Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen
o
f verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste
updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin®, het Garmin logo, BlueChart®, g2 Vision®, GPSMAP®, FUSION®, Ultrascroll® en VIRB® zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Fantom™, FUSION-Link™,
Garmin Helm™, Garmin LakeVü™, Garmin Nautix™, Garmin Quickdraw™, GCV™, GMR™, GRID™, GXM™, HomePort™, MotionScope™, Panoptix™, quatix®, Shadow Drive™ en SmartMode™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
d
ochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
iPod® is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Android™ is een handelsmerk van Google™ Inc. CZone™ is een handelsmerk van Power Products, LLC. FLIR® is een geregistreerd handelsmerk van
F
LIR Systems, Inc.
NMEA®, NMEA 2000® en het NMEA 2000 logo zijn geregistreerde handelsmerken van de National Marine Electronics Association. microSD® en het microSD logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. SiriusXM® is een
g
eregistreerd handelsmerk van SiriusXM Radio Inc.
Wi‑F
i®
is een geregistreerd merk van Wi-Fi Alliance Corporation. Windows® is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Andere
h
andelsmerken en auteursrechten zijn eigendom van hun respectieve eigenaars.
Inhoudsopgave
Inleiding1
Overzicht van het toestel1
Het aanraakscherm gebruiken1
Schermknoppen1
Tips en snelkoppelingen1
Het aanraakscherm vergrendelen1
Gebruikershandleidingen openen op de kaartplotter1
De handleidingen downloaden1
Meer informatie1
Geheugenkaarten plaatsen1
Sofware-update2
De nieuwe sofware op een geheugenkaart laden2
De sofware van het toestel bijwerken2
GPS-satellietsignalen2
De GPS-bron selecteren2
De kaartplotter aanpassen2
Startscherm2
Een item toevoegen aan favorieten2
Pagina's aanpassen2
De lay-out van een SmartMode pagina of combinatiepagina aanpassen2
Een SmartMode lay-out toevoegen3
Een aangepast combinatiescherm toevoegen3
De gegevensoverlays aanpassen3
Lay-out van stations resetten3
Voorinstellingen3
Een nieuwe voorinstelling opslaan3
Voorinstellingen beheren3
Het type boot instellen3
De schermverlichting aanpassen4
De kleurmodus aanpassen4
Kaarten en 3D-kaartweergaven4
Navigatiekaart en buitengaatse viskaart4
In- en uitzoomen met het aanraakscherm4
Een kaart selecteren4
Een afstand op de kaart meten4
Kaartsymbolen4
Een via-punt op de kaart maken5
Informatie over locaties en objecten op een kaart weergeven5
Details over navigatiekenmerken weergeven5
Navigeren naar een punt op de kaart5
Koerslijn en hoekmarkeringen5
De voorliggende-koerslijn en koers-over-de-grondlijn (COG) instellen5
Hoekmarkeringen inschakelen5
Premiumkaarten5
Informatie van een getijdenstation weergeven6
Bewegende indicaties voor getijden en stromingen6
Indicaties voor getijden en stromingen weergeven6
Satellietbeelden op de navigatiekaart weergeven6
Luchfoto's van oriëntatiepunten weergeven6
Automatic Identification System6
Symbolen van AIS-doelen7
Voorliggende koers en geprojecteerde koers van geactiveerde AIS-doelen7
AIS en MARPA schepen op een kaart of een 3D-kaartweergave weergeven7
Een doel voor een AIS-schip activeren7
Informatie over een gevonden AIS-schip bekijken7
Een doel voor een AIS-schip deactiveren7
Een lijst met AIS- en MARPA-gevaren weergeven7
Een veilige zone voor aanvaringsgevaar instellen8
AIS-noodsignaal8
Navigeren naar een noodsignaal-uitzending8
Symbolen voor zoeken van AIS-noodsignaaltoestel8
AIS-uitzendingen met testwaarschuwingen inschakelen8
AIS-ontvangst uitschakelen8
Instellingen kaart en 3D-kaartweergave8
Navigatiekaart- en viskaartinstellingen8
Instellingen voor via-punten en sporen op de kaarten en kaartweergaven9
Instellingen kaartweergave9
Instellingen voor andere schepen op de kaarten en kaartweergaven9
Leylijninstellingen9
Instellingen voor Fish Eye 3D10
Garmin Quickdraw™ Contours kaarten10
Water in kaart brengen met de functie Garmin Quickdraw Contours10
Een label toevoegen aan een Garmin Quickdraw Contours kaart10
Garmin Quickdraw Community10
Toegang krijgen tot de Garmin Quickdraw Community10
Uw Garmin Quickdraw Contours kaarten delen met de Garmin Quickdraw Community10
Downloaden van Garmin Quickdraw Community kaarten11
Garmin Quickdraw Contours instellingen11
Navigatie met een kaartplotter11
Elementaire navigatievragen12
Bestemmingen12
Bestemming zoeken op naam12
Een bestemming selecteren op de navigatiekaart12
Zoeken naar een watersportdienstbestemming12
Stoppen met navigeren12
Via-punten12
Uw huidige positie als waypoint markeren12
Een via-punt op een andere positie maken12
Een SOS-locatie markeren12
Een lijst met alle waypoints weergeven12
Een opgeslagen waypoint bewerken12
Een opgeslagen waypoint verplaatsen12
Naar een opgeslagen waypoint zoeken en navigeren13
Een waypoint of MOB verwijderen13
Alle waypoints verwijderen13
Een directe koers instellen en volgen met behulp van Ga naar13
Routes13
Een route vanaf uw huidige locatie maken en navigeren13
Een route maken en opslaan13
Een lijst met routes en Auto Guidance routes weergeven13
Een opgeslagen route bewerken13
Naar een opgeslagen route zoeken en navigeren14
Naar een opgeslagen route zoeken en parallel aan deze route navigeren14
Een opgeslagen route verwijderen14
Alle opgeslagen routes verwijderen14
Auto Guidance14
