38
NL B
264-517-020505
• Beschadigde kabels, koppelingen en stek-
kers of aansluitingen die niet beantwoor-
den aan de voorschriften mogen niet ge-
bruikt worden. Trek bij beschadiging of
doorsnijden van de stroomdraad onmid-
dellijk de stekker uit het stopcontact.
Werken met de elektrische kettingzaag:
• Werk niet met de elektrische kettingzaag
als u moe bent of na inname van alkohol
of medicijnen. Pauzeer regelmatig.
• Draag tijdens het werk steeds geschikte
werkkledij, die voldoende bewegings-
vrijheid biedt. Hiertoe behoren veiligheids-
helm, oorbescherming, veiligheidsbril of
masker, snijvaste handschoenen, snij-
vaste veiligheidsschoenen met vaste zool
en veiligheidsbroek met speciale zaag-
bescherming.
• De kettingzaag is gemaakt om met twee
handen te gebruiken. Werk nooit met een
hand of boven de schouders.
• Leg de stroomkabel steeds achter de per-
soon die de zaag bedient. De stroomkabel
moet steeds naar achter, weg van de
kettinzaag gelegd worden.
• Houdt de werkplaat steeds netjes. Begin
pas met werken als de werkplaats vrij is
van hindernissen en u een vluchtweg
heeft als de boom valt.
• Let erop, dat er zich geen mensen of die-
ren in de werkomgeving bevinden. Let
vooral op kinderen.
• Let op een stabiele en veilige houding bij
het zagen. Werk nooit op een ladder, in de
boom of op onstabiele plaatsen. Wees bij
werkzaamheden op hellingen uiterst voor-
zichtig.
• Start de kettingzaag nooit vooraleer het
zwaard, de ketting en de bescherming van
het kettingwiel juist gemonteerd zijn.
• Zorg ervoor, dat de kettingzaag bij het aan-
schakelen en tijdens het werken niet met
stenen, keien, draad of andere voorwerpen
in aanraking komt. Zet de Zaag uit voordat u
ze neerlegt.
• Werk niet als het regent, bij slechte weers-
omstandigheden of in een vochtige omge-
ving. Werk enkel met goede verlichting.
• Let erop, dat de handvaten bij de werk-
zaamheden droog en schoon zijn.
• Werk enkel in het opgegeven prestatie-
domein. Gebruik geen machines met een
zwak vermogen voor zwaar werk. Gebruik
de machines niet voor doeleinden waar-
voor ze niet geschikt zijn.
• Werk niet met een beschadigde, onvolle-
dige of een door amateurs (= geen toe-
stemming van de producent) gewijzigde
elektrische kettingzaag. Gebruik de
kettingzaag nooit met defekte veiligheids-
uitrusting. Gebruik geen machines waar-
van men de schakelaar niet kan uit- of
aanzetten. Kontroleer voor gebruik de
veiligheidstoestand van de elektrische
kettingzaag, in het bijzonder het zwaard,
de kettingrem en de ketting.
• Beschadigde veiligheidsmechanismen en
onderdelen moeten van een erkende
vakwerkplaats gerepareerd of vervangen
worden, inzover niet anders in de ge-
bruiksaanwijzing vermeld staat.
• Trek bij niet gebruik van de machine, voor
onderhoud, reiniging of bij vervanging van
onderdelen de stekker uit. Let erop, dat de
kettingzaag uitgeschakeld is als u de stek-
ker in het stopcontact steekt.
• Meerdere onderhoudswerkzaamheden,
die niet in deze gebruiksaanwijzing ver-
noemd worden, mogen enkel van de
klantendienst voor kettingzagen uitge-
voerd worden.
• Gebruik enkel onderdelen die in deze aan-
wijzing aanbevolen worden.
• Zet elke keer bij het snijden de klem-
hendel vast en begin dan pas met zagen.
• Wees bij het zagen van kleine struiken en
takken uiterst voorzichtig. De takken kun-
nen vastraken in de zaag en u in het ge-
zicht slaan of kunnen u uit evenwicht
brengen.