Nederlands –4
Bosch eBike System s 1 270 020 XBI | ( 19.4.17)
Door de keuz e van de juis te versnelli ng kunt u bij g elijke
krachtsinspanning de snelheid en het bereik vergroten .
Volg da arom de scha keltips die u door de indicaties g en h op
uw displa y gegeven wo rden. Wordt de indicatie g weergege-
ven, dan moet u in een hogere versnelling met lagere trapfre-
quentie schakelen. Wordt de indicat ie h weergegeven, dan
moet u een lage re versnelling met hogere t rapfrequ entie
kiezen.
Fietsverlichting in-/uitschakelen
In de uitvoerin g waarbij het rijlicht door het eBike-systeem ge-
voed wordt, kunnen via de boordcomputer met de toets 2 te-
gelijk voorlicht en achterlicht in- en uitgeschakeld worden.
Bij het inschakelen van de verlichting verschijnt „Licht aan”
en b ij het ui tschakelen va n de ve rlichting „Licht uit” geduren-
de ca. 1 seconde op he t tekstdisplay d . Bij ingeschakeld licht
wordt het verlichtingssymbool c weergegeven.
Het in- en uitschakelen va n de fietsverlichting heeft gee n in-
vloed op de achtergrondverlichting van het display.
Hulp bij het lopen in- en uitschakelen
De functie hulp bij het lopen kan het lopen m et de eBike ver-
gemakkelijken. De snelheid in deze functie is a fhankelijk van
de ingeschakelde versnelling en kan maximaal 6 km per uur
bereiken. Hoe kleiner de gekozen versnelling, hoe lager de
snelheid in de functie hulp bij het lopen (bij volledig ver-
mogen).
De functie hulp bij het lopen mag uitsluitend bij het lo-
pen met de eBike worden gebruikt. Al s de wiel en van de
eBike bij het gebruik van de hulp bij het lopen geen contact
met de grond maken, bestaat gevaar voor let sel.
Voor het activ eren van de duwhulp drukt u kort op de toets
„WALK” aan uw boordcomputer. Druk na d e activering bin-
ne n 3 s op de toe ts „+” en hou d de ze t oe ts in ge dr ukt . De aan -
drijving van de eBike wordt ingeschakeld.
Opmerking: De duwhulp kan op het ondersteuningsniveau
„OFF” niet worden geac tiveerd.
De duwhulp wor dt uitgeschakeld zod ra een van de volgende
situaties van toepassing is:
– u laat de toets „+” 12 los,
– de wielen van de eBike worden geblokkeerd (bijv. door
remmen of stoten tegen een been ),
– de snelheid overschrijdt 6 km/h.
Opmerking: Bij eigen systemen kan de duwhulp door het in-
drukken van de „WALK” -toets direct gest art worden.
De werkwijze van de duwhulp is onderhevig aan specifieke
nationale bepalingen en kan da arom afwijken van de hier bo-
ven genoemde beschrijving.
Indicaties en instellingen van de boordcomputer
Snelheids- en afstandsindicaties
In de snelheidsmeterindicatie f word t altijd de actuele snel-
heid weergegeven.
In de functie-indicatie (combinatie van tekstindicatie d en
waarde-indicatie e ) kunt u kiezen uit de volgende functies:
– „Tijd”: actuele tijd
– „Maximum”: sinds de laat ste reset b ereikte m aximale
snelheid
– „Gemiddelde”: sinds de laatste reset bereikte gemiddel-
de snelheid
– „Rijtijd”: Rijtijd sinds de laatste reset
– „Bereik”: te verwachten bereik met de aanwezige accula-
ding (bij gelijkblijvende voorwaa rden zoals ondersteu-
ningsniveau, routeprofi el, enz.)
– „Afstand totaal”: indicatie va n de totaal met de e Bike af-
gelegde afstand (niet resetbaar)
– „Afstand”: sinds de laatste reset afgelegde afstand
Druk voor het wisselen in de indicatiefunctie op de toets „i”
1 aan de boordcomputer o f op de toets „i” 10 aan de bedie-
ningseenheid tot de gewenste functie weergegeven wordt.
