590607
68
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/72
Next page
METRAHITT-COM
Kabelmultimeter voor het meten aan symmetrische koperkabelinstallaties
Gebruiksaanwijzing
3-349-381-05
6/7.15
2 GMC-I Messtechnik GmbH
Leveringsomvang Contactpersonen
Leveringsomvang
1 Kabelmultimeter
1 Rubberen beschermhoes
1 Paraattas F836
1 Kabelset KS21T (600 V CAT III) bestaande uit:
1 stuk meetkabel 2 adres (geel/blauw) lengte 2 m met meetpennen,
1 stuk aardaansluitsnoer (zwart) lengte 2 m met meetpen
1 Korte gebruiksaanwijzing Nederlands/Engels
1 CD-ROM (inhoud: o.a. gebruiksaanwijzing en informatieblad)
1 DAkkS-kalibratiecertificaat met kalibratierapport
2 Batterijen 1,5 V, type AA in het apparaat geplaatst
GMC-I Messtechnik GmbH 3
Contactpersonen
Toebehoren (sensoren, stekkerinzetstukken, adapter, verbruiksmateriaal)
De voor uw meetapparaat verkrijgbare toebehoren worden regel-
matig gecontroleerd op conformiteit met de op dit moment gel-
dende veiligheidsnormen en indien nodig uitgebreid voor nieuwe
gebruiksdoeleinden. U vindt de voor uw meetapparaat geschikte
huidige toebehoren met een afbeelding, het bestelnummer, een
beschrijving evenals - al naar gelang de omvang van de toebeho-
ren - een informatieblad en een gebruiksaanwijzing op internet bij
www.gossenmetrawatt.com
Zie ook hoofdst. 10 op pagina 66.
Productsupport
Technische vragen
(toepassing, bediening, softwareregistratie)
Neem indien nodig a.u.b. contact op met:
GMC-I Messtechnik GmbH
Hotline Productsupport
Telefoon +49 911 8602-0
Telefax +49 911 8602-709
e-mail support@gossenmetrawatt.com
Software vrijschakelen METRAwin 10
GMC-I Messtechnik GmbH
Front Office
Telefoon +49 911 8602-935
Telefax +49 911 8602-777
e-mail info@gossenmetrawatt.com
4 GMC-I Messtechnik GmbH
Leveringsomvang Contactpersonen
Rekalibratieservice
In ons servicecenter kalibreren en rekalibreren wij (bijv. na een jaar
in het kader van uw meetmiddelcontrole of vóór gebruik ...) alle
apparaten van GMC-I Messtechnik GmbH en andere fabrikanten
en wij bieden u gratis meetmiddelmanagement.
Reparatie- en reserveonderdelenservice
DKD-Kalibratielaboratorium* en apparatenverhuurservice
Neem indien nodig a.u.b. contact op met:
GMC-I Service GmbH
Service-Center
Thomas-Mann-Straße 20
90471 Nürnberg · Duitsland
Telefoon +49 911 817718-0
Fax +49 911 817718-253
e-mail service@gossenmetrawatt.com
www.gmci-service.com
Dit adres geldt alleen voor Duitsland.
In het buitendland kunt u terecht bij onze vertegenwoordigingen
of vestigingen.
* DAkkS-Kalibratielaboratorium voor elektrische meetgrootheden
D-K-15080-01-01 geaccrediteerd volgens DIN EN ISO/
IEC 17025:2005
Geaccrediteerde meetgrootheden: gelijkspanning, gelijkstroomsterkte,
gelijkstroomweerstand, wisselspanning, wisselstroomsterkte, effectief
wisselstroomvermogen, wisselstroom-blindvermogen, gelijkstroomver-
mogen, capaciteit, frequentie en temperatuur
GMC-I Messtechnik GmbH 5
Contactpersonen
Vakkundige partner
GMC-I Messtechnik GmbH is gecertificeerd volgens
DIN EN ISO 9001:2008.
Ons DAkkS-Kalibratielaboratorium is volgens DIN EN ISO/
IEC 17025:2005 geaccrediteerd bij de "Deutsche Kalibrierdienst"
met het nummer D-K-15080-01-01.
Onze meettechnische vakkennis reikt van keuringsrapportage en het fa-
briekskalibratiecertificaat tot aan het DAkkS-kalibratiecertificaat.
Een gratiss meetmiddelmanagement rondt ons aanbod af.
Als kalibratielaboratorium kalibreren wij natuurlijk apparaten van
elke fabrikant.
