119
NL
Ingebruikname
De besproeiingscomputer mag alleen verticaal
met de wartelmoer naar boven gemonteerd
worden om het binnendringen van water
in het batterijvak te voorkomen.
De minimum hoeveelheid waterafgifte voor
een veilige schakelfunctie van de besproei-
ingscomputer bedraagt 20
-
30 l/u.
Voor de besturing van het Micro-Drip-System
zijn bijvoorbeeld minstens 10 stuks 2-liter-
druppelaars nodig.
Bij hoge temperaturen (boven 60 °C op dis-
play) kan het gebeuren dat het LCD-display
uitgaat; dit heeft geen effect op het program-
maverloop. Na afkoeling verschijnt het LCD-
display weer.
De temperatuur van het doorstromende water
mag max. 40 °C bedragen.
v Alleen schoon zoet water gebruiken.
De minimum werkdruk bedraagt 0,5 bar,
de maximum werkdruk 12 bar.
Trekbelastingen vermijden.
v Niet aan de aangesloten slang trekken.
Wanneer het besturingsgedeelte bij een open
ventiel wordt verwijderd, blijft het ventiel zo
lang open tot het besturingsgedeelte weer
teruggeplaatst wordt.
3. Functie
Met de besproeiingscomputer kan de tuin op ieder gewenst uur
van de dag tot 3 maal daags (om de 8 uur) volautomatisch
besproeid worden. Hierbij kunnen sproeiers, een Sprinkler-
System- of druppelbesproeiings-installatie voor het besproeien
ingezet worden.