43
NL
Het kan zijn dat een tang nodig is om de
pen eruit te krijgen.
Verplaats het loze scharnier naar de
andere kant.
Verwijder met een mesje het sierdopje van
het scharniergat in de deur en plaats dit
naar de andere kant. Plaats nu de deur en
het meegeleverde scharnier waar het loze
scharnier zat.
Wanneer de deur wordt gemonteerd, moe-
ten 9 mm dikke vulstukjes worden ge-
plaatst tussen de kast en de deur, zodat
het afdichtprofiel de juiste ruimte krijgt.
Denk aan de goede hoeveelheid onder-
legringetjes op de onderste scharnierpen
zodat de deur op de juiste hoogte ten op-
zichte van de koelkast komt.
Monteer hierna de handgreep.
Nadat de koelkast is getransporteerd en
wanneer de koelkast in een koude ruimte
(kouder dan +5°C) is opgeslagen, dient
minimaal 1 uur te worden gewacht al-
vorens hem in bedrijf te stellen. Nadat de
stekker in het stopcontact is gestoken tre-
edt alarm “koeler te warm” of “stroomsto-
ring geweest” in werking (de koeler is uiter-
aard nog warm).
Zie onder ”Alarm” hoe het alarm uitgezet
moet worden.
Afbeelding toont het elektronische
bedieningspaneel.
De elektronisch gestuurde koelkasten zijn
op de fabriek ingesteld op de optimale
temperaturen.
De modellen worden bediend met de
TEMP . Indien deze kort wordt ingedrukt
geeft ze de ingestelde waarde weer; indien
ze langer dan 3 seconden ingedrukt wordt
gehouden, kan de ingestelde waarde wor-
den veranderd.
Druk op de TEMP knop en houd deze lan-
ger dan 3 seconden vast. Geduren de de
eerste 3 seconden ziet u dan de ingestelde
waarde daarna lichten de kleine lampjes in
de temperatuurschaal op van links naar
rechts. Nadat het einde van de schaal is
bereikt gaan alle lampjes een ogenblik uit,
waarna weer van links (koudste stand)
wordt begonnen. Dit blijft zo doorgaan
zolang u de TEMP knop ingedrukt houdt.
Wanneer u de TEMP knop loslaat op het
moment dat de lampjes de door u gewens-
te temperatuur aangeven is die tempera-
tuur als gewenste temperatuur ingesteld.
Indien u de TEMP knop loslaat op het
moment dat alle lampjes uit zijn is de
koelkast geheel uitgeschakeld. Deze instel-
ling kan worden gebruikt tijdens ontdooien.
Wanneer de koeling is uitgeschakeld kan
gedurende de eerstvolgende 2 uren de
temperatuur in de kast nog worden waar-
genomen.
Daarna schakelt deze funktie eveneens uit.
Na een stroomstoring start de kast auto-
matisch. Zodra de stroom weer terug is, zal
de kast gaan werken en de alarm activeren
(zie onder Alarm).
Een akoestisch alarm waarschuwt indien
er een stroomstoring is geweest en de
temperatuur meer dan 2 uren meer dan
6°C boven de ingestelde waarde is
geweest. Het alarm stopt niet uit zichzelf
Inbedrijfstelling
Elektronische besturing
Wijzigen van de
temperatuur
Onderbreking voor
reinigen/ontdooien
Stroomstoring
Alarm