4GMC-I Messtech nik GmbH
Inhoudsopgave
Pag.
1 Leveringsomvang .............................................................. 4
2 Gebruik .............................................................................. 5
2.1 Overzicht van de leveringsomvang
van de apparaatvarianten PROFITEST MASTER ................................5
3 Veiligheidskenmerke n en veiligheidsmaatregelen ........... 6
4 Inbedrijfstelling ................................................................. 6
4.1 Batterijen inzetten resp. vervangen ...................................................6
4.2 Het apparaat in-/uitschakelen ..........................................................6
4.3 Batterij- resp. accutest ....................................................................6
4.4 Accu's in het meetapparaat opladen ................................................6
4.5 Apparaatinstellingen ........................................................................7
5 Algemene instructies ...................................................... 10
5.1 Het apparaat aansluiten .................................................................10
5.2 Automatische instelling, bewaking en uitschakeling .........................10
5.3 Meetwaardeweergave en me etwaarden bewaren ............................10
5.4 Meten of randaardecontactdozen goed zijn aangesloten ..................10
5.5 Helpfunctie ...................................................................................11
5.6
Parameters of grenswaarden inst ellen in het voorbeeld van de RCD-meting . 11
5.7 Willekeurig instelbare parameters of grenswaarden ......................... 12
5.8 Tweepolige meting met snelle of halfautomatische po olwissel .........12
6 Meten van wisselspanning en frequentie ....................... 13
6.1 1-Fasemeting ...............................................................................13
6.1.1 Spanning tussen L en N (UL-N ),
L en PE
(UL-PE ) evenals
N en PE
(UN-PE )
bij landspecifieke stekkerinzet bijv. randaardecontactdoos ...............13
6.1.2
Spanning tussen L – PE, N – PE en L – L bij aansl uiting 2-pol ige adapter ... 13
6.2 3-Fasenmeting (Spanningen tussen verbonden fasen) en
draaiveldrichting ...........................................................................14
7
Controleren van aardlekbeveiligingsschakelingen (RCD) ..... 14
7.1 Meten van de (aan nominale foutstroom gerelateerde) contactspanning
met 1 /3 van de nominale foutstroom en aanspreekmeting met nominale
foutstroom .................................................................. .................. 15
7.2
Speciale metingen va n installaties resp. RCD-aardlekschakelaars .......... 17
7.2.1 Installaties resp. RCD-aardlekschakelaars testen met stijgende
foutstroom (wisselstroom) voor RCD's va n het type A, AC en B ........ 17
7.2.2 Controleren van installaties resp. RCD-aardlekschakelaars met stijgende
foutstroom (gelijkstroom) voor RCD's van het type B ........................17
7.2.3 Meten van RCD-aardlekschakelaars met 5 I N ............... ..................... 18
7.2.4 Het testen van RCD-aardlekschakelaars
die geschikt zijn voor pulserende gelijk-foutstromen ........................18
7.3 Het testen van speciale RCD-aardlekschakelaars ............................ 19
7.3.1
Installaties met selectieve RCD-aardlekschakelaars van het type RCD-S . 19
7.3.2 PRCD's met niet-lineaire elementen van het type PRCD-K ...............19
7.3.3 SRCD, PRCD-S (SCHUKOMAT, SIDOS of daarmee vergelijkbare) ...... 20
7.3.4 RCD-schakelaars van het type G of R ............................................. 21
7.4
Het meten van foutstroom (RCD-) beveiligingsschakelings in TN-S-netten .... 22
8 Het testen van de uitschakelvoorwa arden
van overstroom-beveiligingen,
het meten van de lusimpedantie en het vaststellen van de
kortsluitstroom (functie ZL-PE en IK ) ................................ 23
8.1 Metingen met onderdrukking van de RCD-aanspreking ................... 24
8.1.1 Het meten met positieve halve golven (alleen PROFITEST MTECH ) ... 24
8.2 De meetwaarden beoordelen .........................................................24
9 Het meten van de netim pedantie (functie ZL-N ) .............. 25
10 Het meten van de aardweerstand (functie RE ) ................ 27
10.1 Meten met sonde .................................... ......................................28
10.2 Meten zonder sonde ......................................................................29
10.3 Het meten van de aarddraadspanning (functie UE ) ...........................30