6 GMC-I Messtechnik GmbH
Inhoudstabel
Inhoud Pagina Inhoud Pagina
1 Veiligheidskenmerken en veiligheidsmaatregelen ............. 8
1.1 Doelmatig gebruik ..........................................................................10
1.2 Betekenis van de gevarensymbolen .................................................10
1.3 Betekenis van de akoestische waarschuwingen ................................10
2 Bedieningsoverzicht – aansluitingen, knoppen, draaiknop,
symbolen .......................................................................... 12
3 Inbedrijfstelling ................................................................ 16
3.1 Batterijen .......................................................................................16
3.2 Inschakelen ...................................................................................16
3.3 Bedrijfsparameters instellen ............................................................16
3.4 Uitschakelen ..................................................................................17
4 Bedieningsfuncties ........................................................... 18
4.1 De meetfuncties en meetbereiken kiezen .........................................18
4.1.1 Automatische meetbereikkeuze .......................................................18
4.1.2 Handmatige meetbereikkeuze .........................................................18
4.1.3 Snelle metingen .............................................................................19
4.2 Nulpuntcorrectie/relatieve metingen ................................................19
4.3 Display (LCD) .................................................................................20
4.3.1 Digitaal display ...............................................................................20
4.3.2 Analoog display ..............................................................................20
4.4 Opslaan meetwaarde „DATA“ (Auto-Hold / Compare) .......................21
4.4.1 Opslag van minimale en maximale waarde „MIN/MAX“ .....................22
4.5 Meetgegevens optekenen ...............................................................23
5 Metingen .......................................................................... 26
5.1 Spanningsmeting ...........................................................................26
5.1.1 Gelijk- en mengspanningsmeting V DC en V (DC+AC) ......................27
5.1.2 Wisselspannings- en frequentiemeting V AC en Hz
met inschakelbaar laagdoorlaatfilter ................................................28
5.1.3 transiënte overspanningen ..............................................................30
5.1.4 Spanningsmeting boven 600 V .......................................................30
5.2 Weerstandsmeting „“ ..................................................................31
5.3 Temperatuurmeting Temp RTD .......................................................32
5.3.1 Meten met weerstandsthermometer ................................................32
5.4 Lusweerstandsmeting „R
SL
“ met constante stroom 2 mA .................34
5.5 Doorgangstest ..............................................................................35
5.6 Diodentest met constante stroom 2 mA ...........................................36
5.7 Capaciteitsmeting .........................................................................38
5.7.1 Kabellengtemeting m .....................................................................38
5.8 Isolatieweerstandsmeting op telecommunicatie-inrichtingen
functie MISO. ..............................................................................39
5.8.1 De meetkabels aansluiten ...............................................................40
5.8.2 Constateren van stoorspanning ...................................................40
5.8.3 De isolatiemeting verrichten ............................................................40
5.8.4 De meting beëindigen en ontladen ..................................................42
5.9 Stroommeting ................................................................................43
5.9.1 Gelijk- en mengstroommeting direct A DC en A (DC+AC) ..................44
5.9.2 Wisselstroom- en frequentiemeting rechtstreeks A AC en Hz ............45
5.9.3 Gelijk- en mengstroommeting met stroomtang A DC en A (DC+AC) ..46
5.9.4 Wisselstroommeting met stroomtang A AC en Hz .............................47
GMC-I Messtechnik GmbH 7
Inhoudstabel
Inhoud Pagina Inhoud Pagina
6 Apparaat- en meetparameters .........................................48
6.1 Paden naar de parameters ............................................................ 49
6.2 Lijst van alle parameters ............................................................... 49
6.3 Parameteropvragingen – Menu InFo (als looptekst) .......................... 50
6.4 Parameterinvoer – Menu SETUP ..................................................... 50
6.5 Standaardinstellingen (fabrieksinstellingen, defaultinstellingen) ......... 53
7 Interfacegebruik ...............................................................54
7.1 Interface activeren ......................................................................... 54
7.2 Interfaceparameters instellen .......................................................... 55
8 Technische gegevens ......................................................56
9 Onderhoud en calibreren ..................................................62
9.1 Signalisaties – foutmeldingen ........................................................ 62
9.2 Batterijen ...................................................................................... 62
9.3 Zekering ........................................................................................ 63
9.4 Onderhoud behuizing ..................................................................... 64
9.5 Terugname en milieuvriendelijke verwerking tot afval ....................... 64
9.6 Rekalibratie ................................................................................... 65
9.7 Fabrieksgarantie ............................................................................ 65
10 Toebehoren .......................................................................66
10.1 Algemeen ...................................................................................... 66
10.2 Technische gegevens van de meetkabels
(leveringsomvang veiligheidskabelset KS21T) .................................. 66
10.3 Netadapter NAX-
TRA (wordt niet meegeleverd) ............................... 66
10.4 Interfacetoebehoren (worden niet meegeleverd) ............................... 67
11 Trefwoordenregister .........................................................68
8 GMC-I Messtechnik GmbH
Veiligheidsinstructies
1 Veiligheidskenmerken en veiligheidsmaatregelen
U heeft gekozen voor een apparaat dat u zeer veel veiligheid
biedt.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de geldende Europese en
nationale EG-Richtlijnen. Wij bevestigen dit met het CE-symbool.
De hiervoor opgestelde conformiteitsverklaring kan worden aan-
gevraagd bij GMC-I Messtechnik GmbH.
De TRMS Digital multimeter is gebouwd en gekeurd conform de
veiligheidsbepalingen
IEC 61010–1:2010 / DIN EN 61010–1:2010 / VDE 0411–1:2011.
Bij doelmatig gebruik (zie pagina 10) garandeert het zowel de vei-
ligheid van de persoon die het bedient alsook die van het appa-
raat zelf. Deze veiligheid is echter niet gegarandeerd als het appa-
raat op ondoelmatige wijze wordt bediend of als er op onacht-
zame wijze mee wordt omgegaan.
