129
NL
De gewijzigde handmatige besproeiingsduur wordt opgeslagen
en is onafhankelijk van de besproeiingsduur in het programma,
d.w.z. bij elke toekomstige handmatige ventielopening is de ge-
wijzigde besproeiingsduur vooraf ingesteld.
Bij Off wordt het besproeiingsprogramma niet uitgevoerd. Het
programma blijft daarbij behouden. Ook een programmagestuurd
open ventiel kan voortijdig worden gesloten, zonder de program-
magegevens (besproeiings-starttijd, besproeiingsduur, besproei-
ingscyclus) te veranderen.
v Draai de draaiknop naar Off.
Het besproeiingsprogramma is gedeactiveerd.
Om het besproeiingsprogramma opnieuw te activeren, draait u
de draaiknop naar Prog.
6. Buitenbedrijfstelling
1. Om de batterij te ontzien, dient deze uit het batterijvak te wor-
den verwijderd (zie 4. Ingebruikname).
Wanneer de batterij in het voorjaar weer wordt teruggeplaatst,
moet het besproeiingsprogramma opnieuw worden ingevoerd.
2. Besturingsmodule en ventiel-unit vorstvrij op een droge plaats
bewaren.
Opslaan /
overwinteren:
Besproeiingsprogramma
uitschakelen: