ń
15
NL
EXPERT-bedieningsniveau
Om de bediening van de autoradio zo
eenvoudig mogelijk te houden, bevindt zich
een groot aantal instellingen, die u maar één
keer of zelden nodig heeft, op een extra
bedieningsniveau (EXPERT).
Lijst met mogelijke Expert-instellingen
1 Code-instellingen
2 Contrast van het display
3 Security-diode Aan/Uit
4 Signaal Aan/Uit
5 AM-gebied blokkeren
6 Automatische zoeken naar
verkeersinformatie Aan/Uit
7 Automatisch wisselen van het regionale
programma Aan/Uit
8 In- en uitschakelen met de contact-/
startschakelaar
9 Uitschakelen van het geluid bij auto-
telefoon-modus
§I Ingangsgevoeligheid bij CD- of DAT-
modus
§? Volume-beperking tijdens het
inschakelen
§` Minimumvolume voor verkeers-
informatie
Expert-instellingen veranderen
1. EXPERT inschakelen
¢¢
EXPERT- toets zo lang indrukken, tot het
signaal te horen is. In het display
ziet u even » EXPERT «.
2. Instelling kiezen
Kies met de toetsen r
TUNING t de
instelling uit, die u wilt controleren, resp.
veranderen
Voorbeeld
§? Veranderen van de volume-beperking
tijdens het inschakelen
Met de toetsen r
TUNING t, de
gewenste functie » ONVOL 13 « instellen, in
het display verschijnt:
U hoort de gekozen zender met het
ingestelde volume.
3. Instelling activeren
Toets
¢¢
EXPERT kort indrukken:
De indicatie knippert.
4. Instelling veranderen
Stel met de toetsen r
TUNING t het
gewenste volume in.
In het display verschijnt bv.:
r
TUNING : Waarde verhogen of
functie inschakelen,
t
TUNING : Waarde verlagen of
functie uitschakelen.
U kunt door meermaals indrukken van de
toets de waarde stap voor stap veranderen of
door lang indrukken het automatische snel
spoelen gebruiken.
5. Instelling beëindigen
Toets
¢¢
EXPERT kort indrukken:
De indicatie verschijnt weer continu.