Om de veiligheidstechnisch feilloze toestand van het apparaat te behou-
den en het gevaarloos gebruik ervan te garanderen, is het absoluut nood-
zakelijk dat u de gebruiksaanwijzing van het apparaat vóór gebruik zorg-
vuldig en volledig doorlezen en de instructies op alle punten opvolgt.
Meetcategorieën en hun betekenis volgens IEC 61010-1
Voor uw meetapparaat geldt de meetcategorie
en de toegewezen maximum nominale spanning,
bijv. 600 V CAT II die op het apparaat gedrukt staat.
Houdt u zich aan de volgende veiligheidsmaatregelen:
De multimeter mag niet in een Ex-omgeving worden gebruikt.
De multimeter mag alleen bediend worden door personen die
in staat zijn, contactgevaren te herkennen en veiligheidsmaat-
regelen te nemen. Er is volgens de norm altijd sprake van con-
tactgevaar op plaatsen waar spanningen kunnen voorkomen
die hoger liggen dan 33 (effectieve waarde) resp 70 V DC.Als u
metingen verricht, waarbij contactgevaar bestaat, dan mag u
niet alleen werken. Haal er een tweede persoon bij.
De maximaal geoorloofde spanning
tussen de spanningsmeetaansluitingen resp. alle aansluiting
t.o.v. aarde bedraagt 600 V in de meetcategorie II resp. 300 V
in de meetcategorie III.
Houd er rekening mee dat aan meetobjecten (bijv. aan defecte
apparaten) onvoorziene spanningen kunnen voorkomen. Con-
densatoren kunnen bijv. gevaarlijk geladen zijn.
CAT Definitie
I
Metingen aan stroomkringen
die niet rechtstreeks met het net verbonden zijn:
bijv. boordnetten in motorvoertuigen of vliegtuigen, batterijen ...
II
Metingen aan stroomkringen
die rechtstreeks elektrisch verbonden zijn met het laagspanningsnet:
met stekkers, bijv. in het huishouden, op kantoor, in laboratoria ...
III
Metingen in de gebouweninstallatie:
stationaire verbruikers, verdeleraansluiting, apparaten vast aan de verdeler
GMC-I Messtechnik GmbH 9
Veiligheidsinstructies
Overtuig u er van dat de meetkabels in feilloze staat verkeren,
bijv. onbeschadigde isolatie, geen onderbreking in kabels en
stekkers enz.
In stroomkringen met corona-ontlading (hoogspanning) mag u
met dit apparaat geen metingen verrichten.
U dient bijzonder voorzichtig te zijn als u in HF-stroomkringen
meet. Daar kunnen gevaarlijke mengspanningen voorkomen.
Metingen in een vochtige omgeving zijn verboden.
Zorg er absoluut voor dat u de meetbereiken niet meer overbe-
last dan toegestaan is. U vindt de grenswaarden in hoofdst. 8
Technische gegevens“ in de tabel „Meetfuncties en meetbe-
reiken“ in de kolom „Overbelastbaarheid“.
Gebruik de multimeter uitsluitend met ingelegde batterijen of accu's.
Gevaarlijke stroom of spanning wordt anders niet waargenomen en
uw apparaat kan beschadigd worden.
Het apparaat mag niet met verwijderde zekeringdeksel of bat-
terijendeksel of met geopende behuizing worden gebruikt.
De ingang van de stroommeetbereiken is uitgerust met een
smeltzekering.
De maximaal geoorloofde spanning van meetstroomkring
(= nominale spanning van de zekering) bedraagt 600 V AC/DC.
Zorg er absoluut voor dat u alleen de voorgeschreven
zekering inzet, zie pagina 60! De zekering moet een minimum
uitschakelvermogen hebben van 10 kA.
Het apparaat openen/ reparatie
Om er voor te zorgen dat dit apparaat feilloos en veilig blijft wer-
ken en de garantie behouden blijft, mag het apparaat uitsluitend
door bevoegde en vakkundige personen worden geopend.
Ook originele onderdelen mogen uitsluitend worden ingebouwd
door bevoegde en vakkundige personen.
Indien geconstateerd wordt dat het apparaat is geopend door niet
bevoegde personen, zal de fabrikant geen enkele aanspraken op
garantie met btrekking tot persoonlijke veiligheid, meetonnauw-
keurigheid, conformiteit met de geldende veiligheidsmaatregelen
of gevolgschade in welke vorm dan ook verlenen.
Onderdelen herstellen en vervangen
Als u het apparaat opent, kunnen er onderdelen vrij komen te lig-
gen die onder spanning staan. Voordat u het apparaat gaat repa-
reren of onderdelen gaat vervangen, moet u het apparaat afkop-
pelen van de meetkring. Als daarna een reparatie aan een ge-
opend apparaat onder spanning onvermijdelijk is, dan mag dit al-
leen door een vakman worden gedaan die vertrouwd is met de
daarmee gepaard gaande gevaren.
