Nederlands –3
Bosch eBike System s 0 275 007 PDS | (13.4 .16)
Opmerking: In sommige uitvoeringen is het ondersteunings-
niveau mogelijk vooraf ingesteld en kan dit niet worden gewij-
zigd. Het is ook mogelijk dat er uit m inder onders teuningsni -
veaus dan hier vermeld kan worden gekozen.
De volgende ondersteuningsniveaus staan maximaal ter be-
schikking:
– „OFF” : de motor ondersteuning is uitgesc hakeld, de eBike
kan zoals bij een normale fiets a lleen door te trappen wor-
den voortbewogen. De d uwhulp kan op dit ondersteu-
ningsniveau niet worden ge activeerd.
Na het inschakelen bevindt het eBike-systeem zich in de
„OFF”-modus.
– „ECO” : effectieve ondersteuning met maximale effic iëntie
voor maximaal bereik
– „TOUR”: gelijkmatige ondersteuning voor tochten met
groot bereik
– „SPORT” : krachtige onders teuning voor sportief rijden op
heuvelachtige stukken en voor ri jden in de stad
– „TURBO” : maximale onder steuning bij flink doortrappe n,
voor sportief rijden
Het opgeroepen motorvermogen ve rschijnt op het displa y
van de boordcomputer. Het maximale motorvermogen hangt
van het gekozen ondersteuningsniveau af.
Hulp bij het lopen in- en uitschakelen
De functie hulp bij het lopen kan het lopen m et de eBike ver-
gemakkelijken. De snelheid in deze functie is a fhankelijk van
de ingeschakelde versnelling en kan maximaal 6 km per uur
bereiken. Hoe kleiner de gekozen versnelling, hoe lager de
snelheid in de functie hulp bij het lopen (bij volledig vermo-
gen).
De functie hulp bij het lopen mag uitsluitend bij het lo-
pen met de eBike worden gebruikt. Al s de wiel en van de
eBike bij het gebruik van de hulp bij het lopen geen contact
met de grond maken, bestaat gevaar voor let sel.
Voor het activ eren van de duwhulp drukt u kort op de toets
„WALK” aan uw boordcomputer. Druk na d e activering bin-
ne n 3 s op de toe ts „+” en hou d de ze t oe ts in ge dr ukt . De aan -
drijving van de eBike wordt ingeschakeld.
Opmerking: De duwhulp kan op het ondersteuningsniveau
„OFF” niet worden geac tiveerd.
De duwhulp wor dt uitgeschakeld zod ra een van de volgende
situaties van toepassing is:
– U laat de toets „+” los,
– de wielen van de eBike worden geblokkeerd (bijv. door het
remmen of het raken van een hindernis),
– de snelheid overschrijdt 6 km/h.
Opmerking: Bij eigen systemen kan de duwhulp door het in-
drukken van de „WALK” -toets dire ct gestart worden.
Opmerking: Bij sommige systemen kan een snelheid van
18 km/u (vertrekhulp) bereikt word en.
Fietsverlichting in-/u itschakelen
In de uitvoerin g waarbij het rijlicht door het eBike-systeem ge-
voed wordt, kunnen via de boordcomputer tegelijk voorlicht
en achter licht in- en uitges chakeld worden.
Aanwijzingen voor het rijden met het
eBike-systee m
Wanneer werkt de eBike-aandrijving?
De eBike-aa ndrijving ondersteunt u tijdens het rijde n zol ang u
op de pedalen trapt. Als u niet op de pedalen trapt, vindt ge en
ondersteun ing plaa ts. Het m otorvermoge n is alti jd afhank elijk
van de kracht die u tijdens het trapp en uitoefent.
Als u weinig kracht uitoefent, is de ondersteuning geringer
dan wanneer u veel kr acht uitoefent. Dat geldt onafhankelijk
van het ondersteuningsniveau.
De eBike-aandrijving wordt automatisch uitgeschakeld bij
snelheden boven 45 km per uur. Als de sne lheid onder 45 km
per uur daalt, staat de aandrijving automatisch weer ter b e-
schikking.
Een uitzondering geldt vo or de functie duwhulp, waarbij met
de eBike z onder op de pedale n te trappen met ger inge snel-
heid gereden kan word en. Bij het gebruik van de duwh ulp
functie kunnen de pedalen meedraaie n.
U kunt met de eBike altijd ook zo nder ondersteuning net als
met een normale fiets rij den, als u het eBike-systeem uitsc ha-
kelt of het ondersteuningsniveau op „OFF” instelt. Hetze lfde
geldt als de accu leeg is.
Samenspel van eBike-systeem en versnellingen
Ook met de eBike-aandrijving kunt u de versnellingen net als
bij een normale fiets gebruiken (zie daarvoor de gebruiksaan-
wijzing van uw eBike).
Onafhankelijk van de aard van de versnelling is het raadzaam
om tijdens het schakelen het trappen kort te onde rbreken.
Daardoor wordt het schakelen vergem akkelijkt en de slijtage
van de aan drijflij n beperkt.
Door de keuze van de juiste versnelling kunt u bij gelijke
krachtsinspanning de snelheid en het bereik vergroten .
Ondersteuningsniveau Ondersteuningsfactor *
(Kettingschakeling)
„ECO”
55 %
„TOUR”
120%
„SPORT”
190%
„TURBO”
275%
* Het motorvermogen kan bij sommige uitvoe ringen afwijken.