10.4 Selectieve aardweerstandsmeting met stroomtang als toebehoren ... 31
11 Het meten van de impedantie van isolerende vloeren en
muren (Vloer isolatie-impedantie ZST ) ............................ 33
12
Het meten van de isolatieweerstand .................................... 34
12.1
Algemeen ............................................... ................................. .......... 34
12.2 Speciaal geval aardleiderweerstand (REISO) .....................................36
13
Het controleren van de tellerstart me t randaarde-adapter .. 37
14 Het meten van laagohmige weerstanden tot 100 Ohm
(aardleiding en potentiaalvereffeningsleider) ................. 38
15 Metingen met sensoren als toebehoren .......................... 40
15.1 Stroommeting met behulp van een str oomtang ............................... 40
16 Database ......................................................................... 41
16.1 Aanmaken van verdelerstructuren algemeen .................................. 41
16.2 Overdragen van verdelerstructuren ................................................ 41
16.3 Verdelerstructuur in het meetapparaat aanmaken ........................... 41
16.3.1 Structuuraanmaak (voorbeeld van de stroomkring) .......................... 42
16.3.2 Zoeken van structuurelementen ..................................................... 43
16.4 Gegevensopslag en rapportage ...................................................... 44
16.4.1 Het gebruik van barcode- en RFID-leesapparaten ........................... 45
17 Bedienings- en weergave-elementen ............................. 46
18 Technische karakteristieke waarden .............................. 48
18.1 Signalisatie van de LED's, netaansluitingen en potentiaalverschillen . 51
19 Onderhoud ....................................................................... 56
19.1 Firmwareversie en kalibratie-info ................................................... 56
19.2 Gebruik met batterijen, accu's en laadproces ................................. 56
19.2.1 Laadproces met het laadapparaat (toebehoren Z502D) ................... 56
19.3 Zekeringen ................................................................................... 56
19.4 Behuizing ..................................................................................... 56
20 Bijvoegsel ........................................................................ 57
20.1 Tabel 1 ....................................................................................... 57
20.2 Tabel 2 ....................................................................................... 57
20.3 Tabel 3 ....................................................................................... 57
20.4 Tabel 4 ....................................................................................... 57
20.5 Tabel 5 ....................................................................................... 58
20.6 Tabel 6 .............................. .......................................................... 58
20.7 Controleren van elektrische machines volgens DIN EN 60 204
– toepassingen, grenswaarden ...................................................... 59
20.8 Herhalingsmetingen volgens BGV A3
– grenswaarden voor elektrische installaties en bedrijfsmiddelen ..... 60
20.9 Lijst met korte aanduidingen en hun betekenis ............................... 61
20.10 Trefwoordenregister ...................................................................... 62
20.11 Literatuurlijst ................................................................................ 63
20.11.1 Internetadressen voor me er informatie .......................................... 63
21 Reparatie- en reserveonderdelenservice
DKD-Kalibratiecentrum en apparatenverhuurservice ..... 64
22 Rekalibratieservice .......................................................... 64
23 Productsupport ................................................................ 64
1 Leveringsomvang
1 Meetapparaat
1 Randaardestekkerinzet (PRO-Schuko) (landspecifiek)
1 2-Polige me etadapter en
1 leider voor uitbreiding tot 3-polige adapter (PRO-A3-II)
2 Krokodillenklemmen
1 Draagriem
1 set accu’ s (Z502C)*
1 laadapparaat (Z502D)*
1 Korte gebruiksaanwijzing
1 Gebruiksaanwijzing (op CD-ROM)
1 DKD-kalibratiecertificaat
1 PC-pr ogramma ETC voor com municatie met het
meetapparaat.
1 Installatiehandlei ding voor het USB-stuur programma
1 Installatiehandleiding vo or het programma ETC
1 Korte gebruiksaanwijzing voor het programma ETC
* Leveringsomvang vanaf 1 -9-2009