12
TELEVISIE-MODUS
_________________________________________________________
Basisfuncties
In-/uitschakelen
1 Televisietoestel met »IO« op het televisietoestel aanzetten.
– Bij het aanzetten begint het televisietoestel met de laatst bekeken zender.
2 Televisietoestel met »
ǼǼ
« op stand-by zetten.
Televisietoestel met »1…AV 0« of »
PP
« vanuit stand-by aanzetten.
3 Televisietoestel met »IO« op het televisietoestel volledig uitzetten.
Daardoor bespaart u energie.
Zenderplaatsen selecteren
1 Zenderplaatsen (ook AV) met »1…AV 0« direct selecteren.
– Zenderplaats »AV2« is zonder functie;
of
2 Zenderplaatsen met »
,,
«of»
..
« stapsgewijs selecteren;
of
3 Zenderbalk met »OK« oproepen of laten verdwijnen, de gewenste zender
(niet »AV«) met »
,,
«of»
..
« of
»
FF
«of»
EE
« selecteren.
Volume, helderheid, kleurcontrast veranderen
1 Volume met »
FF
«of»
EE
« veranderen.
2 Helderheid met »–
v
« of »
v
+« veranderen.
3 Kleurcontrast met »–i « of »i +« veranderen.
Aanwijzingen:
Elke veranderde waarde wordt na enkele seconden vastgelegd.
Terug naar instelling bij levering, druk hiervoor op »AUX« en daarna op
»OK«.