62
Network Name (SSID)
De netwerknaam (SSID – Service Set Identifier) identificeert een ra-
dionetwerk dat op IEEE 802.11 gebaseerd is.
Elk Wireless LAN bezit een configureerbare SSID om het radionet-
werk ondubbelzinnig te kunnen identificeren.
De tekenrij van de netwerknaam kan tot 32 tekens lang zijn. Die
wordt in het basisstation (Access Point) van een Wireless LAN ge-
configureerd en op alle clients, die er toegang toe moeten hebben,
ingesteld.
Netmasker
Het netmasker of het netwerkmasker, gedeeltelijk nog als subnet-
masker omschreven, is en bitmasker dat een IP-adres in een netwerk-
en een toestel- resp. hostdeel scheidt. Het wordt in IP-netwerken ge-
bruikt om routingbeslissingen te treffen.
Privé-IP-adres
Privé-IP-adressen behoren tot bepaalde IP-adresbereiken die in het in-
ternet niet geroutet worden. Ze kunnen door iedereen voor privé-
netwerken, zoals bijv. LAN’s gebruikt worden.
Vele computernetwerken hebben weliswaar onder elkaar volledige
connectiviteit op IP-niveau nodig, maar slechts een beperkte inter-
nettoegang. Wijst men aan zo’n computernetwerk een privé-IP-
adresbereik toe, dan vormt zich een intranet waartoe vanuit het
internet geen toegang verkregen kan worden, omdat de interne-
trouters de privé-adresbereiken negeren. Een gateway of router die
in dit privénetwerk geplaatst is en naast het privé-IP-adres bijkomend
over een openbaar adres van het internet beschikt, brengt de inter-
nettoegang tot stand. Dit kan via een proxy gebeuren of met
NAT/PAT/Masquerading.
Omdat het gebruikte adresbereik alleen binnen het privénetwerk
zichtbaar is, kan hetzelfde bereik ook in andere privénetwerken ge-
bruikt worden. De door het internetprotocol benodigde ondubbel-
zinnigheid van een IP-adres blijft door de beperkte zichtbaarheid
gegarandeerd.
INFORMATIE
----------------------------------------------------------------------------------------