642197
23
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/24
Next page
TN3301 NL rev.0215
Code 50123637
Installatie handleiding
Nexa
Enkelvoudig
toegangscontrole-
module
1
INLEIDING
AANBEVELINGEN
O Het systeem mag alleen door een erkend installateur geïnstalleerd of aangepast worden.
O Zorg ervoor dat bij installatie van, of aanpassingen aan het systeem, de stroomtoevoer is
afgesloten.
O Gebruik niet te veel kracht om de schroeven aan te draaien.
O De afstand van de bedrading dient 40 cm van andere bedrading te zijn verwijdert.
O Controleer alle aansluiting voordat het systeem wordt aangesloten op de voeding.
O Volg altijd de instructies in deze handleiding.
INHOUDSOPGAVE
Wij danken en feliciteren u met de aankoop van dit product.
Onze inzet om klanten zoals u tevreden te stellen blijkt uit onze ISO-9001-certificering en uit de
vervaardiging van producten zoals het product dat u net aangekocht hebt.
Dankzij de geavanceerde technologie binnenin en een nauwgezette kwaliteitscontrole kunnen de
klanten en gebruikers genieten van de talloze prestaties van dit toestel. Lees a.u.b. deze
gebruiksaanwijzing nauwgezet om deze prestaties volledig te kunnen benutten en voor een correcte
werking vanaf het eerste ogenblik.
O Installeer het systeem zonder dat de spanning is aangesloten.
O Het systeem ma g alleen door een erkend installateur geïnstalleerd of aangepast worden.
O Gebruik niet te veel kracht om de schroeven aan te draaien.
O De afstand van de bedrading dient 40 cm van andere bedrading te zijn verwijdert.
O Voor de voeding:
w Gebruik niet te veel kracht om de schroeven aan te draaien.
w Installeer de voeding op een droge en veilige plaats zodat deze niet vochtig of nat kan worden, niet in
de buurt van warmtebronnen en niet in stoffige en/of rokerige ruimtes.
w Laat de ventilatieopeningen van de eenheid vrij, zodat de lucht kan circuleren.
w De voeding moet stevig vastgezet worden om schade te voorkomen.
w Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dienen de ombouw van de voeding en de bedrading
van de terminals intact te blijven.
O Volg altijd de instructies in deze handleiding.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
O Stand-alone numeriek toetsenbord voor toegangscontrole.
O Verlicht toetsenbord.
O 12Vac of 18-24Vdc gevoed.
O Combineerbaar met "Nexa Modulair" en "Nexa INOX Modulair“ (zie pagina 19-21 voor installatie
type).
O 2 potentiaalvrije relaisuitgangen (NO, C, NC) en digitale paniek uitgang (naar alarmcentrale) met
999 activatie codes.
O Keuze uit 4, 5 of 6-cijferige codes.
O Mogelijkheid tot gebruik van dezelfde gebruikerscode voor verschillende relais en digitale paniek
uitgang.
O Relais 1 en 2 met drie potentiaalvrije contacten (NO, C, NC), configureerbaar in impuls en stabliel
(maximale spanning en stroom: 18 Vac/1A 18VA of 24Vdc/0.75A 18W).
O Impulse mode activeringstijd programmeerbaar van 1 tot 99 seconden voor elk relais en digitale
paniek uitgang.
O Deuropen tijd te programmeren van 3 tot 15 minuten.
O Verkeerd aantal pogingen voor invoeren code 3 tot 9 pogingen, en de intervaltijd van 1 tot 15
minuten tussen de pogingen zijn programmeerbaar.
O 2 ingangen voor extern het relais te activeren, voor relais 1 drukknop ingang (PL1) en relais 2
drukknop ingang (PL2) voor externe “deur opening”.
O Jumper JP1’ voor tamper alarm activatie.
O Interne signaalgever (programmering, bij indrukken toetsen, correcte codes, tamper alarm
activering, foute codes, etc.).
O Indicatie LED’s aan de voorzijde van het paneel voor indicatie (standby, correcte code, foute code,
geblokkeerd, programmering, etc.).
2
KENMERKEN
INSTALLATIE MET NEXA/NEXA INOX PANELEN
O Indien de toegangscontrole module wordt gemonteerd in een 'Nexa Modulair of ‘Nexa Inox
Modulair deurpaneel, volg dan de in de met het paneel meegeleverde handleiding en negeer de
instructie op pagina 3-4 van deze handleiding. Aansluiten en programmeren van deze module staat
beschreven in deze handleiding.
Inleiding ..................................................1
Inhoudsopgave ........................................1
Veiligheidsmaatregelen .............................1
Aanbevelingen .........................................1
Kenmerken ..............................................2
Installatie met NEXA en NEXA INOX.............2
Installeren module .................................3-4
Installeren voeding....................................4
Beschrijving module ...............................5-6
Werking module .......................................7
Programmeren module.................................
Programmeerstand en afsluiten ..................8
Menu structuur en volgorde ........................8
Programmeer velden ............................9-17
Fabrieksinstellingen .................................18
Plaatsen deuropener .............................19
Installatie schema’s .....................................
N3301 met NEXA/NEXA INOX panelen19-21
Werking stand-alone ...............................21
Notities ..................................................22
Certificering ...........................................23
1
INLEIDING
AANBEVELINGEN
O Het systeem mag alleen door een erkend installateur geïnstalleerd of aangepast worden.
O Zorg ervoor dat bij installatie van, of aanpassingen aan het systeem, de stroomtoevoer is
afgesloten.
O Gebruik niet te veel kracht om de schroeven aan te draaien.
O De afstand van de bedrading dient 40 cm van andere bedrading te zijn verwijdert.
O Controleer alle aansluiting voordat het systeem wordt aangesloten op de voeding.
O Volg altijd de instructies in deze handleiding.
INHOUDSOPGAVE
Wij danken en feliciteren u met de aankoop van dit product.
Onze inzet om klanten zoals u tevreden te stellen blijkt uit onze ISO-9001-certificering en uit de
vervaardiging van producten zoals het product dat u net aangekocht hebt.
Dankzij de geavanceerde technologie binnenin en een nauwgezette kwaliteitscontrole kunnen de
klanten en gebruikers genieten van de talloze prestaties van dit toestel. Lees a.u.b. deze
gebruiksaanwijzing nauwgezet om deze prestaties volledig te kunnen benutten en voor een correcte
werking vanaf het eerste ogenblik.
O Installeer het systeem zonder dat de spanning is aangesloten.
O Het systeem ma g alleen door een erkend installateur geïnstalleerd of aangepast worden.
O Gebruik niet te veel kracht om de schroeven aan te draaien.
O De afstand van de bedrading dient 40 cm van andere bedrading te zijn verwijdert.
O Voor de voeding:
w Gebruik niet te veel kracht om de schroeven aan te draaien.
w Installeer de voeding op een droge en veilige plaats zodat deze niet vochtig of nat kan worden, niet in
de buurt van warmtebronnen en niet in stoffige en/of rokerige ruimtes.
w Laat de ventilatieopeningen van de eenheid vrij, zodat de lucht kan circuleren.
w De voeding moet stevig vastgezet worden om schade te voorkomen.
w Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dienen de ombouw van de voeding en de bedrading
van de terminals intact te blijven.
O Volg altijd de instructies in deze handleiding.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
O Stand-alone numeriek toetsenbord voor toegangscontrole.
O Verlicht toetsenbord.
O 12Vac of 18-24Vdc gevoed.
O Combineerbaar met "Nexa Modulair" en "Nexa INOX Modulair“ (zie pagina 19-21 voor installatie
type).
O 2 potentiaalvrije relaisuitgangen (NO, C, NC) en digitale paniek uitgang (naar alarmcentrale) met
999 activatie codes.
O Keuze uit 4, 5 of 6-cijferige codes.
O Mogelijkheid tot gebruik van dezelfde gebruikerscode voor verschillende relais en digitale paniek
uitgang.
O Relais 1 en 2 met drie potentiaalvrije contacten (NO, C, NC), configureerbaar in impuls en stabliel
(maximale spanning en stroom: 18 Vac/1A 18VA of 24Vdc/0.75A 18W).
O Impulse mode activeringstijd programmeerbaar van 1 tot 99 seconden voor elk relais en digitale
paniek uitgang.
O Deuropen tijd te programmeren van 3 tot 15 minuten.
O Verkeerd aantal pogingen voor invoeren code 3 tot 9 pogingen, en de intervaltijd van 1 tot 15
minuten tussen de pogingen zijn programmeerbaar.
O 2 ingangen voor extern het relais te activeren, voor relais 1 drukknop ingang (PL1) en relais 2
drukknop ingang (PL2) voor externe “deur opening”.
O Jumper JP1’ voor tamper alarm activatie.
O Interne signaalgever (programmering, bij indrukken toetsen, correcte codes, tamper alarm
activering, foute codes, etc.).
O Indicatie LED’s aan de voorzijde van het paneel voor indicatie (standby, correcte code, foute code,
geblokkeerd, programmering, etc.).
2
KENMERKEN
INSTALLATIE MET NEXA/NEXA INOX PANELEN
O Indien de toegangscontrole module wordt gemonteerd in een 'Nexa Modulair of ‘Nexa Inox
Modulair deurpaneel, volg dan de in de met het paneel meegeleverde handleiding en negeer de
instructie op pagina 3-4 van deze handleiding. Aansluiten en programmeren van deze module staat
beschreven in deze handleiding.
Inleiding ..................................................1
Inhoudsopgave ........................................1
Veiligheidsmaatregelen .............................1
Aanbevelingen .........................................1
Kenmerken ..............................................2
Installatie met NEXA en NEXA INOX.............2
Installeren module .................................3-4
Installeren voeding....................................4
Beschrijving module ...............................5-6
Werking module .......................................7
Programmeren module.................................
Programmeerstand en afsluiten ..................8
Menu structuur en volgorde ........................8
Programmeer velden ............................9-17
Fabrieksinstellingen .................................18
Plaatsen deuropener .............................19
Installatie schema’s .....................................
N3301 met NEXA/NEXA INOX panelen19-21
Werking stand-alone ...............................21
Notities ..................................................22
Certificering ...........................................23
3
4
mbedding box positioning.
E
1650
1850
1450
Breek de benodigde ingang uit van de inbouwdoos voor het doorvoeren van
de kabel aan de achterzijde van de inbouwdoos.
laatsen van de inbouwdoos.
P
Voer de bekabeling door het gat.
Plaats de inbouwdoos nauwkeurig en
recht en zet deze vast.
Na plaatsing kunnen de beschermings-
labels van de bevestigingsgaten voor het
paneel verwijderd worden.
De bovenkant van het paneel dient op een hoogte van ongeveer 1.65m geplaatst te worden.
Afmeting sparing:
Inbouwdoos NCEV-90CS: 99(B) x 135.5(H) x 40(D) mm.
Het paneel is ontworpen om onder de meest voorkomende weersomstandigheden te functioneren.
Desondanks is het aan te raden om extra maatregelen te treffen tegen regeninslag zoals
bijvoorbeeld het plaatsen van een regenkap.
INSTALLEREN MODULE
amenstellen en sluiten paneel.
S
nstalleren van de voeding TF-104.
I
Bij montage van de transformator direct op de
muur gebruikt men de bijgeleverde pluggen.
Boor 2 gaten van 6mm en breng
de pluggen in de gaten in.
Bevestig de transformator met de
bijgeleverde schroeven op de muur.
De transformator kan geïnstalleerd worden op een DINrail (3units) door deze simpel erop
te klikken. Om deze weer los te nemen van de DINrail, gebruikt men een schroevendraaier
En trekt men de lip naar boven terwijl de transformator naarvoren wordt getrokken.
De transformator moet geïnstalleerd worden op een
droge en beschermde plaats. Het wordt aanbevolen
de transformator te beschermen door een thermo
magnetisch verbreek contact op te nemen.
DIN 46277
INSTALLEREN MODULE
INSTALLEREN VOEDING
Inbouwdoos
Frame
Paneel
Beschermkappen
Plaats het frame op de inbouwdoos met de 4 meegeleverde
schroeven en zet het paneel in elkaar indien dit nog niet
is gebeurt. Sluit de bekabeling aan op de module.
Zet nu het paneel vast op de inbouwdoos
met behulp van de twee meegeleverde
schroeven en sluit het paneel. Plaats nu
de twee beschermkappen met een lichte
druk op het paneel.
3
4
mbedding box positioning.
E
1650
1850
1450
Breek de benodigde ingang uit van de inbouwdoos voor het doorvoeren van
de kabel aan de achterzijde van de inbouwdoos.
laatsen van de inbouwdoos.
P
Voer de bekabeling door het gat.
Plaats de inbouwdoos nauwkeurig en
recht en zet deze vast.
Na plaatsing kunnen de beschermings-
labels van de bevestigingsgaten voor het
paneel verwijderd worden.
De bovenkant van het paneel dient op een hoogte van ongeveer 1.65m geplaatst te worden.
Afmeting sparing:
Inbouwdoos NCEV-90CS: 99(B) x 135.5(H) x 40(D) mm.
Het paneel is ontworpen om onder de meest voorkomende weersomstandigheden te functioneren.
Desondanks is het aan te raden om extra maatregelen te treffen tegen regeninslag zoals
bijvoorbeeld het plaatsen van een regenkap.
INSTALLEREN MODULE
amenstellen en sluiten paneel.
S
nstalleren van de voeding TF-104.
I
Bij montage van de transformator direct op de
muur gebruikt men de bijgeleverde pluggen.
Boor 2 gaten van 6mm en breng
de pluggen in de gaten in.
Bevestig de transformator met de
bijgeleverde schroeven op de muur.
De transformator kan geïnstalleerd worden op een DINrail (3units) door deze simpel erop
te klikken. Om deze weer los te nemen van de DINrail, gebruikt men een schroevendraaier
En trekt men de lip naar boven terwijl de transformator naarvoren wordt getrokken.
De transformator moet geïnstalleerd worden op een
droge en beschermde plaats. Het wordt aanbevolen
de transformator te beschermen door een thermo
magnetisch verbreek contact op te nemen.
DIN 46277
INSTALLEREN MODULE
INSTALLEREN VOEDING
Inbouwdoos
Frame
Paneel
Beschermkappen
Plaats het frame op de inbouwdoos met de 4 meegeleverde
schroeven en zet het paneel in elkaar indien dit nog niet
is gebeurt. Sluit de bekabeling aan op de module.
Zet nu het paneel vast op de inbouwdoos
met behulp van de twee meegeleverde
schroeven en sluit het paneel. Plaats nu
de twee beschermkappen met een lichte
druk op het paneel.
5
6
BESCHRIJVING MODULE
eschrijving auto diagnose LED’s .
B
The wiring terminals are located at the
back of the module and correspond to
the following connections:
BESCHRIJVING MODULE
eschrijving module.
B
aansluiting voeding.
normaal open uitgang relais 1.
algemeen relais 1.
normaal gesloten uitgang relais 1.
normaal open uitgang relais 2.
algemeen relais 2.
normaal gesloten uitgang relais 2.
paniek uitgang.
min.
ingang externe druktoets relais 1.
ingang externe druktoets relais 2.
~, ~ :
NA1 :
C1 :
NC1 :
NA2 :
C2 :
NC2 :
P :
:
PL1 :
PL2 :
_
Tamper alarm modus geactiveerd. In deze modus zijn de toetsen en externe bediening
uitgeschakeld. De LEDs en toetsenbordverlichting zijn uitgeschakeld en een constant
akoestisch alarm en de “P” paniek uitgang worden geactiveerd (elke minuut 3 seconden) .
De alarm modus stopt pas wanneer de brug Jp1 weer is gesloten.
Normale werking, alarm niet geactiveerd.
De dip-schakelaar SW1 bevind zich aan de linker zijde van de module.
JP1
eschrijving jumper JP1.
B
De jumper Jp1 rechts van de aansluitklemmen, activeert een tamper
alarm.
eschrijving dip-schakelaar SW1 .
B
Activeert een reset van de “speciale installateurs” pin code naar de
fabriekscode.
Ga als volgt te werk: Plaats dip-schakelaar 1 op AAN. De module zal 2 piepjes geven en
de groene LED aan de voorzijde zal 1 seconde branden. Zet vervolgens de dip-schakelaar 1
weer op UIT (nu zal de fabriekscode weer actief zijn). Als, tijdens dit proces de module is
geblokkeerd dan zal de “speciale reset” pin code ook de code resetten naar de
fabriekscode.
Geen standalone toegangscontrole functie (geplaatst in de UIT positie).
*
( )
Fabrieksinstelling.
( )
Rood
Groen
De auto diagnose LEDs bevinden zich aan de voorzijde van het paneel in
de rechter bovenhoek.
Geblokkeerd
Snel knipperen
Correcte code Aan
Foute code
4x snel knipperen
Standby
Werking
Aan
Uit
Aan (1 seconde)
Uit
Uit
Normaal
Langzaam knipperend
Uit
Bevestigen veld
Langzaam knipperend
Bevestigen volgorde
Langzaam knipperend
Foute code
4x snel knipperen
2x snel knipperen
4x snel knipperen
Uit
Rode LED
Groene LED
Programmeer
stand
Normaal
eschrijving signaal.
B
De toegangscontrole module beschikt over een interne signaalgever welke piepjes produceert bij
bediening.
Bevestigen veld
2 snelle piepjes
Bevestigen volgorde
4 snelle piepjes
Annuleren
1 lange piep (0.5 sec)
Programmering
Bediening
5 snelle piepjes
Fout
1 lange piep (1 sec)
Indrukken toets
1 snelle piep
Tijd
Alarm geactiveerd
1 constante piep
5
6
BESCHRIJVING MODULE
eschrijving auto diagnose LED’s .
B
The wiring terminals are located at the
back of the module and correspond to
the following connections:
BESCHRIJVING MODULE
eschrijving module.
B
aansluiting voeding.
normaal open uitgang relais 1.
algemeen relais 1.
normaal gesloten uitgang relais 1.
normaal open uitgang relais 2.
algemeen relais 2.
normaal gesloten uitgang relais 2.
paniek uitgang.
min.
ingang externe druktoets relais 1.
ingang externe druktoets relais 2.
~, ~ :
NA1 :
C1 :
NC1 :
NA2 :
C2 :
NC2 :
P :
:
PL1 :
PL2 :
_
Tamper alarm modus geactiveerd. In deze modus zijn de toetsen en externe bediening
uitgeschakeld. De LEDs en toetsenbordverlichting zijn uitgeschakeld en een constant
akoestisch alarm en de “P” paniek uitgang worden geactiveerd (elke minuut 3 seconden) .
De alarm modus stopt pas wanneer de brug Jp1 weer is gesloten.
Normale werking, alarm niet geactiveerd.
De dip-schakelaar SW1 bevind zich aan de linker zijde van de module.
JP1
eschrijving jumper JP1.
B
De jumper Jp1 rechts van de aansluitklemmen, activeert een tamper
alarm.
eschrijving dip-schakelaar SW1 .
B
Activeert een reset van de “speciale installateurs” pin code naar de
fabriekscode.
Ga als volgt te werk: Plaats dip-schakelaar 1 op AAN. De module zal 2 piepjes geven en
de groene LED aan de voorzijde zal 1 seconde branden. Zet vervolgens de dip-schakelaar 1
weer op UIT (nu zal de fabriekscode weer actief zijn). Als, tijdens dit proces de module is
geblokkeerd dan zal de “speciale reset” pin code ook de code resetten naar de
fabriekscode.
Geen standalone toegangscontrole functie (geplaatst in de UIT positie).
*
( )
Fabrieksinstelling.
( )
Rood
Groen
De auto diagnose LEDs bevinden zich aan de voorzijde van het paneel in
de rechter bovenhoek.
Geblokkeerd
Snel knipperen
Correcte code Aan
Foute code
4x snel knipperen
Standby
Werking
Aan
Uit
Aan (1 seconde)
Uit
Uit
Normaal
Langzaam knipperend
Uit
Bevestigen veld
Langzaam knipperend
Bevestigen volgorde
Langzaam knipperend
Foute code
4x snel knipperen
2x snel knipperen
4x snel knipperen
Uit
Rode LED
Groene LED
Programmeer
stand
Normaal
eschrijving signaal.
B
De toegangscontrole module beschikt over een interne signaalgever welke piepjes produceert bij
bediening.
Bevestigen veld
2 snelle piepjes
Bevestigen volgorde
4 snelle piepjes
Annuleren
1 lange piep (0.5 sec)
Programmering
Bediening
5 snelle piepjes
Fout
1 lange piep (1 sec)
Indrukken toets
1 snelle piep
Tijd
Alarm geactiveerd
1 constante piep
7
WERKING MODULE
odule in standby mode.
M
In stand-by modus kunnen de volgende handelingen worden uitgevoerd:
Activeren relais met externe drukknoppen: Maakt het mogelijk om relais 1 en/of 2 te activeren
door middel van een externe drukknop aangesloten op PL1 en/of PL2.
De knop kan geconfigureerd worden door middel van de programmering om de uitgang te
activeren of te deactiveren wanneer op de knop gedrukt wordt voor een tijd tussen de 1 en 99
seconden.