Fouten en buitengewone slijtage
Als u er va uit moet gaan dat het apparaat niet meer zonder ge-
vaar gebruikt kan worden, dan moet u het buiten werking stellen
en beveiligen tegen verder gebruik. Met gevaarloos gebruik kunt u
niet meer rekenen
als het apparaat zichtbare beschadigingen heeft,
als het apparaat niet meer werkt of als er storingen in de wer-
king optreden,
na langdurige opslag in ongunstige omstandigheden (bijv.
vocht, stof, temperatuur), zie „Omgevingsomstandigheden“ op
pagina 59.
14 GMC-I Messtechnik GmbH
Bedieningsoverzicht – aansluitingen, knoppen, draaiknop, symbolen
Symbolen van de draaischakelaarstanden
Schakelaar
FUNC
Weergave Meetfunctie
V~ 0/4 V~ AC TRMS Wisselspanning, true RMS AC, volle bandbreedte
Hz (V) 1 Hz ~ AC Spanningsfrequentie, volle bandbreedte
V~ 2 V Fil ~ AC TRMS Wisselspanning, true RMS AC, met laagdoorlaat (200 Hz)
Hz (V)
3 Hz Fil ~ AC Spanningsfrequentie, met laagdoorlaat (200 Hz)
V 0/2 V DC Gelijkspanning
V 1 V DC AC TRMS Mengspanning, true RMS ( )
R
SL
0/3 RSL Lusweerstandsmeting met geluidssignaal met I = constant
1 Doorgangstest met geluidssignaal
2
V DC Diodespanning met I = constant
0/2 (Gelijkstroom-) weerstand
Temp RT D 1 ×C Pt 100/1000 Temperatuur met weerstandsthermometer Pt 100/Pt 1000
0/2 nF Capaciteit
m (km) 1 m (km) Kabellengte (via capacitieve lijnbezetting)
a-b, a-E, b-E
0/2 V Stoorspanningscontrole
M
ISO
@100V
1 ISO 100 V / k / MIsolatieweerstandsmeting
A 0/2 A DC Gelijkstroomsterkte
A 1 A DC AC TRMS Mengstroomsterkte, true RMS AC DC
A~ 0/2 A~ AC TRMS Wisselstroomsterkte, true RMS AC
Hz (A) 1 Hz ~ AC Stroomfrequentie
0/2 A DC Gelijkstroomsterkte met AC DC-stroomtang 1 V:1/10/100/1000 A
1 A DC AC TRMS Mengstroomsterkte, true RMS, met AC DC-stroomtang zie boven
0/2 A~ AC TRMS Wisselstroomsterkte, true RMS, met stroomtang zie boven
Hz ( ) 1 Hz ~ AC Stroomfrequentie met stroomtang zie boven
200Hz
200Hz
V
ACDC
V
AC
2
V
DC
2
+=
A
A
A
A
GMC-I Messtechnik GmbH 15
Bedieningsoverzicht – aansluitingen, knoppen, draaiknop, symbolen
Symbolen van het bedieningsmenu in de volgende hoofdstukken
... in het hoofdmenu bladeren
... in het submenu bladeren (scrollen)
komma kiezen
 waarde groter/kleiner maken
time submenu/parameter (zeven-segment-schrift)
1nFo hoofdmenu (zeven-segment-schrift, weergave vet)
Symbolen op het apparaat
Waarschuwing voor een gevaarlijke plaats
(let op, kijk in de documentatie!)
Aarde
CAT II / III Apparaat van de meetcategorie II resp. III, zie ook
„Meetcategorieën en hun betekenis volgens IEC
61010-1“ op pagina 8
Doorlopende dubbele of versterkte isolatie
EG-Conformiteitskenmerk
s
IR
t
Plaats van de infrarood interface, venster op de kop
van het apparaat
Plaats van de netadapteraansluiting,
zie ook hoofdst. 3.1
Zekering voor de stroommeetbereiken,
zie hoofdst. 9.3
Het apparaat mag niet met het normale huisvuil wor-
den weggegooid. Meer informatie over het WEEE-ken-
merk vindt u op internet bij www.gossenmetra-
watt.com met de zoekterm WEEE, zie ook
hoofdst. 9.5.
Kalibratiemerk (blauw zegel):
zie ook „Rekalibratie“ op pagina 65
!
5V/600mA
16 GMC-I Messtechnik GmbH
Inbedrijfstelling – Setup
3 Inbedrijfstelling
3.1 Batterijen
Kijk voor het op de juiste manier aanbrengen van de batterijen ab-
soluut in hoofdst. 9.2!
U kunt de huidige batterijspanning opvragen in het menu Info, zie
hoofdst. 6.3.
Let op!
!
Koppel het apparaat van de meetkring af voordat u het deksel van
het batterijenvakje openmaakt om de batterijen te vervangen!
Gebruik met netadapter (wordt niet meegeleverd, zie hoofdst. 10.3)
Als de stroomtoevoer wordt geregeld door de netadapter
NAX-
TRA worden de ingezette batterijen elektronisch uitgescha-
keld, zodat ze in het apparaat kunnen blijven zitten.
Als u accu's gebruikt, moet u deze extern laden.
Als de externe voeding wordt uitgeschakeld, schakelt het appa-
raat onderbrekingsvrij over op batterijgebruik.
