49
Nederlands
11) Gebruik alleen aansluitingen/accessoires die door de fabrikant worden aangegeven.
12) Gebruik alleen met de wagen, stand, driepoot, steun of tafel die door de fabrikant
worden aangegeven, of met het apparaat worden verkocht. Als u een wagentje gebruikt,
moet u voorzichtig zijn als u de combinatie wagentje/apparaat verplaatst om letsel door
val te voorkomen.
13) Trek dit apparaat uit tijdens onweer of als u het gedurende een lange periode niet
gebruikt.
14) Verwijs alle onderhoud naar bevoegd onderhoudspersoneel. Onderhoud wordt
vereist als het apparaat op de een of andere wijze is beschadigd, zoals een beschadigde
stroomkabel of stekker, als er vloeistof of objecten in het apparaat zijn gekomen, als het
apparaat aan regen of vocht is blootgesteld geweest, als het niet normaal werkt of als het
is gevallen.
15) Dit apparaat mag niet aan druppels of spattend water worden blootgesteld
en
er mag geen object op het apparaat worden geplaatst dat met vloeistof is gevuld, zoals
vazen.