Via het toetsenbord:
Speciale standaard codes: (houd rekening met het aantal cijfers in de code).
Hoofd code: 271800 of 2718 indien het aantal cijfers geconfigureerd = 4.
Code voor externe drukknop CP1:111100 of 1111 indien het aantal cijfers geconfigureerd = 4.
Code voor externe drukknop CP2:222200 of 2222 indien het aantal cijfers geconfigureerd = 4.
Deblokkeer code: 333300 of 3333 indien het aantal cijfers geconfigureerd = 4.
Openen met een gebruikerscode: Maakt het mogelijk om de uitgangen (relais 1/relais
2/paniek) te activeren welke toegekend aan de gebruiker. Druk op de sleuteltoets gevolgd door de
gebruikerscode.
“sleuteltoets” + “gebruikerscode”.
Hoofd code: Voor toegang tot de programmeerstand. Ook voor deblokkeren indien het paneel is
geblokkeerd. Druk 3x op de sleuteltoets gevolgd door de hoofd code.
“sleuteltoets” + “sleuteltoets” + “sleuteltoets” + “hoofd code”.
CP1 drukknop code: Activeren/deactiveren van de externe drukknop PL1 en/of PL2 gelinkt aan
de CP1 code. Druk 3x op de sleuteltoets gevolgd door de CP1 code.
“sleuteltoets” + “sleuteltoets” + “sleuteltoets” + “CP1 code”.
CP2 drukknop code: Activeren/deactiveren van de externe drukknop PL1 en/of PL2 gelinkt aan
de CP2 code. Druk 3x op de sleuteltoets gevolgd door de CP2 code.
“sleuteltoets” + “sleuteltoets” + “sleuteltoets” + “CP2 code”.
Deblokkeer code: Maakt het mogelijk om de blokkade op te heffen indien het paneel
geblokkeerd is. Druk 3x op de sleuteltoets gevolgd door de deblokkeer code
“sleuteltoets” + “sleuteltoets” + “sleuteltoets” + “deblokkeer code”.
Wijzigen gebruikerscode: Maakt het mogelijk dat de gebruiker zijn eigen code kan wijzigen.
Wijzigt niet de toegekende uitgangen (relais 1/relais 2/paniek). Druk 2x op de sleuteltoets
gevolgd door de huidige gebruikerscode, druk weer op de sleuteltoets gevolgd door de nieuwe
gebruikerscode, druk vervolgens voor de laatste keer op de sleuteltoets. De nieuwe code dient
hetzelfde aantal cijfers te hebben als de vorige code en de code mag niet al zijn gebruikt.
“sleuteltoets” + “sleuteltoets” + “huidige gebruikerscode” + “sleuteltoets” + “nieuwe
gebruikerscode” + “sleuteltoets”.
C
8
PROGRAMMEREN MODULE
rogrammeerstand en afsluiten.
P
rogrammingstand menu structuur en volgorde.
P
4
0
1 0 03
C C C
2
4
Om in de programmeerstand te komen, druk 3x op de sleuteltoets gevolgd door de hoofd code
“271800”.
sleuteltoets + sleuteltoets + sleuteltoets + hoofd code.
Om de programmeerstand te verlaten, druk op de C toets (annuleren/cancel) 1x indien het een
programmeer veld betreft en ander 2x.
Indien 2 minuten lang geen toets is aangeraakt zal het paneel uit de programmeerstand gaan.
De programmeerstand of het verlaten wordt aangeduid met 5 snelle piepje.
Belangrijk:
Het aantal cijfers dat is geconfigureerd voor de code (fabrieksinstelling 2718 = 4).
*
( )
*
( )
Programmering van de functies wordt uitgevoerd door het invoeren van een veld of
functiecode, gevolgd door de veld waarde(n).
Eenmaal in programmeerstand verloopt de programmering alsvolgt:
Voer de veld code in: deze code heeft altijd 1 cijfer. Uit het paneel zullen
2 snelle piepjes hoorbaar zijn ter bevestiging.
Voer de waarde in welke geprogrammeerd moet worden. Als de waarde
is ingevoerd zal het paneel 2 snelle piepjes geven. Om het
programmeren van dit veld te beëindigen, druk op de sleuteltoets, uit
het paneel zullen 4 snelle piepje hoorbaar zijn.
Let op: Indien er na15 seconden geen toetsen zijn aangeraakt zal 1
lange piep hoorbaar zijn (fout), de veld code dient opnieuw ingevoerd
te worden.
Voer de volgende veld code in of druk op de C toets (annuleren/cancel)
om de programmeerstand te beëindigen.
Als er een verkeerde waarde is ingevoerd, druk dan op de C toets (annuleren/cancel). Uit het
paneel zal een lange piep hoorbaar zijn. Indien de veldcode ingevoerd en zelfs na bevestiging
verlaat het menu en voer de veld code opnieuw in.
2
C
2 2 2
CC
Veld Veld waarde Veld waarde Veld waarde Bevestigen
C
*
( )
4
2 7 1 8
1
ó
7
WERKING MODULE
odule in standby mode.
M
In stand-by modus kunnen de volgende handelingen worden uitgevoerd:
Activeren relais met externe drukknoppen: Maakt het mogelijk om relais 1 en/of 2 te activeren
door middel van een externe drukknop aangesloten op PL1 en/of PL2.
De knop kan geconfigureerd worden door middel van de programmering om de uitgang te
activeren of te deactiveren wanneer op de knop gedrukt wordt voor een tijd tussen de 1 en 99
seconden.
Via het toetsenbord:
Speciale standaard codes: (houd rekening met het aantal cijfers in de code).
Hoofd code: 271800 of 2718 indien het aantal cijfers geconfigureerd = 4.
Code voor externe drukknop CP1:111100 of 1111 indien het aantal cijfers geconfigureerd = 4.
Code voor externe drukknop CP2:222200 of 2222 indien het aantal cijfers geconfigureerd = 4.
Deblokkeer code: 333300 of 3333 indien het aantal cijfers geconfigureerd = 4.
Openen met een gebruikerscode: Maakt het mogelijk om de uitgangen (relais 1/relais
2/paniek) te activeren welke toegekend aan de gebruiker. Druk op de sleuteltoets gevolgd door de
gebruikerscode.
“sleuteltoets” + “gebruikerscode”.
Hoofd code: Voor toegang tot de programmeerstand. Ook voor deblokkeren indien het paneel is
geblokkeerd. Druk 3x op de sleuteltoets gevolgd door de hoofd code.
“sleuteltoets” + “sleuteltoets” + “sleuteltoets” + “hoofd code”.
CP1 drukknop code: Activeren/deactiveren van de externe drukknop PL1 en/of PL2 gelinkt aan
de CP1 code. Druk 3x op de sleuteltoets gevolgd door de CP1 code.
“sleuteltoets” + “sleuteltoets” + “sleuteltoets” + “CP1 code”.
CP2 drukknop code: Activeren/deactiveren van de externe drukknop PL1 en/of PL2 gelinkt aan
de CP2 code. Druk 3x op de sleuteltoets gevolgd door de CP2 code.
“sleuteltoets” + “sleuteltoets” + “sleuteltoets” + “CP2 code”.
Deblokkeer code: Maakt het mogelijk om de blokkade op te heffen indien het paneel
geblokkeerd is. Druk 3x op de sleuteltoets gevolgd door de deblokkeer code
“sleuteltoets” + “sleuteltoets” + “sleuteltoets” + “deblokkeer code”.
Wijzigen gebruikerscode: Maakt het mogelijk dat de gebruiker zijn eigen code kan wijzigen.
Wijzigt niet de toegekende uitgangen (relais 1/relais 2/paniek). Druk 2x op de sleuteltoets
gevolgd door de huidige gebruikerscode, druk weer op de sleuteltoets gevolgd door de nieuwe
gebruikerscode, druk vervolgens voor de laatste keer op de sleuteltoets. De nieuwe code dient
hetzelfde aantal cijfers te hebben als de vorige code en de code mag niet al zijn gebruikt.
“sleuteltoets” + “sleuteltoets” + “huidige gebruikerscode” + “sleuteltoets” + “nieuwe
gebruikerscode” + “sleuteltoets”.
C
8
PROGRAMMEREN MODULE
rogrammeerstand en afsluiten.
P
rogrammingstand menu structuur en volgorde.
P
4
0
1 0 03
C C C
2
4
Om in de programmeerstand te komen, druk 3x op de sleuteltoets gevolgd door de hoofd code
“271800”.
sleuteltoets + sleuteltoets + sleuteltoets + hoofd code.
Om de programmeerstand te verlaten, druk op de C toets (annuleren/cancel) 1x indien het een
programmeer veld betreft en ander 2x.
Indien 2 minuten lang geen toets is aangeraakt zal het paneel uit de programmeerstand gaan.
De programmeerstand of het verlaten wordt aangeduid met 5 snelle piepje.
Belangrijk:
Het aantal cijfers dat is geconfigureerd voor de code (fabrieksinstelling 2718 = 4).
*
( )
*
( )
Programmering van de functies wordt uitgevoerd door het invoeren van een veld of
functiecode, gevolgd door de veld waarde(n).
Eenmaal in programmeerstand verloopt de programmering alsvolgt:
Voer de veld code in: deze code heeft altijd 1 cijfer. Uit het paneel zullen
2 snelle piepjes hoorbaar zijn ter bevestiging.
Voer de waarde in welke geprogrammeerd moet worden. Als de waarde
is ingevoerd zal het paneel 2 snelle piepjes geven. Om het
programmeren van dit veld te beëindigen, druk op de sleuteltoets, uit
het paneel zullen 4 snelle piepje hoorbaar zijn.
Let op: Indien er na15 seconden geen toetsen zijn aangeraakt zal 1
lange piep hoorbaar zijn (fout), de veld code dient opnieuw ingevoerd
te worden.
Voer de volgende veld code in of druk op de C toets (annuleren/cancel)
om de programmeerstand te beëindigen.
Als er een verkeerde waarde is ingevoerd, druk dan op de C toets (annuleren/cancel). Uit het
paneel zal een lange piep hoorbaar zijn. Indien de veldcode ingevoerd en zelfs na bevestiging
verlaat het menu en voer de veld code opnieuw in.
2
C
2 2 2
CC
Veld Veld waarde Veld waarde Veld waarde Bevestigen
C
*
( )
4
2 7 1 8
1
ó
9
0
10
PROGRAMMEREN MODULE
PROGRAMMEREN MODULE
rogrammeer velden
P
rogrammeer velden
P
Druk op de sleuteltoets om de programmering te bevestigen.
5 6
4
or or
0
Vervolg van vorige pagina
naar volgende pagina
naar volgende pagina
De module wordt af fabriek geleverd met geprogrammeerde fabrieksinstellingen en code met
uitzondering van gebruikers codes, deze velden zijn leeg uit veiligheid overwegingen. Controleer
voor een juist systeembeheer of de waarden aansluiten op de behoefte van de gebruiker. De velden
hoeven niet op numerieke volgorde geprogrammeerd te worden.
Veld "0": Het aantal cijfers in de activeringscodes (gebruiker) en speciale codes instellen.
(1)
2 7 1 8
Sleuteltoets + sleuteltoets +s leuteltoets + hoofd code
Activeren programmeerstand:
Onthoud het aantal cijfers in de geconfigureerde code (fabrieksintelling 2718 = 4).
(1)
Stap 2: Toets vervolgens de veld code in:
Stap 1: Druk 3x op de sleuteltoets en voer de hoofd code in.
Toets “0” voor het selecteren van veld “0”.
4 5 6
Stappen: Veld + aantal cijfers + sleuteltoets.
or or
Kies vervolgens het nummer om het volgende veld in te stellen
of druk op de C toets (annuleren/cancel) om de
programmeerstand te verlaten.
1 C
or
(Stap 1)
(Step 2)
(Stap 3)
(Stap 4)
Voer het aantal cijfers in voor de activeringscodes “gebruiker” en
speciale codes. Voer een4, 5 of 6 in voor het aantal cijfers.
De fabrieksinstelling heeft 4 cijfers.
Bij het wijzigen van deze waarde zullen aan reeds bestaande
codes 1 of 2 nullen worden toegevoegd, bijvoorbeeld:
Hoofd code 2718 (“fabrieksinstelling” 4 cijfers).
Hoofd code 27180 (5 cijfers).
Hoofd code 271800 (6 cijfers).
Belangrijk: Indien er al 6-cijferige codes in het paneel stonden en
er wordt gekozen voor 4 of 5-cijferige codes zullen het laatste of
de laatste 2 cijfers vervallen.
1
0 1
0
1
Veld "1": Programmeren van een nieuwe (gebruikers) code.
Toets “1” voor het selecteren van veld “1”.
0 0 1
Stappen: Veld +g eheugen positie + gebruikers code + uitgang + bus code + sleuteltoets.
2 C
of
(Stap 1)
(Stap 2)
(Step 4)
(Stap 7)
Kies de geheugen positie voor de nieuwe gebruikers code.
Mogelijke geheugen posities zijn: “001” tot “999”.
Hier kunnen nieuwe gebruikers codes (van “0000” tot “9999”) aangemaakt worden en uitgangen
toegewezen voor activeren van het relais met de toegewezen code.
Let op: Afhankelijk van het geconfigureerde aantal cijfers in veld “0” (fabrieksinstelling = 4).
Aantal cijfers = 4, gebruikers codes van “0000” tot “9999”.
Aantal cijfers = 5, gebruikers codes van “00000” tot “99999”.
Aantal cijfers = 6, gebruikers codes van “000000” tot “999999”.
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0
0
(Stap 3)
0
Stel de uitgang in welke door de eerder ingevoerde gebruikers code geactiveerd
moet worden. Kies een van de volgende opties of druk op de sleuteltoets :
"00" : relais 1+relais 2+paniek uitgang (aansluiting “Pvan de aansluitklemmen).
"01" : relais 1.
"02" : relais 2.
"03" : relais 1 + relais 2.
"04" : paniek uitgang (aansluiting “Pvan de aansluitklemmen).
"05" : relais 1 + paniek uitgang (aansluiting “P” van de aansluitklemmen).
"06" : relais 2 + paniek uitgang (aansluiting “P” van de aansluitklemmen).
Let op: Als op de sleuteltoets wordt gedrukt, zal aan optie “1” de volgende
waarden worden toegekend: relais 1, voor veld “bus code” de waarde
“000000” en is de programmering van dit veld direct gereed.
0
0 0
0
(Stap 5)
0
0 0
*
( )
*
( )
(Stap 6)
Druk op de sleuteltoets om de programmering van dit veld te
beëindigen. Het is niet nodig om de sleuteltoets in te drukken
indien deze al in stap 4 of 5 is ingedrukt.
Toets vervolgens het cijfer in van het volgende te configureren veld of
druk op de C toets (cancel) om de programmering te verlaten.
Fabrieksinstelling
0
0
Voer de gebruikers code in. Mogelijke code: „000000" tot
„999999" bij 6 cijfers of „0000" tot „9999" voor de
fabrieksinstelling met 4 cijfers.
( zie het voorbeeld op pagina 9, stap 2).
Dubbele codes zijn niet toegestaan.
Toets alleen „000000" in of druk op de
sleuteltoets. Let op: Als op de sleuteltoets
wordt gedrukt zal de volgende waarde
„000000"worden toegekend en is de
programmering gereed.
*
( )
*
( )
9
0
10
PROGRAMMEREN MODULE
PROGRAMMEREN MODULE
rogrammeer velden
P
rogrammeer velden
P
Druk op de sleuteltoets om de programmering te bevestigen.
5 6
4
or or
0
Vervolg van vorige pagina
naar volgende pagina
naar volgende pagina
De module wordt af fabriek geleverd met geprogrammeerde fabrieksinstellingen en code met
uitzondering van gebruikers codes, deze velden zijn leeg uit veiligheid overwegingen. Controleer
voor een juist systeembeheer of de waarden aansluiten op de behoefte van de gebruiker. De velden
hoeven niet op numerieke volgorde geprogrammeerd te worden.
Veld "0": Het aantal cijfers in de activeringscodes (gebruiker) en speciale codes instellen.
(1)
2 7 1 8
Sleuteltoets + sleuteltoets +s leuteltoets + hoofd code
Activeren programmeerstand:
Onthoud het aantal cijfers in de geconfigureerde code (fabrieksintelling 2718 = 4).
(1)
Stap 2: Toets vervolgens de veld code in:
Stap 1: Druk 3x op de sleuteltoets en voer de hoofd code in.
Toets “0” voor het selecteren van veld “0”.
4 5 6
Stappen: Veld + aantal cijfers + sleuteltoets.
or or
Kies vervolgens het nummer om het volgende veld in te stellen
of druk op de C toets (annuleren/cancel) om de
programmeerstand te verlaten.
1 C
or
(Stap 1)
(Step 2)
(Stap 3)
(Stap 4)
Voer het aantal cijfers in voor de activeringscodes “gebruiker” en
speciale codes. Voer een4, 5 of 6 in voor het aantal cijfers.
De fabrieksinstelling heeft 4 cijfers.
Bij het wijzigen van deze waarde zullen aan reeds bestaande
codes 1 of 2 nullen worden toegevoegd, bijvoorbeeld:
Hoofd code 2718 (“fabrieksinstelling” 4 cijfers).
Hoofd code 27180 (5 cijfers).
Hoofd code 271800 (6 cijfers).
Belangrijk: Indien er al 6-cijferige codes in het paneel stonden en
er wordt gekozen voor 4 of 5-cijferige codes zullen het laatste of
de laatste 2 cijfers vervallen.
1
0 1
0
1
Veld "1": Programmeren van een nieuwe (gebruikers) code.
Toets “1” voor het selecteren van veld “1”.
0 0 1
Stappen: Veld +g eheugen positie + gebruikers code + uitgang + bus code + sleuteltoets.
2 C
of
(Stap 1)
(Stap 2)
(Step 4)
(Stap 7)
Kies de geheugen positie voor de nieuwe gebruikers code.
Mogelijke geheugen posities zijn: “001” tot “999”.
Hier kunnen nieuwe gebruikers codes (van “0000” tot “9999”) aangemaakt worden en uitgangen
toegewezen voor activeren van het relais met de toegewezen code.
Let op: Afhankelijk van het geconfigureerde aantal cijfers in veld “0” (fabrieksinstelling = 4).
Aantal cijfers = 4, gebruikers codes van “0000” tot “9999”.
Aantal cijfers = 5, gebruikers codes van “00000” tot “99999”.
Aantal cijfers = 6, gebruikers codes van “000000” tot “999999”.
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0
0
(Stap 3)
0
Stel de uitgang in welke door de eerder ingevoerde gebruikers code geactiveerd
moet worden. Kies een van de volgende opties of druk op de sleuteltoets :
"00" : relais 1+relais 2+paniek uitgang (aansluiting “Pvan de aansluitklemmen).
"01" : relais 1.
"02" : relais 2.
"03" : relais 1 + relais 2.
"04" : paniek uitgang (aansluiting “Pvan de aansluitklemmen).
"05" : relais 1 + paniek uitgang (aansluiting “P” van de aansluitklemmen).
"06" : relais 2 + paniek uitgang (aansluiting “P” van de aansluitklemmen).
Let op: Als op de sleuteltoets wordt gedrukt, zal aan optie “1” de volgende
waarden worden toegekend: relais 1, voor veld “bus code” de waarde
“000000” en is de programmering van dit veld direct gereed.
0
0 0
0
(Stap 5)
0
0 0
*
( )
*
( )
(Stap 6)
Druk op de sleuteltoets om de programmering van dit veld te
beëindigen. Het is niet nodig om de sleuteltoets in te drukken
indien deze al in stap 4 of 5 is ingedrukt.
Toets vervolgens het cijfer in van het volgende te configureren veld of
druk op de C toets (cancel) om de programmering te verlaten.
Fabrieksinstelling
0
0
Voer de gebruikers code in. Mogelijke code: „000000" tot
„999999" bij 6 cijfers of „0000" tot „9999" voor de
fabrieksinstelling met 4 cijfers.
( zie het voorbeeld op pagina 9, stap 2).
Dubbele codes zijn niet toegestaan.
Toets alleen „000000" in of druk op de
sleuteltoets. Let op: Als op de sleuteltoets
wordt gedrukt zal de volgende waarde
„000000"worden toegekend en is de
programmering gereed.
*
( )
*
( )
11
PROGRAMMEREN MODULE
rogrammeer velden
P
vervolg van vorige pagina
2
Veld "2": Wijzigen speciale codes.
Toets “2” voor het selecteren van veld “2”.
Steps: Veld + speciale code + code + sleuteltoets.
3 C
or
(Stap 1)
(Stap 5)
Om een van de volgende speciale code te wijzigen toets een
van de volgende opties in:
"0" : Selecteren van de hoofd code.
"1" : Selecteren code voor drukknop CP1.
"2" : Selecteren code voor drukknop CP2.
"3" : Selecteren van de deblokkeer code.