3.2 Inschakelen
Apparaat handmatig inschakelen
Druk op de knop ON / OFF | LIGHT totdat de weergave verschijnt.
Het inschakelen wordt bevestigd door een kort geluidssignaal.
Zolang u de knop ingedrukt houdt, zijn alle segmenten van het
LCD-display zichtbaar.
Het LCD is afgbeeld op pagina 13.
Als u de knop loslaat, is het apparaat klaar om te meten.
Displayverlichting
Als het apparaat is ingeschakeld, kunt u met een korte druk op de
knop ON / OFF | LIGHT de achtergrondverlichting activeren. Door
opnieuw te drukken of automatisch na ca. 1 minuut wordt deze
weer uitgeschakeld.
Apparaat met pc inschakelen
Na het overdragen van een datablock door de pc schakelt de
multimeter zichzelf in op voorwaarde dat de parameter „irStb “ op
ir on “ is gezet (zie hoofdst. 6.4).
Wij raden u echter aan, de stroomspaarfunctie „
ir off
“ te gebruiken.
Opmerking
Elektrische ontladingen en hogefrequentiestoringen kunnen
een verkeerde weergave veroorzaken en de meetprocedure
blokkeren.
Koppel het apparaat van de meetkring af. Schakel het apparaat
uit en opnieuw in; dan is het gereset. Als dit niet mocht luk-
ken, dan haalt u de batterij even van de aansluitcontacten af,
zie ook hoofdst. 9.2.
3.3 Bedrijfsparameters instellen
De tijd en de datum instellen
Zie parameter „t iME “ en dAtE “ in hoofdst. 6.4.
Soorten weergave van het analoge display
Hierbij kunt u twee weergavesoorten kiezen, zie parameter
A.d iSP “ in hoofdst. 6.4.
Weergavesoorten van het digitale display
Hierbij kunt u twee weergavesoorten kiezen, zie parameter
0.d iSP “ in hoofdst. 6.4.
GMC-I Messtechnik GmbH 23
Bedieningsfuncties
4.5 Meetgegevens optekenen
De kabelmultimeter biedt de mogelijkheid, de meetgegevens met
instelbare bemonsteringsfrequenties gedurende lange periodes
periodes als meetreeksen op te tekenen. De gegevens worden
bewaard in een batterijgebufferd geheugen en blijven ook behou-
den als de multimeter wordt uitgeschakeld. Het systeem regi-
streert de meetwaarden hierbij relatief ten opzichte van realtime.
De opgeslagen meetwaarden kunnen met het pc-programma
METRAV
IEW worden uitgelezen. Voorwaarde is een pc, die via
een USB-interfacekabel verbonden is met de bidirectionele inter-
faceadapter USBX-
TRA die op een kabelmultimeter is gestoken.
Zie ook hoofdst. 7 „Interfacegebruik“.
Overzicht van de geheugenparameters
Menufunctie STORE
Stel eerst de bemonsteringsfrequentie voor de geheugenfunctie
in (zie hoofdst. 6.4 Parameter „rAtE “) en start dan de geheu-
genfunctie.
Kies allereerst de gewenste meetfunctie en een zinvol meetbe-
reik.
Controleer vóór langdurige meetwaarderegistraties de laadtoe-
stand van de batterijen resp. de accu's, zie hoofdst. 6.3.
Sluit eventueel de netadapter NAX-TRA aan.
Het optekenen starten met menufuncties
Ga naar de bedrijfsmodus „SETUP“ door op MEASURE | SETUP te
drukken en kies daar het hoofdmenu „StorE“.
1nFo
... StorE 000.0 % StArt
Als u bevestigt met FUNC | ENTER start u de geheugenfunctie.
STORE verschijnt op het analoge display en geeft aan dat de ge-
heugenfunctie ingeschakeld is.
Op het digitale display verschijnt „StoP “.
Met MEASURE | SETUP keert u terug naar de meetfunctie.
Parameter Pagina: koptekst
CLEAr
24: Geheugen wissen
EMpty
24: Geheugen wissen – verschijnt na CLEAr
0CCUP
24: Gebruikte geheugen afvragen
rAtE
50: rAtE – Zend-/bewaarsnelheid instellen
StArt
23: Het optekenen starten met menufuncties
StoP
24: Optekenen beëindigen
MEASURE
SETUP
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER
24 GMC-I Messtechnik GmbH
Bedieningsfuncties
Tijdens het optekenen
Als de geheugenfunctie actief is,
STORE verschijnt onder het ana-
loge display in beeld, kunt u de
hoeveelheid gebruikt geheugen contro-
leren
:
StoP
000.3 %
Zodra het geheugen vol is, verschijnt de melding „100.0 %“.
Om de meetwaarden tijdens het opslaan te kunnen bekijken, gaat u
naar de meetfunctie door op MEASURE | SETUP te drukken. Door
opnieuw op MEASURE | SETUP te drukken, keert u terug naar het
geheugenmenu.
Als u met de draaiknop of de knop FUNC | ENTER een andere meet-
functie kiest, wordt er een nieuw geheugenblok aangemaakt. Het
oppslaan loopt dan automatisch door.
