4.3.1 Hoofdgebied
Hoofdgebied
is de standaardbedieningsmodus
waarbij het product automatisch maait en wordt
opgeladen.
4.3.2 2e gebied
Voor het maaien van bijgebieden moet de
bedieningsmodus
2e gebied
worden gekozen.
Het selecteren van
2e gebied
betekent dat het
product maait totdat de accu leeg is.
Als het product in de modus
2e gebied
wordt
opgeladen, zal het volledig worden opgeladen,
waarna het ongeveer 50 cm naar buiten rijdt en
dan stopt. Dit geeft aan dat het product volledig is
opgeladen en gereed is om te maaien. Als het
hoofdgebied moet worden gemaaid na het laden,
wordt het aanbevolen om de bedieningsmodus
eerst naar
Hoofdgebied
te schakelen alvorens
het product weer in het laadstation te plaatsen.
4.3.3 Parkeren
De bedieningsmodus
Parkeren
betekent dat het
product in het laadstation blijft totdat een andere
bedieningsmodus wordt geselecteerd.
4.3.4 Parkeren / Schema
De bedieningsmodus
Parkeren/Schema
betekent
dat het product in het laadstation blijft tot de
volgende keer dat het schema of de stand-by-
stand het toestaat dat het product werkt. Zie
Schema en Stand-by op pagina 32
.
4.3.5 Negeer schema
De schema-instellingen kunnen tijdelijk worden
genegeerd door
Negeer schema
te selecteren.
Het is mogelijk om het schema voor 3 uur te
overschrijven. Het is niet mogelijk om een stand-
byperiode te overschrijven.
4.3.6 Intens maaien
SILENO life, smart SILENO life.
Intens maaien
is handig om snel een gebied te
maaien waar het gras minder gemaaid is dan
elders in de tuin. U moet het product handmatig
verplaatsen naar het gekozen gebied.
Intens maaien betekent dat het product in een
spiraalvormig patroon maait om het gras te
maaien in het gebied waar het is gestart.
Wanneer dit is gebeurd, schakelt het product
automatisch terug naar
Hoofdgebied
of
Bijgebied
.
De functie
Intens maaien
kan worden geactiveerd
met de START-knop. U kunt selecteren hoe het
product moet blijven werken nadat het maaien is
beëindigd door op de pijltoets rechts te drukken
en daarna
In hoofdgebied
of
In bijgebied
te
kiezen.
4.4 Stoppen
1. Druk op de STOP-knop boven op het
product.
Het product stopt en de maaimotor stopt.
4.5 Uitschakelen
1. Druk op de STOP-knop.
2. Open de klep.
3. Druk gedurende 3 seconden op de AAN/
UIT-knop.
4. Het product wordt uitgeschakeld.
5. Controleer of het indicatielampje op de
AAN/UIT-knop niet brandt.
1034 - 001 -
Werking - 31