Een Auto Guid. route instellen en volgen14
Een Auto Guid. route maken en opslaan14
Een opgeslagen Auto Guid. route wijzigen14
De uitvoering van een Auto Guid. berekening annuleren15
Een getimede aankomst instellen15
Configuraties van Auto Guidance routes15
De afstand ten opzichte van de kust aanpassen15
Sporen16
Sporen weergeven16
De kleur van het actieve spoor instellen16
Het actieve spoor opslaan16
Een lijst met opgeslagen sporen weergeven16
Een opgeslagen spoor bewerken16
Een spoor opslaan als route16
Naar een opgeslagen spoor zoeken en navigeren16
Een opgeslagen spoor verwijderen16
Alle opgeslagen sporen verwijderen16
Het actieve spoor volgen in tegengestelde richting16
Het actieve spoor wissen16
Het spoorloggeheugen beheren tijdens het opslaan16
Het opslaginterval van het spoorlog configureren16
Grenzen16
Een grens maken17
Inhoudsopgavei
Een route omzetten in een grens17
Een spoor omzetten in een grens17
Een grens bewerken17
Een grensalarm instellen17
Een grens verwijderen17
Gebruikersgegevens synchroniseren op het Garmin Marine Network17
Alle opgeslagen waypoints, routes en sporen verwijderen17
Zeilfuncties17
Het type boot instellen17
Zeilrace17
Startlijnbegeleiding17
De startlijn instellen17
De startlijnbegeleiding gebruiken18
De racetimer starten18
De racetimer stoppen18
De afstand tussen de boeg en de GPS-antenne instellen18
Leylijninstellingen18
De kielcorrectie instellen18
Bediening van de stuurautomaat op een zeilboot18
Vaste windsturing18
Het type vaste windsturing instellen19
Vaste windsturing inschakelen19
Vaste windsturing inschakelen vanuit een vaste voorliggende koers19
De hoek voor vaste windsturing met de stuurautomaat aanpassen19
Overstag gaan en gijpen19
Overstag gaan en gijpen vanuit een vaste voorliggende koers19
Overstag gaan en gijpen vanuit een vaste windsturing19
Een overstag-/gijpvertraging instellen19
De gijpbegrenzer inschakelen19
Echolood19
Echoloodweergaven19
Traditioneel echoloodweergave19
Garmin ClearVü echoloodweergave20
SideVü echoloodweergave20
SideVü scanning-technologie20
Gesplitst zoomscherm voor echoloodweergave20
Gesplitst frequentiescherm voor echoloodweergave20
Panoptix echoloodweergaven20
LiveVü Down echoloodweergave20
LiveVü Forward echoloodweergave21
RealVü 3D Forward echoloodweergave21
RealVü 3D Down echoloodweergave21
RealVü 3D historische echoloodwaargave21
FrontVü echoloodweergave21
De echoloodweergave veranderen21
Het transducertype selecteren21
Het kompas kalibreren22
Een via-punt maken in het echoloodscherm22
Afstanden meten op het echoloodscherm22
De weergave van echoloodgegevens pauzeren22
Echoloodgeschiedenis weergeven22
Echoloodgegevens delen22
Een echoloodbron selecteren22
Naam van een echoloodbron wijzigen22
Het detailniveau aanpassen22
De kleurintensiteit aanpassen23
Het bereik van de diepte- of breedteschaal aanpassen23
Het zoomniveau instellen op het echoloodscherm23
De schuifsnelheid instellen23
Echoloodfrequenties23
Frequenties selecteren24
Een frequentievoorinstelling maken24
De Panoptix echoloodweergaven aanpassen24
De presentatie van LiveVü echoloodweergaven aanpassen24
De zendhoek van de LiveVü transducer instellen24
Kijkhoek en zoomniveau van RealVü aanpassen24
De presentatie van RealVü echoloodweergaven aanpassen24
De RealVü zwaaisnelheid aanpassen24
De a-scope inschakelen24
Het transducertype selecteren24
Echoloodinstelling25
Echoloodinstellingen25
RealVü echoloodinstellingen25
LiveVü echoloodinstellingen25
Instellingen voor ruisonderdrukking25
Instellingen voor echoloodweergave25
Instellingen voor echoloodwaarschuwingen26
Geavanceerde echoloodinstellingen26
Instellingen voor installatie van transducer26
Echoloodopnamen26
De weergave van echoloodgegevens opnemen26
De echoloodopname stoppen27
Een echoloodopname verwijderen27
Echoloodopnamen afspelen27
Radar27
Radarmodus wijzigen27
Radiosignalen uitzenden27
Het uitzenden van radarsignalen stopzetten27
De modus Gepland uitzenden instellen27
Een radarvrije zone inschakelen en aanpassen27
Het radarbereik aanpassen27
Tips voor het selecteren van een radarbereik27
Het radarscherm in- en uitzoomen28
Een via-punt op het radarscherm markeren28
MotionScope™ Doppler radartechnologie28
Een bewakingszone inschakelen28
Een cirkelvormige bewakingszone inschakelen28
Een gedeeltelijke bewakingszone inschakelen28
Een bewakingszone uitschakelen28
MARPA28
Symbolen voor zoeken met MARPA28
Een MARPA-tag aan een object toewijzen29
Een MARPA-tag van een doelobject verwijderen29
Informatie weergeven over een object dat met een MARPA-tag is gelabeld29
Een lijst met AIS en MARPA gevaren weergeven29
AIS-schepen op het radarscherm weergeven29
VRM en EBL29
De VRM en de EBL weergeven29
De VRM en de EBL aanpassen29
Het bereik en de peiling tot een doelobject meten29
Radaroverlay29
Radaroverlay en uitlijning van kaartgegevens29
Echosporen29
Echosporen inschakelen30
De lengte van echosporen aanpassen30
De echosporen wissen30
Het radarbeeld optimaliseren30
Radarversterking en -storing30
De versterking op het radarscherm automatisch aanpassen30
De versterking op het radarscherm handmatig aanpassen30
De interferentie van nabijgelegen objecten minimaliseren30
De interferentie door stralingslobben op het radarscherm tot een minimum beperken30
Zeeruis op het radarscherm automatisch aanpassen30