Voor een reset van „Afstand” , „Rijtijd” en „Gemiddelde”
gaat u na ar een van deze drie functies en drukt u vervolgens zo
lang op de toets „RESET” 6 tot de indicatie op nul wordt ge-
zet. Daarmee heeft ook een reset plaatsgevonden van de
waarden van de beide andere functies.
Voor een reset van „Maximum” gaat u naar deze functie en
drukt u vervolgens zo lang op de toets „RESET” 6 tot de indi-
catie op nul word t gezet.
Voor de reset van „Bereik” gaat u naar deze functie en drukt
u dan op de toets „RESET” 6 tot de indicatie op de waarde van
de fabrieksinstel ling teruggezet is.
Wordt de boordcomputer uit de houder 4 genomen, da n blij-
ven alle waarden van de functies opgeslagen en kunnen deze
verder weergegeven worden.
Basisinstellingen weergeven en aanpassen
Indicaties en wijzigingen van de basisinstellingen zijn mogelijk
onafhankelijk van het feit of de boordcomputer in de houder
4 geplaatst is of niet. Een aan tal instellingen zijn alleen zi cht-
baar en wijzigb aar als de bedieningscomputer wordt ge -
bruikt. Afhankelijk van de uitvoering van uw eBike ontbreken
er mogelijk enkele menu-items.
Als u naar het menu Basisins telling en wilt gaan , drukt u tege -
lijkertijd zo lang op de toets „RESET” 6 en de toets „i” 1 tot in
de tekstindicatie d „Configuratie” verschijnt.
Druk voor het wisselen tussen de basisinstellingen op de
toets „ i” 1 aan de boordcomputer tot de gewenste basis instel-
ling weergegeven wor dt. Is de boordcomputer in de houder 4
geplaatst, dan kunt u ook de toets „i” 10 aan de bedienings-
eenheid i ndrukken.
OBJ_BUCH-2795-002.book Page 4 Wednesday, April 19, 2017 11:55 AM
Nederlands –3
1 270 020 XBI | (19.4.17) Bosch eBike S ystems
Boordcomputer i n-/uitschakelen
Voor het inschakelen van de b oordcomputer drukt u kort op
de aan-/uittoe ts 5 . De boordcompute r kan (bij voldoend e ge-
laden interne accu) ook ingeschakeld worden als deze niet in
de houder ge plaatst is.
Voor het ui tschakele n van de boordco mputer drukt u op de
aan-/uittoet s 5.
Is de boordcomputer nie t in de houder geplaatst, da n scha-
kelt deze zich 1 minuut nadat de laatste toets is ingedrukt om
energiebesparen de reden uit.
Als u uw eBike meerdere weken niet gebruikt, neem de
boordcomputer dan uit zijn houder. Bewaar de b oord-
computer in een droge omgeving bij kamertemperat uur.
Laad de accu van de boor dcomputer regelmatig op (uiter -
lijk om de 3 maanden).
Accuoplaadi ndicatie
De acculaadindicatie i geeft de laadtoestand van de eBike-
accu aan, niet de laadtoestand van de intern e accu van de
boordcomputer. De laadtoesta nd van de eBike-accu kan
eveneens aan de LED’s a an de accu zelf afgeleze n worden.
Wordt de boordcomputer uit de houder 4 genomen, dan blijft
de laatst weergegeven acculaadtoe stand opgeslagen.
Wordt een eBike met twee accu’s gebruikt, dan gee ft de accu-
laadtoestandsindicatie i het vulpeil van beide accu’s aan.
Worden aan een eBike met tw ee ge-
plaatste accu’s beide accu’s aan de fiets
geladen, dan wordt op het display de
laadvoortga ng van de be ide accu’s
weergegeven (op de afbeelding wordt
net de linker accu geladen). Welke van
de beide accu’s net geladen wordt, kunt
u aan de knipperende ind icatie aan de
accu herkennen.
