l
Ventielunit (B) opnieuw vastschroeven en
apparaat oppompen. Hierbij letten op het
veiligheids-/drukreduceerventiel (A). De
hoogste druk is bereikt wanneer het veilig-
heids-/drukreduceerventiel wordt geacti-
veerd. Eventuele overdruk ontsnapt via het
veiligheids-/drukreduceerventiel.
l
Door de drukknop (F) op de ventielunit in
te drukken wordt het sproeiproces geacti-
veerd. Het loslaten van de drukknop (F)
zorgt voor een onmiddellijke onderbreking
van het sproeiproces
.
l
Wanneer de druk in de tank is gedaald tot
circa 1,5 bar, de druk omhoogbrengen
zodat een gelijk matige vloeistofverdeling
wordt gegarandeerd.
Het leegmaken en het
reinigen
l
Om de restdruk uit de tank te laten ont-
snappen de knop van het veiligheids-
/drukreduceerventiel (A) helemaal naar
boven trekken.
Het veiligheids-/drukredu-
ceerventiel mag alleen bij staand apparaat
worden ingedrukt.
l De pomp eerst voorzichtig een paar slagen al
linksdraaiende uit de tank schroeven, zodat
eventueel in de tank verblijvende perslucht
kan ontsnappen. Pas dan de pomp volledig
losschroeven en uit de tank halen.
l Het apparaat na ieder gebruik legen en door-
spoelen.
Aanwijzing!
Het restant vloeistof in de
tank kan via de vul opening uit het appa-
raat worden geschud. De keuze en afvoer
van de spoelvloeistof zijn afhankelijk van
de gegevens van de fabrikant van de
vloeistoffen. Let ook bij de keuze van de
spoelvloeistof op dat het materiaal van
het apparaat niet wordt aantast.
l Alvorens het apparaat met levensmiddelen
te vullen, moet het grondig worden gerei-
nigd. Ga te werk zoals weergegeven in
figuren 1-8 op pagina 4-5 voor.
l De levensduur van de pomp wordt aanzien-
lijk verlengd wanneer de O-ring (E) van de
pomp af en toe met hars- en zuurvrij vet
wordt gesmeerd.
WAARSCHUWING!
Smeer alleen met
vet dat voedselveilig is.
Aanwijzing!
Een sterke belasting als ge-
volg van de aard van het gebruik (inkl.
het vervoer naar de plaats van inzet en
het opbergen bij niet-gebruik) invloeden
van de omgeving (van de plaats van de
inzet en die van het opbergen bij niet-ge-
bruik), alsmede gebrekkig onderhoud
kunnen tot voortijdige slijtage van de
spuit leiden.
Daarom moet het voor elk gebruik op be-
trouwbare en bedrijfsveilige toestand, op
zijn minst echter op uiterlijk waarneem-
bare schade, gekontroleerd worden.
In het bijzonder bij gebreken, die een vei-
lig bedrijf in twijfel trekken, doch min-
stens om de 2 jaar, dient een deskundige,
bij voorkeur de onderhoudsdienst van de
impor teur, te kontroleren, of aan een ver-
der gebruik geen gevaren verbonden zijn.
Reserveonderdelen
728961.0000 . . . . . . . . . . . . . . . Set dichtingen