Zeeruis op het radarscherm handmatig aanpassen31
Regenruis op het radarscherm aanpassen31
Radarstoring op het radarscherm verminderen31
Radaroptiesmenu31
Radarinstellingenmenu31
Radarweergave-instellingen31
Instellingen voor installatie van de radar31
Boegcorrectie32
Een aangepaste parkeerstand instellen32
iiInhoudsopgave
Een andere radarbron selecteren32
Stuurautomaat32
Het stuurautomaatscherm openen32
Het stuurautomaatscherm32
De grootte van de koerswijzigingstappen aanpassen32
De spaarstand instellen32
Shadow Drive™ inschakelen32
De stuurautomaat inschakelen32
De koers aanpassen met het roer33
De voorliggende koers wijzigen met de kaartplotter in de koerswijzigingsstapmodus33
Koerspatronen33
Het patroon 180 graden bocht volgen33
Het cirkelpatroon instellen en volgen33
Het zigzagpatroon instellen en volgen33
Het Williamson turn-patroon volgen33
Een cirkelbaanpatroon volgen33
Het patroonsturingspatroon instellen en volgen33
Een zoekpatroon instellen en volgen33
Een koerspatroon annuleren33
Digital Selective Calling (DSC)33
Netwerkkaartplotter en marifoonfunctionaliteit33
DSC inschakelen34
DSC-lijst34
De DSC-lijst weergeven34
Een DSC-contactpersoon toevoegen34
Inkomende noodoproepen34
Naar een schip in nood navigeren34
Noodoproepen (man-over-boord) uitvoeren via een marifoon34
Man-over boord- en noodoproepen geïnitieerd vanaf de kaartplotter34
Positie bijhouden34
Een positiemelding weergeven34
Naar een schip navigeren waarvan u de positie bijhoudt34
Een waypoint maken op de positie van een schip waarvan u de positie bijhoudt34
Informatie in een positiemelding bewerken34
Een oproep met een positiemelding verwijderen35
Sporen van schepen weergeven op de kaart35
Persoonlijke standaardoproepen35
Een DSC-kanaal selecteren35
Een persoonlijke standaardoproep uitvoeren35
Een individuele routineoproep voor een AIS-doel35
Meters en grafieken35
De meters bekijken35
De gegevens op een meter aanpassen35
Meters aanpassen35
De grenzen van de motormeter en de brandstofmeter aanpassen35
Motor- en brandstofmeters weergeven36
Het aantal motoren selecteren dat door de meters wordt weergegeven36
Instellen welke motoren in de meters worden weergegeven36
Statusalarmen voor motormeters inschakelen36
Afzonderlijke statusalarmen voor motormeters inschakelen36
Het brandstofalarm instellen36
De brandstofcapaciteit van het vaartuig instellen36
De brandstofgegevens synchroniseren met de actuele brandstofvoorraad36
De windmeters weergeven36
De windmeter voor zeilen configureren36
De bron van de snelheid configureren36
De bron van de koers voor de windmeter configureren36
De close hauled-windmeter aanpassen36
Tripmeters weergeven37
De tripmeters opnieuw instellen37
Grafieken weergeven37
Het grafiekbereik en de tijdschaal instellen37
Batterijbeheer37
De pagina Batterijbeheer instellen37
Informatie over getijden, stromingen en zon en maan37
Informatie van getijdenstation37
Informatie van stromingenstation37
Zon- en maanstanden37
Gegevens van getijdenstation, stromingenstation of zon- en maanstanden voor een andere datum
weergeven37
Informatie van een ander getijden- of stromingenstation weergeven37
Almanakgegevens weergeven op de navigatiekaart37
Waarschuwingsbeheer38
Berichten weergeven38
Berichten sorteren en filteren38
Berichten opslaan op een geheugenkaart38
Alle berichten wissen38
Mediaspeler38
De mediaspeler openen38
Pictogrammen38
De mediabron selecteren38
Muziek afspelen38
Bladeren naar muziek38
Alfabetisch zoeken inschakelen38
Een nummer laten herhalen38
Alle nummers herhalen38
Nummers in willekeurige volgorde afspelen38
Het volume aanpassen38
Zones inschakelen en uitschakelen38
Het mediavolume dempen38
Marifoon38
VHF-kanalen scannen38
De VHF-squelch aanpassen38
Radio38
De tunerregio instellen39
Een ander radiostation kiezen39
De afstemmodus wijzigen39
Voorinstellingen39
Een station als voorinstelling instellen39
Voorinstelling selecteren39
Voorinstelling verwijderen39
DAB afspelen39
De DAB-tunerregio instellen39
Zoeken naar DAB-stations39
Een ander DAB-station kiezen39
Een DAB-station in een lijst selecteren39
Een DAB-station selecteren in een categorie39
DAB-voorkeuzezenders39
Een DAB-station als voorinstelling instellen39
Een DAB-voorinstelling in een lijst selecteren39
DAB-voorkeuzezenders wissen39
SiriusXM Satellite Radio39
Een SiriusXM radio-id zoeken39
Een SiriusXM abonnement activeren39
De kanalengids aanpassen40
Een SiriusXM kanaal in de voorkeuzelijst opslaan40
Ontgrendelen van SiriusXM Ouderlijk toezicht40
Ouderlijk toezicht instellen op SiriusXM radiokanalen40
De code voor ouderlijk toezicht wijzigen op een SiriusXM Radio40
De standaardinstellingen voor ouderlijk toezicht herstellen40
Alle vergrendelde kanalen wissen op een SiriusXM Radio40
De toestelnaam instellen40
De sofware van de mediaspeler bijwerken40
SiriusXM Weather40
Vereisten voor SiriusXM uitrusting en -abonnement41
Weersverwachtingen41
Weerkaart wijzigen41
Informatie over neerslag weergeven41
Neerslagweergave41
Informatie over stormkernen en bliksem41
Inhoudsopgaveiii
Informatie over orkanen41
Weerwaarschuwingen en weerberichten41
Weersverwachting41
Gegevens over de weersverwachting voor een andere tijdsperiode weergeven41
Weerfronten en drukcentra41
Een weersverwachting voor de scheepvaart of de verwachting voor buitengaats bekijken42
Verwachtingen voor steden42
