10
In- en uitschakelen
1 Toestel met de gewenste programmabron inschakelen, hiervoor de schakelaar »RADIO
OFF/TAPE CD« op de betreffende positie zetten.
2 Toestel uitschakelen, hiervoor de schakelaar »RADIO OFF/TAPE CD« op »OFF/TAPE«
zetten.
Programmabron kiezen
1 Gewenste programmabron (RADIO, TAPE of CD) met »RADIO OFF/TAPE CD« kiezen.
Volume veranderen
1 Volume met »
+
VOL. –« veranderen.
Ultra-Bass-systeem in- en uitschakelen
Met deze functie worden de bassen versterkt.
1 Zet het Ultra Bass-systeem aan en uit met »UBS«.
Met hoofdtelefoon luisteren
1 Sluit de hoofdtelefoon aan op de hoofdtelefoonaansluiting »0« (ø 3,5 mm).
– De luidsprekers van het toestel worden uitgeschakeld.
Attentie:
Permanent gebruik bij hoog volume kan tot gehoorschade leiden.
ALGEMENE FUNCTIES
___________________________________
RADIO-MODE
_________________________________________________
Antennes
1 Bij FM-ontvangst (UKW) de telescoopantenne »Antenne« uittrekken.
Aanwijzing:
Bij een te sterk FM-signaal raden wij u aan de uitschuifbare antenne in te schuiven.
2 Voor MG-ontvangst heeft het toestel een ingebouwde antenne. Om de antenne af te
stellen het toestel rond de eigen as draaien.
Programmabron radio kiezen
1 Schakelaar »RADIO OFF/TAPE CD« in positie »RADIO« zetten.
Radiozenders kiezen
1 Kies het gewenste golflengtegebied (FM of MG) met »FM MONO FM STEREO MW«.
2 De gewenste radiozender kiezen met »TUNE«.
– De frequentie wordt in de frequentieschaal weergegeven.