rem-instellingen
In het ondermenu “rem-instellingen” van het menu “vleugelmixers” kunt u instellen, dat de rolroeren 2 + 5 naar boven en
de welfkleppenparen “WK” (6 + 7) en “WK2” (9 + 10) naar beneden uitslaan, terwijl parallel daaraan eventueel het
hoogteroer bijgtrimd wordt (zie bladzijde 120).
Om er voor te zorgen, dat het remsysteem volgens uw wensen op de K1-stuurknuppel reageert, moet het mixerneutraalpunt
(Offset) aan het remsysteem aangepast worden.
Dit vindt plaats in het menu …
“modeltype”(bladzijde 70)
Na keuze van de regel “rem” wordt de K1-stuurknuppel in de positie gebracht, vanaf waar de mixer moet “aangrijpen” –
normaal gesproken kort voor de voorste aanslag - en na selectie van STO wordt dit aangrijpingspunt via een kort indrukken
van het draaielement bevestigd.
Wordt nu de K1-stuurknuppel over dit punt heen naar de piloot toe bewogen, dan worden alle mixers volgens hun
desbetreffende mixpercentage meegenomen. Onder dit punt blijft de mixer inactief, waardoor ook de keuze van een “loos
bereik” mogelijk is.
Om ook de binnenste welfkleppen 11 + 12 mee te kunnen nemen, is nog een vrije mixer, en wel “k1 → 11”nodig:
Deze mixer heeft een meenemen van de binnenste welfkleppen door de K1-stuurknuppel als effect.
Het mixerneutraalpunt (Offset) van de desbetreffende lineaire mixer legt u in het ideale geval op dezelfde positie van de K1-
stuurknuppel, die u al eerder als Offset-punt in de regel “rem” in het menu “modeltype” heeft vastgelegd (zie kolom links).
Beweeg dan de K1-knuppel in de richting “rem uitgedraaid” en stel aansluitend via ASY de benodigde uitslag naar beneden
in. Let er wel op, dat de servo’s niet vastlopen. Gebruik eventueel de “uitslagbegrenzing” in het menu “servo-instelling”.
Eventueel kan ook nog door middel van het menu “kanaal 1 curve” het stuurgedrag van de K1-stuurknuppel worden
aangepast.
Als het model ook nog remkleppen resp. stoorkleppen heeft en uw ontvanger nog over een vrije uitgang 1 beschikt, kunt u
deze ook via de k1-stuurknuppel aansturen, door de stoorkleppenservo gewoon aan uitgang 1 aan te sluiten.
Wanneer u echter de linker en rechter stoorklep niet samen, maar elk met een eigen servo aanstuurt, kunt u nog beschikken
over ontvangeruitgang 8 om de tweede stoorkleppenservo aan te sluiten. In dit geval progarmmeert u de verbinding naar de
tweede stoorkleppenservo zoals beschreven in het onderdeel “parallel lopende servo’s” op bladzijde 172.
reductie van de rolroer- en welfkleppendifferentiatie (servo’s 2 + 5, 6 + 7 en 9 + 10)
Voor het verbeteren van het rolroereffect in de kraai-/Butterfly-positie moet een eventueel geprogrammeerde rolroer-
differentiatie automatisch teniet worden gedaan. Gebruik hiervoor de “differentiatie-reductie” in de “rem-instellingen” van
het menu “vleugelmixers”, die de mate van rolroer-differentiatie in een in te stellen mate continu weer verkleint, wanneer u
met de K1-stuurknuppel de roeren in de kraai-/Butterfly-positie brengt. Zie hiervoor vanaf bladzijde 119.
rolroer-differentiatie van de binnenste welfkleppen (servo’s 11 + 12)
Een gedifferentieerde aansturing van de extra kleppen 11 + 12 als rolroeren stelt u in in het menu “kruismixers”, zie
hierboven.
De toepassing van de al eerder beschreven differentiatie-reductie daarentegen is bij de kleppen 11 + 12 niet mogelijk en voor
de binnenste kleppen met hun normaal gesproken heel kleine uitslagen ook niet direct noodzakelijk.