Zeegang weergeven42
Oppervlaktewind42
Hoogte, duur en richting van de golven42
Informatie over de verwachte zeegang voor een andere tijdsperiode weergeven42
Visinformatie weergeven42
Gegevens over de oppervlaktedruk en de watertemperatuur42
Verwachtingen van vislocaties42
Het kleurbereik van de temperatuur van het zeeoppervlak wijzigen42
Zichtgegevens43
Gegevens over het verwachte zicht voor een andere tijdsperiode weergeven43
Boeirapporten weergeven43
Gegevens over het plaatselijke weer bij de boei weergeven43
Een waypoint op een weerkaart maken43
Weeroverlay43
De weeroverlay inschakelen op een kaart43
Weeroverlay-instellingen op de navigatiekaart43
Weeroverlay-instellingen op de viskaart43
Informatie over weerabonnementen weergeven43
Video weergeven43
Een videobron selecteren43
Wisselen tussen meerdere videobronnen43
Videotoestellen in het netwerk43
Videovoorkeuzes gebruiken op videocamera's in het netwerk44
Videovoorkeuzes opslaan op een videocamera in het netwerk44
Videovoorkeuzes een naam geven op een videocamera in het netwerk44
Videovoorkeuzes activeren op een videocamera in het netwerk44
Camera-instellingen44
Video-instellingen44
De camera met een videobron koppelen44
De bewegingen van videocamera's aansturen44
Videocamera's bedienen met de knoppen op het scherm44
Een videocamera met gebaren bedienen44
Een combinatiescherm met videofuncties maken45
De videoweergave configureren45
Pc-weergave configureren45
Pc-weergavemodus verlaten45
De VIRB® actiecamera bedienen via de kaartplotter45
Instellingen van de VIRB actiecamera45
Video-instellingen van de VIRB actiecamera45
De bedieningsknoppen van de VIRB actiecamera toevoegen aan andere schermen45
Video van de VIRB actiecamera afspelen46
Een VIRB video verwijderen46
Een VIRB videopresentatie starten46
Toestelconfiguratie46
De kaartplotter automatisch inschakelen46
Systeeminstellingen46
Scherm- en geluidsinstellingen46
GPS-instellingen46
Stationinstellingen46
Informatie over systeem en sofware weergeven47
Het gebeurtenislog weergeven47
Voorkeursinstellingen47
Eenheden instellen47
Navigatie-instellingen47
Configuraties van Auto Guidance routes47
De afstand ten opzichte van de kust aanpassen47
Communicatie-instellingen48
NMEA 0183 instellingen48
NMEA 0183-uitvoertelegrammen configureren48
De communicatie-indeling voor elke NMEA 0183-poort instellen48
NMEA 2000 instellingen48
Toestellen en sensors in het netwerk een naam geven48
Marine Network48
Alarmen instellen49
Navigatiealarmen49
Het krabbend-ankeralarm instellen49
Systeemalarmen49
Instellingen voor echoloodwaarschuwingen49
Weeralarmen instellen49
Het brandstofalarm instellen49
Mijn boot-instellingen49
De kielcorrectie instellen49
De watertemperatuurcorrectie instellen50
Een toestel voor watersnelheid kalibreren50
Instellingen voor overige schepen50
Instellingen die worden gesynchroniseerd op het Garmin Marine Network50
De fabrieksinstellingen van de kaartplotter herstellen51
Communicatie met draadloze toestellen51
Wi‑Fi® netwerk51
Het Wi‑Fi draadloos netwerk instellen51
Een draadloos toestel verbinden met de kaartplotter51
Het draadloze kanaal wijzigen51
De Wi‑Fi host wijzigen51
Draadloze afstandsbediening51
De draadloze afstandsbediening koppelen met de kaartplotter51
De schermverlichting van de afstandsbediening in- en uitschakelen51
De afstandsbediening loskoppelen van alle kaartplotters51
De Garmin Helm toepassing gebruiken met de kaartplotter51
Draadloze windsensor52
Een draadloze sensor verbinden met de kaartplotter52
De oriëntatie van de windsensor wijzigen52
Een quatix® horloge verbinden met de kaartplotter52
Een Garmin Nautix™ toestel verbinden met de kaartplotter52
Beheer van kaartplottergegevens52
Via-punten, routes en sporen vanaf HomePort naar een kaartplotter kopiëren52
Een bestandstype selecteren voor via-punten en routes van andere leveranciers52
Gegevens van een geheugenkaart kopiëren52
Via-punten, routes en sporen kopiëren naar een geheugenkaart52
Geïntegreerde kaarten naar een geheugenkaart kopiëren53
Een back-up van gegevens maken op een computer53
De back-upgegevens herstellen naar een kaartplotter53
Systeeminformatie op een geheugenkaart opslaan53
Appendix53
Het toestel registreren53
Digitaal schakelen53
Het GRID externe invoertoestel koppelen met de kaartplotter53
Het GRID toestel met de kaartplotter koppelen vanaf de kaartplotter53
Het GRID toestel met de kaartplotter koppelen via het GRID toestel53
De GRID joystick draaien53
Het scherm schoonmaken53
Afbeeldingen op een geheugenkaart bekijken53
Schermafbeeldingen54
Schermafbeeldingen vastleggen54
Schermafbeeldingen naar een computer kopiëren54
Problemen oplossen54
Mijn toestel ontvangt geen GPS-signalen54
Ik kan mijn toestel niet inschakelen of mijn toestel gaat steeds uit54
Mijn toestel maakt geen via-punten op de juiste locatie54
Contact opnemen met Garmin Product Support54
NMEA 2000 PGN informatie54
NMEA 0183-informatie55
Sofware License Agreement 0
Index56
ivInhoudsopgave
Inleiding
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Op de Garmin
®
website www.garmin.com vindt u recente
informatie over uw product. Op de ondersteuningspagina's vindt
u de antwoorden op veelgestelde vragen en kunt u software en
kaartupdates downloaden. Tevens vindt u daar de
contactgegevens van de Garmin ondersteuning voor als u
vragen hebt.
