1. Verwijder de moeren van de kranen.
2. Plaats de koelleiding recht boven de kranen
en draai de moeren met de hand vast. (zie
Fig.9)
3. Draai de moeren vast met een passende
sleutel en volgens de voorschriften.
4. Verwijder de eindkappen van de kranen.
5. Plaats een manometerset en sluit de
stikstofcilinder aan.
6. Zet de installatie op stikstofdruk. (Max. 1,3 x
MTW)
7. Sop alle koppelingen en lassen af met
zeepsop of ander testmiddel.
8. Controleer of alles 100% dicht is, verhelp
eventuele lekkage.
9. Laat de druk af en vacumeer, tot de
benodigde druk. (zie Fig.10)
10. Verwijder de vacuümmeter en pomp.
11. Draai de inbusschroeven los en controleer
opnieuw met een lektester of alles dicht is.
12. Plaats de eindkappen terug
13. Laat het toestel proefdraaien en controleer
de druk.
Afvoer buitendeel alleen bij
warmtepomp
Als het toestel verwarmt of in ontdooistand staat
dan vormt het buitendeel water. Dit water wordt
dan afgevoerd via de bijgeleverde afvoerplug.
Zorg dan ook voor dat het water voldoende weg
kan lopen i.v.m. ijsvorming in de winter.
Installatie:
Monteer de bijgeleverde plug aan de onderzijde
van het toestel. Sluit eventueel een passende
leiding aan voor een goede afvoer.