BASISFUNCTIES
______________________________________________________________________________________________
NEDERLANDS
7
In- en uitschakelen
1 In- en uitschakelen met »IO«.
Voorzichtig:
Wanneer de radio wordt ingeschakeld,
schuift de automatische antenne uit! Voordat
u bijv. een wasinstallatie inrijdt, altijd het
toestel uitzetten!
Volume- en geluidsinstellingen
Volume instellen
1 Met de draaiknop het volume veranderen.
– Display: ingesteld volume
(schaal »0« tot »30«).
Geluidsinstellingen
Voor »BASS«, »TREBLE«, »FADER«, »BALANCE«:
1 Functie selecteren door een keer of meerdere
keren op »SOUND« te drukken.
2 Met de draaiknop de betreffende instelling
uitvoeren.
Instellingen oproepen
Druk op »SOUND« en daarna bijvoorbeeld kort
op de geheugentoets ”2”.
Op het display verschijnt: »SOUND 2«.
Middelste stand oproepen
Druk op »SOUND« en daarna op de toets
I
I
I
.
Op het display verschijnt: »LINEAR«.
Alle instellingen worden op de middelste stand
gezet.
De loudness-functie wordt ingeschakeld.
Loudness in- en uitschakelen
De LOUD-functie (loudness) wordt gebruikt om
bij een laag volume het geluid te verbeteren
door de lage tonen te versterken en de hoge
tonen te verhogen.
1 »SOUND« drukken, BASS verschijnt op het
display.
2 Bovenste softkey »LD« indrukken.
– LOUDNESS is geactiveerd. Het symbool is
weergegeven.
3 Onderste softkey »LIN« indrukken.
– LOUDNESS is gedeactiveerd.
– Met »BASS« de instelling van de lage tonen
veranderen;
– Met »TREB« de instelling van de hoge tonen
veranderen;
– Met »FAD« de volumeverdeling tussen de
voorste (Front) en achterste (Rear) luidspreker-
groep regelen;
– Met »BAL« de luidsprekerverhouding tussen
de luidsprekers links en rechts regelen.
3 Wanneer u de functie wilt beëindigen, moet u
net zolang op »SOUND« drukken, totdat op
het display de ingestelde zender weer verschijnt.
Geluidsgeheugen
Op de geheugentoetsen ”1 – 5” kunt u persoonlijke
geluidsinstellingen opslaan en indien gewenst
opnieuw oproepen. U kunt de instellingen voor lage
en hoge tonen, fader, balance en loudness bewaren
en indien gewenst opnieuw oproepen.
Aanwijzing:
Voor elke signaalbron (SOURCE) wordt de
informatie voor BASS en TREB opgeslagen. De
SOUND-informatie die op de geheugentoetsen
geprogrammeerd werd, is afhankelijk van de
bronkeuze.
Instellen en opslaan
Druk, terwijl u zich nog in de instelmodus
»SOUND« bevindt, op een geheugentoets tot de
signaaltoon te horen is.
Op het display verschijnt: »SOUND 1«.