Begripsdefinities
stuurfunctie, stuurelement, functie-ingang, stuurkanaal, mixer, schakelaar, stuurelement-
schakelaar
Om u de omgang met het MX-20 HoTT-handboek te vergemakkelijken vindt u op de volgende bladzijden een
aantal definities van begrippen, die in de tekst telkens weer gebruikt worden.
Stuurfunctie
Onder “stuurfunctie” verstaat men – eerst maar onafhankelijk van het signaalverloop in de zender- het voor een
bepaalde stuurfunctie opgewekte signaal. Bij vliegtuigen zijn dit bv. gas, richtingsroer of rolroer, bij helikopters bv.
pitch, rollen of nicken. Het signaal van een stuurfunctie kan direct naar één resp. via een mixer naar meerdere
stuurkanalen worden geleid. Een typisch voorbeeld voor het laatstgenoemde zijn aparte rolroerservo’s of het
toepassen van twee roll- of nickservo’s bij helikopters. De stuurfunctie veroorzaakt een directe relatie tussen de
uitslag van een bepaald stuurelement en de bijbehorende servo.
Stuurelement
Onder “stuurelement” verstaan we de direct door de piloot bediende besturingselementen, waarmee de aan de
ontvanger aangesloten servo’s, regelaars etc. bestuurd kunnen worden. Daartoe behoren:
de beide kruisknuppels voor de stuurfuncties 1 tot 4, waarbij deze vier functies voor de beide modeltypen
(“vleugel” en “heli”) via de “Mode”-instelling softwarematig willekeurig verwisseld kunnen worden, bv. gas
links of rechts. De kruisknuppelfunctie voor de gas-/remkleppenfunctie wordt vaak met K1-stuurelement
(kanaal 1) aangeduid.
De drie proportionele draaiknoppen CTRL 6, 7 + 8
De schakelaars SW 4/5 en 6/7 resp. CTRL 9 en 10
De schakelaars SW 1 … 3 en 8 + 9, in zoverre die in het menu “instelling stuurelement” aan een
stuurkanaal werden toegewezen.
Bij de proportionele bedieningselementen zullen de servo’s de positie van het stuurelement direct volgen, terwijl
in het geval van een schakelmodule er maar een twee- resp. drietraps- verstelling mogelijk is.
Functie-ingang
Dit is een denkbeeldig punt in de signaalstroom en mag niet gelijkgesteld worden met de stuurelement-aansluiting
op de zenderprint! De beide menu’s “stuurknuppel-toewijzing” en “instelling stuurelement” beïnvloeden
namelijk “achter” deze aansluitingen nog de volgorde, waardoor er zeker verschillen tussen het nummer van het
stuurelement, zoals hierboven aangegeven, en het nummer van het navolgende stuurkanaal kunnen ontstaan.
Stuurkanaal
Vanaf het punt, waar in het signaal voor een bepaalde servo alle stuurinformatie – direct vanuit het stuurelement
of indirect via een mixer – toegevoegd is, wordt er gesproken over een stuurkanaal. Dit signaal wordt alleen nog
door de in het menu “servo-instelling” en “zenderuitgang” geprogrammeerde instellingen beïnvloed en
verlaat dan via de HF-module de zender. In de ontvanger aangekomen wordt dit signaal eventueel nog door de in
het telemetrie-menu doorgevoerde instellingen gemodificeerd om dan tenslotte bij de servo aan te komen.
Mixer
In de software van de zender bevinden zich o.a. veel mixfuncties. Ze dienen ervoor, om een stuurfunctie
eventueel ook op meerdere servo’s of ook om meerdere stuurfuncties op een servo effect te laten hebben. Let u
op de talrijke mixerfuncties vanaf bladzijde 145 van de handleiding.
Schakelaar
De drie standaard ingebouwde schakelaars SW 2, 3 en 8, de driestanden-schakelaars SW 4/5 en 6/7 en de
beide toetsschakelaars SW 1 en 9 kunnen ook bij de programmering van stuurelementen worden betrokken. Al
deze schakelaars zijn ook bedoeld om enkele programmaopties te schakelen, bv. voor het starten en stoppen van
de stopwatch, aan- resp. uitschakelen van een mixer, als leraar/leerling-schakelaar enz. Iedere schakelaar kan
aan zoveel functies toegewezen worden als u maar wenst.. Talrijke voorbeelden worden in dit handboek
gedemonstreerd.
Stuurelement-schakelaar
Soms is het praktisch om bij een bepaalde positie van een stuurelement, bv. bij een gedefinieerde positie van de
kruisknuppel, een functie automatisch aan- of uit te schakelen (bv. aan-/uitschakelen van een stopwatch om de
motorlooptijd vast te leggen , automatisch uitdraaien van de landingskleppen en andere mogelijkheden). In het
programma van de MX-20 HoTT zijn daarom vier stuurelement-schakelaars geïntegreerd. Bij deze als “G1 …
G4” aangeduide software-schakelaars moet alleen het schakelpunt op de stuuruitslag via een eenvoudige druk op
de knop worden vastgelegd. De schakelrichting kan via de software en tijdens de toewijzing worden vastgelegd.
De stuurelement-schakelaars kunnen voor complexere opgaven natuurlijk ook met de al eerder beschreven
schakelaars worden gecombineerd. Een serie instructieve voorbeelden maakt de programmering kinderlijk
eenvoudig. Let daarom op de programmeervoorbeelden vanaf bladzijde 236.