7. GEHEUGENTOETSEN MET FOTO’S
7.1 Geheugentoetsen met foto’s instellen
Op het basisstation:
U heeft de mogelijkheid om 10 fotogeheugens te bewaren.
In de inactieve stand: Druk op en voer het telefoonnummer in
m.b.v de M0 tot M9 toetsen in het basisstation. Druk daarna op en
op de door u gekozen geheugentoets met foto.
De handset gebruiken:
1. Druk op de LINKER SOFTKEY en ▼/▲ om FOTO GEHEUGEN te kiezen.
2. Druk op de LINKER SOFTKEY en ▼/▲ om M0 tot M9 te kiezen.
3. Druk op de LINKER SOFTKEY om TOEVOEGEN of BEWERKEN te kiezen
als er al een nummer bestaat.
4. Druk op de LINKER SOFTKEY om het nummer in te voeren.
5. Druk op LINKER SOFTKEY en voer de naam in en daarna op OK om dit te
bewaren.
7.2 Een stemtag (gesproken naam) bij een fotogeheugen
opnemen
U heeft de mogelijkheid om een gesproken naam bij een fotogeheugen op te
nemen.
1. Druk op de LINKER SOFTKEY en ▼/▲ om FOTO GEHEUGEN te kiezen.
2. Druk op de LINKER SOFTKEY en ▼/▲ om M0 tot M9 te kiezen.
3. Druk op de LINKER SOFTKEY om STEMTAG te kiezen.
4. Druk op de LINKER SOFTKEY en ▼/▲ om OPNEMEN te kiezen.
5. Druk op LINKER SOFTKEY en spreek de naam in en daarna op OK om dit
te bewaren.
6. Druk op de RECHTER SOFTKEY of om AF TE SLUITEN.
Als u een oproep ontvangt van een geregistreerd nummer met een stemtag, dan
hoort u het basisstation en de handset de naam uitspreken.
NB:
Om een grote fotogeheugen toets in de inactieve stand te gebruiken, druk op het
basisstation op de foto totdat de LED aan gaat.
Als u het nummer wilt overzetten van het basisstation naar de handset neemt u
de handset uit het basisstation om de oproep aan te nemen.
Als de handset niet op het basisstation staat, druk dan op om de oproep te
beantwoorden en druk op op het basisstation om de oproep te
beëindigen.