Maakt het mogelijk om de speciale codes te wijzigen (zie p. . De nieuwe speciale code dient 7)
hetzelfde aantal cijfers te hebben als de huidige code..
Dubbele codes zijn niet toegestaan.
Let op: Afhankelijk van het geconfigureerde aantal cijfers in veld “0” (fabrieksinstelling = 4).
Aantal cijfers = 4, speciale codes van “0000” tot “9999”.
Aantal cijfers = 5, speciale codes van “00000” tot “99999”.
Aantal cijfers = 6, speciale codes van “000000” tot “999999”.
0 0
0
(Stap 3)
Stel een nieuwe code in. Mogelijke speciale codes: “000000”
tot “999999” met “6” cijfers. of “4” cijfers: “0000” tot
“9999” voor de fabrieksinstelling (zie voorbeeld van aantal
cijfers op pagina 9, stap 2).
Dubbele codes zijn niet toegestaan.
0
(Stap 4)
Druk op de sleuteltoets om de programmering van het veld te
beëindigen.
Kies vervolgens het nummer om het volgende veld in te stellen
of druk op de C toets (annuleren/cancel) om de
programmeerstand te verlaten.
2
0
0 0 00 1 2
of
of
3
of
2 3
1
(Stap 2)
0
of
of of
12
PROGRAMMEREN MODULE
rogrammeer velden
P
vervolg van vorige pagina
3
Veld "3": Wissen gebruikers codes.
Toets “4” voor het selecteren van veld “4”.
Stappen: veld + geheugen positie + sleuteltoets + sleuteltoets.
4 C
or
(Stap 1)
(Stap 4)
Voer het nummer in van de bestaande geheugen positie om te
verwijderen.
Let op: Mogelijke geheugen posities: “001” tot “999”.
Voer de waarde in.
Wanneer positie “000” wordt ingevoerd zullen alle geheugen
posities gewist worden.
Hiermee kunnen bestaande gebruikers codes gewist worden.
Let op: Mogelijke geheugen posities: “001” tot “999”.
(Stap 3)
Kies vervolgens het nummer om het volgende veld in te stellen
of druk op de C toets (annuleren/cancel) om de
programmeerstand te verlaten.
3
0
0 1
(Stap 2)
0 1
0
Druk 2x op de sleuteltoets om het wissen te bevestigen en de
programmering van het veld te verlaten.
naar volgende pagina naar volgende pagina
11
PROGRAMMEREN MODULE
rogrammeer velden
P
vervolg van vorige pagina
2
Veld "2": Wijzigen speciale codes.
Toets “2” voor het selecteren van veld “2”.
Steps: Veld + speciale code + code + sleuteltoets.
3 C
or
(Stap 1)
(Stap 5)
Om een van de volgende speciale code te wijzigen toets een
van de volgende opties in:
"0" : Selecteren van de hoofd code.
"1" : Selecteren code voor drukknop CP1.
"2" : Selecteren code voor drukknop CP2.
"3" : Selecteren van de deblokkeer code.
Maakt het mogelijk om de speciale codes te wijzigen (zie p. . De nieuwe speciale code dient 7)
hetzelfde aantal cijfers te hebben als de huidige code..
Dubbele codes zijn niet toegestaan.
Let op: Afhankelijk van het geconfigureerde aantal cijfers in veld “0” (fabrieksinstelling = 4).
Aantal cijfers = 4, speciale codes van “0000” tot “9999”.
Aantal cijfers = 5, speciale codes van “00000” tot “99999”.
Aantal cijfers = 6, speciale codes van “000000” tot “999999”.
0 0
0
(Stap 3)
Stel een nieuwe code in. Mogelijke speciale codes: “000000”
tot “999999” met “6” cijfers. of “4” cijfers: “0000” tot
“9999” voor de fabrieksinstelling (zie voorbeeld van aantal
cijfers op pagina 9, stap 2).
Dubbele codes zijn niet toegestaan.
0
(Stap 4)
Druk op de sleuteltoets om de programmering van het veld te
beëindigen.
Kies vervolgens het nummer om het volgende veld in te stellen
of druk op de C toets (annuleren/cancel) om de
programmeerstand te verlaten.
2
0
0 0 00 1 2
of
of
3
of
2 3
1
(Stap 2)
0
of
of of
12
PROGRAMMEREN MODULE
rogrammeer velden
P
vervolg van vorige pagina
3
Veld "3": Wissen gebruikers codes.
Toets “4” voor het selecteren van veld “4”.
Stappen: veld + geheugen positie + sleuteltoets + sleuteltoets.
4 C
or
(Stap 1)
(Stap 4)
Voer het nummer in van de bestaande geheugen positie om te
verwijderen.
Let op: Mogelijke geheugen posities: “001” tot “999”.
Voer de waarde in.
Wanneer positie “000” wordt ingevoerd zullen alle geheugen
posities gewist worden.
Hiermee kunnen bestaande gebruikers codes gewist worden.
Let op: Mogelijke geheugen posities: “001” tot “999”.
(Stap 3)
Kies vervolgens het nummer om het volgende veld in te stellen
of druk op de C toets (annuleren/cancel) om de
programmeerstand te verlaten.
3
0
0 1
(Stap 2)
0 1
0
Druk 2x op de sleuteltoets om het wissen te bevestigen en de
programmering van het veld te verlaten.
naar volgende pagina naar volgende pagina
13
rogrammeer velden
P
vervolg van vorige pagina
4
Veld "4": Instellen van de uitgangen.
Toets “4” voor het selecteren van veld “4”.
Stappen: Veld + uitgang nummer + uitgang modus + activeringstijd + sleuteltoets.
5 C
of
(Stap 1)
(Stap 6)
Selecteer de uitgang welke geconfigureerd moet worden.
Toets een van de volgende mogelijkheden in:
"1" : Selecteerd relais uitgang 1.
"2" : Selecteerd relais uitgang 2.
"4" : Selecteerd de paniek uitgang.
Hiermee kunnen de uitgangen van relais 1 en relais 2 en de paniek uitgang (klem „p van de
aansluitklemmen) worden geconfigureerd.
De configuratie van de relais 1 en 2 en de paniek uitgang is gemeenschappelijk en geldt voor alle
gebruikers codes.
De uitgangen van relais 1 en 2 en de paniek uitgang kunnen worden ingesteld op impuls (01 tot 99
seconden) of als stabiel.
1
0
(Stap 3)
Kies de activering modus voor de uitgang gekozen in stap 2. Toets
een van de volgende mogelijkheden in:
"0" : Impuls.
"1" : Stabiel.
(Stap 5)
Druk op de sleuteltoets om de programmering van het veld te
beëindigen.
Let op: Het is niet nodig om op de sleuteltoets te drukken als in
stap 4 al op de sleuteltoets is gedrukt.
Kies vervolgens het nummer om het volgende veld in te stellen
of druk op de C toets (annuleren/cancel) om de
programmeerstand te verlaten.
4
1 2
of
4
of
4
2
(Stap 2)
1
of of
0 1
of
0 1
of
(Stap 4)
Stel de activeringstijd in voor de uitgang gekozen in stap 2. Deze
werking geldt alleen indien de uitgang als impuls is ingesteld in stap
3.
Voer een waarde in tussen de “01” tot “99” seconden of druk op de
sleuteltoets.
Let op: Als de sleuteltoets wordt ingedrukt wordt dit veld op “03”
seconden ingesteld en wordt de programmering van dit veld
beëindigt.
1
0
*
( )
*
( )
rogrammeer velden
P
vervolg van vorige pagina
5
Veld "5": Instellen van de externe drukknoppen.
Toets “5” voor het selecteren van veld “5”.
Stappen: Veld + drukknop + drukknop modus + activeringstijd + sleuteltoets.
6 C
of
(Stap 1)
(Stap 6)
Kies de externe drukknop om te configureren, Voer een van de
volgende mogelijkheden in:
"1" : Selecteerd externe drukknop PL1.
"2" : Selecteerd externe drukknop PL2.
Met deze programmering is het mogelijk om de externe drukknopen PL1 en PL2 te configureren in de
volgende modus:
-Met de drukknop is het mogelijk om: Altijd te schakelen of via de drukknop codes CP1 of CP2, het
schakelen te activeren/deactiveren .
-Instellen van de activeringstijd van drukknoppen PL1 en PL2 tussen de “01” en “99” seconden
vooruitgangen relais 1 en relais 2. Deze optie werkt alleen als de relais uitgang is ingesteld als
impuls (zie pagina 13, “veld 3”).
Let op: Externe drukknoppen PL1 en PL2 activeren respectievelijk relais 1 en 2.
2
1
(Stap 3)
Kies hiermee de modus van de geselecteerde ingang bij veld 2.
Toets een van de volgende opties in:
"0" : Altijd geactiveerd.
"1" : Activeren/deactiveren functie met de CP1 code.
"2" : Activeren/deactiveren functie met de CP2 code.
(Stap 5)
Druk op de sleuteltoets om de programmering van het veld te
beëindigen.
Let op: Het is niet nodig om op de sleuteltoets te drukken als in
stap 4 al op de sleuteltoets is gedrukt.
Kies vervolgens het nummer om het volgende veld in te stellen
of druk op de C toets (annuleren/cancel) om de
programmeerstand te verlaten.
5
0 1
of
2
of
2
1
(Stap 2)
0
of of
1 2
of
0 1
of
(Stap 4)
Stel de activeringstijd in voor de externe drukknop in stap 2. Deze
functie werkt alleen indiende uitgang als impuls is ingesteld (zie
pagina 13, “veld 3”).
Voer een waarde in tussen de “01” tot “99” seconden of druk op de
sleuteltoets.
Let op: Als de sleuteltoets wordt ingedrukt wordt dit veld op “03”
seconden ingesteld en wordt de programmering van dit veld
beëindigt.
1
0
*
( )
*
( )
14
PROGRAMMEREN MODULE
PROGRAMMEREN MODULE
naar volgende pagina naar volgende pagina
13
rogrammeer velden
P
vervolg van vorige pagina
4
Veld "4": Instellen van de uitgangen.
Toets “4” voor het selecteren van veld “4”.
Stappen: Veld + uitgang nummer + uitgang modus + activeringstijd + sleuteltoets.
5 C
of
(Stap 1)
(Stap 6)
Selecteer de uitgang welke geconfigureerd moet worden.
Toets een van de volgende mogelijkheden in:
"1" : Selecteerd relais uitgang 1.
"2" : Selecteerd relais uitgang 2.
"4" : Selecteerd de paniek uitgang.
Hiermee kunnen de uitgangen van relais 1 en relais 2 en de paniek uitgang (klem „p van de
aansluitklemmen) worden geconfigureerd.
