22
Ten behoeve van een zo eenvoudig mogelijke bediening, vindt u op
een extra bedieningsniveau (EXPERT) comfortinstellingen die u
slechts een keer of zo nu en dan hoeft te gebruiken.
Mogelijke EXPERT-instellingen
Code-instellingen (»CODE/SAFE«).
Contrast van het display (»DISPL 00«).
Security-signaallampje aan/uit (»BLK OFF/ON«).
Toon aan/uit (»BEEP OFF/ON«).
AM-golflengte blokkeren (»AM OFF/ON«).
Automatische zoekloop verkeersinformatie aan/uit
(»TP-IS OFF/ON«).
Automatische overschakeling van het regionale programma
aan/uit (»REG OFF/ON«).
In- en uitschakelen met het contact (»IGN OFF/ON«).
Geluidloos schakelen wanneer autotelefoon wordt gebruikt
(»PHONE OFF/ON«).
Ingangsgevoeligheid in CD- of DAT-mode (»MCD«).
Volumebeperking bij het inschakelen (»ONVOL 00«).
Minimaal volume voor verkeersmeldingen (»TRVOL 00«).
EXPERT-instellingen veranderen
1 Om PTY te activeren, net zolang op »EXP« drukken tot u een
toon hoort.
2 Met »<« en »>« de gewenste EXPERT-instelling (zie hierboven)
kiezen, bijv. volumebeperking bij het inschakelen.
3 U activeert de functie door kort op »EXP« te drukken.
– Display: »ONVOL 12« knippert, en de gekozen zender komt
in het weergegeven volume door.
4 Kies met »<« of »>« het gewenste volume. Als u meerdere
keren op »<« of »>« drukt, verandert de waarde stapsgewijs.
Lang drukken zet de automatische snelle zoekloop in werking.
5 Om de functie te beëindigen »EXP« kort indrukken.
– Display: »ONVOL 10« knippert niet meer.
6 Om de volgende instelling te selecteren, moet u de stappen 2 tot
en met 5 herhalen.
7 Wanneer u het bedieningsniveau wilt verlaten, net zolang op
»EXP« drukken tot u een toon hoort.
EXPERT-BEDIENINGSNIVEAU
____________
ONVOL 1 0
ONVOL 1 0
ONVOL 1 2
EXPERT