Voorbereiden
ń
4
Voorbereiden
r
Batterij in de afstandsbediening plaatsen
Ń
!
Let op de polen in het batterijvakje.
Als de batterij leeg is, verschijnt op het
beeldscherm de melding: »Battery«.
Lege batterij beslist verwijderen. Voer de lege
batterijen op milieuvriendelijke wijze af.
r
Toestel inschakelen
Toets ü op het toestel indrukken.
Brandt daarna de indicatie, dan staat het toestel in
stand-by.
Met de cijfertoetsen 1 –
AV
0
of de toets P
van de afstandsbediening schakelt u het toestel
helemaal in.
r
Toestel in stand-by schakelen
Toets A van de afstandsbediening indrukken.
Het toestel is niet helemaal uitgeschakeld.
Het toestel kan met de afstandsbediening weer
ingeschakeld worden.
rr
Toestel helemaal uitschakelen
Als u het toestel langdurig (bijvoorbeeld ‘s
nachts) niet gebruikt, dan schakelt u het met
deze toets uit.
U bespaart daardoor energie.
Toets ü op het toestel indrukken.
1
Ǻ
Ǻ
1
1
Ǻ
Het DIALOG CENTER als gebruikers-
instructies
In het DIALOG CENTER en de afzonderlijke pagina’s
van de gebruikersinstructies ziet u de mogelijke
functies en met welke toetsen van de afstands-
bediening deze functies geactiveerd worden.
Toetssymbolen en dialoogregels tonen de moge-
lijke bedieningsstappen.
De tekens op het beeldscherm zijn symbolen voor
de volgende toetsen van de afstandsbediening:
Symbool Toets Functie
Ń Pp
Voor het stap voor stap kiezen
Ľ van regels of functies op één
pagina.
ľı FE Voor het veranderen van in-
stellingen.
Ǻ h Roept het DIALOG CENTER
op (h en G) en schakelt
van de pagina’s terug naar
het DIALOG CENTER.
OK G Bevestigt functies.
Onthoud a.u.b. deze toetsen goed, u heeft ze in de
volgende bedieningsstappen steeds weer nodig!
Ǻ
DIALOG CENTER
OK TXT
TAALKEUZE
BEVEILINGE
BIJZONDERE FUNCTIES
PROGRAMMA’S SORTEREN
MANUELE TUNING
AUTOMATIC TUNING SYSTEM
SERVICE