De configuratie van de relais 1 en 2 en de paniek uitgang is gemeenschappelijk en geldt voor alle
gebruikers codes.
De uitgangen van relais 1 en 2 en de paniek uitgang kunnen worden ingesteld op impuls (01 tot 99
seconden) of als stabiel.
1
0
(Stap 3)
Kies de activering modus voor de uitgang gekozen in stap 2. Toets
een van de volgende mogelijkheden in:
"0" : Impuls.
"1" : Stabiel.
(Stap 5)
Druk op de sleuteltoets om de programmering van het veld te
beëindigen.
Let op: Het is niet nodig om op de sleuteltoets te drukken als in
stap 4 al op de sleuteltoets is gedrukt.
Kies vervolgens het nummer om het volgende veld in te stellen
of druk op de C toets (annuleren/cancel) om de
programmeerstand te verlaten.
4
1 2
of
4
of
4
2
(Stap 2)
1
of of
0 1
of
0 1
of
(Stap 4)
Stel de activeringstijd in voor de uitgang gekozen in stap 2. Deze
werking geldt alleen indien de uitgang als impuls is ingesteld in stap
3.
Voer een waarde in tussen de “01” tot “99” seconden of druk op de
sleuteltoets.
Let op: Als de sleuteltoets wordt ingedrukt wordt dit veld op “03”
seconden ingesteld en wordt de programmering van dit veld
beëindigt.
1
0
*
( )
*
( )
rogrammeer velden
P
vervolg van vorige pagina
5
Veld "5": Instellen van de externe drukknoppen.
Toets “5” voor het selecteren van veld “5”.
Stappen: Veld + drukknop + drukknop modus + activeringstijd + sleuteltoets.
6 C
of
(Stap 1)
(Stap 6)
Kies de externe drukknop om te configureren, Voer een van de
volgende mogelijkheden in:
"1" : Selecteerd externe drukknop PL1.
"2" : Selecteerd externe drukknop PL2.
Met deze programmering is het mogelijk om de externe drukknopen PL1 en PL2 te configureren in de
volgende modus:
-Met de drukknop is het mogelijk om: Altijd te schakelen of via de drukknop codes CP1 of CP2, het
schakelen te activeren/deactiveren .
-Instellen van de activeringstijd van drukknoppen PL1 en PL2 tussen de “01” en “99” seconden
vooruitgangen relais 1 en relais 2. Deze optie werkt alleen als de relais uitgang is ingesteld als
impuls (zie pagina 13, “veld 3”).
Let op: Externe drukknoppen PL1 en PL2 activeren respectievelijk relais 1 en 2.
2
1
(Stap 3)
Kies hiermee de modus van de geselecteerde ingang bij veld 2.
Toets een van de volgende opties in:
"0" : Altijd geactiveerd.
"1" : Activeren/deactiveren functie met de CP1 code.
"2" : Activeren/deactiveren functie met de CP2 code.
(Stap 5)
Druk op de sleuteltoets om de programmering van het veld te
beëindigen.
Let op: Het is niet nodig om op de sleuteltoets te drukken als in
stap 4 al op de sleuteltoets is gedrukt.
Kies vervolgens het nummer om het volgende veld in te stellen
of druk op de C toets (annuleren/cancel) om de
programmeerstand te verlaten.
5
0 1
of
2
of
2
1
(Stap 2)
0
of of
1 2
of
0 1
of
(Stap 4)
Stel de activeringstijd in voor de externe drukknop in stap 2. Deze
functie werkt alleen indiende uitgang als impuls is ingesteld (zie
pagina 13, “veld 3”).
Voer een waarde in tussen de “01” tot “99” seconden of druk op de
sleuteltoets.
Let op: Als de sleuteltoets wordt ingedrukt wordt dit veld op “03”
seconden ingesteld en wordt de programmering van dit veld
beëindigt.
1
0
*
( )
*
( )
14
PROGRAMMEREN MODULE
PROGRAMMEREN MODULE
naar volgende pagina naar volgende pagina
15
PROGRAMMEREN MODULE
rogrammeer velden
P
vervolg van vorige pagina
6
Veld "6": Instellen blokkeer modus.
Toets “6” voor het selecteren van veld “6”.
Stappen: Veld + blokkeer modus + tijd tussen pogingen +blokkeer tijd + paniek uitgang + key.
7 C
of
(Stap 1)
(Stap 7)
Kies de modus voor het blokkeren van de toegangscontrole module.
Toets een van de volgende opties in:
"0" : Nooit blokkeren.
"3" tot "9" : Blokkeert na “3” tot “9” foutieve invoeren van de gebruikers code.
Hiermee stelt men de blokkeer modus in van de toegangscontrole module.
1
0
(Stap 3)
Stel de minimale tijd in tussen de foutieve pogingen voordat de
toegangscontrole module wordt geblokkeerd. Werkt alleen als
optie “0” is gekozen in stap 2.
De te selecteren tijd is “01” tot “15” minuten of druk op de
sleuteltoets.
Let op: Als de sleuteltoets wordt ingedrukt wordt gekozen voor “03”
minuten, voor het veld “blokkeer tijd” standaard veld waarde is
“03” minuten, voor “paniek uitgang” is de waarde van het veld “0”
niet geactiveerd en de programmering van dit veld wordt beëindigt.
(Stap 6)
Druk op de sleuteltoets om de programmering van dit veld te beëindigen.
Let op: Indien al in de stappen 3, 4 of 5 op de sleuteltoets is gedrukt dan is
dit niet nogmaals nodig.
Kies vervolgens het nummer om het volgende veld in te stellen
o f d r u k o p d e C t o e t s ( a n n u l e r e n / c a n c e l ) o m d e
programmeerstand te verlaten.
6
0
0
(Stap 2)
0 1
of
(Stap 4)
1
0
*
( )
*
( )
0 30 1
*
( )
*
( )
(Stap 5)
Stel de tijd in voor de paniek uitgang (aansluiting “P” van het
klemmenblok) gedurende de blokkeer tijd. Deze optie werkt niet als voor
optie „0" in stap 2 is gekozen.
Toets een van de volgende opties in of druk op de sleuteltoets:
"0" : Uitgang niet geactiveerd.
"1" : Uitgang geactiveerd (voor 3 seconden met een interval van 1
minuut).
Let op: Indien op de sleuteltoets wordt gedrukt zal de waarde “0” worden
toegekend en wordt de programmering van dit veld beëindigt.
1
0
*
( )
*
( )
of
16
PROGRAMMEREN MODULE
rogrammeer velden
P
vervolg van vorige pagina
7
Veld "7": Instellen van een identificatie ID voor de toegangscontrole module (Niet instellen).
Toets “7” voor het selecteren van veld “7”.
Stappen: Veld + ID code + sleuteltoets.
8 C
or
(Stap 1)
(Stap 4)
Voor het identificatienummer (ID) in voor de toegangscontrole
module.
Let op: Mogelijke identificatie codes (ID): “000” tot “999”.
Hiermee kan een identificatie code (ID) worden toegekend aan de toegangscontrole module.
Let op: Mogelijke identificatie codes (ID): “000” tot “999”.
Belangrijk: Dit programmeer veld is niet van toepassing op los staande toegangscontrole
modules.
(Stap 3)
Kies vervolgens het nummer om het volgende veld in te stellen
of druk op de C toets (annuleren/cancel) om de
programmeerstand te verlaten.
7
0
0 0
(Stap 2)
0 0
0
Druk op de sleuteltoets om de programmering van dit veld te
beëindigen.
naar volgende pagina naar volgende pagina
Stel de tijd in dat de toegangscontrole module geblokkeerd moet blijven
na invoeren aantal ingestelde pogingen. Deze optie werkt niet als voor
optie „0" in stap 2 is gekozen.
Selecteer het aantal minuten „0" tot „15" of druk op de sleuteltoets.
Let op: Als de sleuteltoets wordt ingedrukt zal de waarde in het veld op
„03" worden gezet, de paniek uitgang zal waarde „0" niet geactiveerd
krijgen en de programmering van dit veld wordt beëindigt.
15
PROGRAMMEREN MODULE
rogrammeer velden
P
vervolg van vorige pagina
6
Veld "6": Instellen blokkeer modus.
Toets “6” voor het selecteren van veld “6”.
Stappen: Veld + blokkeer modus + tijd tussen pogingen +blokkeer tijd + paniek uitgang + key.
7 C
of
(Stap 1)
(Stap 7)
Kies de modus voor het blokkeren van de toegangscontrole module.
Toets een van de volgende opties in:
"0" : Nooit blokkeren.
"3" tot "9" : Blokkeert na “3” tot “9” foutieve invoeren van de gebruikers code.
Hiermee stelt men de blokkeer modus in van de toegangscontrole module.
1
0
(Stap 3)
Stel de minimale tijd in tussen de foutieve pogingen voordat de
toegangscontrole module wordt geblokkeerd. Werkt alleen als
optie “0” is gekozen in stap 2.
De te selecteren tijd is “01” tot “15” minuten of druk op de
sleuteltoets.
Let op: Als de sleuteltoets wordt ingedrukt wordt gekozen voor “03”
minuten, voor het veld “blokkeer tijd” standaard veld waarde is
“03” minuten, voor “paniek uitgang” is de waarde van het veld “0”
niet geactiveerd en de programmering van dit veld wordt beëindigt.
(Stap 6)
Druk op de sleuteltoets om de programmering van dit veld te beëindigen.
Let op: Indien al in de stappen 3, 4 of 5 op de sleuteltoets is gedrukt dan is
dit niet nogmaals nodig.
Kies vervolgens het nummer om het volgende veld in te stellen
o f d r u k o p d e C t o e t s ( a n n u l e r e n / c a n c e l ) o m d e
programmeerstand te verlaten.
6
0
0
(Stap 2)
0 1
of
(Stap 4)
1
0
*
( )
*
( )
0 30 1
*
( )
*
( )
(Stap 5)
Stel de tijd in voor de paniek uitgang (aansluiting “P” van het
klemmenblok) gedurende de blokkeer tijd. Deze optie werkt niet als voor
optie „0" in stap 2 is gekozen.
Toets een van de volgende opties in of druk op de sleuteltoets:
"0" : Uitgang niet geactiveerd.
"1" : Uitgang geactiveerd (voor 3 seconden met een interval van 1
minuut).
Let op: Indien op de sleuteltoets wordt gedrukt zal de waarde “0” worden
toegekend en wordt de programmering van dit veld beëindigt.
1
0
*
( )
*
( )
of
16
PROGRAMMEREN MODULE
rogrammeer velden
P
vervolg van vorige pagina
7
Veld "7": Instellen van een identificatie ID voor de toegangscontrole module (Niet instellen).
