Veiligheidsaanwijzingen in ieder geval doornemen !
Om nog lang plezier aan uw modelbouwhobby te beleven, is het raadzaam deze handleiding nauwkeurig door te
lezen en met name de veiligheidsvoorschriften op te volgen. Wanneer u op het gebied van radiobestuurde
modelvliegtuigen, -schepen of –auto’s een beginner bent, moet u in ieder geval hulp vragen aan een ervaren
modelbouwer. Deze handleiding dient in ieder geval aan een eventuele navolgende gebruiker meegegeven te
worden.
Gebruiksdoel
Deze radiobesturingsinstallatie mag alleen voor het door de producent beoogde doel, voor het besturen van niet-
mandragende modelvoertuigen worden gebruikt. Een andersoortig gebruik is verboden.
Veiligheid is geen toeval
Veiligheidsaanwijzingen
Radiobestuurde modellen zijn geen speelgoed! Ook kleine modellen kunnen door onvakkundig gebruik, maar
ook door invloed van derden, aanzienlijke schade aan personen of goederen veroorzaken.
Technische defecten van electronische of mechanische aard kunnen leiden tot onvoorzien starten van de motor
en/of het rondvliegen van onderdelen, die u aanzienlijk kunnen blesseren!
Propellers, rotors van helicopters en in het algemeen alle onderdelen, die door een motor worden aangedreven,
zijn een voortdurende bron van gevaar. Zij mogen door geen enkel lichaamsdeel of voorwerp worden
aangeraakt. Een snel draaiende propeller b.v. kan een vinger afhakken! Houd u zich daarom nooit op bij
draaiende propellers of andere draaiende delen!
Bij aangesloten aandrijf-accu geldt: houd u zich
nooit
op in het gebied van de propeller of schroef!
Beschermt u alle onderdelen tegen stof, vuil, vocht, trillingen en andere invloeden van buiten af. Vermijd
overmatige hitte en koude, evenals stoot- en drukbelasting. Radiobesturingen mogen alleen bij “normale”
buitentemperaturen worden gebruikt, d.w.z. in een bereik van –15 °C tot +55 °C.
Controleert u de apparatuur voortdurend op beschadigingen aan de behuizing en de kabels. Beschadigde of nat
geworden apparaten, zelfs wanneer ze opgedroogd zijn, niet meer gebruiken!
Alleen door ons aanbevolen componenten en accessoires mogen gebruikt worden. Gebruikt u altijd alleen bij
elkaar behorende, originele GRAUPNER stekkers van dezelfde constructie en hetzelfde materiaal en originele
GRAUPNER kristallen van de desbetreffende frequentieband.
Let u er op bij het plaatsen van de kabels, dat deze niet strak getrokken, overmatig geknikt of gebroken zijn. Ook
scherpe randen en kanten zijn altijd een gevaar voor de isolatie. Let u er op, dat alle stekkers vast zitten. Stekkers
nooit aan de kabels lostrekken.
Er mogen geen veranderingen aan de apparaten worden aangebracht. Vermijd u verpolingen en kortsluitingen op
welke manier dan ook met de aansluitkabels, de apparaten zijn daartegen niet beschermd.
Inbouwen van de ontvangstinstallatie in het model
De ontvanger wordt, ook om stoten te voorkomen, in schuimrubber ingepakt in het vliegtuigmodel achter een
sterke spant resp. in het auto- of scheepsmodel tegen stof en water beschermd, geplaatst. De ontvanger mag op
geen enkele plek direct tegen het model zelf aanliggen, omdat anders trillingen en schokken meteen aan de
ontvanger zouden worden doorgegeven.
Bij het inbouwen van de ontvangstinstallatie in een model met verbrandingsmotor, alle delen altijd afgeschermd
inbouwen, zodat geen uitlaatgassen of olieresten kunnen binnendringen. Dit geldt vooral voor de meestal aan de
buitenkant gemonteerde AAN/UIT-schakelaar.
De ontvanger zo vastleggen, dat de antenne en de aansluitkabels naar de servo’s en accu losjes liggen.
De ontvangerantenne is direct aan de ontvanger aangesloten. De lengte bedraagt ca.100 cm en mag niet ingekort
of verlengd worden. De ontvangerantenne zo ver mogelijk van electromotoren, servo’s, metalen stangen of
stroomdraden enz. plaatsen. Legt u de antenne echter niet exact in een rechte lijn, maar laat deze bij een
vliegtuigmodel een hoek maken, b.v. de laatste 15 cm over het hoogteroer heen laten hangen, zodat de ontvangst
altijd optimaal is. Wanneer dit niet mogelijk is, moet u de antennekabel al in de romp, b.v. in de buurt van de
ontvanger zelf, in de vorm van een S neerleggen.
Inbouw van de servo’s
Servo’s altijd met de bijgevoegde trillingsdempende rubbers bevestigen, alleen zo zijn ze tegen al te harde
trillingen enigermate beschermd.