Overzicht van het toestel
À
Aan-uitknop
Á
Sensor automatische schermverlichting
Â
microSD
®
geheugenkaartsleuf
Het aanraakscherm gebruiken
•Tik op het scherm om een item te selecteren.
•Sleep of veeg uw vinger over het scherm om te pannen of te
scrollen.
•Knijp twee vingers samen om uit te zoomen.
•Spreid twee vingers uit elkaar om in te zoomen.
Schermknoppen
Deze schermknoppen kunnen worden weergegeven op
bepaalde schermen en bij bepaalde functies. Sommige knoppen
zijn alleen toegankelijk via een combinatiepagina of
SmartMode
™
lay-out.
KnopFunctie
Hiermee wist u de schermpictogrammen en wordt het scherm
op de boot gecentreerd
Hiermee opent u een volledige schermweergave van het item
Hiermee maakt u een nieuw via-punt
Hiermee maakt u een route met koerswijzigingen naar de
bestemming
Hiermee voegt u op de geselecteerde locatie een koerswijziging
toe aan de route
Hiermee verwijdert u de laatst toegevoegde koerswijziging van
de route
Hiermee maakt u een route zonder koerswijzigingen naar de
bestemming
Hiermee maakt u een Auto Guidance route naar de bestemming
Hiermee start u de navigatie
Hiermee beëindigt u de navigatie
Hiermee kunt u een radardoel zoeken en volgen
Hiermee opent u het menu voor de pagina of functie
Hiermee opent u het menu met voorinstellingen voor de pagina
of functie
Tips en snelkoppelingen
•Druk op om de kaartplotter in te schakelen.
•Selecteer Start
in een willekeurig scherm om terug te keren
naar het startscherm.
•Selecteer Menu
om toegang tot aanvullende instellingen te
krijgen.
•Selecteer Menu om het menu te sluiten wanneer u klaar
bent.
•Druk op om extra opties te openen, zoals het aanpassen
van de helderheid en het vergrendelen van het
aanraakscherm.
•Druk op en selecteer Voeding uit om de kaartplotter uit te
schakelen.
Het aanraakscherm vergrendelen
U kunt het aanraakscherm vergrendelen om te voorkomen dat u
per ongeluk op het scherm tikt en functies activeert.
1
Selecteer .
2
Selecteer
Vergrendel aanraakscherm.
Gebruikershandleidingen openen op de
kaartplotter
1
Selecteer Info
> Gebruikershandleiding
.
2
Selecteer een handleiding.
3
Selecteer Open.
De handleidingen downloaden
U kunt de nieuwste gebruikershandleiding en vertaalde versies
daarvan downloaden van internet.
1
Ga naar www.garmin.com/manuals/GPSMAP702-902.
TIP: Scan deze code om deze webpagina snel te openen:
2
Download de handleiding.
Meer informatie
Als u nog vragen over uw toestel hebt, kunt u contact opnemen
met Garmin Product Support.
De website, www.garmin.com/support, biedt allerlei tips voor
probleemoplossing waarmee u de meeste problemen kunt
verhelpen en vragen kunt beantwoorden.
•Veelgestelde vragen
•Software-updates
•Gebruikers- en installatiehandleidingen
•Servicewaarschuwingen
•Video
•Contactnummers en adressen
Geheugenkaarten plaatsen
U kunt optionele geheugenkaarten in de kaartplotter gebruiken.
Via gegevenskaarten kunt u satellietbeelden met hoge resolutie
en luchtfoto's van havensteden, havens, jachthavens en andere
nuttige punten weergeven. U kunt lege geheugenkaarten
plaatsen om echoloodgegevens vast te leggen en gegevens
zoals via-punten, routes en sporen naar een andere
compatibele
Garmin kaartplotter of een computer over te
brengen.
1
Open het klepje of het lipje aan de voorzijde van de
kaartplotter.
2
Plaats de geheugenkaart.
3
Druk op de kaart tot deze vastklikt.
Inleiding1
4
Sluit de klep.
Software-update
Mogelijk moet u de toestelsoftware bijwerken wanneer u het
toestel installeert of een accessoire toevoegt aan het toestel.
Dit toestel ondersteunt een geheugenkaart tot 64 GB met de
indeling FAT32.
De nieuwe software op een geheugenkaart laden
1
Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van de computer.
2
Ga naar www.garmin.com/support/software/marine.html.
3
Selecteer Downloaden naast GPSMAP serie met SD kaart.
4
Lees en accepteer de voorwaarden.
5
Selecteer Downloaden.
6
Selecteer Hardlopen.
7
Selecteer het station van de geheugenkaart en selecteer
vervolgens Volgende >
Voltooien
.
De software van het toestel bijwerken
Voordat u de software kunt bijwerken, moet u beschikken over
een software-update op een geheugenkaart of de nieuwste
software zelf op een geheugenkaart laden.
1
Schakel de kaartplotter in.
