50
NL B
264-517-020505
Voor het slijpen van de ketting zijn speciale
werktuigen noodzakelijk, waarvan de messen
de juiste hoek hebben en in de juiste diepte
geslepen zijn. Onervaren gebruikers van
kettingzagen raden wij aan de ketting door
een vakman of in een werkplaats te laten sle-
pen. Als u toch zelf de ketting wil slepen,
koop dan het noodzakelijke gereedschap in
de vakhandel.
1. schakel de zaag uit en trek de stekker uit.
2. kontroleer of de ketting aangespand is.
Een ontoereikende spanning laat de ket-
ting bij het slijpen afwijken en maakt goed
slijpen moeilijk.
3. voor het slijpen is een ronde vijl met een
diameter van 4,0 mm vereist.
Andere diameters beschadigen de ket-
ting en verhogen het gevaar op onge-
vallen bij het werken met de zaag.
4. slijp enkel van binnen naar buiten. Leidt
de veil van de binnenkant van de zaag-
tand naar buiten. Houdt de veil omhoog
als u ze terugtrekt.
5. slijp eerst de tanden aan een kant. Draai
de zaag om en slijp de tanden aan de an-
dere kant.
6. de ketting is versleten en moet door een
nieuwe vervangen worden als er slechts
nog ca. 4 mm van de zaagtand over is.
7. na het slijpen, moeten alle snijdelen even
lang en breed zijn.
8. na 3 keer slijpen, moet telkens de slijp-
diepte (dieptebegrenzing) gekontroleerd
worden en de hoogte met behulp van een
platte vijl aangepast worden. De
dieptebegrenzing moet ca. 0,65 mm te-
genover de zaagtand naar achter ge-
plaatst worden. Rond daarna de
dieptebegrenzing een beetje naar voor af.
Spanning instellen
Het instellen van de kettingspanning is in het
gedeelte over ingebruikname, kettingzaag
spannen, beschreven.
• Schakel de zaag uit en trek de stekker uit
• Kontroleer de spanning regelmatig en stel
deze zo veel mogelijk bij zodat de ketting
nauw aan het geleispoor ligt, maar toch
nog los genoeg zit om met de hand aan te
kunnen trekken.
Nieuwe ketting laten inlopen
Bij een nieuwe ketting vermindert de span-
kracht na enige tijd. Daarom moet u na de
eerste 5 snedes, daarna in grotere afstan-
den, de ketting opnieuw aanspannen.
Bevestig nooit een ketting op een
afgesleten aandrijfwiel of een be-
schadigd zwaard.
Zwaard onderhouden
Gebruik snijvaste handschoenen als
u aan de ketting of het zwaard werkt.
Het zwaard moet na alle 8-10 uren gebruik om-
gedraaid worden, om een gelijkmatige slijtage te
garanderen (zie ook gedeelte ingebruikname)
1. Schakel de zaag uit en trek de stekker uit.
2. neem de kettingwielbescherming, de ket-
ting en het zwaard af.
3. kontroleer het zwaard op slijtage. Verwij-
der beschadigingen op het geleispoor met
een platte vijl.
4. reinig de olietoevoer van het zwaard om
een optimale, automatische oliebevloeiing
afb. 19