Ondersteuningsniveau instellen
U kunt aan de bedieningseenheid 9 instellen h oe sterk de
eBike-aandrijving u bij het trappen ondersteunt. Het onder-
steuningsniveau kan altijd, ook tijdens het fietsen, gewijzigd
worden.
Opmerking: In sommige uitvoeringen is het ondersteunings-
ni ve au mo ge lij k v oor af ing est el d en kan d it ni et wor de n gew ij -
zigd. Het is ook mogelijk dat er uit minder ondersteuningsn i-
veaus dan hier vermeld kan worden gekozen.
Als de eBik e door de f abrikant met de „eMTB Mode” werd ge-
configureerd, dan verschijn t bij gebruik van de Intuvia op het
display even „eMTB Mode” , wanne er het ondersteuningsni-
veau „SPORT” wordt gekozen. In de „eMTB Mode” worden
de onderste uningsfactor en het dr aaimoment dynamisch af-
hankelijk van de trapkracht op de pedalen aangepast. De
„eMTB Mode” is alleen beschikbaar voor aandrijvingen van
de Performance Lin e CX.
De volgende ondersteuningsniveaus staan maximaal ter be-
schikking:
– „OFF” : de motor ondersteuning is uitgeschakeld, de eBike
kan zoals bij een normale f iets alleen door te trappe n wor-
den voortbewogen. De d uwhulp kan op dit ondersteu-
ningsniveau niet worden ge activeerd.
– „ECO” : effectieve ondersteuning met maxima le ef ficiëntie
voor maximaal bereik
– „TOUR”: gelijkmatige ondersteuning voor tochten met
groot bereik
– „SPORT” /„eMTB”:
„SPORT”: krachtige onderste uning voor sportief rijden op
heuvelachtige stukken en voor r ijden in de stad
„eMTB”: optimale ondersteuning op elk terrein, sportief
vertrekken, verbeterde dyn amiek, maximale prestatie.
– „TURBO ” : maximale onder steuning bij flink do ortrappen,
voor sportief rijden
Voor het verhog en van het ondersteuningsniveau drukt u zo
vaak op de toets „+” 12 aan de bedieningseen heid tot het ge-
wenste ondersteuningsniveau op de indicatie b verschijnt,
voor het verlagen op de toets „–” 11 .
Het op geroepen motorve rmogen verschijnt op de indi catie a .
Het maximale motorvermogen hangt van he t gekozen onder-
steuningsniveau af.
Wordt de boordcomputer uit de houder 4 genomen, dan blijft
het laatst weergegeven ondersteuningsniveau opgeslagen,
de indicatie a van het motorvermogen blijft leeg.
Samenspel van eBike-systeem en versnellingen
Ook met de eBike-aandrijving kunt u de versnellingen net als
bij een normale fiets gebruiken (zie daarvoor de gebruiksaan-
wijzing van uw eBike).
Onafhankelijk van de aard van de versnelling is het raadzaam
om tijdens het schakelen het trappen kort te onde rbreken.
Daardoor wordt het schakelen vergem akkelijkt en de slijtage
van de aan drijflij n beperkt.
In de indicatie i komt elk stree pje in het accusymbool overeen
met ongeveer 20 % van d e capaciteit:
De eBike-accu is volledig geladen.
De eBike-accu moet bijgeladen worden.
De LED’s van de laadtoesta ndsindicatie aan de
accu gaan uit. De capaciteit voor de ond ersteuning
van de aandrij ving is opgebruikt en de o ndersteu-
ning wordt uitgeschakeld. D e resterende capaci-
teit wordt voor de verlichting en de boordcomp u-
ter ter beschikking ge steld, de indicatie knippert.
De capaciteit van de eBike-accu volstaa t voor nog
ongeveer 2 u ur fietsver lichting. Me t andere ver -
bruikers (bijv. automatische transmis sie, laden
van externe toestellen aan de USB-aansluiting)
wordt hierbij geen reken ing gehouden.
OF
MP
KM
OBJ_BUCH-2795-002.book Page 3 Wednesday, April 19, 2017 11:55 AM