2
Nadat het startscherm verschijnt, plaatst u de geheugenkaart
in de kaartsleuf.
OPMERKING: De instructies voor de software-update
verschijnen alleen als het toestel volledig is opgestart voordat
u de kaart plaatst.
3
Volg de instructies op het scherm.
4
Wacht enkele minuten totdat de software-update is voltooid.
5
Laat de geheugenkaart op zijn plaats zitten en start de
kaartplotter handmatig opnieuw op, wanneer daar om wordt
gevraagd.
6
Verwijder de geheugenkaart.
OPMERKING:
Als de geheugenkaart wordt verwijderd
voordat het toestel opnieuw is opgestart, is de software-
update niet voltooid.
GPS-satellietsignalen
Wanneer u de kaartplotter inschakelt, moet de GPS-ontvanger
de gegevens van de satellieten verzamelen en de actuele
locatie bepalen. Wanneer de kaartplotter satellietsignalen
ontvangt, worden de boven aan het startscherm groen.
Wanneer de kaartplotter het satellietsignaal verliest, verdwijnen
de en knippert er een vraagteken op op de kaart.
Ga voor meer informatie over GPS naar www.garmin.com
/aboutGPS
.
De GPS-bron selecteren
U kunt uw voorkeursbron voor GPS-gegevens selecteren, als u
meerdere GPS-bronnen hebt.
1
Selecteer Instellingen >
Systeem > GPS > Bron
.
2
Selecteer de bron voor GPS-gegevens.
De kaartplotter aanpassen
Startscherm
Het startscherm van de kaartplotter biedt toegang tot alle
functies in de kaartplotter. De functies zijn afhankelijk van de
accessoires die u op de kaartplotter hebt aangesloten. Mogelijk
beschikt u niet over alle opties en functies die in deze
handleiding worden besproken.
De categorieën aan de rechterkant van het scherm geven snel
toegang tot de hoofdfuncties van uw kaartplotter. De categorie
Echolood, bijvoorbeeld, geeft de weergaven en pagina's weer
die zijn gerelateerd aan de echoloodfunctie. U kunt items die u
vaak gebruikt opslaan in de categorie Favorieten.
Alle opties aan de onderkant van het startscherm zijn zichtbaar
op alle andere schermen, behalve de knop Instellingen. De knop
Instellingen is alleen toegankelijk vanaf het startscherm.
Vanuit een ander scherm kunt u terugkeren naar het
startscherm door Start te selecteren.
Als er meerdere schermen zijn geïnstalleerd op het Garmin
Marine Network, kunt u ze groeperen in een station. Een station
zorgt ervoor dat schermen samenwerken, en niet als aparte
schermen functioneren. Als u in een van de geopende
schermen
Start selecteert, keert elk scherm in het station terug
naar het startscherm. U kunt de lay-out van de pagina's op ieder
scherm aanpassen en elke pagina op alle schermen
verschillend maken. Als u in een scherm de lay-out van een
pagina verandert, gelden de wijzigingen alleen voor dat scherm.
Als u de naam en het symbool van de lay-out verandert,
verschijnen deze veranderingen op alle schermen van het
station voor een consistente weergave.
De SmartMode items zijn gericht op een specifieke activiteit,
bijvoorbeeld varen of afmeren. Als in het startscherm een
SmartMode knop wordt geselecteerd, kan op elk scherm in het
station unieke informatie worden weergegeven. Als bijvoorbeeld
Onder motor wordt geselecteerd in het startscherm, kan op een
van de schermen de navigatiekaart worden weergegeven en op
een ander scherm het radarbeeld.
Een item toevoegen aan favorieten
1
Selecteer op het startscherm een categorie aan de
rechterkant.
2
Houd een knop aan de linkerkant ingedrukt.
Het item wordt toegevoegd aan de categorie Favorieten op
het startscherm.
Pagina's aanpassen
De lay-out van een
SmartMode pagina of combinatie-
pagina aanpassen
U kunt de lay-out van en de weergave van gegevens op de
combinatiepagina's en in de SmartMode lay-outs aanpassen.
Als u in een scherm dat u hebt geopend de lay-out van een
pagina wijzigt, geldt die wijziging alleen voor dat scherm,
behalve als de naam en het symbool SmartMode wordt
gewijzigd. Als u de SmartMode naam of het symbool voor de
lay-out wijzigt, wordt de nieuwe naam of het nieuwe symbool
weergegeven op alle schermen in het station.
1
Open de pagina die u wilt aanpassen.
2
Selecteer
Menu.
3
Selecteer Wijzig lay-out of
Wijzig combo.
4
Selecteer een optie:
•Als u de naam wilt wijzigen, selecteert u Naam
of
Naam
en symbool > Naam, voert u een nieuwe naam in en
selecteert u OK.
•Als u het
SmartMode symbool wilt wijzigen, selecteert u
Naam en symbool
> Symbool
en kiest u vervolgens een
nieuw symbool.
2De kaartplotter aanpassen
•Als u het aantal getoonde functies en de lay-out van het
scherm wilt wijzigen, selecteert u Indeling en vervolgens
een optie.
•Als u de functie van een gedeelte van het scherm wilt
wijzigen, selecteert u het te wijzigen gedeelte en kiest u
vervolgens een functie in de rechts weergegeven lijst.
•Sleep de pijlen naar een nieuwe locatie om te wijzigen
hoe de schermen worden gesplitst.
•Als u de gegevens wilt veranderen die op de pagina en in
de extra gegevensbalken worden weergegeven, selecteert
u Overlays
en selecteert u een optie.
•Als u een gedeelte van het SmartMode
scherm aan een
voorinstelling wilt toewijzen, selecteert u
Voorinstel. >
Neem op en selecteert u een voorinstelling in de lijst aan
de rechterkant.
Een
SmartMode lay-out toevoegen
U kunt naar wens SmartMode
lay-outs toevoegen. Elk wijziging
in een SmartMode lay-out voor het startscherm in een station
wordt weergegeven op alle schermen in het station.
1
Selecteer in het startscherm SmartMode™
> Menu > Voeg
layout toe
.
2
Selecteer een optie:
•Als u de naam wilt wijzigen, selecteert u Naam en
symboolNaam, voert u een nieuwe naam in en selecteert
u
OK.
•Als u het
SmartMode symbool wilt wijzigen, selecteert u
Naam en symbool
> Symbool
en kiest u vervolgens een
nieuw symbool.
•Als u het aantal getoonde functies en de lay-out van het
scherm wilt wijzigen, selecteert u Indeling en vervolgens
een optie.
•Als u de functie van een gedeelte van het scherm wilt
wijzigen, selecteert u het te wijzigen gedeelte en kiest u
vervolgens een functie in de rechts weergegeven lijst.
•Sleep de pijlen naar een nieuwe locatie om te wijzigen
hoe de schermen worden gesplitst.
•Als u de gegevens wilt veranderen die op de pagina en in
de extra gegevensbalken worden weergegeven, selecteert
u
Overlays en selecteert u een optie.
•Als u een gedeelte van het SmartMode scherm aan een
voorinstelling wilt toewijzen, selecteert u Voorinstel. >
Neem op en selecteert u een voorinstelling in de lijst aan
de rechterkant.
Een aangepast combinatiescherm toevoegen
U kunt naar wens een aangepast combinatiescherm maken.
1
Selecteer Combinaties > Menu >
Voeg combo toe
.
2
Volg de instructies op het scherm.
De gegevensoverlays aanpassen
Hiermee kunt u de gegevens aanpassen die op het scherm
worden weergegeven.
1
Selecteer een optie op basis van het type scherm dat u
bekijkt:
•In een volledige schermweergave selecteert u Menu >
Wijzig overlays.
•In een combinatiescherm selecteert u Menu
> Wijzig
combo > Overlays
.
•In een
SmartMode scherm selecteert u
Menu > Wijzig
lay-out >
Overlays
.
TIP:
Als u snel gegevens in een overlayvak wilt wijzigen,
houdt u het overlayvak ingedrukt.
2
Selecteer een item waarvan u de gegevens en de
gegevensbalk wilt aanpassen:
•Als u de getoonde gegevens in een overlayvak wilt
wijzigen, selecteert u het overlayvak en de nieuwe
gegevens die u wilt weergeven. Selecteer vervolgens
Terug.
•Als u de locatie en de lay-out van de gegevensoverlaybalk
wilt selecteren, selecteert u Gegevens
en selecteert u een
optie.
•Als u tijdens het navigeren getoonde informatie wilt
aanpassen, selecteert u Navigatie
en selecteert u een
optie.
•Als u andere gegevensbalken, zoals de mediabediening,
wilt inschakelen, selecteert u Bovenstang of
Onderste
balk en selecteert u de benodigde opties.
3
Selecteer OK
.
Lay-out van stations resetten
U kunt de lay-outs voor alle stations herstellen naar de
fabrieksinstellingen.
Selecteer Instellingen
> Systeem > Stationsgegevens >
Herstel stations
.
Voorinstellingen
Een voorinstelling is een verzameling instellingen waarmee u
het scherm of de weergave kunt optimaliseren. U kunt
specifieke voorinstellingen gebruiken om groepen instellingen te
optimaliseren voor uw activiteiten. Zo kunnen bepaalde
instellingen ideaal zijn voor het vissen en andere voor het varen.
Voorinstellingen zijn beschikbaar op bepaalde schermen, zoals
kaarten, echoloodweergaven en radarweergaven.
Selecteer
Menu
>
en selecteer de voorinstelling om een
voorinstelling te kiezen voor een compatibel scherm.
Als u een voorinstelling gebruikt en de instellingen of weergave
wijzigt, kunt u deze opslaan in de voorinstelling of een nieuwe
voorinstelling maken op basis van de nieuwe aanpassingen.
Een nieuwe voorinstelling opslaan
Nadat u de instellingen en de weergave van een scherm hebt
aangepast, kunt u deze wijzigingen opslaan als een nieuwe
voorinstelling.
1
Wijzig de instellingen en weergave in een compatibel
scherm.
2
Selecteer Menu > >
Sla op > Nieuw
.
3
Voer een naam in en selecteer OK
.
Voorinstellingen beheren
U kunt de meegeleverde voorinstellingen aanpassen en de
voorinstellingen die u hebt gemaakt, bewerken.
1
Selecteer Menu
>
>
Beheer
in een compatibel scherm.
2
Selecteer een voorkeuze.
3
Selecteer een optie:
•Als u de naam van de voorinstelling wilt wijzigen,
selecteert u Wijzig naam, voert u een naam in en
selecteert u OK.
•Selecteer
Wijzig en werk de voorinstelling bij om de
voorinstellingen te bewerken.
•Selecteer
Wis om de voorinstelling te verwijderen.
•Selecteer Herstel alles om alle voorinstellingen terug te
zetten naar de fabrieksinstellingen.
Het type boot instellen
U kunt uw type boot selecteren om de kaartplotterinstellingen te
configureren en functies te gebruiken die zijn afgestemd op uw
type boot.
1
Selecteer Instellingen > Mijn boot >
Type boot
.
2
Selecteer een optie.
De kaartplotter aanpassen3
De schermverlichting aanpassen
1
Selecteer Instellingen > Systeem > Geluiden en scherm >
Schermverlichting.
TIP:
Selecteer
>
Schermverlichting
in een willekeurig
scherm om de instellingen voor schermverlichting te openen.
2
Selecteer een optie:
•Pas de schermverlichting aan.
•Selecteer Automatisch
.
De kleurmodus aanpassen
1
Selecteer Instellingen >
Systeem > Geluiden en scherm >
Kleurmodus
.
