Bediening van de temperatuurregeling.
242
De bedieningselementen voor temperatuurregeling zijn door de fabrikant ingesteld op 3°C voor het koelgedeelte
en op –18°C voor het diepvriesgedeelte. Laat de temperatuur zich gedurende 24 uren stabiliseren totdat de
vooraf ingestelde aanbevolen temperaturen zijn bereikt.
De bedieningselementen voor temperatuurregeling kunnen zowel de INGESTELDE als de eigenlijke temperatuur
in het koel- en het diepvriesgedeelte weergeven. De werkelijke temperatuur kan lichtjes verschillen van de
INGESTELDE temperatuur, afhankelijk van het gebruik en de omgeving waar de koelkast staat opgesteld.
Indien een van de bedieningselementen of beide op 0 (off – uit) staat, wordt de koeling in zowel het
koelgedeelte als het vriesvak stopgezet, maar wordt de stroomtoevoer naar de koelkast niet uitgeschakeld.
-18 3
N.B.:
Wanneer u de koelkast koopt, zijn de bedieningselementen voor de temperatuurregeling bedekt met een plastic
beschermlaagje. Verwijder het laagje nu, indien het tijdens de installatie al niet werd verwijderd.
(op sommige modellen)
(op sommige modellen)
Temperatuurregeling voor modellen met bediening op
de deur:
Druk op de toetsen
WARMER
of
COLDER
om
de
temperatuur te wijzigen.
Het lampje naast
ACTUAL TEMP
zal oplichten en de werkelijke temperatuur wordt in the
display weergegeven. Druk op de toetsen
WARMER
of
COLDER
totdat de gewenste temperatuur wordt
weergegeven om de temperatuur te wijzigen.
Deze instelling geeft uitsluitend de temperatuur van één
compartiment per keer weer. Druk op de toetsen
FREEZER
of
REFRIGERATOR
en volg de bovenstaande
instructies voor het wijzigen van de temperatuur om de
temperatuur van een ander compartiment weer te geven
of te wijzigen.
Temperatuurregeling voor modellen met bediening
in de koelkast:
Ingestelde temperatuur schakelt na een poosje uit. Om te
aktiveren de temperatuur toetsen nogmaals indrukken.
Zodra u de deur opent wordt de werkelijke temperatuur
weergegeven. Druk op de toetsen
WARMER
of
COLDER
totdat de gewenste temperatuur wordt weergegeven om
de temperatuur te wijzigen.
Zodra de gewenste temperatuur is ingesteld, wordt
na 5 seconden op het scherm opnieuw de werkelijke
temperatuur in het koel- en het diepvriesgedeelte
weergegeven. Verschillende aanpassingen kunnen nodig
zijn.
Telkens als u de bedieningselementen afstelt, moet u 24
uren wachten voordat de koelkast de ingestelde
temperatuur bereikt.
Schakel het koelsysteem uit,
druk op de toets
WARMER
van
de koel- of vrieskast totdat
"OFF"
op de display wordt
weergegeven. Druk op de toets
COLDER
van de koel- of
vrieskast om
het koelsysteem weer in te schakelen
. Druk
vervolgens nogmaals op de toets
COLDER
om de
voorinstellingen van
-18°C
voor de vrieskast en
3°C
voor
de koelkast in te stellen. Als u beide of de afzonderlijke
instellingen op
OFF
zet, wordt het koelen van
compartimenten in zowel de vrieskast als de koelkast
stopgezet, maar wordt de stroomtoevoer niet
onderbroken.
De temperatuur wijzigen