121
Verklarende woordenlijst
Gigaset N720 DECT IP Multicell System / dut / A31008-M2314-M101-4-5419 / Glossary.fm / 30.03.2013
Version 2, 06.08.2010
RTP
Realtime Transport Protocol
Wereldwijde standaard voor de overdracht van audio- en videogegevens. Wordt vaak
gebruikt in combinatie met UDP. Hierbij worden RTP-pakketten ingekapseld in UDP-
pakketten.
RTP-poort
(Lokale) Poort, via welke bij VoIP de spraakgegevenspakketten worden verzonden en
ontvangen.
Ruggespraak
U voert een gesprek. Met ruggespraak onderbreekt u het gesprek kort om een tweede
verbinding met een andere deelnemer tot stand te brengen. Als u de verbinding met
deze tweede deelnemer direct weer verbreekt, dan hield u ruggespraak. Als u tussen
deze eerste en tweede gesprekspartner heen en weer schakelt, heet dit een Wisselge-
sprek (aankloppen).
S
Server
Stelt aan andere Netwerkgebruikers (Clients) een service ter beschikking. De term
kan betrekking hebben op een computer/PC of een toepassing. Een server wordt via
IP-adres/Domeinnaam en Poort geadresseerd
SIP (Session Initiation Protocol)
Signaleringsprotocol onafhankelijk van de spraakcommunicatie. Wordt gebruikt voor
het tot stand brengen en beëindigen van een gesprek. Daarnaast kunnen parameters
voor de spraakoverdracht worden gedefinieerd.
SIP-adres
Zie URI.
SIP Port / Local SIP Port
(Lokale) Poort, via welke bij VoIP de SIP-signaleringsgegevens worden verzonden en
ontvangen.
SIP-provider
Zie VoIP-provider.
SIP-proxy-server
IP-adres van de gateway-server van uw VoIP-providers.
Spraakcodec
Zie Codec.
Statisch IP-adres
Een vast IP-adres wordt bij de netwerkconfiguratie handmatig toegewezen aan een
netwerkcomponent. In tegenstelling tot een Dynamisch IP-adres verandert een vast
IP-adres niet.