Toets “7” voor het selecteren van veld “7”.
Stappen: Veld + ID code + sleuteltoets.
8 C
or
(Stap 1)
(Stap 4)
Voor het identificatienummer (ID) in voor de toegangscontrole
module.
Let op: Mogelijke identificatie codes (ID): “000” tot “999”.
Hiermee kan een identificatie code (ID) worden toegekend aan de toegangscontrole module.
Let op: Mogelijke identificatie codes (ID): “000” tot “999”.
Belangrijk: Dit programmeer veld is niet van toepassing op los staande toegangscontrole
modules.
(Stap 3)
Kies vervolgens het nummer om het volgende veld in te stellen
of druk op de C toets (annuleren/cancel) om de
programmeerstand te verlaten.
7
0
0 0
(Stap 2)
0 0
0
Druk op de sleuteltoets om de programmering van dit veld te
beëindigen.
naar volgende pagina naar volgende pagina
Stel de tijd in dat de toegangscontrole module geblokkeerd moet blijven
na invoeren aantal ingestelde pogingen. Deze optie werkt niet als voor
optie „0" in stap 2 is gekozen.
Selecteer het aantal minuten „0" tot „15" of druk op de sleuteltoets.
Let op: Als de sleuteltoets wordt ingedrukt zal de waarde in het veld op
„03" worden gezet, de paniek uitgang zal waarde „0" niet geactiveerd
krijgen en de programmering van dit veld wordt beëindigt.
17
PROGRAMMEREN MODULE
9
0 1
of
9
Veld "9": Instellen geluid bij indrukken van een toets.
Toets “9” voor het selecteren van veld “9”.
0 1
Steps: Veld + Toets geluid + sleuteltoets.
of
C
(Stap 1)
(Stap 2)
(Stap 3)
(Stap 4)
Stel hiermee in of bij het indrukken van een toets een geluid
hoorbaar is.
Enter one of the following options:
"0" : Geen geluid bij het indrukken van een toets.
"1" : Wel geluid bij het indrukken van een toets.
rogrammeer velden
P
vervolg vorige pagina
Hierdoor is een piep hoorbaar elke keer als een toets wordt ingedrukt.
Druk op de C toets (annuleren/cancel) om de programmeerstand te
verlaten.
8
Veld "8": Instellen diepte van de velden (Niet instellen).
Toets “8” voor het selecteren van veld “8”.
Stappen: Veld + aantal cijfers voor oproepcode + direct oproepen + sleuteltoets.
9 C
of
(Stap 1)
(Stap 5)
Stel het aantal cijfers in voor de oproepcode.
Voer een van de volgende mogelijkheden in:
"1" of "2" of "3"
Stel hiermee het aantal cijfers in voor de oproepcode. BELANGRIJK: Dit programmeer veld is niet
van toepassing op los staande toegangscontrole modules.
(Stap 4)
Kies vervolgens het nummer om het volgende veld in te stellen
of druk op de C toets (annuleren/cancel) om de
programmeerstand te verlaten.
8
(Stap 2)
2 3
1
Druk op de sleuteltoets om de programmering van dit veld te
beëindigen.
1 2
of
3
of
of
of
0 1
of
Stel directe oproep in: door het invoeren van de oproepcode via het
toetsenbord of door niet op de sleuteltoets te hoeven drukken ter
bevestiging.
Voer een van de volgende opties in:
"0" : Uit.
"1" : Aan.
(Stap 3)
0 1
of
18
PROGRAMMEREN MODULE
abrieksinstellingen
F
De toegangscontrole module heeft de volgende fabrieksinstellingen:
- Speciale codes: Houd u aan het aantal cijfers in de code (zie pagina 7).
Hoofd code: 271800 of 2718 indien het aantal cijfers geconfigureerd = 4.
Code voor externe drukknop CP1:111100 of 1111 indien het aantal cijfers geconfigureerd = 4.
Code voor externe drukknop CP2:222200 of 2222 indien het aantal cijfers geconfigureerd = 4.
Deblokkeer code: 333300 of 3333 indien het aantal cijfers geconfigureerd = 4.
- Aantal cijfers voor de gebruikers code en speciale codes: Programmeer veld “0” (pagina
9).
Stap 2 : – 4-cijferige code."4"
- Configuratie relais 1: Programmeer veld (pagina 13)."4"
Stap 3 : "0" Impulse.
Stap 4 : "03" Activeringstijd (seconds).
- Configuratie relais 2: "4" (pagina 13).Programmeer veld
Stap 3 :"0" Impulse.
Stap 4 : "03" Activeringstijd (seconds).
- Configuratie paniek uitgang: "4" (pagina 13).Programmeer veld
Stap 3 : "0" Impuls.
Stap 4 : "10" Activeringstijd (seconds).
- Configuratie externe drukknop PL1: Programmeer veld "5" (pagina 14).
Stap 3 : "1" Activeren/deactiveren van de functie externe drukknop met code CP1.
Stap 4 : "10" Activeringstijd (seconds).
- Configuratie externe drukknop PL2: Programming veld "5" (pagina 14).
Stap 3 : "2" Activeren/deactiveren van de functie externe drukknop met code CP2.
Stap 4 : "05" Activeringstijd (seconds).
- Configuratie blokkeer modus: Programmeer veld "6" (pagina 15).
Stap 2 : "3" Maximaal aantal pogingen foutief ingevoerde gebruikers code.
Stap 3 : "03" Minimale tijd tussen foutieve invoeren (minuten).
Stap 4 : "03" Tijd van blokkade (minuten).
Stap 5 : "1" Paniek uitgang geactiveerd tijdens blokkade.
- Configuratie identificatie ID: Programming veld "7" (pagina 16) (Niet instellen).
Stap 2 : "000" Identificatie ID. Wijzig deze waarde niet.
- Configuratie diepte van het veld: Programming veld "8" (pagina 17) (Niet instellen).
Stap 2 : "3" Diepte van het veld. Wijzig deze waarde niet.
Stap 3 : "0" Directe oproep gedeactiveerd. Wijzig deze waarde niet.
- Configuratie toets geluid: Programmeerveld "9" (zie pagina 17).
Stap 2 : "1" Geeft een piep wanneer een toets wordt ingedrukt (geactiveerd).
Druk op de sleuteltoets om de programmering van dit veld te
beëindigen.
17
PROGRAMMEREN MODULE
9
0 1
of
9
Veld "9": Instellen geluid bij indrukken van een toets.
Toets “9” voor het selecteren van veld “9”.
0 1
Steps: Veld + Toets geluid + sleuteltoets.
of
C
(Stap 1)
(Stap 2)
(Stap 3)
(Stap 4)
Stel hiermee in of bij het indrukken van een toets een geluid
hoorbaar is.
Enter one of the following options:
"0" : Geen geluid bij het indrukken van een toets.
"1" : Wel geluid bij het indrukken van een toets.
rogrammeer velden
P
vervolg vorige pagina
Hierdoor is een piep hoorbaar elke keer als een toets wordt ingedrukt.
Druk op de C toets (annuleren/cancel) om de programmeerstand te
verlaten.
8
Veld "8": Instellen diepte van de velden (Niet instellen).
Toets “8” voor het selecteren van veld “8”.
Stappen: Veld + aantal cijfers voor oproepcode + direct oproepen + sleuteltoets.
9 C
of
(Stap 1)
(Stap 5)
Stel het aantal cijfers in voor de oproepcode.
Voer een van de volgende mogelijkheden in:
"1" of "2" of "3"
Stel hiermee het aantal cijfers in voor de oproepcode. BELANGRIJK: Dit programmeer veld is niet
van toepassing op los staande toegangscontrole modules.
(Stap 4)
Kies vervolgens het nummer om het volgende veld in te stellen
of druk op de C toets (annuleren/cancel) om de
programmeerstand te verlaten.
8
(Stap 2)
2 3
1
Druk op de sleuteltoets om de programmering van dit veld te
beëindigen.
1 2
of
3
of
of
of
0 1
of
Stel directe oproep in: door het invoeren van de oproepcode via het
toetsenbord of door niet op de sleuteltoets te hoeven drukken ter
bevestiging.
Voer een van de volgende opties in:
"0" : Uit.
"1" : Aan.
(Stap 3)
0 1
of
18
PROGRAMMEREN MODULE
abrieksinstellingen
F
De toegangscontrole module heeft de volgende fabrieksinstellingen:
- Speciale codes: Houd u aan het aantal cijfers in de code (zie pagina 7).
Hoofd code: 271800 of 2718 indien het aantal cijfers geconfigureerd = 4.
Code voor externe drukknop CP1:111100 of 1111 indien het aantal cijfers geconfigureerd = 4.
Code voor externe drukknop CP2:222200 of 2222 indien het aantal cijfers geconfigureerd = 4.
Deblokkeer code: 333300 of 3333 indien het aantal cijfers geconfigureerd = 4.
- Aantal cijfers voor de gebruikers code en speciale codes: Programmeer veld “0” (pagina
9).
Stap 2 : – 4-cijferige code."4"
- Configuratie relais 1: Programmeer veld (pagina 13)."4"
Stap 3 : "0" Impulse.
Stap 4 : "03" Activeringstijd (seconds).
- Configuratie relais 2: "4" (pagina 13).Programmeer veld
Stap 3 :"0" Impulse.
Stap 4 : "03" Activeringstijd (seconds).
- Configuratie paniek uitgang: "4" (pagina 13).Programmeer veld
Stap 3 : "0" Impuls.
Stap 4 : "10" Activeringstijd (seconds).
- Configuratie externe drukknop PL1: Programmeer veld "5" (pagina 14).
Stap 3 : "1" Activeren/deactiveren van de functie externe drukknop met code CP1.
Stap 4 : "10" Activeringstijd (seconds).
- Configuratie externe drukknop PL2: Programming veld "5" (pagina 14).
Stap 3 : "2" Activeren/deactiveren van de functie externe drukknop met code CP2.
Stap 4 : "05" Activeringstijd (seconds).
- Configuratie blokkeer modus: Programmeer veld "6" (pagina 15).
Stap 2 : "3" Maximaal aantal pogingen foutief ingevoerde gebruikers code.
Stap 3 : "03" Minimale tijd tussen foutieve invoeren (minuten).
Stap 4 : "03" Tijd van blokkade (minuten).
Stap 5 : "1" Paniek uitgang geactiveerd tijdens blokkade.
- Configuratie identificatie ID: Programming veld "7" (pagina 16) (Niet instellen).
Stap 2 : "000" Identificatie ID. Wijzig deze waarde niet.
- Configuratie diepte van het veld: Programming veld "8" (pagina 17) (Niet instellen).