TIP: Selecteer >
Kleurmodus
vanuit een willekeurig
scherm om de kleurinstellingen te openen.
2
Selecteer een optie.
Kaarten en 3D-kaartweergaven
Welke kaarten en 3D-kaartweergaven beschikbaar zijn, is
afhankelijk van de gebruikte kaartgegevens en accessoires.
U kunt de kaarten en 3D-kaartweergaven openen door
Grafieken te selecteren.
Navigatiekaart: Geeft alle beschikbare navigatiegegevens weer
die op de vooraf geïnstalleerde kaarten en eventuele extra
kaarten beschikbaar zijn. Deze gegevens omvatten boeien,
lichten, kabels, dieptepeilingen, jachthavens en
getijdenstations in een overheadweergave.
Perspective 3D: Biedt een panoramisch beeld van bovenaf en
van achter uw boot (in overeenstemming met uw koers) en
dient als visueel navigatiehulpmiddel. Deze weergave is
nuttig voor het navigeren rond verraderlijke ondiepten, riffen,
bruggen of kanalen en komt van pas bij het binnenvaren en
verlaten van onbekende havens of ankerplaatsen.
Mariner's Eye 3D: Biedt een gedetailleerd, driedimensionaal
beeld van bovenaf en van achter uw boot (in
overeenstemming met uw koers) en dient als visueel
navigatiehulpmiddel. Deze weergave is nuttig voor het
navigeren rond verraderlijke ondiepten, riffen, bruggen of
kanalen en komt van pas bij het binnenvaren en verlaten van
onbekende havens of ankerplaatsen.
OPMERKING:
In sommige gebieden zijn Mariner's Eye 3D
en Fish Eye 3D kaartweergaven beschikbaar bij
premiumkaarten.
Fish Eye 3D
: Geeft een panoramisch onderwaterbeeld met
visuele weergave van de zeebodem op basis van de
kaartinformatie. Als er een echolood-transducer is
aangesloten, worden zwevende doelen (zoals vissen)
aangeduid met rode, groene en gele bollen. Rood verwijst
hierbij naar de grootste objecten en groen naar de kleinste
objecten.
Viskaart: Biedt een gedetailleerde weergave van de
bodemcontouren en dieptepeilingen op de kaart. Deze kaart
verwijdert de navigatiegegevens van de kaart, verschaft
gedetailleerde bathymetrische gegevens en benadrukt de
bodemcontouren voor dieptewaarneming. Deze kaart is bij
uitstek geschikt voor diepzeevissen.
OPMERKING:
In sommige gebieden is de kaart voor
diepzeevissen beschikbaar bij premiumkaarten.
Radaroverlay: Projecteert radargegevens over de
navigatiekaart of viskaart heen wanneer de kaartplotter is
aangesloten op een radar. Deze functie is niet op alle
modellen beschikbaar.
Navigatiekaart en buitengaatse viskaart
OPMERKING:
In sommige gebieden is de kaart voor
diepzeevissen beschikbaar bij premiumkaarten.
Met behulp van de navigatie- en viskaarten kunt u uw koers
uitzetten, kaartinformatie weergeven en een koers volgen. De
viskaart is bij uitstek geschikt voor buitengaats vissen.
Als u de navigatiekaart wilt openen, selecteert u
Grafieken >
Navigatiekaart.
Als u de viskaart wilt openen, selecteert u Grafieken > Viskaart.
In- en uitzoomen met het aanraakscherm
U kunt gemakkelijk in- en uitzoomen op meerdere schermen,
zoals kaarten en echoloodweergaven.
•Knijp twee vingers samen om uit te zoomen.
•Spreid twee vingers uit elkaar om in te zoomen.
Een kaart selecteren
Als uw product over ingebouwde BlueChart
®
g2 en
Garmin
LakeVü
™
HD kaarten beschikt, kunt u kiezen welke kaart u wilt
gebruiken. Niet op alle modellen zijn beide typen ingebouwde
kaarten voorhanden.
1
Selecteer in de navigatiekaart Menu > Ingebouwde kaart.
2
Selecteer een optie:
•Wanneer u zich op een meer bevindt, selecteert u
LakeVü™ HD.
•Wanneer u op zee bent, selecteert u BlueChart® g2.
Een afstand op de kaart meten
1
Selecteer een locatie op een kaart of de radaroverlay.
2
Selecteer Afstand meten
.
Op uw huidige locatie op het scherm wordt een punaise
weergegeven. De afstand en de hoek vanaf de punaise staan
vermeld in de linkerbovenhoek.
TIP:
Als u de punaise en afstandsmeting vanaf de huidige
cursorpositie opnieuw wilt instellen, selecteert u Stel referentie
in.
Kaartsymbolen
Deze tabel bevat een aantal algemene symbolen die u op de
gedetailleerde kaarten kunt tegenkomen.
PictogramBeschrijving
Boei
Informatie
Watersportdiensten
Getijdenstation
Stromingenstation
Foto van bovenaf beschikbaar
Perspectieffoto beschikbaar
Andere zaken die op de meeste kaarten voorkomen, zijn
Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.
Product:
Forumrules
To achieve meaningful questions, we apply the following rules:
First, read the manual;
Check if your question has been asked previously;
Try to ask your question as clearly as possible;
Did you already try to solve the problem? Please mention this;
Is your problem solved by a visitor then let him/her know in this forum;
To give a response to a question or answer, do not use this form but click on the button 'reply to this question';
Your question will be posted here and emailed to our subscribers. Therefore, avoid filling in personal details.
Register
Register getting emails for Garmin GPSMAP 702 series at:
new questions and answers
new manuals
You will receive an email to register for one or both of the options.
Get your user manual by e-mail
Enter your email address to receive the manual of Garmin GPSMAP 702 series in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.
The manual is 2,68 mb in size.
You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.
If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.
The email address you have provided is not correct.
Please check the email address and correct it.
Your question is posted on this page
Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.