Optekenen beëindigen
Na een druk op de knop MEASURE | SETUP verschijnt „StoP“ op
het display.
StoP start
Bevestig de weergave „StoP “ met FUNC | ENTER.
De weergave
STORE wordt gewist en geeft het uiteinde van de
optekening aan.
Met MEASURE | SETUP keert u terug naar de meetfunctie.
U kunt de geheugenfunctie ook afsluiten door de multimeter uit
te schakelen.
Gebruikte geheugen afvragen
In het menu's „1nFo “ kunt u het gebruikte geheugen ook tijdens
het opslaan opvragen, zie ook hoofdst. 6.3
Bereik van het gebruikte geheugen: 000.1 % ... 099.9 %.
1nFo
bAtt
:
...
0CCUP
%:
017.4
%
Met het menu „StorE“ kunt u het gebruikte geheugen opvragen
voordat u met opslaan begint.
1nFo
... StorE 017.4 % StArt
Geheugen wissen
Met deze functie wist u alle opgeslagen meetwaarden!
Als de geheugenfunctie in gebruik is, kan deze functie niet wor-
den uitgevoerd.
1nFo
... StorE 017.4 % StArt
CLEAr empty
FUNC
ENTER
MEASURE
SETUP
FUNC
ENTER
MEASURE
SETUP
FUNC
ENTER
MEASURE
SETUP
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER
GMC-I Messtechnik GmbH 25
Bedieningsfuncties
26 GMC-I Messtechnik GmbH
Metingen V/Hz – R
SL
– Temp – – m – M
ISO
– A/Hz
5 Metingen
5.1 Spanningsmeting
Opmerkingen over de spanningsmeting
Gebruik de multimeter uitsluitend met ingelegde batterijen. Gevaar-
lijke spanningen worden anders niet waargenomen en uw apparaat
kan beschadigd worden.
De multimeter mag alleen bediend worden door personen die
in staat zijn, contactgevaren te herkennen en veiligheidsmaatre-
gelen te nemen. Er is altijd sprake van contactgevaar op plaat-
sen waar spanningen kunnen voorkomen die hoger liggen dan
33 V (effectieve waarde).Raak de meetpennen bij het testen al-
leen achter de vingerbescherming aan. Raak in geen geval de
metallieke meetpennen aan.
Als u metingen verricht, waarbij contactgevaar bestaat, dan mag
u niet alleen werken. Haal er een tweede persoon bij.
De maximaal geoorloofde spanning
tussen de aansluitingen (9) resp. (10) en aarde (8)
bedraagt 600 V in meetcategorie II resp. 300 V in meetcatego-
rie III.
Houd er rekening mee dat aan meetobjecten (bijv. aan defecte
apparaten) onvoorziene spanningen kunnen voorkomen. Con-
densatoren kunnen bijv. gevaarlijk geladen zijn.
In stroomkringen met corona-ontlading (hoogspanning) mag u
met dit apparaat geen metingen verrichten.
U dient bijzonder voorzichtig te zijn als u in HF-stroomkringen
meet. Daar kunnen gevaarlijke mengspanningen voorkomen.
Houd er rekening mee dat bij het meten met laagdoorlaatfilter gevaar-
lijke spanningspieken niet zichtbaar zijn.
Wij raden u aan de spanning allereerst zonder laagdoorlaatfilter te
meten om mogelijke gevaarlijke spanningen te herkennen.
Zorg er absoluut voor dat u de meetbereiken niet meer overbe-
last dan toegestaan is. U vindt de grenswaarden in hoofdst. 8
Technische gegevens“ in de tabel „Meetfuncties en meetbe-
reiken“ in de kolom „Overbelastbaarheid“.
Voor de spanningsmeting van 150 V en hoger, mag u alleen de ka-
belset KS17-2 gebruiken. Alleen deze kabelset is geschikt voor
de meetcategorie II/600 V en hoger, III/1000 V resp. IV/600 V.
GMC-I Messtechnik GmbH 27
Metingen V/Hz – R
SL
– Temp – – m – M
ISO
– A/Hz
5.1.1 Gelijk- en mengspanningsmeting V DC en V (DC+AC)
Zet de parameter CL iP in het Setup-menu Stroomtang op 0FF.
Als u dat niet doet, worden alle meetwaarden in A weergege-
ven en gecorrigeerd met de gekozen overbrengingsverhouding
voor een aangesloten stroomtang.
1nFo
... SET rAtE ... CL IP
1 / 10/100/1000 / 0ff

Zet de draaiknop overeenkomstig de te meten spanning op
V resp. V .
Sluit de meetkabels aan zoals afgebeeld.
De aansluiting „“ moet hierbij zo dicht mogelijk bij dicht bij
aarde liggend potentiaal liggen.
Opmerking
in het bereik 600 V wordt u gewaarschuwd door een inter-
valsignaal als de meetwaarde de eindwaarde van het meet-
bereik overschrijdt.
Overtuig u er van dat er geen stroommeetbereik („A“) is ingescha-
keld als u uw multimeter voor het meten van de spanning aansluit!
Als de uitschakelgrenswaarden van de zekeringen bij verkeerde
bediening worden overschreden, dan bestaat er gevaar voor u en
voor uw apparaat!