Stap 2 : "3" Diepte van het veld. Wijzig deze waarde niet.
Stap 3 : "0" Directe oproep gedeactiveerd. Wijzig deze waarde niet.
- Configuratie toets geluid: Programmeerveld "9" (zie pagina 17).
Stap 2 : "1" Geeft een piep wanneer een toets wordt ingedrukt (geactiveerd).
Druk op de sleuteltoets om de programmering van dit veld te
beëindigen.
PLAATSEN DEUROPENER
deurpaneel met video of spreek/luister
module EL631/ EL632, EL640/EL642
Toegangscontrole module
N3301
C2NC1 NC2
CN1
P
~ ~
SEC
+
-
PRI
~~
Main
CN2
+
- -
+CV1CV2
Gecombineerd met een digitaal audio of videosysteem.
nstalleren van de deuropener.
I
Wanneer een slot in een metalen deurkozijn wordt geplaatst,
boor dan 2 gaten van Ø3.5mm en tap schroefdraad in het gat.
Bij een houten kozijn boort men twee gaten van Ø3mm voor.
M 4 x 8
DIN-7972
DIN-963
INSTALLATIE SCHEMA’S
ecombineerd met ‘Nexa Modulair/Nexa Inox Modulair’ deurpanelen.
G
Vervolg...
19
10
1
9
2
8
3
7
4
6
5
CN5
C1NA1 NA2
PL1 PL2
-
20
INSTALLATIE SCHEMA’S
ecombineerd met ‘Nexa Modulair/Nexa Inox
G Modulair’ deurpanelen.
CV10I1 I2
P1
CN1
~1~2
Deurpaneel met audio module
EL655
Toegangscontrole module
N3301
SEC
~~
PRI
~~
Main
(*)
Deurpaneel met audio module
EL651
Toegangscontrole module
N3301
SEC
~~
PRI
~~
Main
Toegangscontrole module in combinatie met een conventioneel 4+'n' installatie.
Toegangscontrole module in combinatie met een conventioneel 4+'n' installatie.
(*) De conventionele 4+’n’ systemen maken gebruik van een 12V
ac slot. De bij het systeem meegeleverde varistor dient
aangesloten te worden over dec contacten van de deuropener.
komende van vorige pagina
5 3 CVCVC2NC1 NC2
CN1
P
~ ~
C1NA1 NA2
PL1 PL2
-
CV10I1 I2
P1
CN1
~1~2
5 3 CVCVC2NC1 NC2
CN1
P
~ ~
C1NA1 NA2
PL1 PL2
-
CO
(*)
Deurpaneel met audio of video module
EL631-R5/ EL640-R5
Toegangscontrole module
N3301
C2NC1 NC2
CN1
P
~ ~
SEC
+
-
PRI
~~
Main
CN2
+
-
+CV1CV2
C1NA1 NA2
PL1 PL2
-
-
+12
-
Belangrijk: Een varistor is toegevoegd aan de module.
Indien een wisselspaningsslot wordt aangesloten op een der
Relais contacten, plaats dan de varistor op de contacten van het slot.
Dit om de eventuele storingsinvloeden maximaal te beperken.
Voeding FA-Plus of
FA-Plus/C
De bedrading van de toegangscontrole module is afhankelijk de toegepaste NEXA/NEXA INOX
installatie. Maak gebruik van dezelfde voeding als welke op het deurpaneel wordt aangesloten.
Voeding FA-Plus of
FA-Plus/C
Voeding
TF-104
Voeding
TF-104
PLAATSEN DEUROPENER
deurpaneel met video of spreek/luister
module EL631/ EL632, EL640/EL642
Toegangscontrole module
N3301
C2NC1 NC2
CN1
P
~ ~
SEC
+
-
PRI
~~
Main
CN2
+
- -
+CV1CV2
Gecombineerd met een digitaal audio of videosysteem.
nstalleren van de deuropener.
I
Wanneer een slot in een metalen deurkozijn wordt geplaatst,
boor dan 2 gaten van Ø3.5mm en tap schroefdraad in het gat.
Bij een houten kozijn boort men twee gaten van Ø3mm voor.
M 4 x 8
DIN-7972
DIN-963
INSTALLATIE SCHEMA’S
ecombineerd met ‘Nexa Modulair/Nexa Inox Modulair’ deurpanelen.
G
Vervolg...
19
10
1
9
2
8
3
7
4
6
5
CN5
C1NA1 NA2
PL1 PL2
-
20
INSTALLATIE SCHEMA’S
ecombineerd met ‘Nexa Modulair/Nexa Inox
G Modulair’ deurpanelen.
CV10I1 I2
P1
CN1
~1~2
Deurpaneel met audio module
EL655
Toegangscontrole module
N3301
SEC
~~
PRI
~~
Main
(*)
Deurpaneel met audio module
EL651
Toegangscontrole module
N3301
SEC
~~
PRI
~~
Main
Toegangscontrole module in combinatie met een conventioneel 4+'n' installatie.
Toegangscontrole module in combinatie met een conventioneel 4+'n' installatie.
(*) De conventionele 4+’n’ systemen maken gebruik van een 12V
ac slot. De bij het systeem meegeleverde varistor dient
aangesloten te worden over dec contacten van de deuropener.
komende van vorige pagina
5 3 CVCVC2NC1 NC2
CN1
P
~ ~
C1NA1 NA2
PL1 PL2
-
CV10I1 I2
P1
CN1
~1~2
5 3 CVCVC2NC1 NC2
CN1
P
~ ~
C1NA1 NA2
PL1 PL2
-
CO
(*)
Deurpaneel met audio of video module
EL631-R5/ EL640-R5
Toegangscontrole module
N3301
C2NC1 NC2
CN1
P
~ ~
SEC
+
-
PRI
~~
Main
CN2
+
-
+CV1CV2
C1NA1 NA2
PL1 PL2
-
-
+12
-
Belangrijk: Een varistor is toegevoegd aan de module.
Indien een wisselspaningsslot wordt aangesloten op een der
Relais contacten, plaats dan de varistor op de contacten van het slot.
Dit om de eventuele storingsinvloeden maximaal te beperken.
Voeding FA-Plus of
FA-Plus/C
De bedrading van de toegangscontrole module is afhankelijk de toegepaste NEXA/NEXA INOX
installatie. Maak gebruik van dezelfde voeding als welke op het deurpaneel wordt aangesloten.
Voeding FA-Plus of
FA-Plus/C
Voeding
TF-104
Voeding
TF-104
21
INSTALLATIE SCHEMA’S
Toegangscontrole module
N3301
SECSEC
~~ ~~
PRIPRI
~~ ~~
MainMain
erking stand-alone .
W
(*)
(*)
ecombineerd met ‘Nexa Modulair/Nexa Inox Modulair’ deurpanelen.
G
Deurpaneel met audio module
EL620-2PLUS
Toegangscontrole module
N3301
C2NC1 NC2
CN1
P
~ ~
SEC
+
-
PRI
~~
CN1
+ BUS
C1NA1 NA2
PL1 PL2
- -
CV1CV2 +12
Main
C2NC1 NC2
CN1
P
~ ~
C1NA1 NA2
PL1 PL2
-
C2NC1 NC2
CN1
P
~ ~
C1NA1 NA2
PL1 PL2
-
PL2
PL1
12V ac
12V ac
In dit schema wordt gebruik gemaakt van een TF-104 voeding (12Vac) om de N3301 module te
voeden.
(*) Bij gebruik van AC deuropeners plaats dan de meegeleverde varistor over de deuropener
contacten. Indien een tweede deuropener wordt gebruikt voedt deze dan met een extra voeding
TF-104.
Bij gebruik van een veiligheidsslot (ruststroom deuropener) waarbij de deuropener wordt vrij
gegeven bij het wegvallen van de spanning, sluit dan de deuropener aan op de contacten C1 en
NC1 of C2 en NC2.
22
NOTITIES
Voeding
FA-Plus/C
Voeding
TF-104
Voeding
TF-104
21
INSTALLATIE SCHEMA’S
Toegangscontrole module
N3301
SECSEC
~~ ~~
PRIPRI
~~ ~~
MainMain
erking stand-alone .
W
(*)
(*)
ecombineerd met ‘Nexa Modulair/Nexa Inox Modulair’ deurpanelen.
G
Deurpaneel met audio module
EL620-2PLUS
Toegangscontrole module
N3301
C2NC1 NC2
CN1
P
~ ~
SEC
+
-
PRI
~~
CN1
+ BUS
C1NA1 NA2
PL1 PL2
- -
CV1CV2 +12
Main
C2NC1 NC2
CN1
P
~ ~
C1NA1 NA2
PL1 PL2
-
C2NC1 NC2
CN1
P
~ ~
C1NA1 NA2
PL1 PL2
-
PL2
PL1
12V ac
12V ac
In dit schema wordt gebruik gemaakt van een TF-104 voeding (12Vac) om de N3301 module te
voeden.
(*) Bij gebruik van AC deuropeners plaats dan de meegeleverde varistor over de deuropener
contacten. Indien een tweede deuropener wordt gebruikt voedt deze dan met een extra voeding
TF-104.
Bij gebruik van een veiligheidsslot (ruststroom deuropener) waarbij de deuropener wordt vrij
gegeven bij het wegvallen van de spanning, sluit dan de deuropener aan op de contacten C1 en
NC1 of C2 en NC2.
22
NOTITIES
Voeding
FA-Plus/C
Voeding
TF-104
Voeding
TF-104
Golmar se reserva el derecho a cualquier modificación sin previo aviso.
Golmar se réserve le droit de toute modification sans préavis.
Golmar reserves the right to make any modifications without prior notice.
golmar@golmar.es
www.golmar.es
info@vercoma.nl
www.vercoma.nl
Dit product is conform de Europeese regelgeving voorzien van certificering
2004/108/CEE en CE 93/68/CEE.
This product meets the essentials requirements of applicable European
Directives regarding Electromagnetic Compatibility 2004/108/ECC, and as amended
for CE Marking 93/68/ECC.
OPMERKING:Functioneren van het product is onderheven aan de volgende
condities.
(1) Dit product produceert geen of noemenswaardige
interferentiesignalen, en (2) dit product kan enige interferentiesignalen
absoberen zonder dat het product zijn
functie verliest.
NOTE: Operation is subject to the following conditions:
(1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device
must accept any received interference, including the ones that may
cause undesired operation.
23
CERTIFICERING
Golmar behoudt zich het recht voor modificaties aan het product aan te brengen
zonder enige vorm van communicatie daaraan vooraf te laten gaan.
23


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Golmar NEXA TN3301 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Golmar NEXA TN3301 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 4,43 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info