9
3.2 Overzicht van het Basisstation (BS)
1. /HANDSET OPZOEKER
Druk op deze knop om alle handsets op te roepen terwijl de telefoon inactief is.
2. IN GEBRUIK
Het staat AAN wanneer een handset wordt gebruikt of als het antwoordapparaat een
binnenkomende oproep beantwoordt.
Het staat AAN wanneer een handset aangemeld wordt.
Het knippert wanneer er een binnenkomende oproep is of als de handset(s) afgemeld
wordt/worden. Het knippert wanneer een andere telefoon gebruik maakt van dezelfde
lijn.
3. FOTOTOETSEN
Tien (10) grote fotogeheugen toetsen voor het opslaan van nummers of deze te
draaien.
4. FLASH / PROGRAMMEREN
Telefoon is actief: Druk op deze knop om een gedraaid nummer te herhalen.
In de inactieve stand: Druk hierop om de fotogeheugentoetsen te programmeren.
5. MICROFOON
6. INDICATOR VOOR DE LUIDSPREKERSTAND
Het staat AAN als de luidspreker aan staat.
7. LUIDSPREKERTOETS
NB:
Wacht 2 seconden voordat u een nummer draait.
8. VOL ( )
Druk op deze knop om het luidsprekervolume te verlagen tijdens de luidsprekerstand.