OBJ_BUCH-2822-001.book Page 3 Wednesd ay, April 13, 2016 4:09 PM
Nederlands –2
0 275 007 PDS | (13.4.16) Bosch eBike Systems
Montage
Accu plaatsen en uitnemen
Voor het plaatsen van de eBike-accu in d e eBike en voor het
uitnemen dient u de gebruiksaanwijzing van de accu te lezen
en in acht te nemen.
Snelheidssensor contr oleren (zie afbeelding A)
De snelheidssensor 2 en de bijbehorende spaakmagneet 3
moeten zodani g gemo nteerd zijn dat de spaakmagneet bij een
omwenteling van het wiel op een afstand van minimaal 5 mm
en maximaal 17 mm langs de snelheidssensor beweegt.
Opmerking: Is de afstand tussen snel heidssensor 2 en
spaakmagneet 3 te klei n of te groot of is de sne lheidssenso r 2
niet juist aan gesloten, d an valt de snelheidsmeterindicatie uit
en de eBike-aandrijving wer kt in het noodloopprogramma.
Draai in dit geval de schroef van de spaakmagneet 3 los en be-
vestig de spaakmagneet zo aan de spaak d at hij op de juiste af-
stand voorbij de markering van de snelheidssensor komt. Ver-
schijnt ook daarna geen snelheid op de
snelheidsmeterindicatie , neem dan met ee n geautoriseerde
fietsenhandelaar co ntact op.
Gebruik
Ingebruikneming
Voorwaarden
Het eBike-systeem kan alleen geactive erd worden als de vol-
gende voorwaarden vervuld zijn:
– Een vold oende geladen accu is geplaats t (zie gebruiks aan-
wijzing van de accu).
– De boordcomputer is j uist in de houder geplaatst (zie ge-
bruiksaanwijzing van de boordcomputer).
– De snelheidssensor is correct aangesloten (zie „Snelheids-
sensor controleren”, pagin a Nederlands – 2) .
eBike-systeem in- en uitschakelen
Als u het eBike-systeem wilt inschakelen, heeft u de volgen-
de mogelijkhed en:
– Is de boo rdcomputer bij het aanb rengen in de houder al in-
geschake ld, dan w ordt het e Bike-systeem automatisch in-
geschakeld.
– Druk bij een geplaatste boordcompute r en geplaatste
eBike-accu een keer kort op de aan/uittoets van de boord-
computer.
– Druk bij een geplaatste boordc omputer op de aan-/uit-
toets van de eBike-accu (zie gebruiksaanwijzing van de
accu).
Na het inschakelen bevindt het eBike-systeem z ich in de
„OFF”-modus. Kies het gewenste ondersteu ningsniveau e n
vertrek.
Opmerking: Afhankelijk van de uitvoering kan het starten ook
in de voordien ingestelde modus gebeuren.
De a andrijving wordt geactiv eerd zodra u op de ped alen trap t
(behalve bij de functie d uwhulp, zie „Hulp b ij het lopen in- en
uitschakelen”, pagina Nede rlands – 3). Het mo torvermogen
richt zich naar het ingestelde ondersteuningsniveau aan de
boordcomputer.
Zodra u bij nor maal gebruik niet meer o p de pedalen trapt of
zodra u een snelheid van 45 km per uur heeft bereikt, wordt
de ondersteuning door de aandrijving van de eBike uitgescha-
keld. De aandrijving wordt automatisch weer geactiveerd zo-
dra u op de pedalen trapt of de snelheid onder 45 km per uur
daalt.
Als u het eBike-systeem wilt uitschakelen , heeft u de volgen-
de mogelijkhed en:
– Druk op de aan-/uittoets van de b oordcomputer.
– Schakel de eBike-accu aan de aan-/uittoets uit (zie ge-
bruiksaanwijzing van de accu).
– Verwijder de boordcomputer uit de houder.
Als de eBike zo’n 10 minuten lang niet beweegt en er geen
knop op de boordcomputer wor dt ingedrukt, zal het eBike-sy-
steem zichzelf automatisch uitschakelen om energie te be-
sparen.
eShift (optioneel)
Onder eShift verstaat men de integrat ie van automa tische
schakelsystemen in het eBike-systeem. De eShift-compone n-
ten zijn door de fabrikant elektrisch met de aandrijfeenheid
verbonden. De bediening van de automatische schakelsyste-
men is in de gebruiksaanwijzing van de b oordcomputer be-
schreven.
Ondersteuningsniveau instellen
U kunt aan de boordcomputer instellen h oe sterk de eBike-
aandrijving u bij het trappen ondersteunt. Het ondersteu-
ningsnivea u kan altijd, ook tijden s het fietsen, gewijzi gd wor-
den.
Fietsverlichting
1)
Spanning ca.
2)3)
V 6/1 2
maximaal vermogen
– Voorlicht
– Achterlich t
W
W
8,4/17,4
0,6/0,6
1) Afhankelijk van wettelijke regelingen niet in alle, per land ver-
schillende uitvoeringe n via accu van eBi ke mogelijk
2) De hoog te van de sp anning is vo oraf ingesteld en kan alleen door de
fietshandelaar gewijzigd wo rden.
3) Let er bij he t vervangen van de lampe n op of de lampen met het
Bosch eBike-systeem compatibel zijn (vraag uw fietshandel a ar) en met
de opgegeven spanni ng overeenkomen. Er mogen al leen lampen met
dezelfde spanning verv angen worden.
Verkeerd gep laatste lampen kunnen ve rnietig d worden!
OBJ_BUCH-2822-001.book Page 2 Wednesd ay, April 13, 2016 4:09 PM