84
FM MODE Hiermee kunt u omschakelen op Mono bij een slechte
stereo-ontvangst, aan achterzijde van het apparaat.
CD-deel
OPEN/CLOSE Om het CD-vak te openen en te sluiten.
ıII Start de weergave van een CD;
PLAY/PAUSE Schakelt op weergavepauze.
■ STOP Beëindigt de weergave van de CD.
REPEAT Eén keer indrukken: herhaalt de actuele titel altijd
opnieuw;
Twee keer indrukken: herhaalt de hele CD altijd
opnieuw.
PROG. Hiermee slaat u titels op voor het opstellen van een
muziekprogramma.
9
F-SKIP Kort indrukken: kiest een titel;
8
R-SKIP lang indrukken: zoekt een bepaalde passage.
Cassette-deel
CLOSE Cassettevak; druk hierop om het vak te sluiten.
●●
Start de opname.
ı Start de weergave.
3
Spoelt de cassette terug.
4
Spoelt de cassette vooruit.
■/
ə
Beëindigt de weergave/opname;
opent het cassettevak.
II Pauze bij opname en weergave.
} Hiermee kunt u de looprichting van de cassette kiezen.
TAPE DIRECTION
Weergeven
PLAY/PAUSE
•
Brandt als een CD afgespeeld wordt;
knippert in de pauze-modus.
REPEAT
•
Brandt als de actuele titel herhaald wordt;
knippert als de hele CD of een muziekpro-
gramma herhaald wordt.
PROG.
•
Brandt bij de weergave van een muziekpro-
gramma; knippert van het opslaan van een
titel.
ON
•
Brandt als de radiorecorder in gebruik is.
TRACK 08 Geeft voor het starten van de weergave het
totale aantal titels van een CD weer; geeft
bij de weergave de actuele CD-titel weer.
IN EEN OOGOPSLAG
_______________________________
08
ON
PROG.
REPEAT
PLAY/PAUSE
•
•
•
•
TRACK