De multimeter bevindt zich na het inschakelen in de schake-
laarstand V altijd in het meetbereik 3 V. Zodra u de knop MAN /
AUTO indrukt en de gemeten waarde < 280 mV bedraagt, schakelt
de multimeter over naar het mV-meetbereik.
MEASURE
SETUP
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER
COM mA A
V
Temp
aEb
– (+)
+ (–)
V= : 100 mV610 V
020.00
V
DC
AC
TRMS
020.00
V
DC
V
V
V
V
> 15 V AC of > 25 V DC:
> 610 V:
Waarschuwingen voor gevaarlijke spanningen:
max. 600 V 1 kHz
V: 10 mV610 V
Hz: 1Hz 300 kHz
P
max
= 6 x 10
6
V x Hz
Meetbereiken:
230
.
0
FUNC
ENTER
MEASURE
SETUP
... SET ... CL IP
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER
 0ff
5 Bereiken: 300 mV/3 V/30 V
300 V/600 V
28 GMC-I Messtechnik GmbH
Metingen V/Hz – R
SL
– Temp – – m – M
ISO
– A/Hz
5.1.2 Wisselspannings- en frequentiemeting V AC en Hz
met inschakelbaar laagdoorlaatfilter
Zet de parameter CL iP in het Setup-menu Stroomtang op 0FF.
Als u dat niet doet, worden alle meetwaarden in A weergege-
ven en gecorrigeerd met de gekozen overbrengingsverhouding
voor een aangesloten stroomtang.
1nFo
... SET rAtE ... CL IP
1 / 10/100/1000 / 0ff
Zet de draaiknop overeenkomstig de te meten spanning resp.
de frequentie op V~ resp. Hz.
Sluit de meetkabels aan zoals afgebeeld. De aansluiting „
moet hierbij zo dicht mogelijk bij dicht bij aarde liggend potenti-
aal liggen.
Spanningsmeting
Opmerking
in het bereik 600 V wordt u gewaarschuwd door een inter-
valsignaal als de meetwaarde de eindwaarde van het meet-
bereik overschrijdt.
Overtuig u er van dat er geen stroommeetbereik („A“) is ingescha-
keld als u uw multimeter voor het meten van de spanning aan-
sluit!Als de uitschakelgrenswaarden van de zekeringen bij ver-
keerde bediening worden overschreden, dan bestaat er gevaar
voor u en voor uw apparaat!
U kunt heen en weer schakelen tussen spanningsmeting zon-
der en met laagdoorlaatfilter.
Blijf op de multifunctionele knop FUNC | ENTER drukken, totdat
de eenheid V resp. V/Fil op het display verschijnt.
Frequentiemeting
Leg de meetgrootheid aan zoals bij de spanningsmeting.
Kies handmatig het meetbereik voor de spanningsamplitude.
Bij het overschakelen op frequentiemeting blijft het eerder in-
gestelde spanningsmeetbereik behouden.
U kunt heen en weer schakelen tussen frequentiemeting zon-
der en met laagdoorlaatfilter.
Blijf op de multifunctionele knop FUNC | ENTER drukken, totdat
de eenheid Hz resp. Hz/Fil op het display verschijnt.
De laagste meetbare frequenties en de maximaal geoorloofde
spanningen vindt u in hoofdst. 8 „Technische gegevens“.
Meten met laagdoorlaatfilter
Let op!
!
Houd er rekening mee dat gevaarlijke spanningspieken bij
deze meting niet zichtbaar zijn, zie ook Spanningscompara-
tor.
Wij raden u aan de spanning allereerst zonder laagdoorlaat-
filter te meten om mogelijke gevaarlijke spanningen te her-
kennen.
Desgewenst kan er een 200 Hz-laagdoorlaatfilter mee worden in-
geschakeld om bij metingen bijv. aan kabels capacitief ingekop-
pelde hoogfrequente impulsen > 200 Hz uit te filteren d.w.z. on-
gewenste spanningen boven de 200 Hz onzichtbaar te maken.
Het op dat moment ingeschakelde laagdoorlaatfilter wordt aange-
geven door het in beeld brengen van Fil. De multimeter schakelt
automatisch over naar de handmatige meetbereikskeuze.
MEASURE
SETUP
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER
GMC-I Messtechnik GmbH 29
Metingen V/Hz – R
SL
– Temp – – m – M
ISO
– A/Hz
Bij ingeschakeld filter en bij signalen > 100 Hz wordt de gespecifi-
ceerde meetnauwkeurigheid niet bereikt.
Spanningscomparator voor het weergaven van gevaarlijke spanningen
Het ingangsignaal resp. het meetsignaal wordt door een span-
ningscomparator onderzocht op gevaarlijke pieken omdat deze
door de laagdoorlaatfilterfunctie onzichtbaar gemaakt worden.
Bij U > 15 V AC of U > 25 V DC verschijnt er een gevarensymbool
in beeld:
COM mA A
V
Temp
aEb
max. 600 V 1 kHz
V~: 10 mV610 V
Hz: 1Hz 300 kHz
~
P
max
= 6 x 10
6
V x Hz
Meetbereiken:
> 15 V AC of > 25 V DC:
> 610 V:
Waarschuwingen voor gevaarlijke spanningen:
230
.
