H. ZAAGTECHNIEKEN
Voorkom het volgende tijdens gebruik: (fig.1)
-- zaagwerk in situaties waarbij de stam tijdens het
zagen kan breken (hout onder spanning, droge dode
bomen, etc.): een onverwachte breuk kan zeer
gevaarlijk zijn.
- dat het zwaard of de ketting in de snede geklemd
raakt: mocht dit gebeuren, de machine van het
voedingsnet afkoppelen en probeer de stam op te tillen
door een geschikt middel als hefboom te gebruiken;
tracht de machine niet te bevrijden door schudden of
trekken, omdat u hiermee schade of letsel kunt
veroorzaken.
- situaties die de kans op terugslag kunnen verhogen.
-het product boven schouderhoogte te gebruiken
-hout te zagen waarin vreemde objecten zoals spijkers
zitten
De machine nooit gebruiken in aarde of stenen, daar dit de
ketting direct zou beschadigen.
Tijdens het gebruik: (fig.1)
- Indien u op hellend terrein werkt, blijf dan boven de stam,
zodat deze u niet kan raken mocht hij naar benden rollen.
- Bij het vellen van bomen het werk altijd afmaken: een
gedeeltelijk gevelde boom kan breken.
- Na beëindiging van elke snede voelt u een aanzienlijke
verandering in de kracht die nodig is om de machine vast te
houden. Wees zeer voorzichtig zodat u de controle over de
machine niet verliest.
G. ONDERHOUD EN OPSLAG
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u
onderhouds- of schoonmaakwerkzaamheden
gaat uitvoeren.
PAS OP! In geval van werk in een bijzonder
vuile of stoffige omgeving, moeten de
beschreven werkzaamheden met kortere intervallen
worden uitgevoerd dan hier aangegeven.
Voor elk gebruik
Controleer of de kettingoliepomp goed werkt: richt
het zwaard op een licht oppervlak, op een afstand
van ca. twintig centimeter; nadat de machine een
minuut heeft gewerkt moet het oppervlak duidelijke
oliesporen vertonen (fig.1). Controleer of het in- en
uitschakelen van de kettingrem niet te moeizaam of
te gemakkelijk gaat en of hij niet geblokkeerd is.
Controleer vervolgens de werking ervan als volgt:
schakel de kettingrem uit, pak de machine op de
juiste wijze vast en start hem, schakel de kettingrem
in door de handbescherming voor met uw linker
pols/arm naar voren te duwen, maar zonder de
handgrepen los te laten (fig.2). Als de kettingrem
correct werkt, moet de ketting onmiddellijk
geblokkeerd worden. Controleer of de ketting scherp
is (zie hieronder), in goede staat verkeert en correct
is gespannen, indien hij onregelmatig gesleten is of
een snijtand heeft van slechts 3mm, moet hij
worden vervangen (fig.3).
Reinig de ventilatieopeningen regelmatig om
oververhitting van de motor te voorkomen. (fig 4a, 4b).
Controleer de werking van de schakelaar en de
schakelaarvergrendeling (uit te voeren bij
uitgeschakelde kettingrem): bedien de schakelaar
en de schakelaarvergrendeling en controleer of ze in
de ruststand terugkomen zodra ze worden
losgelaten; controleer of het onmogelijk is de
schakelaar te bedienen zonder dat de
schakelaarvergrendeling is ingedrukt.
Controleer of de kettingvanger en de
handbescherming achter in perfecte staat verkeren
en geen defecten vertonen, zoals beschadigingen
van het materiaal.
Elke 2-3 werkuren
Controleer het zwaard, en reinig indien nodig
zorgvuldig de smeergaten (fig.5) en de kettinggeleider
(fig.6); indien deze versleten is of diepe putten vertoont
moet hij worden vervangen. Maak het kettingwiel
regelmatig schoon en zorg ervoor dat het niet te veel is
versleten. (fig.7). Smeer het neuswiel van het zwaard
met lagervet via de aangegeven opening (fig.8).
Vijlen van de ketting
Neem contact op met een erkend servicecentrum
als u een probleem ondervindt met het slijpen van
de ketting.
De ketting moet op de juiste wijze worden
geslepen. Een onjuist geslepen ketting zorgt voor
terugslag en een grote kans op lichamelijk letsel.
Als de ketting niet zaagt zonder dat men het zwaard
tegen het hout drukt en als het zaagsel zeer fijn is, is dit
een teken dat de ketting niet goed scherp is. Als de
snede geen zaagsel produceert, dan is de snijkant van
de ketting volledig afgesleten en wordt het hout bij het
zagen verpulverd. Een goed geslepen ketting gaat
moeiteloos door het hout en vormt grof, lang zaagsel.
Het snijdende gedeelte van de ketting wordt gevormd
door de snijschakel (fig.9), met een snijtand (fig.10) en
een dieptesteller (fig.11). Het hoogteverschil hiertussen
bepaalt de zaagdiepte; om een goede scherpte te
verkrijgen zijn een vijlgeleider en een ronde vijl met een
diameter van 4mm vereist. Ga als volgt te werk: met de
ketting gemonteerd en correct gespannen, de
kettingrem inschakelen en de vijlgeleider loodrecht op
het zwaard plaatsen zoals in de afbeelding getoond
(fig.12). Vijl de snijtand met de aangegeven hoek
(fig.13A & fig 13B), steeds van de binnenkant naar de
buitenkant en met afnemende druk bij de teruggaande
beweging (het is van groot belang dat deze
aanwijzingen worden opgevolgd: een overmatige of
onvoldoende slijphoek of een verkeerde vijldiameter
verhoogt de kans op terugslag). Om een betere
precisie op de zijhoeken te verkrijgen wordt
aangeraden de vijl zo te plaatsen dat hij verticaal ca.
0,5 mm over de bovenste snijkant steekt. Vijl eerst alle
tanden aan de ene kant, draai daarna de machine om
en vijl de tanden aan de andere kant. Zorg ervoor dat
een gelijke lengte van alle tanden wordt verkregen en
dat de hoogte van de dieptestellers 0,6mm lager is dan
de bovenste snijkant: controleer de hoogte met behulp
van een kaliber en vijl (met een platte vijl) het
uitstekende gedeelte af, en werk het voorste gedeelte
van de dieptesteller rond af (fig.14), waarbij u erop
moet letten dat u NIET ook de terugslag-
beschermingstand afvijlt (fig.15).
Om de 30 bedrijfsuren.
Breng de machine naar een erkend reparatiecentrum.
Opslag/Transport
Laat het product afkoelen en plaats de kap over de
geleider en de ketting.
Sla het product op een koele, droge plaats op, buiten
het bereik van kinderen. Niet buiten opslaan.
Zorg ervoor dat er geen olie uit het product lekt.
NEDERLANDS - 7