26
Telefonie
Spraakkwaliteit
Aan beide zijden van de telefoonverbinding (beller-/verzenderszijde en ontvangerszijde) moet
dezelfde spraakcodec worden gebruikt. De spraakcodec wordt bepaald bij het tot stand brengen van
de verbinding tussen verzender en ontvanger. U kunt de spraakkwaliteit verbeteren door de spraak-
codecs te selecteren die uw toestel dient te gebruiken (rekening houdend met de bandbreedte van
uw internet-aansluiting). Bovendien kunt u de volgorde definiëren waarin de codecs bij het tot stand
brengen van een VoIP-verbinding moeten worden aangeboden.
¤ Selecteer de gewenste codecs en kies de volgorde waarin deze moeten worden gebruikt.
De volgende spraakcodecs worden door uw toestel ondersteund:
Spreekpauzes onderdrukken
Het onderdrukken van spreekpauzes betekent dat tijdens een spreekpauze geen datapakketten wor-
den verzonden. Dit leidt tot een kleiner datavolume, maar kan echter door de gespreksdeelnemers
worden ervaren als een onderbreking van de verbinding.
¤ Markeer Nee als u geen onderdrukking van de spreekpauze wenst. Standaardinstelling: Ja
Instellingen opslaan
¤ Klik op Opslaan om uw instellingen op deze pagina op te slaan.
G.722 De breedband-spraakcodec G.722 gebruikt dezelfde bitrate als G.711 (64 kbit/s per
spraakverbinding), maar met een hogere aftastfrequentie (16kHz) en biedt daar
-
mee een uitstekende geluidskwaliteit.
G.711 a law / G.711 μ law
Zeer goede spraakkwaliteit (vergelijkbaar met ISDN). De vereiste bandbreedte
bedraagt 64 Kbit/s per spraakverbinding.