NEDERLANDS
13
INSTELLINGEN
--------------------------------------------------------------------------------
BEELD
HELDERHEID
CONTRAST
KLEUR
SCHERPTE
DNR LAAG
TINT
KLEURTEMPERATUUR
NORMAAL
NCM UIT
SABC UIT
DYNAMIC CONTRAST UIT
TEGENLICHT
VERANDER TERUG
Beeldinstellingen
1 »INFO« met »i« oproepen.
– Het »INFO« verschijnt.
2 Regel »BEELD« met »P+« of »P-« kiezen en met »OK« bevesti-
gen.
– Het menu »BEELD« verschijnt.
Helderheid, contrast, kleur en beeldscherpte
1 Regel »HELDERHEID«, »CONTRAST«, »KLEUR« of »SCHERPTE«
met »
P+« of »P-« kiezen en instelling met »
4
« of »
3
« verande-
ren.
Aanwijzingen:
De instellingen »HELDERHEID«, »CONTRAST«, »KLEUR« en
»SCHERPTE« kunnen alleen veranderd worden als de functie
»SABC« uitgeschakeld is.
DNR (ruisonderdrukking)
Bij slechte TV-/videosignalen kan de beeldkwaliteit verbeterd
worden.
1 Regel »DNR« met »P+« of »P-« kiezen en instelling met »
4
« of
»
3
« veranderen.
Tint
Kleurvervalsingen bij NTSC-programma’s compenseren.
1 Regel »TINT« met »P+« of »P-« kiezen en instelling met »
4
« of
»
3
« veranderen.
Kleurtemperatuur
U kunt de beeldindruk tussen warm en koud veranderen.
1 Regel »KLEURTEMPERATUUR« met »P+« of »P-« kiezen en
instelling met »
4
« of »
3
« veranderen.
NCM (Natural Color Management)
Verbetert de verzadiging van de beeldkleuren.
1 Regel »NCM« met »P+« of »P-« kiezen en met »
4
« of »
3
«
»AAN« kiezen.
SABC (Scene Adaptive Brightness Control)
Automatische instelling van helderheid, contrast, kleur en beeld-
scherpte.
1 Regel »SABC« met »P+« of »P-« kiezen en met »
4
« of »
3
«
»AAN« kiezen.