2. Druk op de AAN/UIT-knop en zorg ervoor
dat het product is uitgeschakeld. Controleer
of het indicatielampje op de AAN/UIT-knop
niet brandt. Dit betekent dat het product is
uitgeschakeld. Zie
Het indicatielampje op
pagina 30
.
3. Draag het product aan de hendel met de
maaischijf uit de buurt van uw lichaam.
WAARSCHUWING:
Het product moet
worden uitgeschakeld voordat het
wordt opgetild. Het product is
uitgeschakeld wanneer het
indicatielampje op de AAN/UIT-knop
niet brandt.
OPGELET: Til het product niet op als
het in het laadstation is geparkeerd.
Hierdoor kan het laadstation en/of het
product worden beschadigd. Druk op
STOP en trek het product uit het
laadstation voordat u het optilt.
2.3.4 Onderhoud
WAARSCHUWING: Het product moet
worden uitgeschakeld voordat er
onderhoudswerkzaamheden aan
worden uitgevoerd. Het product is
uitgeschakeld wanneer het
indicatielampje op de AAN/UIT-knop
niet brandt.
OPGELET: Gebruik nooit een
hogedrukreiniger om het product
schoon te maken. Gebruik nooit
oplosmiddelen voor de reiniging.
Inspecteer het product wekelijks en vervang
beschadigde of versleten onderdelen. Zie
Introductie - onderhoud op pagina 34
.
2.3.5 Bij onweer
Om het risico op schade aan de elektrische
componenten in het product en het laadstation te
beperken, adviseren we om alle aansluitingen op
het laadstation (voeding, begrenzingsdraad en
geleidingsdraad) los te koppelen als er kans op
onweer is.
14
- Veiligheid
1034 - 001 -