of »P-« kiezen en met »OK« bevesti-
gen.
– Het menu »BEELD« verschijnt.
3 Regel »Helderheid«, »Contrast«, »Kleur«, »Scherpte«, »Ruisreduc-
tie«, »Kleurtemperatuur«, »Actief Contrast« (om een optimaal con-
trast te verkrijgen wordt al naargelang de inhoud van het beeld
de achtergrondverlichting gewijzigd) of »Tegenlicht« (achter-
grondverlichting van het LCD-beeldscherm) met »
P+« of
»
P-« selecteren.
Aanwijzingen:
De functie »Artefactreductie« kan alleen op AV-programma-
plaatsen en digitale zenders geselecteerd worden. »Artefactre-
ductie« reduceert evt. voorhanden storende artefacten
(blokvorming) bij digitale zenders met MPEG-comprimering (bijv.
van de DVB-T receiver, DVD-player).
De achtergrondverlichting (backlight) kan alleen gewijzigd
worden wanneer de functie »Actief Contrast« uitgeschakeld is.
4 Gewenste waarde met »
4
« of »
3
« kiezen.
5 Instellingen met »i« beëindigen.
Geluidsinstellingen
1 »INFO« met »i« oproepen.
– Het »INFO« verschijnt.
2 Regel »GELUID« met »P+« of »P-« kiezen en met »OK« be vesti-
gen.
– Het menu »GELUID« verschijnt.
Volume
1 Regel »Volume« met »P+« of »P-« kiezen en instelling met »
4
«
of »
3
« veranderen.
Balance
1 Regel »Balance« met »P+« of »P-« kiezen en instelling met »
4
«
of »
3
« veranderen.
GELUID
Terug Beëindigen
Volume
Balance
Geluidstype
Modus
AVL
Stereo
Equalizer
Normaal
Hoofdtelefoon
Uit
BEELD
Terug Beëindigen
Helderheid
Contrast
Kleur
Scherpte
Ruisreductie
AUTO
Kleurtemperatuur
Normaal
Artefactreductie
Uit
Actief Contrast
Aan
Tegenlicht Uit