0
5 Bereiken: 300 mV/3 V/30 V
300 V/600 V
0230.6
V
AC
TRMS
0050.3
Hz
AC
V~
Hz
V~
Hz
0229.9
V
AC
TRMS
Fil
V~ & Filter
200Hz
V~
0050.0
AC
Fil
Hz
Hz & filter
!
!
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER
200Hz
Hz
MEASURE
SETUP
... SET ... CL IP
FUNC
ENTER
FUNC
ENTER
 0ff
30 GMC-I Messtechnik GmbH
Metingen V/Hz – R
SL
– Temp – – m – M
ISO
– A/Hz
5.1.3 transiënte overspanningen
De multimeters zijn beveiligd tegen transiënte overspanningen
binnen het spanningsmeetbereik tot 4 kV met een stijg-/halve-
ringstijd van 1,2/50 ms. Als bij metingen bijv. aan transformatoren
of motoren met een grote impulsduur gerekend moet worden,
raden wij u voor die gevallen aan onze meetadapter KS30 te ge-
bruiken. Deze biedt bescherming tegen transiënte overspannin-
gen tot 6 kV met een stijg-/halveringstijd van 10/1000 ms. De
continue belastbaaarheid bedraagt 1200 V
eff
. Het bijkomende in-
vloedseffect bij gebruikmaking van de meetadapter KS30 be-
draagt ca. –2%.
5.1.4 Spanningsmeting boven 600 V
Spanningen boven de 600 V kunt u meten met een hoogspan-
ningsmeetkop, bijv. HV3
1)
resp. HV30
2)
van GMC-I Messtechnik
GmbH. De massa-aansluiting moet hierbij absoluut geaard wor-
den. Houdt u zich aan de vereiste veiligheidsmaatregelen!
1)
HV3: 3 kV
2)
HV30: 30 kV, alleen voor (DC) -spanningen
COM mA A
V
Temp
aEb
Spanningsmeting boven 600 V
met de hoogspanningsmeetkop HV3
zwart
rood
zwart
x1000
x100
68 GMC-I Messtechnik GmbH
Trefwoordenregister
11 Trefwoordenregister
Numerics
0.diSP ................................................................... 50
A
A.diSP ................................................................... 51
Addr ...................................................................... 55
APoFF ................................................................... 51
Automatisch uitschakelen
Tijd aangeven
...............................................17
voorkomen ....................................................17
AUTO-Range functie ............................................ 18
B
bAtt ....................................................................... 50
Batterijen
Gebruikspauzes ............................................62
Laadtoestand ................................................62
Laadtoestanden ............................................13
vervangen .....................................................63
bEEP ..................................................................... 51
C
Capaciteitsmeting ................................................ 38
D
dAtE ................................................................ 50, 52
Defaultinstellingen ............................................... 53
Diodentest ............................................................ 36
Displayverlichting ................................................. 16
Doelmatig gebruik ................................................ 10
Doorgangstest ...................................................... 35
E
Error ...................................................................... 41
F
Fabrieksgarantie ................................................... 65
Fabrieksinstellingen .............................................53
Foutmeldingen ......................................................62
G
Geheugen
Gebruikte geheugen afvragen ......................24
Optekenen beëindigen ..................................24
Optekening starten .......................................23
wissen ...........................................................24
H
Hotline productsupport ........................................... 3
I
inschakelen
handmatig .....................................................16
met pc ...........................................................16
Interfaces
Statussen ......................................................13
Toebehoren ...................................................67
irStb ....................................................................... 55
K
Kabellengtemeting ............................................... 38
Kabelweerstand ....................................................32
L
Leveringsomvang ................................................... 2
M
Meetbereikkeuze
automatisch
...................................................18
handmatig ..................................................... 18
Meetcategorie
Betekenis ........................................................ 8
Meetkabels ............................................................66
Meetwaardeopslag
Functie DATA ................................................ 21
MIN/MAX-waarden ....................................... 22
N
Netadapter
Inbedrijfstelling ............................................. 16
Plaats van de aansluiting ............................. 15
Toebehoren ................................................... 66
O
OCCUP ...................................................................50
Ompolen ................................................................41
Onderhoud
Behuizing ...................................................... 64
Ontlading ...............................................................42
Overzicht
Knoppen en aansluitingen ........................... 12
Parameter ..................................................... 49
P
Productsupport .......................................................3
R
rAtE ........................................................................50
Rekalibratieservice ............................................4, 65
Reparatie- en reserveonderdelenservice ...............4
68


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Gossen Metrawatt METRAHIT T-COM at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Gossen Metrawatt METRAHIT T-COM in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 0,8 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Gossen Metrawatt METRAHIT T-COM

Gossen Metrawatt METRAHIT T-COM Quick start guide - English - 2 pages

Gossen Metrawatt METRAHIT T-COM User Manual - English - 72 pages

Gossen Metrawatt METRAHIT T-COM Quick start guide - German - 2 pages

Gossen Metrawatt METRAHIT T-COM Quick start guide - Dutch - 3 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info